De man Robert Maxwell lind Ie NEWS £eidóe@ou/umt ZATERDAG 14 DECEMBER 1991 P PAGINA 29 LONDEN De dag na zijn mysterieuze verdwij ning ter hoogte van een van de Canarische Eilanden werd Jan Ludvik Hoch, alias Robert Maxwell (68), afgeschilderd als 'De Man die de Mirror heeft ge red'. Nauwelijks een maand later noemt dit Londen- se pulpblad media-magnaat Maxwell 'de grootste boef onder de zon'. Het kan verkeren, maar meestal gebeurt dit niet zo snel. De man voor wie velen op de knieën kropen en die tegelijk vrees en afschuw opwekte, heet in Londen niet langer 'Kapitein Bob' maar 'Kapitein Oplichter'. Sommige Londenaren gelo ven zelfs dat Maxwell niet echt dood is. 'Deze bedrieger wist maar al te goed dat zijn gigantische imperium op instorten stond', beweren de twijfelaars. 'Een man van zijn kaliber zou zich in een dergelijk geval ongezien uit de voeten maken. Maxwell is ondergedoken. Het lijk dat ze uit die grote oceaan hebben gevist, was dat van iemand anders!'. Wie kan het weten? Wij praten erover met John Featley (31), Maxwell's gewe zen chauffeur. Featley vertelt dat zijn baas de dagen voor zijn verdwijning nog geregeld telefoongesprekken voerde met bekende staatslieden van Oost en West. Maxwell maakte hiervoor gebruik van de particuliere telefoon in zijn luxueuze limousine. Dat was een Rolls Royce van 110.000 pond. Featley is goed op de hoogte, want zijn baas op de achterbank gaf hem telkens opdracht het gewenste telefonische con tact tot stand te brengen. Pas wanneer de oproep werd beantwoord, gaf John Featley de hoorn door aan Maxwell, achterin de Rolls. „Ik beschikte over nummers voor directe verbindingen met het Witte Huis, het Kremlin en Dow ning Street 10", zegt Featley. De weken voor zijn verdwijning zat Maxwell geregeld op de achterbank in het Frans te fluisteren met zijn zoon Ke vin (32). „Ik vond het vreemd", vertelt John Featley. „Vroeger deed hij dat nooit. Hij sprak altijd Engels. Ik volgde elke conversatie". Nooit liegen Maxwell nam Featley in 1989 in dienst. „Maar eerst moet je me beloven nooit te zullen liegen tegen mij", zei de uitgever. De beruchtste Britse krantenmagnaat al ler tijden kwam geregeld per auto langs op Numero 10. Premier Major woont daar nu al een jaar. Voor hij hem een bezoekje bracht, belde Robert Maxwell even naar de premier om te vertellen dat hij op komst was. Dit seintje had telkens tot gevolg dat de imposante 'Thatcher Gale' (de zware ijzeren poort die de toegang tot Downing Street beveiligt) aan de zijde van Whitehall wijd open zwaaide op het moment dat Maxwell voorreed. Volgens Featley voelde zijn baas zich dan telkens ontzettend geflatteerd. Want Robert Maxwell was een zeer ijdel man. Iedereen in Londen wist dat zijn hoofd haar dik onder de verf zat. Op zijn leef tijd was dit de enige aanvaardbare uitleg voor die gitzwarte tint. De Daily Mirror onthulde pas kortgeleden dat Maxwell zelfs zijn borstelige wenkbrauwen liet kleuren. Londens grootste oplichter, die met an dermans geld deed alsof hij schatrijk was, ontbood om de twee weken zijn persoonlijke kapper George Wheeler. Deze 75-jarige gepensioneerde 'barber' woont, in Zuid-Londen. Wheeler zette Maxwell's grijze hoofdhaar en wenk brauwen geregeld overvloedig in zwarte verf. De media-magnaat was 25 jaar ge: leden tot de ontdekking gekomen dat hij grijs werd. Die vaststelling vervulde Maxwell met afschuw. Voor hem was grijs haar syno niem voor hoge ouderdom en seniliteit. Hij wilde eeuwig jong blijven. Telkens als Maxwell merkte dat er weer witte sporen in zijn hoofdhaar zaten, moest George Wheeler (die zelf net zo grijs is als een duif) direct langskomen met zijn speciale kwast en een fles 'Oreal Cres cendo'. Wheeler werd ooit in het holst van de nacht opgebeld met de dringende opdracht het hoofdhaar van zijn rijke klant te komen verven op het eiland Corsica. Maxwell's trouwe persoonlijke kapper snelde de volgende morgen naar de luchthaven van Heathrow, waar de per soonlijke jet van zijn vaste klant hem opwachtte. Uiteindelijk werd George naar Sardinië gevlogen, want Maxwell had ondertussen zijn vakantieplannen gewijzigd. Wheelers loon per verfbeurt bedroeg telkens veertig pond. Maxwell hield van zijn persoonlijke kap per. „George", zei hij ooit tegen hem, jij bent mijn oudste vriend". George antwoordde: „Ik ben uw enige vriend". Maxwell keek hem aan en zei: „George, gelijk heb je". Fors verlies Op advies van de magnaat (dat Maxwell hoogst onbetrouwbaar was kon toen niet openlijk worden gezegd) had Wheeler een handvol belangen gekocht in een van diens ondernemingen. Korte tijd la- Rechts: Robert Maxwell was een zeer ijdel man. Iedereen in Londen wist dat zijn hoofdhaar dik onder de verf zat. De Daily Mirror onthulde pas kortgeleden dat Maxwell zelfs zijn borstelige wenkbrauwen liet kleuren M FOTO: AP GREENWICH POLL LEAD FOR LABOER Robert Maxwell en zijn vrouw Betty maken een wandeling door Buckingham nadat hij voor deze stad een zetel in het Lagerhuis heeft veroverd. FOTO: PR In gedachten van velen en dank zij projectieschermen ger than life". ter bleek dat de kapper een fors verlies had geleden. De aandelen waren prak tisch waardeloos. Hij mopperde daar over tegen Maxwell, die onverstoorbaar antwoordde: „Maakt niets uit, George. Zodra ik mijn jongste proces wegens smaad heb gewonnen, betaal ik je alles terug". „Helaas", zegt George Wheeler droevig, „Maxwell verdween voor dat proces be gon. Ik krijg mijn geld nooit meer te rug". De Daily Mirror van Londen, die weldra zal overgaan in andere handen, publi ceert al sinds Maxwell's tijd elke vrijdag een opmerkelijke bijdrage van Paul Foot. Deze journalist is een veteraan die in conservatieve kringen wordt afgeschil derd als een ultra-links element. Foot neemt het op voor de gewone man. Hij klaagt wantoestanden aan die wer den veroorzaakt door grote kapitalisten. Hij ontmaskert hun hypocriete mede werkers en vraagt zijn lezers 'Hebt u problemen die ik kan onderzoeken, geef me dan een seintje op de Daily Mirror'. Het spreekt vanzelf dat Paul het vraag stuk Maxwell nooit nader onderzocht heeft, laat staan blootgelegd, want de corpulente Robert was zijn baas. Maar s de media-magnaat vaak „big- FOTO: EP A nu Maxwell verdwenen is, zegt Foot: „Vroeger noemde iedereen hem een baas uit duizenden. In werkelijkheid was hij een echte schurk, een vreselijk nare dag bladuitgever. Telkens wanneer hij een krant had overgenomen, begon de opla ge fors te zakken. Dat was altijd Max well's schuld. Op de Mirror verloren we in een jaar zo'n half miljoen exempla ren. Telkens als Maxwell zelf hoofdre dacteur speelde, werd het een echte ramp. Nadat hij Richard Scott had be noemd, bleef Maxwell zich bemoeien met de inhoud van de krant. Zijn in menging was afschuwelijk". The european Ook op de redactie van Maxwell's troe telkind The European nam men de laat ste tijd geen blad meer voor de mond. Het voorlopig laatste nummer van The European verscheen gisteren. Het volle dige personeelsbestand van nagenoeg 150 man was de dag tevoren ontslagen. Want The European is op sterven na dood. Maxwell's 'Europese' weekblad, dat een fortuin heeft gekost (maar waar kwam het geld vandaan?) en vanaf het begin verliesgevend was, zal compleet worden opgedoekt, tenzij zich op het laatste moment nog een koper aanmeldt die er brood in ziet. The European heeft een turbulent be staan gekend. Maxwell propageerde zijn 'Europese' weekblad op de Eurotop van juni 1989 in Madrid. Diverse buiten landse verslaggevers, die op zijn kosten hadden geborreld, vonden The Europe an een prachtig initiatief en publiceerden lofliederen in hun eigen krant. Dat was allemaal kosteloze reclame voor Max well. In Londen domineerde en terroriseerde deze handige zwendelaar de European- redactie, die tot afgelopen donderdag be stond uit zeventig man. Hij dicteerde de inhoud en schreef geregeld zelf bijdra gen. The European had in zijn relatief korte bestaan een hele serie hoofdredac teuren. De laatste chef is John Bryant. Hij wist zijn redacteuren ertoe te bewe gen voor het laatste nummer te werken zonder loon, dit in afwachting van een mogelijke overname. Een van Maxwell's 'editors' van The Eu ropean schrok zich bijna een ongeluk, toen hij op een mooie morgen op kan toor verscheen en toen pas ontdekte dat de grote baas zich daar had geïnstalleerd. Zelfs de persoonlijke inhoud van zijn bureau was door 'Kapitein Bob' in be slag genomen. Het naambordje op de deur bleek ook al. vervangen. Er stond een andere naam op: die van Robert Maxwell. Deze hoofdredacteur mocht nog wel in dienst blijven, maar alleen op voorwaar de dat hij met iemand anders een kan toor zou delen. De verongelijkte journa list pikte dit niet en stapte meteen op. Kort voor Maxwell verdween van zijn Hollandse luxe-jacht 'Lady Ghislaine' (waarvoor nota bene nog steeds geen ko per is gevonden) ondernam hij een wan hopige poging om The European ook te lanceren in de Vèrenigde Staten en Ca nada. Maar ook deze opzet mislukte. Enkele jaren geleden deed in België het dwaze gerucht de ronde dat Maxwell be langstelling koesterde voor het Vlaamse socialistische dagblad De Morgen. Die krant lag toen voor de zoveelste keer praktisch op apegapen. Mij werd opgedragen op het Maxwell hoofdkwartier in Londens Holborn bij de gebroeders Ian en Kevin Maxwell er naar te informeren of hun pa inderdaad een steunpunt zocht in het Belgische dagbladwezen. Zij lachten zich een bult, want vader Maxwell, zo vertelden zijn zonen, maakte nooit jacht op „klein en onbeduidend wild". In Londen wordt gezegd dat de ineen storting van het Maxwell-imperium de Britse banken ten minste 1,25 miljard pond zal kosten. Lloyds Bank (niet Lloyds de assuradeur) zou in dit ver band het grootste verlies lijden. Onder tussen wordt uit Spanje gemeld dat Maxwell's doodsoorzaak toch een hart- Scenario De vraag 'hoe kwam hij aan zijn einde' zal de Britten dan ook nog lang bezig houden. In het licht van wat er sinds zijn verdwijning over hem bekend is, weigeren velen te geloven dat het geen geval van zelfdoding was. 'Maxwell wist wat hem te wachten stond', wordt ge zegd. Het scenario van zijn dramatische laatste ogenblikken zou zich als volgt kunnen hebben afgespeeld: de avond van 4 november 1991 passeerde zijn jacht, de Lady Ghislaine, het eiland Te- nerife. In de vroege ochtend verliet Maxwell zijn kajuit. Hij liep peinzend over het eenzame dek en zal toen wel aan de toekomst van zijn imperium heb ben gedacht. De krantenmagnaat besefte dat hij een dubbele keuze had. Aan de ene kant was er het vooruitzicht van bittere schande als gevolg van onvermijdelijke onthul lingen over verdwenen miljarden. Ruchtbaarheid zou leiden tot langdurige ondervragingen op het ministerie van handel en industrie in Londen. Het Fraudebureau van Scotland Yard zou worden ingezet; Maxwell zou wellicht in staat van beschuldiging worden gesteld. Een gevangenisstraf op zijn leeftijd bete kende de vernedering en schande van een verblijf in een zogeheten 'open' huis van bewaring. Dus geen handdrukken en gezellige onderonsjes meer met de groten van deze wereld om zijn diefstallen en oplichterijen te camoufleren. Het zou ook voorgoed uit zijn met het engageren van advocaten voor processen wegens smaad, want niemand zou nog respect voor hem koesteren; de stortvloed van beschuldigingen en openbaringen zou trouwens niet meer te stuiten zijn. In plaats van door iedereen te worden bewonderd en door velen gevreesd zou hij door de hele wereld worden veracht. Was hij sterk en groot genoeg voor een dergelijke confrontatie met de werkelijk heid? Bevond hij zich niet aan de voora vond van zijn eigen onttroning? En wat was het alternatief? Robert Max well, oorlogsheld, zakenman, gewezen Labour-afgevaardigde en internationaal spronkelijke ik, de Jan Ludvik Hoch die als joodse jongeling zaakjes had gedaan op de grote markt van Bratislava. In ruil voor bewezen diensten zou de regen ng van Israël ervoor zorgen dat hij plechtig werd begraven op de Olijfberg in Jeruza lem. Terwijl hij aan dit alles dacht, leunde Robert Maxwell over de reling. Heel ver van de plek waarop hij zich bevond ver dween het kielzog van de Lady Ghislai ne in de verbijsterende uitgestrektheid van de Atlantische Oceaan. Was het toen dat Robert Maxwell een hartaanval kreeg, waardoor hij over de reling viel, of heeft hij zelf de keuze gemaakt en is hij in het water gesprongen. Was dat zijn laatste belissing?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 29