I
naie
Kerken
moeten
kunst
beter
beschermen
ZATERDAG 11 JANUARI 1992
CLARISSE BUMA en IRMA KOEVOET
TRECHT - Eigenlijk is hij een beetje overvallen door alle aandacht van
pers. De hele dag hangen er journalisten aan de telefoon. Niet dat er nu
[n de lopende band mooie kunstvoorwerpen uit kerken worden gestolen,
laar zó'n zeldzaamheid was de veelbesproken inbraak onlangs in twee
>rken in Nijmegen nou ook weer niet. „Gemiddeld komt het enkele tien-
llen keren per jaar voor dat er waardevol kunstbezit uit een kerk wordt
stolen", zegt drs. P. Ie Blanc. Als directeur van de Stichting Kerkelijk
unstbezit in Nederland (SKKN) in Utrecht is hij zeer goed op de hoogte
in wat er zoal aanwezig is in de kerkgebouwen m ons land. Of wat daar
it verdwijnt.
oor de diefstallen in Nijmegen, waarbij
ider meer uit de Nederlands Hervorm-
i St. Stevenskerk meer dan veertig zil-
'<in9 (ren voorwerpen werden gestolen, is
gel irkelijk Nederland weer eens met de
u:: jus op de feiten gedrukt. Avondmaal-
J iviezen, panelen, kandelaars en kroon-
chters, ze zijn niet zonder meer veilig
int het huis van God. „Ik zeg wel eens: er
staan tien geboden, maar dat wil niet
ggen dat er niet gezondigd wordt. Wat
zich |t betreft zijn de kerkbeheerders mis-
hien wat goedgelovig. Of noem het we-
m Idvreemd. Thuis laat je toch ook niet
maar de deur openstaan, terwijl de
istbare dingen voor het grijpen lig-
p?".
m >ch durft Le Blanc naar aanleiding van
m recente gebeurtenissen in Nijmegen
en uitspraak te doen over een mogelij-
nd (a toename van het aantal inbraken. Dat
t echter met enige regelmaat voor-
imt, blijkt wel uit het feit dat er tijdens
9 is gesprek bij de SKKN weer een nieu-
braakmelding binnenkomt. Le Blanc
lakt er echter voor daar conclusies aan
verbinden. „Ik kan er niets van zeg-
e Velji, want hoewel we al sinds 1969 het
zit van kunstschatten in de rooms-ka-
olieke kerken inventariseren, zijn we
s twee jaar geleden met systematische
pstratie in de protestantse kerken be
nnen".
Ungifte
im
£OOgQ)k de Centrale Recherche Informatie-
enst (CRI) in Den Haag wil geen uit
raak doen over een mogelijke toena-
e. „Wij krijgen vaak geen melding
ior bij diefstal van kerkschatten", zegt
rsvoorlichter Ernst Moeksis. „Meestal
iet de kerk aangifte bij het plaatselijke
ilitiebureau. Dan wordt de zaak lokaal
/_rk behandeld. Slechts een beperkt aantal
'irpsen geeft de diefstallan aan ons
or. Daardoor zijn onze cijfers niet
mentmp'eet- We' gaat de op onder~
ek uit wanneer systematisch dezelfde
orwerpen verdwijnen of als herkenba-
manieren van werken zijn te ontdek-
fk.) registratie van voorwerpen door de
tm UCN was in eerste instantie alleen be-
jdd om meer kennis te verzamelen en
Slangstelling te wekken voor religieuze
inst. Maar de gegevens bleken na ver-
i. op van tijd - onbedoeld - ook hun
it te bewijzen bij de opsporing van ge
ilen goed. Momenteel is het zelfs zo
t juist uit voorzorg zoveel mogelijk
rken worden aangespoord hun bezit te
ventariseren en beschrijven.
;t verzamelen van de gegevens en fo-
s kan behulpzaam zijn bij het terug-
'Pe iden van verdwenen kunstschatten,
iwencfaar dit werpt lang niet altijd meteen
uchten af. Soms moet men geduld
bben. Le Blanc: „Een aardig voorbeeld
g treft de diefstal van een zilveren kan
een kerk in de buurt van Nijmegen
'n 45 jaar geleden. Plotseling dook de
n vorig jaar op bij het veilinghuis So-
|71 ïby's in Amsterdam. Omdat het exem-
I lar destijds summier was omschreven,
n men nu de herkomst achterhalen.
SKKN vroeg de eigenaar, die te goe-
r trouw handelde, de kan van de vei-
terug te trekken. Vervolgens kocht
^Stichting het exemplaar met behulp
1 bijeengeschraapte subsidies en nu is
kerk weer de trotse eigenaar". Zó
am de kan na een tweede verdwijning
zijn plaats terug, want ook in de
anse tijd belandde hij een keer in han-
n van dieven en kwam later toch weer
ven water.
m de praktijk komt dank zij beschrijvin-
m 25 procent van de gestolen kunst bij
r m rechtmatige eigenaar terug. Er duiken
eenmaal regelmatig stukken op bij de
Bciële kunsthandel en die weet op die
.mier de spullen te herkennen.
:ombn
llegaal circuit
:en an
r. D. van Lawick van Pabst, een van
•directeuren van kunst- en antiekvei-
g Glerum c.s. in Den Haag, kan zich
nter niet herinneren dat er bij zijn be
en diÜf wel eens gestolen kerkschatten zijn
ngeboden. „Zo'n dief zou ook'wel gek
n. Want bij een veiling loopt het veel
1. Die veel in het oog. Maar als er al iets bij
n veiling wordt aangeboden, dan zal
t nooit in Nederland gebeuren. Eerder
e om Duitsland of Groot-Brittannië".
loe de dieven hun waar dan proberen
slijten? Het komt in het illegale circuit
rien têecht. Ga bijvoorbeeld maar 'ns kijken
de zwarte markt in Beverwijk. Of het
irdt omgesmolten, als het om goud- en
'inaenverwerk gaat maar dat is echt bar-
ars".
nimisbaar bij het herkennen van gesto-
J kunst is het recherche-informatiebul-
in van de CRI, waarin gestolen voor-
an zoFPen (zowel kerkelijke als niet-kerke-
te) met foto en omschrijving staan
rmeld. De SKKN verstrekt de gege-
ns hiervoor. Van Pabst: „Ik kijk het
ijd door. En weet dat mijn collega's in
t bedrijf dat ook doen. Je moet toch
dOOr de hoogte blijven".
•ank
(jlvermerk
'erigens hebben we wat betreft kerk-
ifstallen in Nederland het ergste wel
iter de rug, meent hij. „Het hoogte-
nt was zo rond eind jaren zeventig,
lar het aantal diefstallen is sinds begin
Pax, gebruikt tijdens de mis als de vre
deskus werd gegeven. Verguld zilver, om
streeks 1500. Eigendom van de Jacobus-
parochie, maar in bruikleen afgestaan
aan het Haags Historisch Museum.
FOTO: HAAGS GEMEENTEMUSEUM
Ampul uit 1480. Eigendom van de Jaco-
busparochie in Den Haag, maar oor
spronkelijk toebehorend aan de Grote of
St. Jacobskerk. Nu permanent tentoonge
steld in het Haags Historisch Museum.
FOTO: HAAGS GEMEENTEMUSEUM
Monstrans, verguld zilver, omstreeks
1500. Eigendom van de Jacobusparochie
in Den Haag, maar permanent tentoonge
steld in het Haags Historisch Museum.
FOTO: HAAGS GEMEENTEMUSEUM
jaren tachtig duidelijk afgenomen. De
meeste kerken zitten op slot en de echt
waardevolle dingen zitten in de kluis of
in een museum".
Pas afgestudeerde kunsthistorici houden
zich bezig met het inventariseren van
het kerkelijk bezit, met „het veldwerk",
zoals Le Blanc dat noemt. Zij maken
van elk object een foto en een nauwkeu
rige omschrijving. Elk detail, hoe klein
ook, wordt vermeld, zoals een inscriptie
of zilvermerk. Maar er wordt niet alleen
beschreven. Het veldwerk leent zich ook
voor adviezen over onderhoud, restaura
tie en beveiliging. Als de inventarislij
sten compleet zijn, worden ze centraal
verwerkt en opgeslagen.
Het rooms-katholieke kerkbezit in ons
land is zo voor het grootste deel geïn
ventariseerd. Eind jaren zestig werd hier
al een begin mee gemaakt, omdat na het
Tweede Vaticaans Concilie veel rk-ker-
ken zich van alle overdaad wilden ont
doen. Zo belandden van sommige ker
ken de altaren en Mariabeelden bij het
grof vuil, maar andere probeerden toch
zoveel mogelijk van dit cultuur-histori
sche erfgoed te bewaren. Mede dank zij
de hiërarchische organisatiestructuur
van de rk-kerken konden alle pastoors
worden verplicht een inventarislijst op
Door de kerkdiefstallen in Nijmegen is kerkelijk Nederland weer eens met de neus op de
feiten gedrukt. Veel kerkbeheerders brengen hun mooie spullen dan ook naar het mu
seum. Zo is dit zilveren avondmaalservies dat eigendom is van een kerk in de Randstad
nu te bezichtigen in het Rijksmuseum Catharijne Convent in Utrecht.
FOTO: CATHARIJNE CONVENT
Kerkbeheerders moeten volgens de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland beter op
hun bezittingen passen. FOTO: PERS UNIE
te stellen. Het bisdom vaardigde een be
vel uit, en daar had men zich aan te
houden.
Heel wat moeilijker is het gesteld met de
inventarisatie van het protestantse bezit.
Omdat een hiërarchische bevelstructuur
ontbreekt, moet elke gemeente afzonder
lijk worden gemotiveerd deel te nemen
aan de registratie. Le Blanc: „Veel ge
meenten zijn misschien bang voor be
moeienis van buitenaf. Ze hebben de
angst dat de overheid zeggenschap over
hun spullen krijgt. De SKKN wordt im
mers gesubsidieerd door het ministerie
van WVC".
Het gevolg van de enigszins trage reactie
bij de hervormde en gereformeerde ge
meenten is dat een groot deel van de be
zittingen nog niet beschreven is. Ook bij
de opsporing van de schatten uit de Nij
meegse St. Stevenskerk kan men niet te
rugvallen op beschrijvingen.
Onbegrijpelijk vindt Le Blanc het dan
ook dat de hervormde kerken in de pro
vincie Zuid-Holland tot nu toe nog
steeds niet gezamenlijk willen meedoen
aan het project. „Nul komma nul is de
score. Terwijl deze provincie juist hele
waardevolle bezittingen heeft. Bij de ge
reformeerde kerken is nu echter sinds
kort een begin gemaakt. In de Gassis
Den Haag is nu een inventaristor aan
het werk".
Volgens de gemeentepolitie in Den Haag
en Leiden valt het overigens wel mee
met de ontvreemdingen uit kerken. „Af
en toe wat kleine dingen, zoals een offer
blok". Toch komt de beveiliging van de
kerk wel met enige regelmaat ter sprake.
Bijvoorbeeld in het overleg met de vice-
voorzitters van de parochies, laat een
woordvoerster van het dekanaat Leiden
weten. „Zeker nu we net weer die dief
stallen in Nijmegen hebben gehad. Dan
wordt iedereen er toch weer even op ge
attendeerd. Maar tot vaste afspraken of
bepaalde richtlijnen leidt dat niet. Iedere
kerk beslist zelf over openingstijden. Dat
is immers heel erg afhankelijk van de
functie van de kerk".
Als het aan Le Blanc ligt blijven de ker
ken de hele dag op slot. „Vroeger moest
rijk nog steeds zo. Maar in ons land is
dat voorbij. De behoefte om te bidden is
er nauwelijks. Dus kan de kerk wat mij
betreft dicht, tenzij het niet anders kan.
Zoals in de St. Jan in Den Bosch, die
een toeristische trekpleister is. Maar
waar bovendien de parochianen moeten
kunnen bidden.
Terughoudendheid in de berichtgeving
over kunstschatten is in elk geval gebo
den, zo valt in kerkelijke kringen te be
luisteren. „Hoe minder aandacht erop
wordt gevestigd, hoe beter", aldus de
pastoor van een rk-kerk in Den Haag.
Ook het Rijksmuseum Catharijne Con
vent in Utrecht is op zijn hoede met het
verstrekken van gegevens. In de catalogi
van twee recente tentoonstellingen staat
de herkomst van de getoonde stukken
niet meer vermeld. De diefstal van het
gouden avondmaalservies uit dit mu
seum, bijna twee jaar geleden, ligt nog
vers in het geheugen. Een diefstal die
volgens Le Blanc werd gepleegd nadat
kranten uitvoerig hadden bericht over
plannen van de hervormde gemeente in
Den Haag, de eigenaar, om dit topstuk
te verkopen. Ook het programma Kerke-
pad van de NCRV blijkt niet alleen ge
zonde belangstelling te wekken, maar
ook leden van het dievengilde aan te
trekken.
Traditie
Maar als Le Blanc moet kiezen tussen
het museum en de kerk, kiest hij toch
voor de laatste. „Anders haal je kunst
voorwerpen weg uit de omgeving waar
voor ze gemaakt zijn. Stel dat er een
17e-eeuwse kan in de kerk staat die ge
schonken is door een parochiaan. Vaak
staat er dan ook een inscriptie in. Breng
je zo'n stuk naar het museum, dan gaat
de band met de kerk verloren. Het heeft
alles te maken met een stukje historische
traditie. Wij streven er als SKKN naar
het kunstbezit te bewaren in kerken en
het zo tot zijn recht te laten komen in
het daarvoor geëigende milieu".
Dat een dergelijk streven een goede zorg
voor het cultuurbezit noodzakelijk
maakt, is duidelijk. Le Blanc realiseert
zich ook dat niet alle mensen van hun
kerk een museum willen maken, hoewel
de aanwezige voorwerpen dat soms mis
schien wel vereisen. Beelden kunnen
worden vastgezet met een pin en elektro
nische apparatuur op de zwakke plekken
kan ook heel wat onveiligheid wegne
men. Maar uiteindelijk komt de zorg
voor de kerk neer op de eigen gemeente
of parochie. „De pastoor die vroeger bij
ons godsdienstles gaf, zei altijd: het
mooiste wat je kunt doen in je leven is
een brandende kerk binnenrennen om
het kruis dat op het altaar staat, in vei
ligheid te brengen".
£eidóe(3otvuvnt