21
Chaim Potok, schrijver
tussen geest en wereld
'Laat rock 'n' roll toch onvolwassen blijven
Arbeiders met
een zienersblik:
Cultuur
f
Leidse Courant
vrijdag 13 november 1992
De joods-Amerikaanse schrijver Chaim Potok was in één klap wereldberoemd na de verfilming van zijn boek 'The
Chosen'. Daarna volgde een reeks bestsellers, die allemaal gaan over de botsing tussen tolerantie en dogmatiek. Potok
slaat nu een andere weg in, maar voor hoe lang?
door Coos Versteeg
Nauwelijks twee blokken van zijn
huis in Merion, Philadelphia, staat
een streng-orthodoxe joodse school
waar de naam van de beroemde
buurman Chaim Potok gelijk is aan
een vloek. „Mijn boeken zijn daar
verboden", zegt hij met een glim-
Chaim Potok (63), geboren in New
York, heeft een indrukwekkende
staat van dienst: cum laude afgestu
deerd in de A-wetenschappen aan de
Yeshiva University in 1950, daarna
een opleiding aan het Jewish Theo
logical Seminary of America gevolgd
door de rabbiwijding in 1954, leger-
predikant in Korea, wetenschappe
lijk medewerker aan de University
of Judaism van Los Angeles en uit
gever bij de Jewish Publication So
ciety of America, om de voornaamste
punten uit zijn carrière te noemen.
Maar hij is een omstreden man in de
sterk verdeelde joodse wereld. De
wijze waarop Potok schrijft over het
milieu van de Chassidische joden in
de Newyorkse wijk Brooklyn gedu
rende de jaren dertig - het milieu
van zijn eigen jeugd - levert hem zo
wel lof als verguizing op. „Sommi
gen waarderen het omdat ik vanuit
die cultuur schrijf, zowel kritisch als
gepassioneerd. Maar anderen vin
den me veel te kritisch en veel te ge
ïnteresseerd in de niet-religieuze sa
menleving. Ze zijn bezorgd dat de
jonge mensen zich minder joods
gaan gedragen".
De schrijver stelt in zijn boeken dan
ook niet de minste problemen aan de
o-de. Stuk voor stuk zijn het con
frontaties tussen verschillende cul
turen, botsingen tussen traditie en
vernieuwing, tussen tolerantie en
dogmatiek, tussen loyaliteit en indi
vidualiteit.
In 'The chosen' (Uitverkoren),
waarvan wereldwijd inmiddels 20
miljoen exemplaren zijn verkocht,
maakt Danny Saunders - zoon van
een Chassidische rabbi en voorbe
stemd zijn vader als geestelijk leider
op te volgen - zich onder invloed van
zijn vriend Reuven Malter voorzich
tig los van het orthodox-joodse mi
lieu om aan een niet-joodse universi
teit psychologie te gaan studeren.
Met 'Mijn naam is Asjer Lev' gaat
Potok nog een stap verder. De jeug
dige Asjer Lev blijkt een getalen
teerd tekenaar en zolang hij een
klein kind is levert dat weinig pro
blemen op, maar als hij eenmaal de
leeftijd van een jaar of tien heeft, ac
cepteert zijn vader het niet meer dat
zoonlief zijn tijd verspilt aan zoiets
nutteloos als kunst. Immers, die tijd
zou hij aan bestudering van de Tal
moed moeten besteden. In de optiek
van zijn vader, een gerespecteerd
man in de gemeenschap van ortho
doxe joden, steelt Asjer Lev als het
ware tijd die God toekomt. Asjer Lev
neemt uiteindelijk afscheid van zijn
milieu en kiest, de traditionele pijpe-
krullen afgeknipt, zijn eigen eenza
me weg van het kunstenaarschap.
Geschiedenis
„Het verhaal van Asjer Lev is in gro
te trekken mijn eigen geschiedenis",
zegt Potok. „Ik tekende en schilder
de als kind, dat doe ik nog, en dat gaf
destijds enorme ruzies thuis. Mijn
moeder begreep het wel, zij was erg
religieus maar ook een vrouw van de
wereld. Mijn vader was alleen maar
religieus. Ik heb me daar toen bij
neergelegd en me vervolgens op
schrijven gericht. Voordat ik met
'The Chosen' debuteerde (1967)
schreef ik al in tijdschriften. Ik heb
lang over dat boek gedaan. Niet dat
ik emotionele barrières moest over-
foto Maurice Nelwan
'Natuurlijk begrijp ik dat orthodoxe joden niets van me willen weten. Daar zijn het
orthodoxen voor', zegt Chaim Potok.
winnen, maar het verhaal moest rij
pen".
„Schrijven was voor mijn vader min
der erg dan schilderen, al was het
wel erg genoeg. Hij heeft de publika-
tie van 'The chosen' niet meer mee
gemaakt, was toen al overleden,
maar ik vraag me nog dikwijls af hoe
hij dat zou hebben opgevat. De ont
vangst van het boek, de verspreiding
over de hele wereld, de verfilming. Ik
denk dat hij er geen raad mee zou
hebben geweten".
Zoals de vader van de romanfiguur
geen raad weet met het succes van
zijn zoon, die zelfs naakten en ten
slotte nota bene de kruisiging van
Christus schildert. Talent van de
Andere Zijde, heet dat, ofwel: inge
geven door het kwaad.
Maar hoe zit het dan met het feit dat
Asjer Lev en de hoofdfiguren uit zijn
andere grote romans - evenals Po-
aan onze bijeenkomsten deel. De or
thodoxen zouden het veel makkelij
ker vinden als ik volledig was over
gestapt naar het kwaad. Dat begrij
pen ze. Maar dat iemand balanceert
tussen het wereldlijke en het ortho
doxe, dat maakt ze gek. In hun ogen
kun je niet in twee culturen tegelijk
leven. Maar ik denk dat het in deze
eeuw niet meer mogelijk is om van
negen tot vijf in de seculiere wereld
te leven, daaraan ook bij te dragen,
en je thuis volledig terug te trekken
in die eigen orthodox-joodse wereld.
Natuurlijk begrijp ik dat orthodoxe
joden niets van me willen weten.
Daar zijn het orthodoxen voor. Or
thodoxen mogen dat. Bij fundamen
talistische moslims en bij orthodoxe
christenen zie je precies diezelfde in
tolerantie. Zij hoeven niet tolerant
te zijn".
Professor
Zijn zojuist in het Nederlands ver
schenen boek 'De troop-leraar
(Bzztöh, 24,50) werd deze week ge
presenteerd in de synagoge van de
Liberaal Joodse Gemeente in Den
Haag van zijn goede vriend rabbijn
Soetendorp. Het boek verschilt van
al die vorigen in de zin dat het thema
van de botsende culturen ontbreekt.
Er is dit keer zelfs geen duidelijke
dissident om mee te sympathiseren.
'De troop-leraar' gaat over een jood
se professor in de militaire geschie
denis, die - anno nu - aan zijn me
moires werkt en merkt hoe zijn ge
heugen hem in de steek laat als het
om pijnlijke herinneringen gaat. De
sleutelfiguur in het verhaal is de
troop-leraar Zapinski, de voorlezer
die leerde teksten zangerig voor te
dragen.
„Ik denk dat ik het soort verhalen
als 'The chosen', 'Asjer Lev' of'Davi
ta's harp' heb gehad. Ik ben klaar
met dat thema. Ik kan me geen pro
bleem meer voorstellen dat nog iets
nieuws toevoegt, ik heb het op alle
mogelijke vlakken behandeld". La
chend: „Het is tegenwoordig zelfs zo
dat ze in orthodoxe kringen een
jeugdige probleemmaker al 'een
Danny Saunders' noemen".
Verleden
Hij komt terug op 'De troop-leraar'
na de opmerking dat voor het eerst
zijn hoofdpersoon het geloof volledig
heeft afgezworen. „Ik wilde dit keer
joodse gevoelens beschrijven door de
ogen van een secularist. Ik denk dat
niemand dat ooit eerder heeft ge
daan".
Dan ineens merkt hij op: „Ik heb
geen zin meer met mijn boeken te
rug te keren naar de jaren dertig en
veertig. Ik heb genoeg te stellen met
de jaren tachtig en negentig om een
tijdje niet in het verleden te dui
ken".
Maar waarom het zo mateloos boei
ende thema van de confrontatie tus
sen verschillende werelden loslaten?
Daarvoor liggen in deze tijd toch ook
de voorbeelden voor het oprapen.
Potok heeft nota bene jaren in Israël
gewoond en een eigentijdse omge
ving met meer innerlijke conflicten,
tegenstrijdigheden en drama kan hij
zich nauwelijks1
tok zelf- weliswaar de orthodoxe ge
meenschap de rug toekeren, maar
niettemin vasthouden aan hun jood
se geloof?
Chaim Potok: „Dat is ook wat de or
thodoxen gek maakt. Ze weten niet
wat ze met mij aan moeten. Ik ben
geen secularist geworden, ik ben
non-orthodox. Ik ben lid van wat wij
noemen de conservatieve synagoge,
onze gebeden zijn traditioneel, maar
er nemen bij voorbeeld wel vrouwen
foto Stedelijk Museum Schieot
'Kop met gasmasker' van Wout van Heusden, ets uit 1948
Als een betrapt kind mompelt de au
teur dat dit in zijn planning zit. „Om
eerlijk te zijn:, ik werk er al aan. Ik
hoop, nee ik weet zeker dat dat mijn
nieuwe roman wordt. Maar het moet
nog rijpen. Hoewel, het is alweer bij
na twintig jaar geleden dat we in Je
ruzalem woonden. Nee, het is bijna
En hij kijkt bedenkelijk, alsof hij
voorziet welke persoonlijke conflic
ten dat weer zal opleveren.
BOYMANS, ROTTERDAM
en Stedelijk Museum, Schiedam:
'Wout van Heusden, schilder-grafi
cus 1896-1982'. Geopend: Boymans
di-za 10.00-17.00, zo 11.00-17.00, t
m 3 januari; Schiedam di-za 10.00-
17.00, zo 12.30-17.00, t/m 6 decem
ber.
door Ceesvan der Geer
Was het niet meer dan een toevallige
samenloop van omstandigheden, dat
de oorlog in het leven en werk van
Wout van Heusden als een keerpunt
gezien mag worden? Zoals wel vaker
bij een terugblik ligt ook in zijn geval
het gevaar van de interpretatie ach
teraf levensgroot op de loer. Van
Heusden zou, wel of geen oorlog,
waarschijnlijk toch wel tot een
oeuvre gekomen zijn dat ongeveer
gelijk is aan dat wat we nu kennen.
De feiten zijn echter te verleidelijk
om eraan voorbij te gaan.
Ten eerste is er het werk zelf. Wat
Van Heusden na de oorlog maakte,
verschilt zo sterk van het vooroor
logse werk dat het voor museum
Boymans-van Beuningen en het Ste
delijk Museum Schiedam aanleiding
was het - definitieve? - overzicht in
tweeën te splitsen. In Boy mans het
werk uit de jaren twintig en dertig,
in Schiedam de schilderijen en etsen
die hij na 1945 maakte. Een tweede
ling die de duidelijkheid van de pre
sentatie sterk bevordert.
Uit het werk in Boymans leert men
Van Heusden kennen als een geën
gageerd kunstenaar. Een engage
ment dat zowel geïnspireerd wordt
door de kunst van zijn dagen als door
de maatschappelijke ontwikkelin
gen in die crisisjaren. Als gevolg van
milieu en opvoeding maakte Van
Heusden vroeg kunst die partij voor
de arbeider koos en die door deze ook
verstaan moest kunnen worden. Als
hij na een opleiding aan de Rotter
damse Avondacademie, waar hij
sterk beïnvloed werd door de lessen
van zijn grafiekdocenten Simon
Moulijn en Antoon Derkzen van An-
gerep, aan het werk gaat, kiest hij
voor een beeldtaal waarvan de figu
ratie en de expressie hem aangereikt
zijn door kunstenaars als Frans Me-
sereel, Odilon Rdeon, Kathe Koll-
witz, Otto Dix en George Grosz.
Dramatiek, cynisme en spot zijn de
elementen waarmee hij zijn etsen en
litho's hun zowel bijtende als ma
nende inhoud verleent. Koppen van
arbeiders zet hij neer met het stijl
middel van de frontale 'zienersblik',
de hogere klasse karakteriseert hij
met het symbool van de bolhoed en
vrouwen worden getekend als ethe
rische zinnebeelden van de geestelij
ke kanten van het leven.
Bij een dergelijke betrokkenheid
lijkt zelfonderzoek en een daarmee
samenhangende crisis welhaast on
vermijdelijk. In een
vertelde Van Heusden dat hij y
sterk aan zijn kunst en het eff^
daarvan twijfelde, dat het werkt]
hem onmogelijk werd. Hij hervoie]
zijn zelfvertrouwen door het schiltw
ren van uitgegraven polletjes grig
Het schonk hem de voldoening de|
zijn schilderkunst, vooral technisir;
bezien, die van de door hem zo
wonderde oude meesters evenaar^.
Groot was dan ook zijn tevredenhëa
dat een ets van een reclamepaarqy,
uit die dagen door de kunstkritijy,
voor een Chinees Tang-sculptuur^,
werd aangezien. 0I
Abstract
Tot zover Boymans. Wie vervolge^
in Schiedam deel twee gaat bekijkt^
wordt daar nogal abrupt geconfrog
teerd met de abstracte Van Heij c
den. Vrijwel zonder aanwijsbare fS(
geleidelijke overgangen hebben Br
koppen, vrouwen, grassen en stil}n
vens plaatsgemaakt voor zeer eigj]
abstracte verbeeldingen; in de et%
komt dat het sterkst tot uiting. Zjn
er in de schilderijen nog wel overe^
komsten - geen invloeden! -
Max Ernst aan te wijzen, in de etsu]
is hij geheel zichzelf. Wel maakt ;a(
in zijn grafiek gebruik van de studrr;
naar de technische aspecten van hp,
werk van Hercules Seghers. Diet
zwarte magie gebruikt hij om zijn
sen als het ware vanuit het etsproJR
zelf te laten ontstaan. pi
Wat in die etsen vooral treft is h«i
ruimtelijke kwaliteit. Ze zijn dafcj
door open en toegankelijk, dit in tio
genstelling tot de schilderijen. Dn
zijn ondoordringbaar. De kleur ff
zijn doeken is, op een enkel rood n;e:
die van aarde, steen en oude mureïf
Ze lijken op materieschilderijen, telu
wijl er toch alleen maar met verf g«i
werkt is. Ir
Wat voor het werk geldt, geldt o4b
voor het leven van Van Heusdenyc
eenzelfde drastische ommekeefr
Voor de oorlog een actieve en ondeei
nemende man die veel reist (Duitili
land, Frankrijk) en mede-opricht<
is van de kunstenaarsvereniging^
De Liga en R'33, na de oorlog ee
kluizenaar die zich teruggetrokkfl
heeft in zijn atelier achter zijn wiit<
keltje. Flora Stiemer doet daar h:
haar boek 'Wout van Heusden 189(v\
1982' zowel uiterst zorgvuldig e)(
volledig als onderhoudend verslui
van. Zij bezorgt Van Heusden, dia
tijdens zijn leven zeker niet over eCj
kenning te klagen had, het geschro
ven monument dat hem toekomt, a
De definitieve plaats van Van Heun
den in de Nederlandse kunstgeschio
denis lijkt daarmee verzekerd. Blij^i
nog te bepalen zijn plaats en belaitl
in de Europese kunst. Hij verdiem
het om aan de hand van zorgvuldi
gepresenteerde tentoonstellingen
het buitenland voorgesteld te w<
den. Een taak voor de Rijksdiei
Beeldende Kunst?
door David Sinclair
Bijna iedereen bij de Rolling Stones
heeft z'n solo-activiteiten. Keith Ri
chards' eenmansactie duurt inmid
dels vijfjaar. Zijn derde plaat, 'Main
offender', die hij opnam met The X-
Pensive Winos, ligt inmiddels in de
winkel en op 4 december staat de
Rolling Stones-gitarist in Ahoy'.
Hoewel Richards inmiddels 49 jaar
is, vertoont hij nog altijd enthousias
me voor zijn vak dat voortkwam uit
de passies van een bewust vergooide
jeugd. „Rock is altijd beschouwd als
een onvolwassen bezigheid, en laat
het dat verdomme ook blijven", zegt
Keith terwijl hij aan zijn sigaret
trekt, de eerste van acht tijdens het
twee uur durende gesprek.
„Aan de andere kant: oud worden is
iets fascinerends. Hoe meer de jaren
gaan tellen, hoe ouder je wilt wor
den. Op mijn dertigste kon het mij
allemaal geen moer schelen. Er zijn
tijden geweest dat ik heb overwogen
eruit te stappen, maar die periodes
heb ik overleefd. Ik ben over die hor
den gesprongen om een punt te be
reiken waar je dingen duidelijker be
grijpt. Ouder worden? Met een beet
je geluk gebeurt dat met ons alle
maal".
De ijsklontjes in zijn glas tinkelen
wanneer Richards zijn hoofd achter
over gooit en een raspende lach ten
beste geeft. Hij heeft de verweerde,
eeltige handen die eerder bij een
boer dan bij een muzikant lijken te
horen; de wijsvinger van zijn linker
hand is onnatuurlijk opgezwollen
als gevolg van een verwonding die
hij opliep tijdens de 'Urban Jungle'-
tournee van vorigjaar.
„Ik prikte mezelf op het podium aan
het uiteinde van een gitaarsnaar. Ik
kreeg bloedvergiftiging en mijn hele
hand zwol op als een ballon. Het was
heel beangstigend. Eén milimeter
verder en de dokter had 'm eraf ge
haald. Het zou 'Django Reinhardt
revisited' zijn geweest".
Sinds jaar en dag beheerst hij de
kunst om nonchalant de schouders
op te halen over de wisselvallighe
den van een notoir zware levensstijl.
Hij was in de jaren zeventig 's we
relds beroemdste junkie. Hij heeft
vaker tegen een muur gestaan om te
worden gefouilleerd door de politie
dan hij zich kan herinneren. Ver
schillende van zijn huizen zijn afge
brand. Veel van zijn vrienden zijn
gestorven. Er waren schietpartijen
bij zijn huis, auto-ongelukken en in
1969 was er de gruwel van Altamont
toen hij machteloos vanaf het podi
um moest toezien hoe Hells Angels
een fan doodstaken.
Hij draagt nog steeds een mes bij
zich, een gevaarlijk ogend Jamai-
caanse steekwapen met benen hand
vat dat hij nu al zo lang heeft dat hij
gelooft dat het is betoverd. „Het
heeft mij uit een of twee hachelijke
situaties gered, maar over het alge
meen gebruik ik het meer om potlo
den te slijpen en stenen uit de hoe
ven van een paard te peuteren".
Veerkrachtig
De 'tough guy'. Barbara Charonne
schetst in haar biografie van Ri
chards van 1979 een beeld van een
getalenteerde, eigenzinnige en onge
looflijk veerkrachtige man, die graag
op waterratten schiet en zes nachten
Keith Richards.
zonder slaap kan. Meer recent be
schreef Albert Goldman hem als 'ie
mand die zichzelf zo volledig aan het
rockleven heeft overgeleverd dat
hij uiteindelijk een vreemde puur
heid heeft ontwikkeld temidden van
de smerigheid. Hij heeft 'soul', hij is
hoe hij eruit ziet en hij heeft een heel
mooie, verfijnde, tedere en lyrische
stijl'.
In een nieuwe, ongeautoriseerde
biografie benadrukt Victor Brockis
ook Richards' vriendelijker kant. Hij
wekt de suggestie dat de gitarist on
der het ruige imago eigenlijk een
grote 'softie' is. Is zo'n onthulling
niet slecht voor zijn reputatie?
„We zouden Victor hier in de kamer
moeten hebben, dan zouden we wel
eens even zien wie er hier zacht is",
zegt Richards met een wrang lachje,
half in ernst. „Ik ben er nooit op uit
geweest om mezelf als een harde te
presenteren. Dat is alleen maar wat
er naar buiten is gekomen. Ik denk
ook wel dat ik zo nu en dan hard kan
zijn. Maar als ik er niet toe wordt ge
dwongen, ben ik de aardigste man op
deze aarde. Dat was de Godfather
ook, niet?"
Als om deze dualiteit te onderstre
pen is 'Main offender' een rauwe
plaat die ook een grote tederheid en
warmte uitdraagt. Het opvallendste
aspect van de cd is de ongebruikelij
ke manier waarop Richards de taaie
riffs, die zijn handelsmerk zijn, op en
om het ritme heen manipuleert, ter
wijl hij zijn stem in de niet al te voor
de hand liggende gaten perst die
door de muziek worden achtergela
ten.
„Het is moeilijk om nieuwe ingan
gen te vinden", geeft hij toe. „Rock
'n' roll is een erg beperkte vorm,
maar er is ruimte voor experimen
ten. Ik heb geprobeerd het idee ach
ter de arrangementen te verande
ren, om af te stappen van de vers/re
freinstructuren en de grote open
ruimte te onderzoeken".
Bijna alle leden van de Rolling Sto
nes zijn nu bezig met soloprojecten,
maar vreemd genoeg heeft de huidi
ge stilte rondom de Stones minder
tot voorspellingen geleid dat de
groep uit elkaar zou gaan dan ooit
tevoren. Natuurlijk hebben de Sto
nes zojuist een nieuw miljoenencon
tract getekend bij Virgin, maar Ri
chards gelooft ook dat de soloprojeli
ten juist bijdragen tot het welzij
van de groep. k
„The Stones zijn een enorme opera
tie die niet non-stop kan doordraak
en. Maar een muzikant moet speler
constant. Een paar dagen vrij, oketl
maar niet twee jaar. De soloprojel
ten betekenen dat The Stones, wal
neer ze bij elkaar komen, direct aak
de slag kunnen". p
De enige Stone die zich niet bezifi
houdt soloprojecten is Bill Wymaï
„Ik ga over een paar weken nali
hem toe en dan moeten we eens goffi
met elkaar praten. Ik heb gehoon
dat hij wil stoppen, maar dat moè
hij mij in m'n gezicht zeggen. And eik
verwacht ik hem er gewoon bij waf
neer de wekker afgaat om aan hf
werk te gaan. Hij brengt altijd ieü
nieuws in tijdens de sessies en ik zd
het verschrikkelijk vinden om de op
stelling van de groep in dit stadiufi
te moeten veranderen. Alleen Bp
Wyman kan mij dwingen dat t"
doen, maar ik ga naar hem toe en lrf
hem het vuur na aan de schenen". a
The Sunday Time