De kunst
van het
bewaren
Reuzenvoeten geven enorm vrij gevoel op de skihelling
FAMILIETIC BETEKENT
REDDING VAN DE
CINEMA PARISIEN
CfiidócGouAant'
LOSER - Echte skiërs gruwen er van,
maar dat doen ze van wel meer zaken
die de pistes van ook de Oostenrijkse
berghellingen tegenwoordig 'sieren'. Op
die besneeuwde 'hangen' zie je namelijk
heden ten dage de meest vreemdsoortige
'vervoermidelen' naar beneden suizen.
Waarvan bijvoorbeeld de opblaasboot,
doorgaans bemand met een aantal vaak
brooddronken lieden of nuchtere kinde
ren, inderdaad voor een wel heel merk
waardig schouwspel kan zorgen. Die wat
moeilijk bestuurbare dingen, waarvan
deze toepassing mogelijk zijn oorsprong
vindt in één van die voor velen af
schuwwekkende wintersport-televisies
pelletjes, zijn inderdaad (en terecht) een
gruwel voor de reguliere afdaler. Die
echter wat minder moeite zou moeten
hebben met een ander, nieuw verschijn
sel op de witte wanden: de big foot.
Zoals de naam al doet vermoeden is ook
dit inmiddels al weer enige seizoenen te
signaleren attribuut overgewaaid uit de
Verenigde Staten. Net zo min als men
ook in Oostenrijk een goede, eigen naam
heeft kunnen bedenken voor het feno
meen 'stampen door de sneeuw' (trek
king genaamd) gebruikt men voor de
nieuwste vorm van 'skiën' dus de Engel
se term. Die evenwel exact aangeeft
waar het om gaat. De big foot, waarvan
men er overigens om zich op deze ma
nier te verplaatsen twee nodig heeft en
welk transportmiddel dus eigenlijk Big
Feet zou moeten heten, is namelijk een
plankje in de vorm van (hoe kan het an
ders?) een voet. Die als je er mee in de
Tiefschnee zou gaan lopen getweén voor
afdrukken zorgen die een argeloze pas
sant de indruk kan geven van de aanwe
zigheid van de Verschrikkelijke Sneeuw-
Glijvariant
Maar terug naar de big foot. Aardige van
deze nieuwe 'glijvariant', waarvan nog
moet blijken of ie een gril of een trend
vormt, is dat je er op zo'n simpele ma
nier mee van de berg kunt afkomen.
Ook voor iemand die voor het eerst an
ders dan met de lift naar beneden gaat,
is de big foot een wijze van dalen, die
men snel onder de knie heeft. Sterker,
het 'zakken' is aanzienlijk eenvoudiger
dan het stijgen, althans als men voor die
laatste bezigheid een sleeplift gebruikt.
Zoals bekend worden voor zo'n tochtje
omhoog ook sporen getrokken, waarin
men zich doorgaans simpel naar boven
kan laten brengen. De 'gewone' skiër be
hoeft zijn lange latten maar parallel te
houden en dank zij de ópstaande voor
kant komt-ie makkelijk boven aan de
piste. De gebruiker van de big foot kent
daarbij wel problemen. Doordat de van
een soort multi-plex gemaakte reuzen-
voeten helemaal plat zijn nogal gauw de
neiging hebben een andere koers te kie
zen dan de rechte lijn kan de beginner
gauw het spoor bijster raken. Daardoor
kan vooral een lange sleeplift-tocht een
inspannende operatie worden, waarbij
concentratie noodzakelijk is en de aan
dacht minder uitgebreid kan worden ge
richt op het omringende landschap. Niet
zelden 'stort' een beginnende 'big footer'
uit de lift, waarbij het dan is te hopen
dat het parkoers naast het lift-traject niet
al te ruig is om een redelijke ontsnap
ping mogelijk te maken. Maar ook hier
bij geldt oefening baart (snel) kunst.
Pret
boven
Eenmaal boven aan een afdaling geko
men begint echter de pret. De reuzen-
voeten geven een reusachtig vrij gevoel,
want slechts een simpele houding-veran
dering is voldoende om het bochtenwerk
te verrichten. Men brenge, zou de een
voudige gebruiksaanwijzing kunnen lui
den, het lichaams-gewicht enigszins over
op de achtervoet en de plankjes koersen
de tegenovergestelde richting uit. Met
wat lichte kniebewegingen kan men de
koers verder bijstellen in de gewenste
richting. Remmen is ook nauwelijks een
probleem. Waar de beginnende skiër
soms nog wel eens wat moeite heeft met
het plotsklaps in één vloeiende beweging
zijdelings parellel plaatsen van de lange
latten is dat men die grote voeten een
koud klusje.
Dat geldt ook voor het 'aantrekken' van
die dingen. Met een simpele klikbewe-
ging staan de skischoenen (die blijven
nodig) vast aan de 'big feet', die ook met
een eenvoudige handeling pasklaar kun
nen worden gemaakt. Komende winter
zal blijken of de opmars van de big foot
net zo'n vaart heeft genomen als bij
voorbeeld het snowboard. Hoewel beide
transportmiddelen toch voor de regulie
re skiër een doom in het oog zullen blij
ven. Maar ach, iedereen wil graag een
beetje plezier hebben. Dus...
r niet
chizofri
•voorzi
indeel
te klag
ge culti
die we
:tten.
rganisa
een h<
goed
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1991 PAGINA 29
Idoor
KARIN SWIERS
AMSTERDAM - Er zijn van die
mensen die niets weg kunnen gooi
en. Ilse Hughan (37) is er een van.
Dus wat deed zij toen Cinema Pa-
risien, een van de eerste vaste bio
scopen in Nederland, moest wijken
voor de sloop? Jawel, ze bewaarde
hem tot en met het laatste kapotte
schroefje, alsof het de gewoonste
zaak van de wereld was. En ze
zorgde er ook weer voor dat haar
bioscoop werd opgebouwd in het
Nederlands Filmmuseum.
Cinema Parisien in de bocht van de
Amsterdamse Nieuwendijk was letterlijk
haar bioscoop. Want Ilse is de klein
dochter van de oprichter Jean Desmet.
Een Belg (1875-1956) die in 1907 de ker
missen afreisde met een voor die tijd
idioot luxueuze filmtent. Nergens vond
je in een tent 280 klapstoeltjes met
blauwfluwelen zittingen met de letters
JD erop in goud geborduurd. Alleen een
man als Jean Desmet kon een blauwflu
welen baldakijn met franje en gouden
kwasten boven de kassa hangen. De ker-
misgangers vergaapten zich aan de prot
serige weelde van de 'Imperial Bio'. De
concurrentie trok zich de haren uit het
hoofd van jaloezie.
De volle tent maakte in 1909 plaats voor
een volle zaal in de Cinema Parisien in
Rotterdam. Een jaar later volgde de ope
ning van de gelijknamige cinema in Am
sterdam. Het was het begin van een
bioscoopketen. Desmet hield boven zijn
Amsterdamse Parisien een 'Internatio
naal filmverkoop en -verhuurkantoor'.
Onder hem schuifelde het bioscooppu
bliek, want zitplaatsen waren er nog niet
in de zaal. Desmet gaf letterlijk een
doorlopende voorstelling. Het publiek
liep tijdens de voorstelling langzaam
door naar de uitgang die onder het film
doek zat. De cinema werd door de Am
sterdammers al snel voorzien van de
weinig florissante bijnaam 'de vleesmo
len'.
Sexfilms
De opening van het Tuschinski-theater
in 1921 veroorzaakte een kleine revolu
tie in de Amsterdamse bioscoopwereld.
Het stijlvolle Tuschinski was een
droompaleis vergeleken met de overwe
gend sobere filmzaaltjes. Desmet wilde
niet achter blijven. In 1924 werd het in
terieur van de bioscoop volledig ver
nieuwd. De stijl was een mengeling van
'Art-deco' en 'Amsterdamse School'.
Houten lambrizeringen, versierde meta
len kachelroosters, muur- en plafond
schilderingen, glas-in-lood-verlichting,
vijf soorten asbakken en zelfs pluche
stoelen. Een harmonieus geheel in
prachtige herfstkleuren. De Amsterdam
mers pasten hun bijnaam voor het
buurttheater liefdevol aan. Voortaan was
Cinema Parisien 'het Tuschinski in het
klein'.
Ilse Hughan is geboren boven het film
theater. Ze heeft haar grootvader niet ge
kend, ze was drie jaar toen hij stierf en
haar moeder de exploitatie van de Pari
sien op zich nam. Er.braken moeilijke
tijden aan voor de buurtbioscoop, die te
klein was om de grote films te krijgen.
Na lang aarzelen besloot haar moeder
wat meer gewaagde films te draaien.
„Films met Brigitte Bardot, waarin je af
en toe een bloot been zag. Tegenwoordig
stelt dat niets voor". Het kon inderdaad
nog erger, ontdekte Ilse toen ze op de
middelbare school zat. Duitse Tiroler-
films bijvoorbeeld.
Ze bracht, hoewel ze in Haarlem woon
de, als kind veel tijd in de Parisien door.
'Some like it hot' met Marilyn Monroe
is de eerste film die ze zich bewust her
innert van de honderden films die ze ge
zien heeft. Maar toen de cinema een
maal in 't slappe pornogenre was aanbe
land, was het afgelopen met de bezoek
jes. Ze schaamde zich voor de bioscoop.
Haar moeder vond het nog vervelender
en gaf om die reden de exploitatie uit
handen.
Driemaanden
Het genre veranderde niet, toch keerde
Ilse Hughan terug in de Parisien. Als
student vertaalkunde, op kamers in het
bovenhuis. Na haar studie hield ze zich
bezig met het vertalen van films en film-
produktiewerk. Totdat haar moeder be
gon te dementeren en het beheer van de
kwijnende bioscoop aan Ilse en haar
broer overdroeg. Vanaf dat moment
raakte alles in een stroomversnelling. De
exploitant wilde niet langer concurreren
met de videotheek en zegde in 1985 de
huur op. Hotel Victoria op de Nieuwen
dijk had uitbreidingsplannen en wilde
het pand kopen.
Na lang wikken en wegen ging de familie
Hughan akkoord. De Parisien werd met
pijn in het hart verkocht. „Mijn broer
wilde alleen wat lampen meenemen en
de deuren. Ik vond dat we alles, het hele
interieur, mee moesten nemen. Mijn
broer vroeg wat ik ermee wilde doen.
Dat wist ik op dat moment niet, alleen
dat ik het wilde bewaren. Vervolgens
verklaarde hij me voor gek. Dat deden
wel meer mensen, maar ik was ervan
overtuigd dat de Parisien terugkwam".
De rolluiken gingen in 1987 definitief
dicht en Ilse kreeg drie maanden en geen
dag langer de tijd om de bioscoop te
ontmantelen. Ze begon met het geven
van een allerlaatste filmvoorstelling, Bel-
lissima van Visconti. Vervolgens dacht
ze een maand na, informeerde her en
der hoe ze de gigantische klus moest
aanpakken. Ze kreeg hulp van de stu
denten van de Opleiding voor Restaura
teurs. Zij maten de zaal op en maakten
bruikbare tekeningen. Andere specialis
ten maakten ruimtelijke beelden met be
hulp van stereofoto's.
Strippen
Ilse legde ieder hoekje en gaatje vast op
dia's en op 16 millimeter film. „Ik wilde
de zaal zo voor mezelf bewaren. Zodat
ik op een verdrietig moment de dia's
nog eens kon bekijken. En ik wilde ook
aan anderen kunnen laten zien hoe mooi
de Parisien was, waarom het interieur
weer terug moest komen". Pas toen Ilse
zekerheid had dat het interieur in ieder
geval op de gevoelige plaat vast lag,
durfde ze het interieur te gaan 'strippen'.
„Ik ben midden in de zaal gaan zitten en
vroeg aan degene die op dat moment
aanwezig was het eerste schotje eraf te
halen. En er met timmermanspotlood,
want ik had gehoord dat dat drie eeuwen
bleef zitten, een code op te zetten. Als ie
mand later het schotje uit de opslag zou
Het bijzondere interieur van de Cinema Parisien.
Ilse Hughan. FOTO: DIJKSTRA
halen, moest hij of zij precies weten wat
het was en waar het had gezeten. Het
moest een simpel bouwpakket worden.
Ook na mijn dood moest men het nog in
elkaar kunnen zetten".
Ieder onderdeel, tot en met het kleinste
spijkertje, ornamentje, latje en asbakje
toe, kreeg een code. Stroken beschilderd
linnen van de wanden werden zorgvul
dig van het tengelwerk af gehaald en op
twee rollen gedraaid. Er was te weinig
tijd om het plafond, dat met grote spij
kers voor eeuwig zat vastgeklonken, in
z'n geheel mee te nemen. Vier platen,
het hart van het plafond met een prach
tige houtuitsnijding, werden wel meege
nomen. Van de rest werden stereofoto's
gemaakt die door een computer weer
zijn omgezet in een soort patroonteke
ning.
Familietic
Het was even schrikken toen opeens het
oorspronkelijke interieur uit 1910 te
voorschijn kwam. Ilse wilde het per se
meenemen. „Ik kan gewoon niets laten
staan". Ze liet de ontmanteling over aan
Monumentenzorg, omdat de tijd begon
te dringen. Haar filmproduktie-ervaring
was zeer welkom, viel haar op tijdens de
ontmanteling. „Ik ben gewend aan de
chaos op een filmset. Ook hier moesten
in korte tijd ontzettend veel dingen ge
beuren. We begonnen vroeg, sliepen er
zelfs, 's Avonds kun je niet meer stop
pen, wil je nog even iets afmaken. En
filmpjes draaien tussendoor, ik had na
tuurlijk een bioscoop tot mijn beschik
king. Maar iedere dag werd de vloer aan
geveegd. Ik heb geleerd alles schoon en
netjes te houden. Want als je 's ochtends
telkens weer in een troep binnen komt,
zinkt de moed je in de schoenen".
Ze haalde het net op tijd. Toen de slo
pers op de stoep stonden was het meeste
materiaal in drie grote kisten verpakt en
opgeslagen. Wat daar niet in kon worden
gestouwd, werd ondergebracht bij Ilse
zelf, ouders en vrienden. Ze was 30.000
gulden armer, maar een uniek interieur
rijker. „Ik vond het absoluut onverteer
baar dat het interieur van de Parisien
verdween. Er is al bijna niets meer over
van de Nederlandse filmgeschiedenis.
En de Parisien heeft geschiedenis ge
maakt. Veel mensen kwamen hier voor
het eerst in aanraking met het fenomeen
film. Mijn hele leven is doortrokken van
film. En ik heb last van een familietic:
bewaren. Mijn moeder bewaarde veel.
Mijn grootvader bewaarde alles, echt al
les. Toen hij distributeur was in de jaren
tien heeft hij alle films bewaard, negen
honderd nitraatfilms. Er zijn ook nog
honderden ordners met bedrijfscorres-
pondentie. Toen mijn moeder deze col
lectie aan het filmmuseum schonk, bleek
dat al zijn boodschappenbriefjes er nog
in zaten!"
Droom verwezenlijkt
Gerustgesteld dat het interieur van de
Parisien gered was, pakte Ilse haar nor
male dagelijks leven weer op. Totdat ze
ging werken op de distributie-afdeling
van het Nederlands Filmmuseum
(NFM) in het Vondelpark. Ze bood het
interieur aan het NFM aan op voor
waarde dat het zou worden gerecon
strueerd. Het museum nam de uitdaging
enthousiast aan. De filmzaal had onge
veer dezelfde afmetingen als de Parisien.
En het NFM had een verbouwing op sta
pel staan. Dit jaar kwamen de sponsors
over de brug. Ilse vond het een feest de
kisten weer open te maken en te ontdek
ken dat haar codering duidelijk was.
Verder bemoeide ze zich weinig met de
heropbouw van de Parisien. Dat liet ze
over aan de specialisten die een half jaar
voor het karwei nodig hadden. De re
constructie van het plafond en de koof-
lijst kostte bijvoorbeeld 1360 'vrouwu
ren'.
Tijdens de openingsvoorstelling had Ilse
geen tijd om na te denken over het re
sultaat. Maar toen het doek de tweede
avond open ging, was het alsof de haar
bioscoop nooit ergens anders was ge
weest. „De zaal kwam weer tot leven, al
dat oude. Het was een fantastisch mo
ment. De Parisien is weer bioscoop. Er
worden weer films vertoond. Het doek
gaat weer open en dicht. Het is geweldig
dat iedereen weer kan zien hoe het was.
De Parisien is weer net zo toegankelijk
als vroeger. En tegelijkertijd heel be
schermd in een museum. Mooier kan
het niet".
Een droom is verwezenlijkt, maar Ilse
gaat door. „Ik vind het veel te belangrijk
dat oude interieurs bewaard blijven. Ik
hoorde laatst dat Cinema Palace in
Haarlem weg zou gaan. Ik ben meteen
gaan kijken. Als niemand belangstelling
had voor het interieur, wilde ik het wel
meenemen. Maar het werd gerestau
reerd, dat is oké.". En mocht 'grote
broer' Tuschinski ooit verdwijnen, dan
staat ze meteen op de stoep. „Ik weet nu
hoe ik het ontmantelen en bewaren
moet. Het lijkt me fantastisch om te
doen". De exploitanten zijn gewaar
schuwd, de redster van bioscoopinte
rieurs houdt u in de gaten.
Tot en met 5 januari is in het Neder
lands Filmmuseum aan het Vondelpark
3 de tentoonstelling 'Cinema Parisien
1910-1987' te zien.
BIG FOOT: GRIL OF TREND IN WINTERSPORT