„Franken ik kunnen
perfect communiceren"
On
On
Kleine 20.000 vrijwilligers
inten
sen vi
linus
gurarl
is tijd
rifigu
Solidariteit. Het
oord bestaat nog
el degelijk, maar valt
inmerkelijk minder
lak dan tien of zelfs
f jaar geleden,
jlidariteit met de
iderdrukten, de
rakkeren, i
insarmen? Anno
._Ö91 klinkt het zo
'C/jathetisch. Maar het
oed kruipt waar het
et gaan kan. Naast
ld willen mensen
jk genegenheid,
ederland telt 120
ternaten voor
irstandelijk
handicapten. De
.500 bewoners van
ize instituten
jrden verzorgd door
moeflgeveer evenveel
,s ,De iroepskrachten.
'r '9; mge mensen
'rfeestal die zo
ischeiden worden
ihonoreerd dat de
jmoedigheid
e ovefearmee ze hun
°ke9e (are arbeid
het v rrichten niet anders
t figu p worden verklaard
p 'alt met dat
ïjetetUderwetse begrip
Dlidariteit'.
fk( last deze betaalde
,rzpctionarissen lopen
dat 9 ook nog eens
le.' ^Jnduizend
IS'vajwilligers rond. Die
en mltvangen helemaal
an te
grip
ïtten,
en beloning voor
n bemoeienis met
eertjeedemensen die een
fljf je tot zeer lage
"elligentie hebben,
ïöorsBk maar een paar
orden en soms
idaten, lang niet altijd
rurks'in ontlasting onder
i^jntrole hebben, en
ove» het een beetje
doegenzit nog flink
^torisch gestoord
h ook.
intabiliteit of
lidariteit?
"a™jjwilligster Carolien
en/ofiderburgh (67) over
alsjjar vriendschap met
iehoet22-jarige diep-
sn hetiakzinnige Frank:
0m ij vindt het leuk dat
3>eata- Ik vind het
ens uük dat hij bestaat. Zo
n biiven wij zin aan
nzitbFarS leven
eduidlt verschil tussen
i oijidair en solitair is
enpJftf één letter, zei de
oral nftijds veelgelezen
eken.Jnse schrijver Albert
spelf
nus.
i§
door
WILLEM SCHEER
Toen mevrouw Carolien Nederburgh
met de gedachte speelde zich als 'be-
zoek-vriendin' in te zetten voor een
verstandelijk gehandicapte, had ze
een jongetje voor ogen van een jaar of
zeven. Een vrolijk ventje, liefst niet al te
gehandicapt, een mongool wellicht,
met wie het gezellig ijsjes eten zou zijn.
Maar de vrolijke jongens en meisjes
van zeven zitten niet het meest om een
relatie te springen, zo kreeg ze te ho
ren van het internaat voor verstandelijk
gehandicapten Craeyenburch in Noot
dorp. Voor vrolijke luitjes is altijd wel
belangstelling, en bovendien: de jon
gere bewoners van dit soort instituten
hebben over het algemeen nog een
intensief contact met hun familie. Het
is bij het ouder worden - wanneer
ook hun ouders op jaren komen, ziek
worden, overlijden - dat verstande
lijk gehandicapten in veel gevallen al
leen komen te staan.
Uiteindelijk werd mevrouw Neder
burgh in contact gebracht met de toen
18-jarige Frank. Ook nog geen oude
bok dus, maar door familie-omstan
digheden verstoken van frequent con
tact met de buitenwereld. Franks moe
der is overleden. Zijn vader en zus wo
nen in een ver buitenland.
,,De eerste keer dat ik hem ben gaan
opzoeken in zijn paviljoen is nu vier
jaar geleden Een jongen met een riem
om in een rolstoel. Ernstig motorisch
gehandicapt vandaar die riem -
en diep zwakzinnig. Heel gesloten
ook, op het vijandige af. Als ik zijn kant
opkwam, draaide hij zich van me van
daan. Toch viel ik gelijk op hem. Mis
schien juist doordat hij zo weinig van
me wilde weten. Intuïtief wist ik dat die
afweer voortkwam uit angst voor te
leurstelling. De afspraak was dat onze
eerste ontmoeting een vrijblijvend ka
rakter zou dragen en ik me niet te veel
met hem zou bemoeien. Maar toen ik
uit Craeyenburch vertrok, stond al
voor mij vast: Frankie boy, wij worden
maatjes".
NEUROLOGIE
Mevrouw Nederburgh is een hoog op
geleide vrouw. Na haar arts-examen in
1953 specialiseerde ze zich in neuro
logie. Jarenlang was ze als revalidatie
arts verbonden aan het Rijnlands Zee
hospitium in Katwijk en ze eindigde
haar loopbaan bij de Gemeenschap
pelijke Medische Dienst in Den Haag.
Een vrouw van haar statuur verwacht
men tegen te komen in geleerde ad
viescommissies en voorname stich
tingsbesturen (waarin ze dan ook in
derdaad te vinden is). Maar aan de
gladgepolijste tafel van een zwakzinni
geninstituut, tijdens het schillen van
een peertje voor een gehandicapte die
zelfs geen familie van haar is?
Carolien Nederburgh is haar leven
lang geïnteresseerd geweest in méér
dan alleen de bio-technische en finan
ciële aspecten van een ziek mensenli
chaam. Wat ze zelfs het meest ging
missen na haar pensionering was dat
onderdeel van het artsenwerk dat in
het geheel geen deskundigheid ver
eist.
,,Een praatje naast een bed, een wan
delingetje achter de rolstoel, twee
schouders waar ik m'n armen omheen
kon leggen Daar begon ik naar terug
te verlangen. Dus toen ik in een Delfts
buurtblad las dat Craeyenburch vrijwil
ligers zocht
En dat die schouders dan toebehoren
aan iemand die zelfs niet kan praten,
vormt geen bezwaar?
INTELLECTUEEL
Volstrekt niet. Ik heb het altijd heel
raar gevonden iemand anders te be
naderen met de blik gericht op wat hij
allemaal mist Je kijkt naar wat een
mens wel heeft. En Frank heeft veel.
Hij mist de intellectuele vermogens die
ik heb - zijn intelligentie is vergelijk
baar met die van een peuter - maar
in een reeks andere opzichten komen
wij sterk overeen. We weten beiden
wat vreugde is en verdriet. Allebei heb
ben we behoefte aan een aanraking,
een knuffel af en toe. En geen van bei
den willen we alleen zijn. Zoals alle
mensen willen we vriendschap: de
speciale aandacht van iemand die on
der honderden miljoenen juist voor jou
een exclusieve belangstelling heeft"
De tweede keer dat mevrouw Neder
burgh op bezoek ging bij Frank, trof ze
hetzelfde wantrouwige mannetje als
bij de eerste kennismaking. Ze heeft
zich achter zijn rolstoel geplaatst en ze
is gaan wandelen. Zou de kinderboer
derij iets voor hem zijn? Frank leek
zich wel te interesseren voor de snuf
felneuzen van de konijnen op Craey
enburch.
,,De keer daarop had ik dus wortels
meegenomen. 'Kijk Frank, dat vinden
die dieren lekker. Hier, neem jij nu
deze wortel in je hand en breng die
naar de tralies'. Hij liet hem prompt
vallen, natuurlijk, en de volgende keer
dat ik op bezoek kwam ook weer.
Maar steeds opnieuw leidde ik zijn
hand naar de tralies en tenslotte kreeg
hij het in de gaten. Toen ging hij mij
ook vragen: 'Geef de wortels 's aan'.
Niet met woorden, maar met dat spe
ciale geluid dat hij maakt als hij iets
van je wil: mmm, mmm"
,.Nog weer later zijn we ook de kippen
en de geiten gaan voeren, en het was
bij die geiten dat ik Frank voor het
eerst voluit heb zien lachen. Twee gei
ten probeerden springend en stotend
elkaar van het hek te verdringen en dat
vond Frank toch grappig".
„Tegen die tijd was zijn argwaan je
gens mij helemaal verdwenen en wa
ren we gelijkwaardige partners gewor
den. Gelijkwaardig in die zin dat hij mij
evenveel geeft als ik hem. Als ik aan
kom en hij herkent mij, gaan zijn ogen
glinsteren. Voor mij is dat zó leuk om
te zien, ik voel me dan zozeer geap
precieerd, dat ik op dat moment mijn
beloning - als ik dat zo mag noe
men - alweer ruimschoots binnen
heb. Daarna volgen we een min of
meer vaste routine. Naar de kinder
boerderij, waar onze zorg zich inmid
dels ook uitstrekt tot de eenden en de
ganzen: naar het fonteintje voor de en
tree van Craeyenburch om een beetje
met het water te spelen; en dan van
het terrein af om in Nootdorp te gaan
kijken bij een miniatuur-molentje dat
ergens in een tuin staat en waarvan
Frank de bewegende wieken zo aardig
vindt. Tenslotte terug naar zijn pavil
joen voor de vaste afsluiting van onze
ontmoeting: een rondje fruit voor hem
én zijn elf medebewoners".
En dat alles op basis van een commu
nicatie waar geen woorden aan te pas
komen?
„Van zijn kant niet, nee. Hij maakt ge
luidjes die klinken als 'eie, eie' wan
neer hij het erg naar zijn zin heeft 'Oe
oe' betekent dat hij ontstemd is. Dan is
er het 'mmm, mmm' voor als hij iets wil
hebben Daarmee houdt zijn vocabu-
lair wel zo'n beetje op. Maar het blijkt
toereikend te zijn. Buitenstaanders
denken vaak dat je met diep-zwakzin-
„Je kijkt naar
wat een mens
wel heeft. En
Frank heeft veel.
Hij mist de
intellectuele
vermogens die
ik heb, maar in
een reeks
andere
opzichten
komen wij sterk
overeen".
nigen niet kunt communiceren. Onzin.
Frank en ik communiceren perfect".
Met Sinterklaas is Carolien Neder
burgh op instituut Craeyenburch pre
sent voor het uitpakken van cadeau
tjes. Met Franks verjaardag gaan ze
samen naar een goeie Chinees om
zich, in een privé-hoekje achter een
forse Ficus Benjamin, aan een riante
rijsttafel te wijden Ook de kerstviering
op Craeyenburch bezoeken Frank en
Carolien zij aan zij.
'Heb uw naaste lief gelijk uzelve'
Moeten we dat nu opvatten als een ge
bod of als een levenswijsheid die de
weg wijst naar waar iedereen heen wil?
Dokter Nederburgh: „Op deze wereld
ben je er niet alleen voor jezelf Sterker
nog: in je eentje, als solitair, eenzaam
opgesloten in jezelf, kun je helemaal
niet bestaan. Mens zijn voltrekt zich in
de wisselwerking van onderlinge soli
dariteit. Alleen door en via je naaste
kom je tot jezelf. Dat geldt voor Frank
Dat geldt voor mij. Dus hij is blij dat ik
besta. En ik ben blij dat hij bestaat"
Nederland kent al sinds de jaren zestig
een landelijk steunpunt voor vrijwilli
gers in de gezondheidszorg voor ver
standelijk gehandicapten. Het heet
Toekomst voor Twee" en is organisa
torisch ondergebracht bij de Federatie
van Ouderverenigingen in Utrecht.
Volgens coördinatrice mevrouw Debo-
ra Korporaal is de omvang van het vrij
willigerskorps in de loop der jaren ge
groeid tot inmiddels 18.000. Van hen
zijn er ongeveer 10.000 actief binnen
de internaten voor geestelijk gehandi
capten. De overigen zetten zich in voor
bewoners van kleinschaliger onderko
mens, te weten de gezinsvervangende
tehuizen, de socio-woningen en de
huizen voor begeleid zelfstandig wo
nen.
Vrijwilligers houden zich bezig met een
reeks van activiteiten. Sommigen verle
nen praktische hulp, anderen richten
zich meer op het onderhouden van een
vriendschapsrelatie met één speciale
gehandicapte, weer anderen doen bei-
De vrijwilligers die een vriendschap
aangaan met één gehandicapte in het
bijzonder heten op Craeyenburch 'be-
zoekvrienden' en -vriendinnen'. Onder
de 450 bewoners die dit internaat telt
zijn er honderd die zo 'n vriend bezitten.
Dit respectabele aantal ten spijt, heeft
directeur R.E. Oudshoorn direct plaats
voor nog eens veertig vrienden.
De directeur: „Hun werk is om tal van
redenen van groot belang, maar de be
langrijkste is vermoedelijk deze. Dat
zo n bezoekvriend of -vriendin een
Mevrouw
Carolien
Nederburgh: „Ik
viel gelijk op
hem"
soort aandacht kan geven die van pro
fessionele werkers onmogelijk kan
worden verwacht. De beroepskrachten
moeten hun zorg verdelen over alle le
den van de groep die ze onder hun
hoede hebben. Hoezeer ze ook hun
best doen, hun band met de bewoners
zal altijd een minder persoonlijk karak
ter hebben. Daarnaast hebben ze al
licht de tijd niet om speciaal met één
bewoner urenlang op te trekken
„Andere factoren zijn dat er onder de
beroepskrachten een groot verloop is
en dat we, door het personeelstekort,
wel gedwongen zijn steeds meer part
timers in dienst te nemen".
„Een bezoekvriend komt speciaal voor
die ene béwoner en gaat een echte
vriendschap aan. Een vriendschap, zo
wijst de praktijk uit, die jaren en jaren
standhoudt. Niet zelden tien, vijftien
jaar of nog langer".
Tekenend detail voor de beroepsop
vatting van veel werkers in internaten
voor verstandelijk gehandicapten is
overigens dat juist zij zich, na beëindi
ging van hun dienstverband, als vrijwil
liger aanmelden. Van de bezoekvrien-
den op Craeyenburch is volgens direc
teur Oudshoorn 40 procent ooit als be
roepskracht in deze sector werkzaam
geweest.
Het internaat Craeyenburch is geves
tigd aan de Brasserskade 4, 2Q31 NC
Nootdorp, tel. (01731)99 41 Het adres
van het landelijk steunpunt 'Toekomst
voor Twee' luidt: Maliebaan 71-L, 3581
CG Utrecht, tel. (030) 36 37 67.
Foto s STEPHEN EVENHUIS