PïVprkoon liopkpn cti ip*t JYFts» Einstein zuiirtpT&chti^ en wil (te) veel
r Jo Krn^e":..™?rs^ni"? Zr""lTZT.„lanh% ^is^lui^dD^'
KUNST/RTV
bo&estolen
lecor Hommage aan een
huikt
nime
Russische
OTTOVOCI ZINGT MET
NGETOGEN KRACHT
Toneelbeeld enige mooie van Cereea 11
Hellevegen
en
hellevuren
lï
foidaeGouoa/nt
iseEG
li
mat
hf
MAANDAG 9 DECEMBER 1991
,(iMSTERDAM De particuliere consu
lent heeft in de eerste negen maanden
an dit jaar meer boeken gekocht dan in
Handt 3 vergelijkbare periode van 1990. In zo
el het eerste als het tweede en derde
wartaal was het aantal algemene boe-
ts Bolkjen hoger dan vorig jaar.
blijkt uit de 'Speurwerk Boeken Omnibus',
jn onderzoek dat sinds 1975 door het NIPO in
,t idracht van de Stichting Speurwerk betref-
ii nde het Boek wordt verricht. Daarbij worden
ekelijks 600 huishoudens gepolst,
markt voor het algemene boek groeit, zowel
^gemeten naar het aantal gekochte boeken als
de c
i geld, aldus de Boeken Omni
bus. Met een stijging van 7 procent kwam het
aantal verkochte boeken op 30 september op
26,8 miljoen exemplaren. De geldomzet steeg
van 638 miljoen gulden in 1990 tot 669 miljoen
over de afgelopen vier kwartalen. Dit is de
hoogste omzet die sinds de start van het onder
zoek is gemeten. Vooral de belangstelling voor
het genre 'spanning en overige fiction' nam toe
(5,5 miljoen verkochte exemplaren). Ook bij li
teratuur en kinderboeken werd een stijgende
afzet geconstateerd. Alleen het genre 'romanti
sche fiction' vertoont een lichte daling. Volgens
de Speurwerk Boeken Omnibus heeft de om-
zettoename vooral plaatsgevonden bij de boek
handel. Over de vier kwartalen tot september
1991 werd bij de boekhandel een recordomzet
gemeten van 414 miljoen gulden.
Ellen van Harmeien. Arrangemen
ten: Paulette Willemse en Gerbrand
Westveen. Regie: Theo 1
Leidse Schouwburg. Op 4 ja-
De schouwburggordijnen zijn
nog gesloten als een politiebe
richt de moord op een Amster
damse psychiater meldt, met
daarbij de vermoedelijke da
ders: Paulette Willemse, Sas-
kia van Zutphen en Ellen van
Harmeien. In de
die daarop volgt
dames (samen Mrs. Einstein)
een klein feestje bouwen rond
het lijk van hun hulpverlener.
Ze vertellen over hun relatie
met hem en met hun vaders.
En vooral zingen ze liedjes
met toepasselijke teksten, zoals
Woman in chains van Tears
for fears, I scare myself van
Thomas Dolby, Owner of a lo
nely heart, Only women bleed
en Unbeschreiblich weiblich.
Die liedjes zijn hun sterke
punt. Ze lieten eerder bij De
Meisjes en Karin Bloemen ho
ren dat ze kunnen zingen en
dat is bepaald niet minder ge
worden. De meeste driestem-
maakten
voering
gen
bekende hits
zelf en hun uit-
de lastige zettin-
uitstekend. Cherchez la
Femme staat vocaal op een
heel hoog niveau.
Maar ze wilden meer dan al
leen een goed liedjesprogram
ma maken en verzonnen een
verhaal rond de moord, dat
ook een beetje spannend en
grappig moest zijn. Die aspec
ten van het programma ko
men minder uit de verf. Er
worden hier en daar aardige
cabareteske grappen gemaakt
over de vrouwelijke belevings
wereld, agressie, sex, pyroma-
de fragmentjes zijn kort
bieden weinig
verhaal op te bouwen. De
vrouwen kunnen best grappig
zijn, maar raskomediantes zijn
het niet.
Een psychologische thriller is
Cherchez la Femme ook niet
geworden. De psychiater deed
het weliswaar met zijn drie
cliënten, maar waarom die het
nodig vonden om hem te ver
giftigen, blijft onduidelijk. De
enige die je een slachtoffer zou
kunnen noemen is Paulette
Willemse, die in de zieleknij-
per de ideale man zag. De an
deren haalden meer hun ver
zetje bij hem. Zijn ze dan echt
beetje, maar ook
niet alarmerend. De da
mes wilden vooral aandacht.
Het programma boeit wel,
maar zit nog niet helemaal
lekker. De spontane gebaren,
het potje badminton, het gesol
met het lijk op de divan, het
komt allemaal nog wat be
dacht over. Regisseur Theo
van Gogh wist kennelijk ook
niet precies wat hij aanmoest
met degenen die niet aan het
woord zijn. Van Harmeien,
Willemse en Van Zutphen wil
den veel. Ze zijn vocaal volle
dig geslaagd, maar hebben de
de problemen van de moeilijke
theatervorm die ze hebben ge
kozen niet helemaal opgelost.
DOCUMENTAIRE OVER REGISSEUR PETER SJAROV r
,va„r. C7
kun
wapei
bui
FRANK DELBOY
n de t
■bereide 1
roorzitti I'
oorzitte
;taat
dering
ik de mime maakt al tiental
jaren ontwikkelingen door.
beslissia is veelal niet meer alleen de
giek van het woordloze ge-
'enhedi ar, de weemoedige bijsmaak
n het komisch effect of de
et weg\ na Kafkaiaanse transforma-
lillende van de dingen van alledag.
beroemde Bip-figuur van
ireel Marceaux zweeg nog,
moderne mime
'I?ur<freekt, zij het meestal in een
rgens geregistreerde taal.
tuurlijk ging ook het Am-
rdamse Griftheater met zijn
mee. Gestreefd wordt naar
beeldende mime, waarbij
licht en andere disciplines
de moderne mimografie
ieiteloos scharnieren. Ook bij
gezelschap huis- en gastmi-
het tv{t grafen. De jongste voorstel-
g bracht van de eigen mimo-
ifen Jan Taks en Paul van
trale Bolek respectievelijk 'Gaya' en
n impago'. Botsende blokken
rde turf wenken in 'Gaya' de
■krachten van de schepping
bestaa[hterbij, maar de spanning
tbreekt. 'Compago' laat twee
innen worstelen, boksen en
aatvechten. Een knap uitge-
ld krachtspelletje, waarin
■u ly building en conditietrai-
g de link met onze tijd leg-
Maar diepgang? Eigenlijk
Die was er wel in 'L'Idée'
"pi de gastmimograaf Karina
ap vor/jlla, die aan de hand van de
ijknamige roman in houts
den van beeldend kunste-
De e&* Frans Masareel het weini-
en ais wel en het vele wee schetst
ECB ejR een zuiver jong meisje, dat
de wijde wereld misbruikt
worden. Een groots
decor van 83 panelen
oord orê(
ke bevoi
t, op gi
oschap
ïiü de achtergrond
Vlak voor de Amster-
ie première werd dit even-
1 gestolen, zodat deze su-
em uitgevoerde tragedie van
boven alles verheven, maar
eindelijk toch gekooide
)uw helaas een belangrijke
uele dimensie moest missen.
teur Peter Sjarov door Ton Lutz en
i samenwerking met
n zaterdag 7 decem
ber op het International Documenta
ry Festival, de Balie, Amsterdam. Te
zien 13 december bij de NOS 20.25,
AMSTERDAM Hij
heeft de vermaarde Russi
sche regisseur en theater-
hervormer Konstantin
Stanislavski nog horen la
chen. Na de revolutie in
zijn vaderland nam regis
seur Peter Sjarov de dier
bare herinnering aan zijn
leermeester mee naar
West-Europa, om daar
diens ideeën over natura
listisch theater verder uit
te dragen.
Een paar maanden per jaar
sloot hij zijn toneelschool in
Rome en vertrok Sjarov naar
Nederland, alwaar hij in de
naoorlogse jaren (1947-1968) de
Tsjechov-traditie vestigde. Re
gisseur Ton Lutz wilde de
maestro nog een keer eren. In
zijn documentaire 'Sjarov in
Holland', die op 13 december
door de NOS wordt uitgezon
den, gaat hij met andere be
kende Nederlandse Sjarov-pu-
pillen rond de tafel.zitten.
Peter Sjarov stierf in 1969 op
84-jarige leeftijd. Hij was de
laatste nog levende leerling
van Stanislavskij en had het
Westeuropese theater in con
tact gebracht met de opvattin
gen en werkwijze van deze
theaterlegende. Onder de
mensen die hem naar zijn laat
ste rustplaats in Rome bege
leidden, was een groep Neder
landse acteurs en actrices, ver
tegenwoordigers van genera
ties toneelspelers, die geduren
de twintig jaar in meer dan
dertig verschillende enscene
ringen, door Sjarov werden
Ton Lutz naast een bronzen kop van Sjarov.
De 'groep van Ton Lutz: vlnr: (zittend) Ina van Faasen, Manon Alving, Slgrid Koetse, Elisabeth Andersen, Ellen Vogel en Ann Hase-
kamp. (staand): Ton Lutz, Henk Rigters, Fons Rademakers, Ramses Shaffy, Hans Croiset, Jaap Maarleveld en André van Den Heuvel.
foto's: nos
In zijn documentaire laat Lutz
een aantal van hen elkaar nog
een keer ontmoeten op het to
neel van de Kleine Komedie,
tegen een typisch Sjarov-de-
cor: een een op onmiskenbaar
Russische wijze gedekte tafel,
waarvan de gasten zojuist zijn
opgestaan. Eromheen zijn een
aantal schermen opgesteld,
waarop bestaande Sjarov-de-
cors van de hand van Nicolaas
Wijnberg worden geprojec
teerd.
Het gezelschap van Lutz
onder wie Sigrid Koetse,
Ellen Vogel, André van den
Heuvel en Fons Radema
kers wisselen herinnerin
gen aan de Russische regisseur
uit en bekijken een repetitie
dwongen' ontmoeting in de
documentaire wordt duidelijk
wat Lutz bedoelt als hij zegt
dat toneelspelen een nobele
vorm van aanstellerij is.
Niettemin mag het resultaat
een onderhoudende hommage
aan Peter Sjarov worden ge
noemd.
Decors
Allen zijn het erover eens dat
de lessen van Sjarov een on
vergetelijke toneelschool zijn
geweest. Een soort 'pressure
cooker', keihard werken en
keer op keer door de regisseur
op onzachte wijze terecht wor
den gewezen. Het naturalis
tisch toneel houdt kort gezegd
in, dat de acteur alles op alles
dient te zetten zich zoveel mo
gelijk in zijn rol in te leven,
zonodig ook na de repetities en
de voorstellingen. Hij moet de
figuur die hij speelt worden.
De leermeester van Sjarov,
Stanislavski ging hierin zover
dat hij de decors ook achter de
coulissen liet doorlopen. Dat
decor dient eveneens zo waar
heidsgetrouw mogelijk te zijn;
wanneer de auteur een paard
in hét stuk laat voorkomen,
dient het beest ook daadwer
kelijk op toneel te verschijnen.
Stanislavski en in navol
ging van hem Sjarov koos
in eerste instantie voor de
stukken van zijn tijdgenoot
Anton Tsjechov om zijn natu
ralistische theater gestalte te
geven. Tsjechov zag in deze
enscenering 'Oom Wanja', 'De
Meeuw', 'De Drie Zusters' en
'De Kersentuin' hun premiere
beleven.
„Ik heb nog nooit zo echt in
een huis gewoond, als toen in
het huis van 'De Drie Zus
ters'", merkt Sigrid Koetse in
de documentaire op. „Ik wist
precies waar de kinderjuf was
op welk moment, waar m'n
zusjes waren, ik woonde er, al
jaren. Maar daar ging wel een
keiharde training aan vooraf.
Ik moest bijvoorbeeld ontzet
tend truttig zijn. Als ik de ka
mer binnenkwam en ik keek
onopzettelijk door het
raam, moest ik 'onwillekeurig'
denken: O, jakkes, boeren...Ik
hoefde niks te zeggen, maar
om me in te leven in de ont
zettende bekakte dame die ik
dat soort dingen te denken. Hij
gaf je een sleutel, iets kos
misch was het..."
André van den Heuvel: „Soms
kwam Sjarov met een aanwij
zing, deed iets voor, zo briljant,
dat je dacht: ik ben een nul, ik
geef m'n rol terug". „Hij kon
keihard zijn", herinnert Hans
Croiset zich. „Tijdens repeti
ties van 'De Meeuw' speelde ik
ontzettend slecht, de rol die ik
had lag me helemaal niet. Op
een dag komt hij naar me toe,
zegt: „Gisteren heb ik je broer
zien spelen. Die heeft tenmin
ste talent'. Maar na een vrese
lijk slechte première zegt-ie
dan weer: „Slecht gepeeld,
maar zo sympathiek....". Het
was een boef". En een echte
Rus, beaamt de rest van het
gezelschap. Alles wat hij deed
was doordrongen van het ver
loren Rusland. „Soms als hij
begon te praten, zag je het
Russische landschap voor je,
hoorde je de Wolga stromen.
En dat had je nodig".
Tragi-komisch
„Weint, aber lacht", was een
van de aanwijzingen die Sja
rov placht te geven bij het spe
len van Tsjechov-stukken. De
tragi-komische situaties waar
in de hoofdpersonen van de
stukken zich soms bevinden
geven hiertoe inderdaad vaak
aanleiding. „Alsjeblieft, niet zo
sentimenteel!" was een van z'n
andere bezweringen. Bij Eliza
beth Andersen, een van Lutz
genodigden, stromen de tranen
van ontroering over de wan
gen bij het zien van de repeti
tie van 'De Drie Zusters'. Op
de monitor dribbelt de kleine
Sjarov driftig heen en weer
over het toneel. „Dat gekke
mannetje, dat was de belicha
ming van het theater".
André van den Heuvel en Ina
van Faassen wagen zich nog
even wat onwennig aan een
scène uit 'Oom Wanja', daarna
mogen de leerlingen van de
Theaterschool van Amsterdam
zich vastbijten in de kluif, dit
alles onder leiding van Lutz.
„Du bist jung, ich bin alt.
Mach doch einen neuen Tsje
chov", was de opdracht van de
maestro aan Lutz. Lutz, die
Sjarov nog heeft horen lachen.
EG-
ial Ensemble Ottovoci, onder
Maurice Broussard:
n van Schumann, Ravel, Saint-
lëns en Poulonc. Gehoord in hel
op som/ioene Kerkje, Oegstgeest, zondag
temminfecember-
T?r/e>or
net ooa0SCAR yAN DEN WIJNGAARD
shssmg
voorbè decenn'a getril en gebibber„
ereouvé do°rging v°or een geëmo-
iet ondelneerde interpretatie van de
gee/f Perlijke strijd van de negen"
jnde-eeiiwse artiest, had
koor er voorlopig genoeg
Renaissance en twintigste
v boden een aantrekkelijk
irnatief: daarbij staat im-
j?rs louter muzikale zuiver-
id voorop. Maar misschien is
igzaamaan de tijd weer rijp
de koormuziek van de vo-
eeuw. Maurice Broussard
van wel. Met zijn profes-
Jbesluitelne^e vocaa^ ensemble Otto-
r-wetgef
'le zaken
brengt hij sinds 1986
ite plaats romantische mu-
|k, met af en toe een uitstapje
het begin van deze eeuw.
likt (ziel1 Programma voor dit sei-
bestaat uit twee gedeelten.
1 de pauze dompelen de
mimiteilfcgers zicl! in de roman;
faastrictf met de Romanzen und
van de 1Uaden' °PUS 145 en 146, en
uit f, '^'er doppelchörige Gesdn-
opus 141 van Robert Schu-
;t is inderdaad even
Luascu trem°l°' in de
groot 'e}'dige uitvoeringspraktijk zo
Hoeid, plaatst niet alleen de
iteraar voor problemen.
de razend moeilijke
tstemmige gezangen van
141 slibden gecompliceer-
Sijt. akkoorden ""gal eens
ratr iranFht door de wat zwaar aange-
:te trilling. Af en toe leek het
'neen zil broussard de romantische
op de jfrtui.gingskracht
1 de i
men en ze^ onderschatte. Op der-
ffevoegdf^ momenten kregen de
3 B 'pmmen te veel 'karakter',
aardoor het geheel uit balans
Erd gebracht. Daar staat te-
dat Ottovoci in piano
een ongelooflijke zui
verheid en kracht aan de dag
weet te leggen. Dan gaan de in
dividuele stemmen meesterlijk
op in het geheel en klinkt het
ensemble bijna als een. strijk
kwartet. Ingetogen liederen als
'John Anderson' en 'Ungewis-
ses Licht' kunnen nauwelijks
beter worden gezongen.
Het Franse programma na de
pauze bewees dat het tremolo
bij Schumann een bewuste
keuze was, en geen onvermo
gen. De liederen van Ravel,
Saint-Saëns en Poulenc klon
ken helder en strak. De schalk
se avontuurtjes van een we
reldwijze Roodkapje, die in het
bos k'iest .voor de poen van een
oude man; het ingetogen ver
driet van een .vrouw met een
man aan het front; en de bruta
le opstand van jongelui tegen
de oude garde, die zij verwijten
alle intrigerende monsters en
satyrs uit het bos te hebben
verjaagd: de ingenieuze toon
zetting van Ravel, gebaseerd op
volksmelodieën, werd door Ot
tovoci trefzeker uitgevoerd. De
enigszins vergeten Camille
Saint-Saëns kreeg zijn revan
che in de weloverwogen en bij
na ontroerende interpretatie
van zijn 'Calme des nuits': 'Le
poète seul est hanté par l'a-
mour des choses tranquilles'.
De 'Chansons francaises' van
Francis Poulenc hebben een
aan oude volksmuziek ontleend
idioom. Hoewel ze daarmee dus
goedbeschouwd buiten het spe
cialisme van Ottovoci vallen,
hadden koor en dirigent schijn
baar weinig moeite met de stu
wende ritmen en beeldende ac
centueringen.
Veel van de gistermiddag ge
zongen muziek wordt - in Ne
derland - vrijwel nooit uitge
voerd. Ottovoci doet het met
kundigheid en overtuiging.
Hun kracht schuilt in de eerste
plaats in de ingetogen ensem
bles. Iets minder 'romantisch'
hier en daar zou de schoonheid
van de romantiek nog beter tot
uitdrukking laten komen.
GUSTAV LEONHARDT STRENG
MEESTER VAN DE BAROK
Drukte op zondagochtend
Zelfs zondagochtend was het niet mogelijk om rustig de overzichtstentoonstelling van Rembrandt
in het Rijksmuseum te Amsterdam te bezichtigen, zoals deze foto laat zien. De bezoekers verdron
gen elkaar voor de schilderijen om tenminste een glimp op te vangen van het werk van de grote
meester. foto: anp
irgie: Alex Mallems. Vormgeving:
i Jacqueline Blom. Konink
lijke Schouwburg, vrijdag 6 decem
ber, herhalingen en toernee t/m 1
De Russische schrijver Viktor
Slavkin gaf zijn stuk 'Cerceau'
oorspronkelijk de titel 'Ik ben
veertig, maar zie er jonger uit'.
Het heeft zelfs in een Russi
sche versie nog in Hal 4 in
Rotterdam gestaan, volgens
zeggen een imposante voor
stelling die simultaan werd
vertaald en vier uur duurde.
Dramaturg Alex Mallems en
regisseur Jos Verbist hebben
het stuk ingekort tot twee uur
inclusief pauze en het lijkt in
weinig op het Russische thea-
zoals wij dat hebben leren
De anderen trachten elkaar te
overtreffen in lollige of tragi
sche anekdotes en spelletjes,
onder andere 'cerceau', waar
bij een ring over een stokje
moet worden gegooid. De sket
ches en het 'vreemd soort sa-
die i
merhuis trekken, dat een van
hen, Petoesjok, heeft geërfd.
Daar zullen ze nu gaan wonen,
nu ze over de veertig zijn. Een
paar dagen samenzijn doet die
illusie in duigen vallen: ze
gaan weer terug. Jonger dan
veertig ziet slechts een van de
acteurs en actrices op het to
neel eruit. Dat is Jacqueline
Blom, en haar Nadja
schreeuwt alsof ze een vierja
rige met een tantrum is, die de
doden moet doen ontwaken.
de mot in zit', zoals Guusje van
Tilborgh als Valjoesja hen
noemt, leveren soms koddige
momenten op, maar geen goed
theater. Het toneelbeeld impo
neert: een scheve, toneelgrote
schilderijlijst, waarachter de
fagade van het zomerhuis nu
eens veraf en dan weer dicht
bij of hangend in de lucht het
toneelhuis beheerst. Wat deze
acteurs kunnen, is amper ge
bruikt. Waarom dit stuk zo
mooi is, kan in deze voorstel
ling niet worden ontdekt.
v Leonhardt speelt op orgel en
limbel van de Waalse Kerk in
Leiden muziek van Correa de
Arauxo, Forqueray, Leroux en Pa-
Pittige geprijsde plaatsbewij
zen, maar de Waalse kerk was
gisteren behoorlijk volgelopen.
Geen wonder, want de Stich
ting Leids Barokfestival had
een van de meesters van de ba
rok naar Leiden gehaald: Gus-
tav Leonhardt, clavecinist en
organist van wereldfaam. De
man is verantwoordelijk voor
een schier eindeloze serie ba-
rokplaten, als solist, als kamer
muzikant (bijvoorbeeld in com
binatie met Bijlsma en Brug
gen) en als leider van het Le
onhardt Ensemble.
In de Waalse kerk stonden
twee mooie instrumenten op
hem te wachten. Het clavecim-
bel is van recente datum en
vervaardigd door Dick Ver-
wplf. Hij is er in geslaagd een
fijnzinnig en intiem klinkende
kopie te maken van een instru
ment uit de school van de be
roemde Duitse orgel- en clave-
cimbelbouwer Silbermann
(1683-1753), nauw verbonden
met J.S. Bach. Het orgel is van
de hand van Gerard Steevens
en stamt uit 1746. Vier jaar ge
leden werd het gerestaureerd
en in de oorspronkelijke stem
ming teruggebracht. Het is een
fors orgel, dat in de bijna echo-
loze Waalse kerk tamelijk
'droog' klinkt.
Leonhardt begon achter het
clavecimbel en speelde zoals hij
was binnengetreden: streng en
onberispelijk. In een vijftal
werken van Forqueray (uit
1747) ontdooide de meester
enigszins en ruimde hij. een
plaats in voor de poëzie die zo
mooi bij de toon dit clavecim
bel past. Vooral in 'La Léon' en
'La Sylva' zette Leonhardt met
langzame bewegingen en een
spannende vertraging prachti
ge bouwwerken neer. En van
de aspecten 'architectuur' en
tempo moet een clavecinist het
toch hebben, want de dynami
sche schaal van het instrument
is nu eenmaal uiterst beperkt,
terwijl ook in de klankkleur
geen of bijna geen variatie valt
aan te brengen.
Na de pauze troonde Leonhardt
hoog en onzichtbaar achter het
orgel. Daar kwam in vergelij
king met het clavecimbel na
tuurlijk een orkaan aan geluid
uit, maar dat was niet de enige
reden waarom de polyfone
'Tiento's' van Correa de
Arauxo (Spaans componist uit
het begin van de zeventiende
eeuw) de aandacht trokken:
Leonhardt liet even horen ook
op dit instrument meer dan
thuis te zijn. In twee Magnifi
cat-fuga's van Pachelbel droeg
de organist nieuwe klankkleu
ren aan: juichende fluiten en
snaterende eenden in helaas
zeer kortstondige stukken.
Na de laatste Toccata van Pa
chelbel (opnieuw streng uitge
voerd en daardoor bijna saai)
bleef het benauwd stil. Nie
mand durfde te klappen, totdat
gestommel aankondigde dat de
meester daarboven inderdaad
was gestopt. Een tekenend ein
de van een concert waarin het
publiek stil had zitten luisteren
naar een onberispelijke, maar
wat al te ongenaakbare Leon
hardt.
Korzo Theater, Den Haag: Nieuwe
Dansgroep
dagavond.
t 'Les Typhons' vrij-
Expositie Argentijnse schrijver Borges
AMSTERDAM De droom van de lezer verbeelden. Dat was
wat Christina Grau, samenstelster van de tentoonstelling 'Bor
ges. Dichter van Ruimtes' wilde bereiken. Zij probeerde de
woorden van de beroemde Argentijnse schrijver Borges (1899-
1986) op de expositie in het Institute of Contemporary Art (ICA)
te Amsterdam in beelden om te zetten. Het resultaat hiervan is
tot en met 12 januari 1992 te zien. Op de expositie zijn ook nooit
eerder tentoongestelde manuscripten, brieven, ansichtkaarten
en andere persoonlijke documenten van de auteur te zien.
De Nieuwe Dansgroep, opge
richt in 1979, heeft kennelijk
iets met windkracht. Enkele
jaren geleden stond 'Wind De-
vil' van Nina Wiener op de
speellijst. Dit jaar nemen de
zwiepende bewegingen or
kaankracht aan. 'Les Typhons'
van de Franse choreografe Jo-
sette Baiz, is opgezet als een
demonisch sprookje voor de
jeugd. Toch wordt ook oude
ren een even ruime als satani
sche blik gegund in het ge
dragspatroon van zeven ge
hoornde dansers. Deze stellen
de zeven hoofdzonden voor.
Niet altijd even scherp omlijnd
en met vraatzucht, hoogmoed
en ledigheid als uitblinkers. In
een niet bestaande taal
schreeuwen zij hun gevoelens
uit en oh wonder nu
eens dansers, die wèl met hun
spraakorgaan weten om te
gaan. In hun demonische out
fit met pruiken en gespoten
kapsels worden zij begeleid
door een roestig en schraap
zuchtig instrumentarium.
Naarmate de vijftig minuten
vorderen worden er ook nog
vooroorlogse ballroom, tango,
doedelzak, oude kerktoonsoor
ten en middeleeuwse bezwe
ringsformules met de haren
bijgesleept.
Toch stoort dat niet, want de
soms gifgroene agressie en de
kannibalistische trekjes wor
den op basis van juist gedo
seerd acteren zo levendig
voorgeschoteld, dat dit geluk
kig ook humoristisch spekta
kel voor iedereen herkenbaar
en vooral meeleefbaar blijft.
Een afzonderlijk compliment
voor de even vindingrijke als
veelal bizarre kostumering.