'finale Wisse Dekker positief over Nederlandse kansen in Europa li £eidóe Qowuvnt Politiek spel van Mitterranc ZATERDAG 30 NOVEMBER 1991 PAGINA Dr. Wisse Dekker: „Europa als geheel zou meer naar Japan moeten kijken". FOTO: JOHS DE HOO „NEDERLAND MOET STERKE TROEVEN UITSPELEN" Dr. Wisse Dekker heeft een indrukwekkende carrière achter de rug. Jarenlang was hij het boegbeeld van de nv. Philips' Gloeilampenfabrieken, één van de grootste elektronische multinationals ter wereld. Uit dien hoofde heeft hij zich altijd actief ingezet voor de Europese eenwording. Na zijn overgang van de dagelijkse leiding van Philips naar de post van president commissaris kreeg hij meer tijd voor de verwezenlijking van andere ambities. Bekend is zijn werk als voorzitter van de naar hem genoemde commissie, die een rapport over een nieuw ziektekostenstelsel produceerde. Ook ongevraagd geeft hij de politiek zijn adviezen, waarbij zijn opmerkingen over het buitenspel zetten van het parlement nogal wat stof deden opwaaien. Minder bekend is zijn werk als voorzitter van de European Round Table, een club van Europese grootindustriëlen. Die club heeft de afgelopen jaren regelmatig rapporten over de Europese integratie het licht doen zien. Deze maand heeft hij het voorzitterschap van deze club overgedragen, maar hij blijft actief in de Europese beweging. EINDHOVEN - Praten met W. Dekker over de EG betekent in de praktijk een reisje van Japan, via Hongarije naar Spanje en Portugal, waarbij onderweg ook Nederland wordt aangedaan. „Dekker geeft geen interviews, hij geeft college", is een veelgehoorde waarschuwing. Dat klopt gedeeltelijk. Dekker is een man met een grote parate ken nis, die hij op een spontane wijze etaleert. Hij praat gemakkelijk en weloverwogen. Als alle professoren zo college gaven, zouden de ban ken in de collegezaal waarschijnlijk uitpuilen met studenten. Bij het begin van de eerste vraag kijkt hij half over zijn bril de interviewer aan, knikt begrijpend en wacht op het juiste moment om zijn mening over het onder werp te ventileren. „Nederland en Europa, ja", zegt hij de woorden wegend, terwijl zijn blik lang zaam door de kamer dwaalt. Vervolgens richt hij zich op en steekt van wal. ,.In zijn algemeenheid staat de Europese industrie er redelijk goed voor. Er is de laatste jaren al behoorlijk gereorgani seerd in de diverse bedrijfstakken. Dit geldt met name voor de grote Europese bedrijven. Bovendien zijn zij al aan in ternationaal zakendoen gewend". ..Het Nederlands midden en kleinbedrijf (mkb) zou er goed aan doen meer over de grens te kijken. Met name in de Zuid- curopese landen zie je een groot enthou siasme over de mogelijkheden van een verenigd Europa. Dat mis ik hier in Ne derland". Japans model Volgens Dekker zou Europa als geheel meer naar Japan moeten kijken. Voor één keer valt hij uit zijn rol als kritikas- ter van de Japanse handelspolitiek en geeft hij onverholen blijk van zijn be wondering voor het Japanse model. „Vooral op het gebied van samenwer king tussen politiek en overheid valt veel te leren van Japan. In het MITI, het ministerie voor internationale handel en industrie, wordt voorbeeldig samenge werkt tussen overheid en bedrijfsleven. Neem nu als voorbeeld de computerin dustrie. De Japanners hebben een aantal jaren geleden besloten dat ze een rol in die markt moeten gaan spelen". „Een aantal bedrijven wordt dan geselec teerd en zij gaat met elkaar in de slag om een computerindustrie op poten te ztten. Na vijf jaar wordt bekeken wie het er het beste heeft afgebracht. In dit geval was dat Fujitsu. Enige jaren later zie je de Japanners al in Europa actief worden met de overneming van ICL in Enge land en Nokia Data uit Finland. De Ja panners laten de bedrijven zelf uitvech ten wie de beste is en de winnaar wordt vervolgens ondersteund. Op die manier kweek je de sterkste bedrijven". Van Japan naar Europa is voor de Ja panse bedrijven maar een kleine stap. Voor de interviewer is het dus ook geen enkel probleem van het ene werelddeel naar het andere over te stappen. Over bodige informatie, hieruit blijkt alleen maar hoe makkelijk je het hebt gehad met Dekker. De bewondering van Dek ker voor het Japanse model vraagt om een nadere toelichting. Temeer daar di verse topmanagers al jaren roepen dat Europa de Japanse manier van werken moet kopiëren om de concurrentie te kunnen weerstaan. In Japan besteden de grote bedrijven een toenemend deel van de fabricage uit aan toeleveranciers in het midden- en klein bedrijf. Die bedrijfjes maken op bestel ling de onderdelen die het grote bedrijf nodig heeft. De voordelen daarvan zijn een zeer flexibele produktie en nauwe lijks voorraden, want de bestellingen worden vaak op de minuut nauwkeurig aangeleverd. Het grote nadeel is dat de toeleveranciers de conjuncturele klappen op moeten vangen. Gaan de zaken min der goed, dan bestellen de grote bedrij ven minder. Gevraagd naar de toekomstige structuur van de Europese industrie ziet Dekker geen Japanse toestanden in Europa. „Ik geloof niet dat Europa dezelfde ontwik keling zal doormaken als Japan. De sociale verhoudingen hier maken een dergelijke rigoreuze aanpak onmogelijk. Wat Philips betreft hebben we een beleid dat we gemiddeld niet meer dan 30 pro cent van de omzet uitmaken van een be paalde toeleverancier. We willen niet dat een bedrijf helemaal afhankelijk wordt van Philips. Momenteel besteedt Philips wereldwijd 61 procent van de omzet aan de inkoop van goederen en diensten". Regionalisering Er blijft dus hoop voor het midden- en kleinbedrijf in Europa. Het Japanse mo del zal het niet halen, integendeel. Dek ker ziet eerder een Amerikaans model ontstaan. „Na de EMU en de EPU zal de nieuwe trend in Europa regionalisering wor den", betoogt Dekker. Regionalisering is een fenomeen, waarmee ze in de VS al lange tijd ervaring hebben. Zo streken bijvoorbeeld alle computerbedrijven neer in Silicon Valley in Californië, ze telt de zware industrie in het Midden Westen en is er nu een trend van bedrij ven om de produktie naar de goedkope re zuidelijke staten over te brengen. „Die kant gaat het in Europa ook op. Daarom is het belangrijk dat de verschil lende regio's zo sterk mogelijk komen te staan. Neem in Nederland de Randstad. Potentieel is dat een sterke regio, met Rotterdam en Schiphol binnen de gren zen. Ze zullen echter wel veel meer in de bereikbaarheid, dus de infrastructuur, moeten investeren om de concurrentie met een regio als Brussel-Antwerpen aan te kunnen". Als Philips topman ziet W. Dekker uiteraard ook goede mogelijkheden voor de eigen Eindhovense regio. „In een straal van 150 kilometer rond Eindho ven zitten de industriegebieden van Ant werpen, het Ruhrgebied en de Randstad. Dat stelt Eindhoven in het middelpunt van een aantal zeer krachtige regio's. De regio die het hardst aan de sterke punten werkt en zich het best weet te verkopen zal in de toekomst in Europa de grootste rol gaan spelen". Eindhoven weet zich in ieder geval verzekerd van een warm pleitbezorger. Hoewel Dekker een positief oordeel heeft over de kracht en concurrentiever mogen van de Nederlandse bedrijven zit er toch een gevaar in de Europese een wording. „De open markt biedt vele kansen, maar ook bedreigingen. Nederland heeft altijd een goed industrieel klimaat gehad, maar we moeten uitkijken dat we niet achter gaan lopen. Een van de grootste bedreigingen voor Nederland vind ik nog steeds de hoge sociale uitkeringen. Er moet een goede aansporing blijven om aan het werk te gaan, dus moeten de uitkeringen omlaag". Eén van de kritiekpunten van onderne mend Nederland is de stringente milieu- politiek die de Nederlandse overheid voert. Dekker kan zich probleemloos vinden in het koor van klaagzangen. „De hele milieudiscussie is een beetje doorgeschoten in Nederland. Milieube wegingen hebben goed werk gedaan bij de bewustwording van de problematiek, maar nu is de balans een beetje doorge slagen. Er moet een zeker evenwicht zijn tussen de diverse belangen. Een stevige industrie is en blijft de basis voor wel vaart en een stabiele politieke situatie". Positieve punten van Nederland zijn er volgens Dekker legio. „Van oudsher is Nederland al sterk op het buitenland ge richt. Onze handelsgeest is wat dat be treft wereldberoemd. Ook het adaptie- vermogen van de Nederlander is erg groot. In het buitenland zie je bijna ner gens kliekjes van Nederlanders. Ze pas sen zich aan aan de lokale bevolking. Die openheid maakt Nederlanders sterk in de dienstverlening". Goede produkten Psychologische aspecten zijn één kant van de zaak, een goed bednjf met een goed produkt zijn echter minstens net zo belangrijk. Ook daarover maakt Dekker zich geen al te grote zorgen. „Er zijn veel jonge ondernemingen bijgekomen op het gebied van high-tech, bijvoorbeeld soft- ware-bedrijven. Ook in de industrie zie je steeds meer toepassingen van moder-, ne produktietechnieken". Het gevaar dat Nederland verwordt tot de aanlegsteiger en moestuin van Europa ziet Dekker dus helemaal niet. Wel is de distributiefunctie van Nederland een sterke troef die zo krachtig mogelijk moet worden uitgespeeld vindt hij. „De staat moet veel meer in de infra structuur investeren dan ze tot nu toe doet". De discussie die er momenteel ge voerd wordt over private investeringen in de aanleg van wegen en tunnels, vindt hij prima. „De vraag is alleen of de Ne derlander bereid is tol te betalen voor wegen. In Frankrijk, Spanje en Portugal is dat een normale zaak. Als men in Ne derland de infrastructuur door privébe- drijven laat uitvoeren, hangt daar wel een prijskaartje aan". De jarenlange moeizame onderhandelin gen rond de vrije markt in het westelijk deel van Europa worden nu echter over schaduwd door de spectaculaire ontwik kelingen in het oostelijk deel. De aan vankelijke euforie over de economische mogelijkheden van de nieuwe markt zijn nu wat weggeëbd. Ook Dekker is zeer behoedzaam als de mogelijkheden voor de bedrijven in het oosten aan de orde worden gesteld. „Natuurlijk er liggen enorme mogelijk heden in Oost-Europa", geeft hij toe. „De vraag is alleen hoe die te benutten. Alleen Hongarije is redelijk ver in het scheppen van een maatschappij naar westers model. Bij de andere landen gaat dat proces veel moeizamer. Eén van de grote problemen in het voormalig Oost blok is dat goed management ontbreekt. Dat probleem los je niet in een keer op". Zo snel en alert als Dekker reageert op vragen over de EG, zo nadenkend praat hij over het Oostblok. Ook voor de oud- Philipstopman is dit blijkbaar een nieuw terein waar hij zijn weg nog in moet vin den. Desalniettemin heeft hij ook in deze ma terie steeds een antwoord klaar. Zo ook over de actuele ontwikkelingen met be trekking tot steun aan de voormalige communistische landen. Veel economen in Oost- en West-Europa waarschuwen tegen de instorting van.het Oostblok als de hulp niet snel en massaal op gang komt. Vooral het westen krijgt nogal wat kri tiek te verduren dat de steun wel met de mond, maar niet met de portemonnee beleden wordt. Ook de EG staat bloot aan kritiek, omdat zij de grenzen sluit voor produkten uit het oostblok, waar door de prille markteconomie in die lan den een doodgeboren kindje dreigt te worden. Kritiek 3 VAN HUËT PARIJS - Franpis Mitterrand wee zich de minst populaire presiden van zijn land. De laatste peilingei geven aan dat slechts 28 procen van de Fransen tevreden is ove het staatshoofd. Een score die in d buurt komt van het impopulari teitsrecord dat Mitterrand in 198 bereikte. Het is alweer drie jaar geleden dat Fransen de president vertroetelde al hun 'Tonton', hun oompje. Dank zij d 'cohabitation', het voor hem gunstige si menwonen met een rechtse regering wist Mitterrand het verloren vertrouwe te herwinnen in 1988 en werd hij op zij sloffen herkozen. Alles wat de Franse dwars zat kon destijds op rekening wor den geschreven van de conservaties premier Chirac, die bovendien zo vrien delijk was enige blunders van formaat i maken. De tweede ambtstermijn wen zo eigenlijk een formaliteit. Anno 1991 liggen de kaarten wat anders De Fransen vinden tien jaar Mitterrand welletjes en verwijten hun bejaarde ei Tonton de sloffen aan zijn voeten i houden. Recente televisieoptredens wel ten bepaald niet de indruk van een aler te president. Veelzeggend was dat he laatste tv-interview op La Cinq liefs drie keer minder kijkers trok dan l'Abb Pierre (de populaire kruisvaarder tege armoede) die op dat zelfde moment gast was op La Une, het eerste net. Ui de tijd die het staatshoofd aan de vei schillende items spendeerde bleek voord dat een eventuele grondwetswijziging o de Top van Maastricht hem oneindi meer bezighoudt dan het groeiend natio nale ongenoegen. De regering van pre mier Cresson kan evenmin de indru wegnemen dat het socialistische bewim futloos werd en de meeste energie ver bruikt voor het politieke eigenbelang. Zoveelste wijziging Een zoveelste wijziging van de kieswet die een voor de socialisten gunstig mengeling van meerderheidssysteem e evenredige vertegenwoordiging moet op leveren, houdt de bewindslieden voord bezig. Alsof de meesten zich al hebbei neergelegd bij een daverende verkil zingsnederlaag in 1993 gaat het er nu oi de schade zoveel mogelijk te beperken 'dc meubels te redden', zoals de Franse zelf zeggen. Mitterrand is echter niet van plan een enorme kater van het toneel te vei dwijnen. Zijn laatste strategische vond! om een afgang te vermijden werd hei min of meer ingegeven door de opposi tie, die - gefrustreerd door de al mach van de socialistische 'monarch' - di duur van het presidentiële mandaat te discussie stelde. Mede onder druk vai de publieke opinie moest Mitterrani zijn zegen geven aan een debat of refe rendum over een grondwetswijziging zonder duidelijk te maken of het eei septennat (zeven jaar) of een quintuen nat (vijf jaar) zou moeten worden. Eec merendeel van de Fransen zegt het laat ste te willen, met de wat pijnlijke voor waarde dat Mitterrand de verkorting di reet op zichzelf toepast en in 1993 ver vroegd afzwaait. Een lichte misrekening van de meesterstrateeg, want Mitterranr wil zich geen vertrek laten opdringen. Dus werd een volgend proefballonnetje opgelaten. In plaats van een verkortinj van het septennat gaan de presidentiële gedachten nu naar een eenmalig man daat. dus zonder mogelijkheid tot her verkiezing. Doorgewinierde Mitterran dologen leggen dat idee uit als wens his torie te schrijven. Mitterrand zou daar mee als enige herkozen president in de geschiedenisboekjes komen. Met die laatste kritiek is Dekker het dui delijk niet eens. „De EG heeft al veel ge daan aan de integratie van het oostblok en de EG. Het probleem is echter dat de toestand in die landen veel slechter is dan we aanvankelijk dachten. Kijk al leen maar eens naar de kosten die de Duitsers moeten maken voor de eenwor ding. Dat terwijl de DDR toch als een van de sterkere economieën van het oostblok bekendstond". Toch is ook Dekker overtuigd van de noodzaak van een snelle integratie. „Een snelle economische ontwikkeling is een noodzaak, omdat er anders enorme poli tieke problemen gaan ontstaan. Daarom is de unificatie met de EG ook van groot belang. Willen we de problemen echter snel oplossen, dan zullen we het op de manier moeten doen zoals de Bondsre publiek dat met de voormalige DDR heeft gedaan". Op dat moment stokt de woorden stroom en kijkt Dekker veelbetekenend op zijn horloge. „Het spijt me, maar over vijf minuten heb ik een volgende afspraak". Hij geeft een hand, infor meert of de fotograaf zijn werk naar te vredenheid heeft kunnen uitvoeren en loopt zijn werkkamer weer binnen. Ein de college, geen tijd meer om vragen te stellen. Niet begrijpen De publieke opinie noch zijn eigen soci alistische fractie kan de constitutionele prioriteiten van de president volgen. De oppositie roept de 'valstrik' te doorzien en kan het staatshoofd desinteresse voor de zorgen van het volk aanwrijven. Die zorgen zijn reëel en betreffen vooral de groeiende werkloosheid. De laatste ell maanden is het aantal werkzoekenden met 264.000 gestegen, wat de dramati; sche grens van drie miljoen dichtbij heeft gebracht. Daarnaast is een groeien de frustratie waarneembaar over 'immi granten'. Een algemeen wantrouwen je; gens politici komt daar nog eens bij. Bij het langdurige onderzoek in de verschil lende schandalen is de scheiding tussen politiek en justitie inmiddels zo vi worden dat sommige onderzoeksrechters steun zoeken in de media. Het instruc tiegeheim wordt regelmatig geschonden De pers ontmaskert steeds nieuwe ver dachten. Dramatisch was de zelfmoord van een jonge socialistische burgemees ter die steekpenningen zou hebben aan genomen ter financiering van de partij kas. Hij is overigens een van de weinige slachtoffers in een gigantisch gerotzooi met verkiezingsfondsen. Een zeer bekri tiseerde amnestiewet heeft zowel de soci alistische afgevaardigden als die van de oppositie juridisch schoon gewassen. Van het door Mitterrand gekoesterde thema 'Europa' kunnen de Fransen ook niet meer wakker liggen. Blijft de presi dent feitelijk nog maar één mobiliseren de factor over: de strijd tegen Le Pen en zijn extreem-rechtse orde. Het is spelen met vuur. Wijziging van de kieswet kan het aangekondigde verlies van de socia listen wellicht beperken, maar zal zeker Le Pen sterk in het parlement brengen. En indien de huidige oppositie van con servatieven en liberalen alleen met steun van Le Pen kan regeren kan rekenmees ter Mitterrand natuurlijk weer een mooie rol spelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 32