nalë Floriade moet naar Europees niveau Spruitjes en koeien maken plaats voor wereldshow LM Nog 132 dagen... R ZATERDAG 30 NOVEMBER 1991 •v Donkere wolken pakken zich samen boven de Floria- de, in de natste, koudste en guurste betekenis. Het 93 hectare grote terrein voor de wereldtentoonstelling aan de zuidzijde van Zoetermeer begint al het profiel te krijgen van de ganzevoet, het geesteskind van hoofdontwerper ir. Michiel den Ruijter. Maar wie nu de bergen modder, vette aarde, onverharde bouwpa- den en mistroostig ontbladerde bomen zou zien, zou er weinig hoop op hebben, dat koningin Beatrix over 132 dagen, op 10 april volgend jaar, met goed fatsoen het crème de la crème van de tuinbouwtechnologie aan de wereld presenteert. „Geen enkel probleem. Als je zoals ik elke dag over het terrein komt, zie je het elke dag groeien. Bovendien wordt hier zaterdags ge woon doorgewerkt". Philip P. van Nes. ooit voorlich ter van de gemeente Zoetermeer, maar sinds 1985 ge detacheerd bij de Floriade, heeft aan de wieg gestaan van het Zoetermeers/Haagse avontuur. „We hadden twee scenario's klaar liggen: één voor het geval de Floriade aan een andere plaats werd gegund. Maar dat hebben we niet nodig gehad..." kunt i wor ion- sm ho ZOETERMEER - „De manier waarop de Floriade nu nog steeds wordt geor ganiseerd, kan niet langer. Hoe je het ook bekijkt, Nederland wordt straks een provincie van Europa. Daar valt niet aan te ontkomen. Wil je dan op dat niveau nog enigszins serieus wor den genomen, dan moet de rijksover heid de zaak overnemen. Nu wordt de Floriade nog gedragen door een ge meente. In dit geval zelfs door twee, omdat het niet meer goed te betalen valt. Maar een budget om in het bui tenland te adverteren, om maar eens iets te noemen, is er nauwelijks. Ik heb bijvoorbeeld 150.000 gulden voor Duitsland en 90.000 voor Belgié. Da's goed voor één, twee advertenties, maar dan heb je het ook gehad. Dit kan zo niet langer". Hans van Driem, directeur commerciéle zaken van de Floriade, kan zich erover opwinden. „Juist op een gebied waarop we in de wereld als topleiders worden beschouwd, zouden we ons veel meer moeten profileren. Nu moet ik het heb ben van de free publicity in de vorm van interviews en televisieprogramma's. Maar dan heb je het zelf niet goed in de hand. Buitenlandse touroperators heb ben hun reizen speciaal op de Floriade gericht en komen nu bij ons informeren, wanneer we met onze reclame-campag nes beginnen. Maar die komen er dus gewoon niet. Dat vindt men in het bui tenland onvoorstelbaar. En terecht". Gemiste kans Van Driem noemt het een gemiste kans als het ministerie van economische za ken (EZ) geen onderzoek verricht naar de economische besteding naar aanlei ding van de Floriade. „Wij verkopen Nederland op de Floriade. Het is een in ternationale gebeurtenis. Daarom vind ik het zeer belangrijk dat het Nederlands Bureau voor Toerisme en EZ net als bij de Van Gogh-tentoonstelling en bij Sail Amsterdam een analyse maken van de positieve economische effecten. Al was het maar om op basis daarvan voor een volgende keer de fondsen los te krijgen. Als je toch ziet dat internationale ten toonstellingen in Engeland en Duitsland met budgetten van 350 miljoen gulden werken, en wij daar niet meer dan 46 miljoen tegenover kunnen stellen, dan De rozentuin stond dit jaar al volop in bloei. denk ik: als provincie van Europa moeten we op een ander schaalniveau gaan denken. De tijd is voorbij dat ge meenten dat zelf nog kunnen. Economi sche Zaken moet worden wakker ge schud". Het promotionele belang van de Floria de is echter niet alleen bij de rijksover heid nog een onbegrepen verhaal. De buitenlandse bedrijven reageren vaak spontaner dan de Nederlandse. Van Driem: „Als je een project als dit gaat opzetten, ga je natuurlijk het eerste pra ten met een Heineken, met een Philips, de namen die we allemaal kennen. Daar van merkte ik dat deze bedrijven dro men van sponsoring van evenementen die buiten Nederland plaatsvinden, zoals de Olympische Spelen. Daar willen ze wel miljoenen aan spenderen. Maar ik zeg dan: 'jullie staan op je tenen te kij ken naar de wereldtentoonstelling in Se- villa, maar jullie hebben niet in de gaten dat enkele kilometers van jullie hoofd kantoor verwijderd een wereldevene ment plaatsvindt'. Ik denk dat wij als Nederlanders sceptisch zijn ten opzichte van onze eigen activiteiten. We hebben een aangeboren wantrouwen ten opzich te van alles wat groots is. Onze calvinis tische geest zegt eigenlijk: dat mag niet. Een wereldtentoonstelling mag je in Ja pan houden, die kun je in Amerika hou den, in Sydney, maar in Zoetermeer... Zo van: jongetje, jongetje, mag je dat ei genlijk wel van je moeder... Dat is een mentaliteit waar we gewoon onder lij den. Ik vind dat we daarmee een vergis sing maken. Ik denk dat de bedrijfstak die op dit moment met de Floriade be zig is, de tuinbouw, wel degelijk leiding gevend is in de wereld. Zeventig procent van de snijbloemen-export in de wereld komt uit Nederland. Daarom durf ik ook een grote mond te hebben, omdat ik weet dat Nederland op bloemengebied en voedingstuinbouwgebied echt een marktleider is. Handelscentrum Anders dan de Floriade '82 in Amster dam, komt er in Zoetermeer een 4000 vierkante meter groot handelscentrum, met vergaderzalen, hospitality suites. Van Driem: „Dat was het verwijt van de tuinbouw en de handel in '82: dat er geen enkele voorziening was getroffen waar zaken konden worden gedaan. Die nieuwe opzet moet zich nog bewijzen, maar ik heb er wel vertrouwen in". De aanleg van de tuinen, paden, bomen en beplanting loopt volgens technisch- directeur Dick Bosman volgens schema. Bezoekers „Er zijn net een paar miljoen bloembol len de grond ingegaan. Volgend voorjaar gaan de eenjarige erin. Dus we zitten wat de beplanting betreft met het laatste werk. We zijn nu op grote schaal bezig met de aanleg van de paviljoens. Voor de inzenders die met de gebouwen ko men, moeten een heleboel wegen nog be straat of geasfalteerd worden. We reke nen erop, zeker wat de buitenlanders be treft, dat er op het allerlaatste moment nog inzendingen komen. Er zijn zelfs en kele landen die nog moeten beslissen of ze deelnemen". De organisatoren van de Floriade reke nen op een omzet van 2,5 miljoen toe gangskaarten. Van Driem: „Daarmee zit ten we onder de Efteling. Die had in 1991 2,6 miljoen kaartjes verkocht. We hopen ook passepartouts te verkopen, die staan voor pakweg tien bezoeken. Als je dat erbij optelt, komen we op 2,9 miljoen bezoeken. Dat is dus het aantal keren dat het hekje draait. Wij denken meer bezoekers dan de Flo riade van '82 te kunnen halen omdat we' het produkt aanzienlijk hebben verste vigd met drie tot vier heel zware inzen dingen: we hebben het ministerie van VROM met het Ecodrome, we hebben het Lavi met het overheidspaviljoen en de hoogheemraadschappen met hun in zending. En we hebben een culinair the ater. allemaal zaken die er de vorige keer niet waren. Er valt dus meer te beleven en bovendien voor meer doelgroepen. Niet alleen voor de tuinliefhebber. maar ook voor mensen die in andere dingen geïnteresseerd zijn. Het wordt veel meer een compleet dagje uit voor de hele fa milie. Ook als pa niet van bloemen houdt, kan hij het door de thema-pavil joens toch naar zijn zin hebben. Voor de kinderen hebben we het Floriade kinder paradijs". ,.De tweede reden is dat het terrein bijna twee keer zo groot is: 93 hectare nu te genover 55 hectare in 1982. De schaal vergroting is volgens Van Driem nodig, omdat we verwend zijn geworden in hel dagje uit. „De beleving van dit soort evenementen zit in een stijgende lijn. Flevohof is niet voor niets failliet ge gaan. Als de Floriade '92 op precies de zelfde wijze was uitgevoerd als die van 1982. was het een absoluut financiéle ramp geworden... De toren is een van de weinige zaken van de Floriade, die al vanaf de snelweg te zien zijn. ZOETERMEER - Hoe maak je van een agrarisch gebied, waar de spruitjes worden afgewisseld met weiland en grazende koeien, een wereldtentoonstelling waar in zes maanden tijd zo'n 2,5 tot 3 mil joen mensen met plezier een dagje uit zijn? Ir. Michiel den Ruijter, hoofdontwerper van de Floriade heeft de antwoorden. „De eigenlijke polder dateert van het einde van de zeventiende eeuw. Het is dus relatief nieuw gebied. Buitenlanders zeggen dan: 'oh, het is een van de nieu we polders'. Nee, zeggen wij dan. want die zijn maar twintig tot dertig jaar oud. Er zijn in het begin, in 1981, eigenlijk drie plannen over elkaar heen gescho ven. Dat is wel het heel specifieke van het verhaal. Er moest in dit gebied een plan voor een staatsbos worden gemaakt in het kader van de Randstad Groen structuur. De wijk Rokkeveen, inclusief wijkpark, moest worden ontwikkeld. Dit is de westelijke uitloper van die wijk en tegelijkertijd waren wij aan het denken over de Floriade. Alle randvoorwaarden uit die verschillende onderdelen moes ten we in één keer over elkaar heen pro beren te leggen. Je zou denken dat het daardoor moeilijker werd, maar in veel gevallen maken meer randvoorwaarden de plannen juist makkelijker. Maar bij zo'n berg aan informatie die je over je heen krijgt, moet je heel duidelijke stel lingen betrekken. Toen is ervoor geko zen dat de landschappelijke richting die al in die polders zit een heel manifeste richting werd voor een woonwijk en voor de Floriade". Ganzevoet „Het tweede dat we ontdekten toen we aan het plannen gingen, is dat er iets driehoekigs ontstaat. Want je kunt niet een eindeloze boulevard maken die naar de Floriade leidt. Die vorm zat er dus al in. en we besloten die vorm dan ook zo duidelijk mogelijk te maken. Zo is die 'pas de doigt', een veel leuker woord dan •ganzevoet', ontstaan. De tenen van die voet kaderen het gebied eigenlijk in. Die belijning van de ganzevoet met die belij ning van de landschappelijke richting is eigenlijk de structuur die je kunt gebrui ken om verder te ontwikkelen". De polder ligt zes meter onder de zee spiegel. Daarom moet het goed worden gedraineerd. Dat gebeurt via een singel stelsel. Dat stelsel was al bepaald. Dat moesten we intact houden, dus dat heb ben we aangevuld door een extra poot te maken. Het water en dat hele drainage- systeem was dus een belangrijk uitgangs punt bij het maken van het plan. Dat Hoofdontwerper Michiel den Ruijter: zichtassen in Floriadeplan bieden zo'n mooi effect dat niemand er aan durft te tornen. FOTO: STEPHEN EVENHUIS bepaalde zodoende ook in belangrijke I eigenlijk nog maar een fluitje van een mate de belijning. Van daaruit was het cent. Gekozen is voor een soort vormge ving en een atmosfeer die heel veel te maken hebben met het bestaande Hol landse landschap. Water en dijken vor men daar een belangrijk onderdeel van. Dus moest er ook een dijkvormig li chaam komen. Die vervult eigenlijk de functie van hoogteverschillen in die an dere expositie-onderdelen, die eigenlijk wat losser liggen. Die middenrib moet een soort barrière zijn, die ervoor zorgt dat de twee delen niet direct visueel met elkaar in conctact staan". Het is volgens Den Ruijter een gouden regel dat een tentoonstelling vanaf drie niveaus moet kunnen worden waargeno men. Van heel hoog, vanaf de toren zo dat je een soort plattegrond ziet. vanaf enige hoogte zodat je een overzicht hebt maar niet los bent van de grond; en ten slotte vanaf normale hoogte als je op de grond wandelt. De dijk moet dat tweede niveau introduceren. Den Ruijter: „Maar zodra je in Neder land roept dat je in hoogteverschillen wilt doen, kun je aan het graven slaan. Want dat is de enige manier om grond te krijgen. En daarmee moet je meteen een x-hoeveelheid water introduceren, want anders heb je geen specie. Dus als je zo'n dijk maakt, moet je ook zo'n wa terpartij maken. Dus een aantal onder delen van zo'n plan hebben toch een heel logische, functionele achtergrond". „Toen we de eerste lijnen van dit plan op papier hadden gezet, zei iedereen: jullie zijn hartstikke gek. Jullie weten absoluut niets van tentoonstellingen. Want kijk nou eens naar '82. Zó moet een tentoonstellingsplan zijn. Je moet geen hoofdlijnen in een tentoonstellings plan hebben. Want dan wil iedereen, al les wat participant is, aan de hoofdlijn zitten. Bovendien is zo'n rechtlijnig plan heel gevoelig voor planwijzigingen'. Wij zigingen tot op het laatste moment gaan met dit plan stukken minder makkelijk. Voor mij is dat overigens wel prettig. Mijn probleem was de mensen ervan te overtuigen dat als je het niet een keer probeert, dat je dan altijd op die exposi- tievorm blijft steken. De wereldtentoon stelling van 1852 in Londen, Christal Palace. was ook helemaal op een mathe matisch systeem gebaseerd, waarbij spra ke was van een ellipsvormige indeling. Ander argument is dat die assen niet als hoofdlijnen in de totale infrastructuur zijn opgenomen. Dat wil niet zeggen dat die drie assen ook gewoon de lijnen zijn waardoor je door het plan heen loopt. De assen fungeren niet als de dragers van de belangrijkste paden en wegen. Het systeem werkt nu ook voor zich: iedereen heeft in de gaten dat je nu zo'n zichtas niet meer moet omleggen, want dan ben je het effect kwijt. Het effect is eigenlijk zo mooi. dat vindt iedereen zo manifest. Dus als een plan op een gege ven moment duidelijk maakt van: 'kijk eens, dit is de bedoeling en niet dat', nou dan moet je als inzender wel erg eigen wijs zijn, wil je daaraan geen gehoor ge ven. We hebben er wel een paar hoor, maar die noemen we niet". 'ceidóc^ouaont'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 29