PïVprkoon liopkpn cti ip*t JYFts» Einstein zuiirtpT&chti^ en wil (te) veel r Jo Krn^e":..™?rs^ni"? Zr""lTZT.„lanh% ^is^lui^dD^' KUNST/RTV bo&estolen lecor Hommage aan een huikt nime Russische OTTOVOCI ZINGT MET NGETOGEN KRACHT Toneelbeeld enige mooie van Cereea 11 Hellevegen en hellevuren lï foidaeGouoa/nt iseEG li mat hf MAANDAG 9 DECEMBER 1991 ,(iMSTERDAM De particuliere consu lent heeft in de eerste negen maanden an dit jaar meer boeken gekocht dan in Handt 3 vergelijkbare periode van 1990. In zo el het eerste als het tweede en derde wartaal was het aantal algemene boe- ts Bolkjen hoger dan vorig jaar. blijkt uit de 'Speurwerk Boeken Omnibus', jn onderzoek dat sinds 1975 door het NIPO in ,t idracht van de Stichting Speurwerk betref- ii nde het Boek wordt verricht. Daarbij worden ekelijks 600 huishoudens gepolst, markt voor het algemene boek groeit, zowel ^gemeten naar het aantal gekochte boeken als de c i geld, aldus de Boeken Omni bus. Met een stijging van 7 procent kwam het aantal verkochte boeken op 30 september op 26,8 miljoen exemplaren. De geldomzet steeg van 638 miljoen gulden in 1990 tot 669 miljoen over de afgelopen vier kwartalen. Dit is de hoogste omzet die sinds de start van het onder zoek is gemeten. Vooral de belangstelling voor het genre 'spanning en overige fiction' nam toe (5,5 miljoen verkochte exemplaren). Ook bij li teratuur en kinderboeken werd een stijgende afzet geconstateerd. Alleen het genre 'romanti sche fiction' vertoont een lichte daling. Volgens de Speurwerk Boeken Omnibus heeft de om- zettoename vooral plaatsgevonden bij de boek handel. Over de vier kwartalen tot september 1991 werd bij de boekhandel een recordomzet gemeten van 414 miljoen gulden. Ellen van Harmeien. Arrangemen ten: Paulette Willemse en Gerbrand Westveen. Regie: Theo 1 Leidse Schouwburg. Op 4 ja- De schouwburggordijnen zijn nog gesloten als een politiebe richt de moord op een Amster damse psychiater meldt, met daarbij de vermoedelijke da ders: Paulette Willemse, Sas- kia van Zutphen en Ellen van Harmeien. In de die daarop volgt dames (samen Mrs. Einstein) een klein feestje bouwen rond het lijk van hun hulpverlener. Ze vertellen over hun relatie met hem en met hun vaders. En vooral zingen ze liedjes met toepasselijke teksten, zoals Woman in chains van Tears for fears, I scare myself van Thomas Dolby, Owner of a lo nely heart, Only women bleed en Unbeschreiblich weiblich. Die liedjes zijn hun sterke punt. Ze lieten eerder bij De Meisjes en Karin Bloemen ho ren dat ze kunnen zingen en dat is bepaald niet minder ge worden. De meeste driestem- maakten voering gen bekende hits zelf en hun uit- de lastige zettin- uitstekend. Cherchez la Femme staat vocaal op een heel hoog niveau. Maar ze wilden meer dan al leen een goed liedjesprogram ma maken en verzonnen een verhaal rond de moord, dat ook een beetje spannend en grappig moest zijn. Die aspec ten van het programma ko men minder uit de verf. Er worden hier en daar aardige cabareteske grappen gemaakt over de vrouwelijke belevings wereld, agressie, sex, pyroma- de fragmentjes zijn kort bieden weinig verhaal op te bouwen. De vrouwen kunnen best grappig zijn, maar raskomediantes zijn het niet. Een psychologische thriller is Cherchez la Femme ook niet geworden. De psychiater deed het weliswaar met zijn drie cliënten, maar waarom die het nodig vonden om hem te ver giftigen, blijft onduidelijk. De enige die je een slachtoffer zou kunnen noemen is Paulette Willemse, die in de zieleknij- per de ideale man zag. De an deren haalden meer hun ver zetje bij hem. Zijn ze dan echt beetje, maar ook niet alarmerend. De da mes wilden vooral aandacht. Het programma boeit wel, maar zit nog niet helemaal lekker. De spontane gebaren, het potje badminton, het gesol met het lijk op de divan, het komt allemaal nog wat be dacht over. Regisseur Theo van Gogh wist kennelijk ook niet precies wat hij aanmoest met degenen die niet aan het woord zijn. Van Harmeien, Willemse en Van Zutphen wil den veel. Ze zijn vocaal volle dig geslaagd, maar hebben de de problemen van de moeilijke theatervorm die ze hebben ge kozen niet helemaal opgelost. DOCUMENTAIRE OVER REGISSEUR PETER SJAROV r ,va„r. C7 kun wapei bui FRANK DELBOY n de t ■bereide 1 roorzitti I' oorzitte ;taat dering ik de mime maakt al tiental jaren ontwikkelingen door. beslissia is veelal niet meer alleen de giek van het woordloze ge- 'enhedi ar, de weemoedige bijsmaak n het komisch effect of de et weg\ na Kafkaiaanse transforma- lillende van de dingen van alledag. beroemde Bip-figuur van ireel Marceaux zweeg nog, moderne mime 'I?ur<freekt, zij het meestal in een rgens geregistreerde taal. tuurlijk ging ook het Am- rdamse Griftheater met zijn mee. Gestreefd wordt naar beeldende mime, waarbij licht en andere disciplines de moderne mimografie ieiteloos scharnieren. Ook bij gezelschap huis- en gastmi- het tv{t grafen. De jongste voorstel- g bracht van de eigen mimo- ifen Jan Taks en Paul van trale Bolek respectievelijk 'Gaya' en n impago'. Botsende blokken rde turf wenken in 'Gaya' de ■krachten van de schepping bestaa[hterbij, maar de spanning tbreekt. 'Compago' laat twee innen worstelen, boksen en aatvechten. Een knap uitge- ld krachtspelletje, waarin ■u ly building en conditietrai- g de link met onze tijd leg- Maar diepgang? Eigenlijk Die was er wel in 'L'Idée' "pi de gastmimograaf Karina ap vor/jlla, die aan de hand van de ijknamige roman in houts den van beeldend kunste- De e&* Frans Masareel het weini- en ais wel en het vele wee schetst ECB ejR een zuiver jong meisje, dat de wijde wereld misbruikt worden. Een groots decor van 83 panelen oord orê( ke bevoi t, op gi oschap ïiü de achtergrond Vlak voor de Amster- ie première werd dit even- 1 gestolen, zodat deze su- em uitgevoerde tragedie van boven alles verheven, maar eindelijk toch gekooide )uw helaas een belangrijke uele dimensie moest missen. teur Peter Sjarov door Ton Lutz en i samenwerking met n zaterdag 7 decem ber op het International Documenta ry Festival, de Balie, Amsterdam. Te zien 13 december bij de NOS 20.25, AMSTERDAM Hij heeft de vermaarde Russi sche regisseur en theater- hervormer Konstantin Stanislavski nog horen la chen. Na de revolutie in zijn vaderland nam regis seur Peter Sjarov de dier bare herinnering aan zijn leermeester mee naar West-Europa, om daar diens ideeën over natura listisch theater verder uit te dragen. Een paar maanden per jaar sloot hij zijn toneelschool in Rome en vertrok Sjarov naar Nederland, alwaar hij in de naoorlogse jaren (1947-1968) de Tsjechov-traditie vestigde. Re gisseur Ton Lutz wilde de maestro nog een keer eren. In zijn documentaire 'Sjarov in Holland', die op 13 december door de NOS wordt uitgezon den, gaat hij met andere be kende Nederlandse Sjarov-pu- pillen rond de tafel.zitten. Peter Sjarov stierf in 1969 op 84-jarige leeftijd. Hij was de laatste nog levende leerling van Stanislavskij en had het Westeuropese theater in con tact gebracht met de opvattin gen en werkwijze van deze theaterlegende. Onder de mensen die hem naar zijn laat ste rustplaats in Rome bege leidden, was een groep Neder landse acteurs en actrices, ver tegenwoordigers van genera ties toneelspelers, die geduren de twintig jaar in meer dan dertig verschillende enscene ringen, door Sjarov werden Ton Lutz naast een bronzen kop van Sjarov. De 'groep van Ton Lutz: vlnr: (zittend) Ina van Faasen, Manon Alving, Slgrid Koetse, Elisabeth Andersen, Ellen Vogel en Ann Hase- kamp. (staand): Ton Lutz, Henk Rigters, Fons Rademakers, Ramses Shaffy, Hans Croiset, Jaap Maarleveld en André van Den Heuvel. foto's: nos In zijn documentaire laat Lutz een aantal van hen elkaar nog een keer ontmoeten op het to neel van de Kleine Komedie, tegen een typisch Sjarov-de- cor: een een op onmiskenbaar Russische wijze gedekte tafel, waarvan de gasten zojuist zijn opgestaan. Eromheen zijn een aantal schermen opgesteld, waarop bestaande Sjarov-de- cors van de hand van Nicolaas Wijnberg worden geprojec teerd. Het gezelschap van Lutz onder wie Sigrid Koetse, Ellen Vogel, André van den Heuvel en Fons Radema kers wisselen herinnerin gen aan de Russische regisseur uit en bekijken een repetitie dwongen' ontmoeting in de documentaire wordt duidelijk wat Lutz bedoelt als hij zegt dat toneelspelen een nobele vorm van aanstellerij is. Niettemin mag het resultaat een onderhoudende hommage aan Peter Sjarov worden ge noemd. Decors Allen zijn het erover eens dat de lessen van Sjarov een on vergetelijke toneelschool zijn geweest. Een soort 'pressure cooker', keihard werken en keer op keer door de regisseur op onzachte wijze terecht wor den gewezen. Het naturalis tisch toneel houdt kort gezegd in, dat de acteur alles op alles dient te zetten zich zoveel mo gelijk in zijn rol in te leven, zonodig ook na de repetities en de voorstellingen. Hij moet de figuur die hij speelt worden. De leermeester van Sjarov, Stanislavski ging hierin zover dat hij de decors ook achter de coulissen liet doorlopen. Dat decor dient eveneens zo waar heidsgetrouw mogelijk te zijn; wanneer de auteur een paard in hét stuk laat voorkomen, dient het beest ook daadwer kelijk op toneel te verschijnen. Stanislavski en in navol ging van hem Sjarov koos in eerste instantie voor de stukken van zijn tijdgenoot Anton Tsjechov om zijn natu ralistische theater gestalte te geven. Tsjechov zag in deze enscenering 'Oom Wanja', 'De Meeuw', 'De Drie Zusters' en 'De Kersentuin' hun premiere beleven. „Ik heb nog nooit zo echt in een huis gewoond, als toen in het huis van 'De Drie Zus ters'", merkt Sigrid Koetse in de documentaire op. „Ik wist precies waar de kinderjuf was op welk moment, waar m'n zusjes waren, ik woonde er, al jaren. Maar daar ging wel een keiharde training aan vooraf. Ik moest bijvoorbeeld ontzet tend truttig zijn. Als ik de ka mer binnenkwam en ik keek onopzettelijk door het raam, moest ik 'onwillekeurig' denken: O, jakkes, boeren...Ik hoefde niks te zeggen, maar om me in te leven in de ont zettende bekakte dame die ik dat soort dingen te denken. Hij gaf je een sleutel, iets kos misch was het..." André van den Heuvel: „Soms kwam Sjarov met een aanwij zing, deed iets voor, zo briljant, dat je dacht: ik ben een nul, ik geef m'n rol terug". „Hij kon keihard zijn", herinnert Hans Croiset zich. „Tijdens repeti ties van 'De Meeuw' speelde ik ontzettend slecht, de rol die ik had lag me helemaal niet. Op een dag komt hij naar me toe, zegt: „Gisteren heb ik je broer zien spelen. Die heeft tenmin ste talent'. Maar na een vrese lijk slechte première zegt-ie dan weer: „Slecht gepeeld, maar zo sympathiek....". Het was een boef". En een echte Rus, beaamt de rest van het gezelschap. Alles wat hij deed was doordrongen van het ver loren Rusland. „Soms als hij begon te praten, zag je het Russische landschap voor je, hoorde je de Wolga stromen. En dat had je nodig". Tragi-komisch „Weint, aber lacht", was een van de aanwijzingen die Sja rov placht te geven bij het spe len van Tsjechov-stukken. De tragi-komische situaties waar in de hoofdpersonen van de stukken zich soms bevinden geven hiertoe inderdaad vaak aanleiding. „Alsjeblieft, niet zo sentimenteel!" was een van z'n andere bezweringen. Bij Eliza beth Andersen, een van Lutz genodigden, stromen de tranen van ontroering over de wan gen bij het zien van de repeti tie van 'De Drie Zusters'. Op de monitor dribbelt de kleine Sjarov driftig heen en weer over het toneel. „Dat gekke mannetje, dat was de belicha ming van het theater". André van den Heuvel en Ina van Faassen wagen zich nog even wat onwennig aan een scène uit 'Oom Wanja', daarna mogen de leerlingen van de Theaterschool van Amsterdam zich vastbijten in de kluif, dit alles onder leiding van Lutz. „Du bist jung, ich bin alt. Mach doch einen neuen Tsje chov", was de opdracht van de maestro aan Lutz. Lutz, die Sjarov nog heeft horen lachen. EG- ial Ensemble Ottovoci, onder Maurice Broussard: n van Schumann, Ravel, Saint- lëns en Poulonc. Gehoord in hel op som/ioene Kerkje, Oegstgeest, zondag temminfecember- T?r/e>or net ooa0SCAR yAN DEN WIJNGAARD shssmg voorbè decenn'a getril en gebibber„ ereouvé do°rging v°or een geëmo- iet ondelneerde interpretatie van de gee/f Perlijke strijd van de negen" jnde-eeiiwse artiest, had koor er voorlopig genoeg Renaissance en twintigste v boden een aantrekkelijk irnatief: daarbij staat im- j?rs louter muzikale zuiver- id voorop. Maar misschien is igzaamaan de tijd weer rijp de koormuziek van de vo- eeuw. Maurice Broussard van wel. Met zijn profes- Jbesluitelne^e vocaa^ ensemble Otto- r-wetgef 'le zaken brengt hij sinds 1986 ite plaats romantische mu- |k, met af en toe een uitstapje het begin van deze eeuw. likt (ziel1 Programma voor dit sei- bestaat uit twee gedeelten. 1 de pauze dompelen de mimiteilfcgers zicl! in de roman; faastrictf met de Romanzen und van de 1Uaden' °PUS 145 en 146, en uit f, '^'er doppelchörige Gesdn- opus 141 van Robert Schu- ;t is inderdaad even Luascu trem°l°' in de groot 'e}'dige uitvoeringspraktijk zo Hoeid, plaatst niet alleen de iteraar voor problemen. de razend moeilijke tstemmige gezangen van 141 slibden gecompliceer- Sijt. akkoorden ""gal eens ratr iranFht door de wat zwaar aange- :te trilling. Af en toe leek het 'neen zil broussard de romantische op de jfrtui.gingskracht 1 de i men en ze^ onderschatte. Op der- ffevoegdf^ momenten kregen de 3 B 'pmmen te veel 'karakter', aardoor het geheel uit balans Erd gebracht. Daar staat te- dat Ottovoci in piano een ongelooflijke zui verheid en kracht aan de dag weet te leggen. Dan gaan de in dividuele stemmen meesterlijk op in het geheel en klinkt het ensemble bijna als een. strijk kwartet. Ingetogen liederen als 'John Anderson' en 'Ungewis- ses Licht' kunnen nauwelijks beter worden gezongen. Het Franse programma na de pauze bewees dat het tremolo bij Schumann een bewuste keuze was, en geen onvermo gen. De liederen van Ravel, Saint-Saëns en Poulenc klon ken helder en strak. De schalk se avontuurtjes van een we reldwijze Roodkapje, die in het bos k'iest .voor de poen van een oude man; het ingetogen ver driet van een .vrouw met een man aan het front; en de bruta le opstand van jongelui tegen de oude garde, die zij verwijten alle intrigerende monsters en satyrs uit het bos te hebben verjaagd: de ingenieuze toon zetting van Ravel, gebaseerd op volksmelodieën, werd door Ot tovoci trefzeker uitgevoerd. De enigszins vergeten Camille Saint-Saëns kreeg zijn revan che in de weloverwogen en bij na ontroerende interpretatie van zijn 'Calme des nuits': 'Le poète seul est hanté par l'a- mour des choses tranquilles'. De 'Chansons francaises' van Francis Poulenc hebben een aan oude volksmuziek ontleend idioom. Hoewel ze daarmee dus goedbeschouwd buiten het spe cialisme van Ottovoci vallen, hadden koor en dirigent schijn baar weinig moeite met de stu wende ritmen en beeldende ac centueringen. Veel van de gistermiddag ge zongen muziek wordt - in Ne derland - vrijwel nooit uitge voerd. Ottovoci doet het met kundigheid en overtuiging. Hun kracht schuilt in de eerste plaats in de ingetogen ensem bles. Iets minder 'romantisch' hier en daar zou de schoonheid van de romantiek nog beter tot uitdrukking laten komen. GUSTAV LEONHARDT STRENG MEESTER VAN DE BAROK Drukte op zondagochtend Zelfs zondagochtend was het niet mogelijk om rustig de overzichtstentoonstelling van Rembrandt in het Rijksmuseum te Amsterdam te bezichtigen, zoals deze foto laat zien. De bezoekers verdron gen elkaar voor de schilderijen om tenminste een glimp op te vangen van het werk van de grote meester. foto: anp irgie: Alex Mallems. Vormgeving: i Jacqueline Blom. Konink lijke Schouwburg, vrijdag 6 decem ber, herhalingen en toernee t/m 1 De Russische schrijver Viktor Slavkin gaf zijn stuk 'Cerceau' oorspronkelijk de titel 'Ik ben veertig, maar zie er jonger uit'. Het heeft zelfs in een Russi sche versie nog in Hal 4 in Rotterdam gestaan, volgens zeggen een imposante voor stelling die simultaan werd vertaald en vier uur duurde. Dramaturg Alex Mallems en regisseur Jos Verbist hebben het stuk ingekort tot twee uur inclusief pauze en het lijkt in weinig op het Russische thea- zoals wij dat hebben leren De anderen trachten elkaar te overtreffen in lollige of tragi sche anekdotes en spelletjes, onder andere 'cerceau', waar bij een ring over een stokje moet worden gegooid. De sket ches en het 'vreemd soort sa- die i merhuis trekken, dat een van hen, Petoesjok, heeft geërfd. Daar zullen ze nu gaan wonen, nu ze over de veertig zijn. Een paar dagen samenzijn doet die illusie in duigen vallen: ze gaan weer terug. Jonger dan veertig ziet slechts een van de acteurs en actrices op het to neel eruit. Dat is Jacqueline Blom, en haar Nadja schreeuwt alsof ze een vierja rige met een tantrum is, die de doden moet doen ontwaken. de mot in zit', zoals Guusje van Tilborgh als Valjoesja hen noemt, leveren soms koddige momenten op, maar geen goed theater. Het toneelbeeld impo neert: een scheve, toneelgrote schilderijlijst, waarachter de fagade van het zomerhuis nu eens veraf en dan weer dicht bij of hangend in de lucht het toneelhuis beheerst. Wat deze acteurs kunnen, is amper ge bruikt. Waarom dit stuk zo mooi is, kan in deze voorstel ling niet worden ontdekt. v Leonhardt speelt op orgel en limbel van de Waalse Kerk in Leiden muziek van Correa de Arauxo, Forqueray, Leroux en Pa- Pittige geprijsde plaatsbewij zen, maar de Waalse kerk was gisteren behoorlijk volgelopen. Geen wonder, want de Stich ting Leids Barokfestival had een van de meesters van de ba rok naar Leiden gehaald: Gus- tav Leonhardt, clavecinist en organist van wereldfaam. De man is verantwoordelijk voor een schier eindeloze serie ba- rokplaten, als solist, als kamer muzikant (bijvoorbeeld in com binatie met Bijlsma en Brug gen) en als leider van het Le onhardt Ensemble. In de Waalse kerk stonden twee mooie instrumenten op hem te wachten. Het clavecim- bel is van recente datum en vervaardigd door Dick Ver- wplf. Hij is er in geslaagd een fijnzinnig en intiem klinkende kopie te maken van een instru ment uit de school van de be roemde Duitse orgel- en clave- cimbelbouwer Silbermann (1683-1753), nauw verbonden met J.S. Bach. Het orgel is van de hand van Gerard Steevens en stamt uit 1746. Vier jaar ge leden werd het gerestaureerd en in de oorspronkelijke stem ming teruggebracht. Het is een fors orgel, dat in de bijna echo- loze Waalse kerk tamelijk 'droog' klinkt. Leonhardt begon achter het clavecimbel en speelde zoals hij was binnengetreden: streng en onberispelijk. In een vijftal werken van Forqueray (uit 1747) ontdooide de meester enigszins en ruimde hij. een plaats in voor de poëzie die zo mooi bij de toon dit clavecim bel past. Vooral in 'La Léon' en 'La Sylva' zette Leonhardt met langzame bewegingen en een spannende vertraging prachti ge bouwwerken neer. En van de aspecten 'architectuur' en tempo moet een clavecinist het toch hebben, want de dynami sche schaal van het instrument is nu eenmaal uiterst beperkt, terwijl ook in de klankkleur geen of bijna geen variatie valt aan te brengen. Na de pauze troonde Leonhardt hoog en onzichtbaar achter het orgel. Daar kwam in vergelij king met het clavecimbel na tuurlijk een orkaan aan geluid uit, maar dat was niet de enige reden waarom de polyfone 'Tiento's' van Correa de Arauxo (Spaans componist uit het begin van de zeventiende eeuw) de aandacht trokken: Leonhardt liet even horen ook op dit instrument meer dan thuis te zijn. In twee Magnifi cat-fuga's van Pachelbel droeg de organist nieuwe klankkleu ren aan: juichende fluiten en snaterende eenden in helaas zeer kortstondige stukken. Na de laatste Toccata van Pa chelbel (opnieuw streng uitge voerd en daardoor bijna saai) bleef het benauwd stil. Nie mand durfde te klappen, totdat gestommel aankondigde dat de meester daarboven inderdaad was gestopt. Een tekenend ein de van een concert waarin het publiek stil had zitten luisteren naar een onberispelijke, maar wat al te ongenaakbare Leon hardt. Korzo Theater, Den Haag: Nieuwe Dansgroep dagavond. t 'Les Typhons' vrij- Expositie Argentijnse schrijver Borges AMSTERDAM De droom van de lezer verbeelden. Dat was wat Christina Grau, samenstelster van de tentoonstelling 'Bor ges. Dichter van Ruimtes' wilde bereiken. Zij probeerde de woorden van de beroemde Argentijnse schrijver Borges (1899- 1986) op de expositie in het Institute of Contemporary Art (ICA) te Amsterdam in beelden om te zetten. Het resultaat hiervan is tot en met 12 januari 1992 te zien. Op de expositie zijn ook nooit eerder tentoongestelde manuscripten, brieven, ansichtkaarten en andere persoonlijke documenten van de auteur te zien. De Nieuwe Dansgroep, opge richt in 1979, heeft kennelijk iets met windkracht. Enkele jaren geleden stond 'Wind De- vil' van Nina Wiener op de speellijst. Dit jaar nemen de zwiepende bewegingen or kaankracht aan. 'Les Typhons' van de Franse choreografe Jo- sette Baiz, is opgezet als een demonisch sprookje voor de jeugd. Toch wordt ook oude ren een even ruime als satani sche blik gegund in het ge dragspatroon van zeven ge hoornde dansers. Deze stellen de zeven hoofdzonden voor. Niet altijd even scherp omlijnd en met vraatzucht, hoogmoed en ledigheid als uitblinkers. In een niet bestaande taal schreeuwen zij hun gevoelens uit en oh wonder nu eens dansers, die wèl met hun spraakorgaan weten om te gaan. In hun demonische out fit met pruiken en gespoten kapsels worden zij begeleid door een roestig en schraap zuchtig instrumentarium. Naarmate de vijftig minuten vorderen worden er ook nog vooroorlogse ballroom, tango, doedelzak, oude kerktoonsoor ten en middeleeuwse bezwe ringsformules met de haren bijgesleept. Toch stoort dat niet, want de soms gifgroene agressie en de kannibalistische trekjes wor den op basis van juist gedo seerd acteren zo levendig voorgeschoteld, dat dit geluk kig ook humoristisch spekta kel voor iedereen herkenbaar en vooral meeleefbaar blijft. Een afzonderlijk compliment voor de even vindingrijke als veelal bizarre kostumering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 7