Een legpuzzel vol haat mÈM Reizen IJsland is heel anders Eindhoven Eindelijk '¥ÏÜSI een scheutje allure De Kaukasus: iedereen heeft' zijn eigen stukje grond, de relaties variëren van verdraagzaamheid tot haat. Nu de ijzeren greep van het communisme is weggevallen krijgt die haat nog sterker de overhand. Wat hebben de Osseten eigenlijk tegen de Ingoesjen? Zaterdag LEIDSE COURANT ZATERDAG 14 NOVEMBER 1992 door Alexander Münninghoff ezginen, Tsachoeren, Chinaloegen. Oedinen, Kabardijnen, Balkaren. |:V' Het zal de gemiddelde P Nederlander niets zeg gen. We doen nog een po ging: Tsjetsjenen, In goesjen, Abchazen. Hier zal het bij een enkeling beginnen te dagen. Osse- ii dan? Alweer geen belletje. Laatste >d: Georgiërs. i, nu weten we waar we het moeten jeken: de Kaukasus natuurlijk. Elk ar wordt er wel in een Nederlandse rant, zo rond april, een verhaal ge wreven over die manhaftige Georgiërs ie als krijgsgevangenen in 1945 op exel tegen de Duitsers in opstand kwa len. Een voetbalclub als Dynamo Tif- S, een politicus als Sjevardnadze - ze pmen uit Georgië. En wacht eens, was talin niet ook een Georgiër? staat de dictator over het algemeen ;1 te boek, maar helemaal raszuiver hij niet. Stalins vader, de veel drin- jnde en huisgenoten meppende choenmaker Vissarion Djoegasj vili, rordt namelijk door menig historicus ot een Osseet herleid. De Russisch- »odse dichter Osip Mandelsjtam Kireef in de jaren dertig een gedicht It hem de kop zou kosten, en waarin (Sj Stalin als 'de Osseet met de brede prstkas' aanduidde. En een Osseet, ja, dat is nou eenmaal bij lange na geen leorgiër, ook al woont hij hemelsbreed laar een paar kilometer verderop. Die aar kilometer vormen, omdat er op dat raject nu eenmaal meestal een akelige ërgketen opdoemt, een wereld van ferschil in de Kaukasus. Ze markeren fe grens tussen eretitel en belediging h, zoals in het geval van Mandelsjtam, assen leven en dood. Haat (e Kaukasus is, als je een kneuterige brgelijking wilt trekken, een soort olkstuintjescomplex aan de rand van en grote stad. Iedereen heeft zijn eigen tukje grond, er zijn ingewikkelde web- en van onderlinge afkeer en verdraag- aamheid, soms van vriendschap, vaker chter van haat. Als de geschillen erg it de hand lopen stuurt de gemeente Is beheerder van het geheel een verte- pnwoordiger om te sussen of om boetes it te delen. Soms wordt er ook iemand erwijderd. 0 was het tot voor kort, toen Moskou 1 de Kaukasus de lakens uitdeelde. De westie- Nagorni Karabach, die eigen- jk buiten het bestek van dit verhaal alt omdat dit een transkaukasische re- io betreft, was het laatste voorbeeld |an zo een ingrijpen op afstand, over lie grenzen heen. Het mislukte, omdat doskou geen macht meer bleek te heb- ien. Maar het recht op inmenging werd !oor niemand betwist. Moskou opereer- Je immers op grond van een lange irijgsgeschiedenis in die onherbergza- Qe regio, die de afbakening vormt tus- en het rijk van de tsaren en die andere jgant, die Europa eeuwenlang belaagd leeft: het Ottomaanse imperium. )e Kaukasus, daar moest om geopoli- eke redenen om geknokt worden. En aar hebben beide genoepide rijken ich ruim de helft van de vorige eeuw an ook naar hartelust mee bezigge- ouden. We weten er ook behoorlijk eel van, omdat zowat alle grote Russi- che schrijvers en dichters, te beginnen iet Poesjkin, als officieren (en dat was nu eenmaal vanzelf als Russisch in- ellectueel) aan onduidelijke Kaukasi- che veldtochten hebben deelgenomen, oen de slachtpartijen, die dropen van tloed en romantiek, uiteindelijk zo ond 1860 beëindigd waren, kon de ba- ans worden opgemaakt. De tsaar aller lussen had er een stel protectoraten en nderszins aan hem onderhorige ge vesten bijgekregen, die alle bjjeen de ewenste Turkenbestendige buffer oor zijn rijk vormden. Dat er in de Caukasus tussen de onderworpen tammen onderling traditionele rivali- eit en oorlogszucht heerste drong niet Een Ingoesj-vluchtelinge verhaalt over een hinderlaag van Ossetische schutters. Op de achtergrond tanks van de Russische vredestroepen. tot Sint Petersburg door. En toen in 1917 de revolutie uitbrak en even later de rode propagandatreinen door het hele rijk begonnen te rijden, speelden die oeroude Kaukasische stammenverhoudingen de naar een heid strevende bolsjewieken in feite slechts in de kaart. Op Georgië na, dat zich tot 1921 in de vorm van een accep tabele parlementaire democratie te midden van het communistisch geweld wist te handhaven, was geen van de ruim veertig bergvolkeren in de Kauka sus ook maar enigszins bij machte om van de chaos gebruik te maken en iets van zelfstandigheid op te brengen. Sommige stam men namen wel degelijk de wape nen op tegen de ro den, maar ze moesten al snel ca pituleren bij ge brek aan buiten landse hulp. Daar voor lag het onher bergzame gebied ook te ver buiten de interessesfeer van de westerse grootmachten, precies zoals nu het geval is. Na het beëindigen van de burgeroor log introduceerde Lenin een natio naliteitenpolitiek die er, tot veler verrassing, eigen lijk best aanvaard baar uitzag. Coha bitatie op basis van wederzijds respect, en op pa pier althans werd er met tal van ei genaardigheden en aparte verlan gens rekening gehouden. Er werden weliswaar gebieden met duidelijk ver schillende bloedgroepen tot autonome Sovjetrepublieken samengevoegd en in die constructie school natuurlijk ge vaar, maar de strakke begeleidende hand van Moskou leek de orde in het volkstuintje te garanderen, terwijl men er aldaar in economisch opzicht aan vankelijk bepaald niet slechter op werd. Maar toen Stalin*eenmaal de macht had overgenomen veranderde dat radikaal. Stalin, die het gebied als zijn broekzak kende, begon in de Kaukasus aan een spelletje verdeel-en-heers zonder weer ga. Hij haalde zojuist samengevoegde gebieden weer uit elkaar, gaf aan het ene volk een status die hij aan de buur man ontzegde, goochelde met beloften en dreigementen en creëerde in de Kau kasus een legpuzzel waarvan Jeltsin nu de stukken op een of andere manier maar aan elkaar moet zien te lijmen om erger te voorkomen. De grootste misdaad die Stalin, voor wat betreft de Kaukasus, op zijn gewe ten heeft is wel de verkapte volkeren moord die hij daar liet plegen, door in 1944 miljoenen mensen wegens ver meende collaboratie met de Duitsers naar Kazachstan en verder te laten de porteren. Een operatie waarbij hele eindredactie rené van zanten vormgeving peter j. C. martens volksstammen werden gedecimeerd en die door de al eveneens Georgisch/Osse- tische griezel Lavrenti Beria met ellen dige precisie werd uitgevoerd. Stalin en Beria spraken onderling vaak in hun streekdialect met elkaar en je krijgt on willekeurig de indruk, dat hier door bei de heren een soort merkwaardige jeug- drekening werd vereffend waai- het Kremlin, de zetel van de overkoepelen de sovjetmacht, eventjes geen deel aan had. Pas diep in de jaren vijftig, Stalin was toen al dood en Chroesjtsjov had hem tijdens zijn fameuze geheime rede op het twintigste partijcongres in Moskou 1956 al verket terd, durfden die gedeporteerde volkeren aan te rugkeer naar de Kaukasus te den ken. Vooral de is lamitische Tsjets jenen, met in hun voetspoor de In goesjen die welis waar hun geloofs genoten zijn, maar verder niet al te best met hen kunnen opschie ten, lieten zich niet meer weer houden en trok ken in grote ko- lonnes naar hun gebied van oor sprong terug. Dat leidde in au gustus 1958 in de stad Grozni, hun oude hoofdstad, tot een ethnisch conflict dat uit mondde in een po grom, tegen hen uitgevoerd door de Russische kolo- infografiekSijthoff Pers nisten die daar inmiddels waren neer gestreken. Na drie dagen greep het Sov- jetleger in, maar de (Russische) aan stichters van het drama werden niet ge straft. Over deze en soortgelijke episo des in de na-oorlogse Sovjetgeschiede nis is weinig bekend en geschreven, maar het zijn wel de bronnen waaruit de huidige Tsjetsjeense leider Doedajev kan putten om zijn rabiate anti-Mos- kou-koers te handhaven. Daarin wordt deze opmerkelijke luchtmachtgeneraal door zijn gehele bevolking gesteund, met dien verstande dat de veel minder talrijke Ingoesjen inmiddels hebben af gehaakt en al hun hoop juist op Moskou hebben gevestigd. Want de Ingoesjen hebben - we beginnen nu aan een ty pisch Kaukasische belangenketen - weer een oogje op een stuk van Noord- Ossetië, dat territoriaal onder Rusland valt. Dus moeten de Ingoesjen Moskou en Jeltsin te vriend zien te houden. Tegelijkertijd echter ziet Jeltsin zich geconfronteerd met de smeekbeden van de Zuid-Osseten, die territoriaal onder de door hen gehate Georgiërs vallèn (die splitsing is typisch zo'n geintje van Stalin geweest) en aansluiting met hun noordelijke broeders bepleiten. Daar heeft Rusland in principe wel oren naar, maar het vreest een confrontatie met Georgië. Zoals het ook de Osseten niet op stang wil jagen door een deel van hun land aan de Ingoesjen terug te ge ven. Inmiddels hebben zich ook de islamiti sche Abchazen, eveneens deel uitma kend van Georgië, van Tbilisi afgeschei den. Dat heeft bij tal van Kaukasische bergvolkeren een groot en oud krijgs haftig enthousiasme losgemaakt: Ka bardijnen, Balkaren, Chinaloegen, noem maar op, zij allen stuurden reeds onder de noemer van de 'Confederatie van Bergmensen van de Noordelijke Kaukasus' hulptroepen naar de Abcha- zische hoofdstad Soechoemi. Die Confe deratie heeft inmiddels de ruimere toe voeging 'van mensen in de Kaukasus' gekregen, om zo ook de diverse kozak- kenstammen in de regio over de streep te kunnen halen. Vuist Om de verwarring compleet te maken: de met geweld verdreven eerste geko zen Georgische president, Gamsachoer- dia, wist zich uitgerekend via Soechoe mi voor zijn landgenoten in veiligheid te stellen en verkeert thans in Grozni bij zijn Tsjetsjeense collega Doedajev, die vooral tegen Moskou een vuist wil maken, daarbij Georgië best kan ge bruiken maar tegelijkertijd het zich niet kan veroorloven om de Abchaziërs, die op hun beurt weer door de Russen gesteund worden (beweert Sjevardnad ze), helemaal te laten vallen. Het zal duidelijk zijn: de Kaukasus is, met het wegvallen van het centrale Sov- jetgezag, verworden tot een levensge vaarlijk kruitvat waarin menigeen een stukje van de lont in handen heeft. En dan hebben we het nog niets eens gehad over het aanpalendè Dagestan, waar de Lezginen zich opmaken voor een onaf hankelijkheidsstrijd. Of over Azerbajd- zjan, dat grote olierijke land dat zowel door Turkije als door Iran wordt ge steund en zich daarbij zo comfortabel voelt, dat het in één keer de nog reste rende zevenduizend leden van de chris telijke Oedinen-stam van zijn grondge bied heeft verjaagd. Maar die operatie zal, als zij al ooit wordt aangehaald, slechts een voetnoot blijken te zijn in de geschiedenis van de Kaukasus. De grote klappen vallen nu in Georgië, waar een soort Balkan-situ atie is ontstaan met dagelijks tientallen doden. Het is voor ons al geen nieuws meer, want veel te ver weg. Het zou pas weer nieuws kunnen worden, als Mos kou gedwongen wordt om te intervenië ren in de Kaukasus. Een situatie die zich pas zal voordoen als er in een van die zelfuitgeroepen staatjes een pogrom op gang zal komen tegen de aanzienlij ke Russische bevolkingsgroepen die daar in de loop der decennia zijn neer gestreken en dat land als het hunne zijn gaan beschouwen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 21