dragen om schadevergoeding: noreel juist of smakeloos? Bezoek koningin Beatrix confronteert Japan met oorlogsverleden 'ËeidócSotvuMil ZATERDAG 19 OKTOBER 1991 FOTO: ANP Keizer Akihito. RIK IN'T HOUT EN HAAG - Nu de door velen hate keizer Hirohito dood en he aven is en opgevolgd is door de :sters georienteerde Akihito, acht Nederlandse regering de tijd rijp tor een allereerste staatsbezoek In Japan. Koningin Beatrix en ponprins Willem-Alexander, die plaats van zijn zieke vader prins laus zal innemen, zijn volgende leek dinsdag tot met vrijdag offi- pel te gast in het land van de Rij- in. rorjnde Zon. ich zou het onjuist zijn om te stellen deze koninklijke visite bij voorbaat I instemming heeft van alle Nederlan- is. Voor de honderdduizenden die zelf Ide oorlog te lijden hebben gehad van 'Jappen', of van wie een familielid >r Japanse toedoen op gruwelijke wij- Drmeerlis mishandeld of omgekomen, staat of It het bezoek met het resultaat van de prekingen die minister Van den >ek van buitenlandse zaken gaat voe- met zijn ambtgenoot Nakayama en jen van het Japanse parlement, iagt de minister erin, als lid van het ■olg van koningin Beatrix, de Japanse jering of keizer Akihito te bewegen tot voor iedereen zichtbare en hoorbare itbetuiging, dan zullen ook de meeste ische Nederlanders van een geslaagd :oek spreken. Zou het schatrijke Nip- zich ook nog 'ns laten bewegen tot flinke financiële schadevergoeding, zal dit half miljoen vaderlanders jh de koning te rijk wanen. japre Jt is althans op te maken uit de orden van voorzitter S. Lapré van de Ichting Japanse Ereschulden (JES), die (comt voor 77.000 slachtoffers van ppenkampen'. Samen met nog twee ■[tuursleden van de JES gaat Lapré zelf naar Tokyo om gebruik te maken de aandacht die het Nederlandse latsbezoek in de Japanse pers zal krij- k Lapré hoopt onder meer de contac- met Japanse journalisten uit te bou- Thuis is hij al door vertegenwoor- lers van Japanse kranten bezocht, pré en zijn twee medebestuurders zul- onder meer aanwezig zijn bij de nslegging door koningin Beatrix op ^Gemenebest ere-begraafplaats in Ho- aya, waar ook een aantal Nederland- nilitairen begraven ligt. ,,Wij vinden 1 wij op die begraafplaats moeten zijn. zullen ons niet opdringen. We gaan niemand beschuldigen. Wel willen I dat aan de Japanse bevolking ope- Ig van zaken wordt gegeven, want zo len van hen weten niet wat de werke- 4e rol van hun land in de Tweede We- lloorlog was", aldus Lapré. 1 bestuursleden die hem naar Japan [gezellen zijn mevrouw mr. M. Sie- gh, die destijds in een vrouwenkamp I Batavia geïnterneerd was, en mr. R. Ier, die werkte aan de Birma-Siam- lorweg. Lapré zelf bracht de oorlog Ir in verschillende kampen op Java Iwerd later door de Japanners naar (gapore getransporteerd om dwangar- 1 te verrichten bij de aanleg van een igveld. intrekkingen grote vraag voor de mensen van de fhting Japanse Ereschulden is niet öf ar in hoeverre minister Van den lek in Tokyo zijn best wil doen voor 1 zaak. Naast morele genoegdoening Imt de JES 20.000 dollar (bijna |000 gulden) per persoon voor de Jderlandse slachtoffers van het Japan- 'jgeweld in het voormalige Indië. Oliedom Buiten die kring wordt er soms anders gereageerd. Prof. P.W. Klein bijvoor beeld, hoogleraar in de algemene ge schiedenis aan de Rijksuniversiteit te Leiden, vindt de beloften van Lubbers oliedom. Hij maakte zich daarover zo kwaad, dat hij twee lange artikelen pu bliceerde. De Nederlandse premier had zich volgens Klein behoren te realiseren dat de Japanners een geheel andere kijk hebben op de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog dan de (Indische) Nederlanders. Volgens Klein beschouwen de onderda nen van Hirohito en nu Akihito zichzelf in het geheel niet als brute agressors die het Koninkrijk der Nederlanden onver hoeds en achterbaks hebben aangevallen. Volkomen terecht, vindt de hoogleraar. ..Het was tenslotte niet Japan dat Neder land de oorlog verklaarde. Het was inte gendeel de gouverneur-generaal van Ne- derlands-Indié zelf die uit naam van de Nederlandse regering in Londen Japan de oorlog aanzegde". Bovendien zou ons land door geen enkel verdrag verplicht geweest zijn de Japanse aanval op een derde mogendheid - in dit geval de Ver enigde Staten - te beantwoorden met oorlog. „Zelfs L. de Jong, die men moei lijk van sympathie met Japan kan ver- Diep in zijn hart beseft voorzitter Lapré ook wel dat de kans op uitbetaling van deze claim niet erg groot is. Want ook hij weet dat de Nederlandse regering geen vuist zal maken. Daarvoor worden de betrekkingen met het tegenwoordig schatrijke Nippon veel te waardevol ge acht, vooral de economische betrekkin gen. Minister Van den Broek zal beslist proberen te voorkomen dat hij op een lange Japanse teen gaat staan. Veel mensen begrijpen die voorzichtig heid niet helemaal. Zij denken dat Japan voornamelijk aan ons land verdient, door middel van de afzet van auto's, electronica, fototoestellen enzovoort. Op zich is dat waar; Nederland importeerde vorig jaar voor 7,3 miljard gulden uit Ja pan. Maar ons bedrijfsleven exporteerde ook flink naar dat land: voor rond de twee miljard gulden aan voornamelijk industriële en agrarische produkten. Van nog meer belang is het feit dat er in ons land al circa driehonderd vestigin gen van Japanse bedrijven zijn, die geza menlijk werk bieden aan vijftienduizend Nederlanders. De Japanse investeringen in ons land stijgen in ons land aanzien lijk sneller dan in enig andere lidstaat van de Europese Gemeenschap. Dat komt door de gunstige ligging van Ne derland ten opzichte van de rest van Eu ropa, de goede wegen en waterwegen in ons land en door de aanwezigheid van grote havens in Rotterdam en de lucht haven Schiphol bij Amsterdam. Door de komst van zoveel Japanse be drijven wonen er bovendien inmiddels zo'n vijfduizend Japanse staatsburgers in ons land, die uiteraard zelf ook weer voor werkgelegenheid zorgen. Niet al leen doordat ze in Nederlandse winkels kopen, maar ook doordat ze hun 'eigen' bedrijven meebrengen. Er zijn nu al Ja panse scholen (in Amsterdam en Rotter dam), banken en advocatenkantoren in ons land. Bezoek kaifu Die grote economische belangen waren de reden dat premier Lubbers eerder dit jaar bij het bezoek van zijn Japanse ambtgenoot Kaifu aan Nederland als het ware op eieren liep. Tijdens een persbij eenkomst las Lubbers een speechje voor waarmee Kaifu eerder achter gesloten deuren zijn leedwezen over de gebeurte nissen in de Tweede Wereldoorlog had betuigd. Ook wees Lubbers op het feit dat de Japanse minister-president een krans had gelegd bij het monument voor de in de oorlog gevallen Indische Neder landers. En vervolgens zei hij: „Dat is 't dan". De woede over dat ene laconieke zinne tje; dat in de pers werd vertaald als „daarmee is de kous af', laaide hoog op. Een Indische Nederlander gooide voor de tv-camera's van het NOS-Journaal de krans van Kaifu in het water. Dat bracht Lubbers ertoe haastig per brief excuses aan te bieden aan zijn collega, hetgeen de kwaadheid in Nederland wederom naar een hoogtepunt stuwde. Wekenlang stonden de kranten en tijdschriften bol van de ingezonden brieven over het 'kwalijke' gedrag van Kaifu en Lubbers. De Tweede Kamer toonde begrip voor de gekwetstheid van zoveel kiezers en eiste 'reparatie' van de regering. Daarop verontschuldigde Lubbers, flexibel als al tijd, zich bij de vertegenwoordigers van talloze Indische stichtingen en verenigin gen en beloofde beterschap. Minister Van den Broek zou in oktober bij het staatsbezoek van de koningin aan Japan de regering in Tokyo dringend verzoe ken de kwestie van de zogeheten Japan se ereschulden niet als afgedaan te be schouwen. Luid applaus van de Indische Gemeenschap. Prof. Stam: „Hangt ervan af waar je het over hebt. Als het gaat om produkten voor industrieel gebruik, zijn er weinig of geen belemmeringen. Wel is de concurren tie op de Japanse markt heel groot, zodat je met een zeer goed produkt moet komen om te slagen. Maar als het gaat om consumentenprodukten, dan wordt het verhaal compleet anders. In Japan heb je een groot aantal concurrenten met wie je om ruimte op de schappen in de winkels moet vechten. Als je bijvoor beeld consumenten-electronica op de Japanse markt wil brengen, is dat niet eenvoudig. Naast elke Europe se fabrikant zijn er tien tot twaalf Japanse". Welke Nederlandse produkten doen het wel goed in Ja pan? „Agrarische produkten. Bloemen, bloembollen... en volgend jaar zal ook de export van vlees gaan toene men. Er worden heel wat inspanningen verricht om de export van agrarische produkten te verbeteren. Maar ook op andere fronten zit men niet stil. Ook de dien stensector poogt op alle mogelijke manieren voet aan de grond te krijgen in Japan". Is er een heel andere cultuur van zaken doen in Japan? „Ja, maar de Japanners passen zich ook aan aan het Westen. Japan is niet meer geheel verschillend van ons. Maar er blijft een aantal zaken dat fundamenteel anders is. Als je een produkt naar Japan verscheept en volstaat met het nazenden van de rekening, dan hoef je na die eenmalige exercitie niet meer terug te komen. Japanners zijn zeer geïnteresseerd in langdurige rela ties. Als je daar niet voor in bent, hoef je in dat land niet te beginnen. Je moet de zaak heel goed voorberei den. Vanuit Nederland moet je te weten zien te ko men hoe je produkt in de Japanse markt zal liggen, wie je voornaamste concurrenten zijn, wie jou hetbest kan helpen om jouw produkt te introduceren. Er zijn allerlei instanties die daarin een bemiddelende rol spe len. Als je dat eenmaal achter de rug hebt en je hebt een gesprekspartner gevonden, dan is het een kwestie van voorzichtig de voordelen aftasten xiie er weder zijds aan de transactie zijn verbonden. En dan kun je wellicht na enige tijd beginnen met exporteren". Is het zinvol 'smeergeld' te betalen zoals in veel andere Aziatische landen? „Nee", zegt Stam pertinent, „daar is men in Japan niet gevoelig voor. Integendeel, daar stoot je Japan ners mee af. Wel moet je veel geld steken in het op bouwen van relaties. De ontvangst van Japanse mana gers bijvoorbeeld kun je niet afdoen met een eenvou dig etentje. Je moet hen echt fêteren. Daar gaat veel meer geld in zitten dan je ooit met een bedrag ineens (aan steekpenningen) zou kunnen bewerkstelligen". Verse bloemen bij het Indisch Monument in Den Haag benadrukken elke dag Nederlands-Indië nooit vergeten mogen worden. f de slachtoffers van de Japanse bezetting in FOTO: STEPHEN EVENHUIS denken, meende dat dit land zodoende het mes op de keel was gezet", aldus Klein. De Leidse hoogleraar is wel bereid te er kennen dat later onder Nippons vlag strafbare oorlogsmisdaden zijn begaan en dat de slachtoffers daarvan schade loosstelling verdienen. „Wat dit betreft zijn echter eerder (in de jaren vijftig) re gelingen getroffen. Het lijkt uitgesloten dat Japan daarop nog zal terugkomen, daar het in redelijkheid kan beweren aan zijn verplichtingen uit dien hoofde te hebben voldaan". Blijft over, aldus Klein, de mogelijkheid „de kwestie van de schuldvraag te gooi en over de boeg van moraal en ethiek". En naar de mening van de professor doen wij Nederlanders dat dan ook met bijna „ziekelijke ijver". Japan moet en zal alsnog betalen, in de vorm van zowel een openbare spijtbetuiging als het neer tellen van klinkende munt. Klein kijkt er hoofdschuddend naar. „Men behoeft geen groot kenner van de Japanse ge schiedenis te zijn om te zien dat de kans op een Japanse schuldbekentenis in deze zin praktisch nihil is. Daarmee zou Ja pan namelijk zijn identiteit öf wat het daaronder belieft te verstaan op het spel zetten". De Leidse hoogleraar conclu deert: „De Nederlandse mug kan de Ja panse leeuw wel prikken maar niet dwingen". Irriteren En toch maakt Klein zich ongerust. Een mug kan namelijk nog meer dan prik ken; hij kan irriteren, met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor de Ne derlands-Japanse betrekkingen. En daar van zouden alle Nederlanders de dupe worden, meent de hoogleraar, wijzend op het internationale gewicht van Japan. Nederlandse staatsburgers mogen, vindt Klein, van hun regering verwachten dat die haar besluitvorming baseert op rede lijke afwegingen. Daarom noemt hij het onbegrijpelijk dat de Nederlandse rege ring in dit geval - althans naar zijn me ning - niet verder heeft gekeken dan haar neus lang is. „Zou premier Lubbers echt over zulke slechte adviseurs be schikken dat zij hem niet duidelijk heb ben gemaakt dat een beroep op Japan om het oorlogsleed van buitenstaanders met spijt en pecunia te vergoeden, in Tokyo en omstreken uiterst beleefd zal worden afgedaan als smakeloze hufterig- heid?" DEN HAAG - Ter gelegenheid van het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Japan reist ook minister An- driessen (economische zaken) naar dat land. Hij brengt een groep mee van 33 topondernemers, afkom stig uit alle sectoren van het Nederlandse bedrijfs leven. Deze economische missie, die onder leiding staat van VNO-voorzitter Rinnooy Kan, zal van 21 tot en met 24 oktober gesprekken voeren met Japanse politici, topambtenaren en ondernemers. Ook gaan er een agrarische missie en een groep van middelgrote onder nemers naar Tokyo. Doel van deze koortsachtige activiteit is uiteraard het bevorderen van de Nederlandse handel met Japan. De Japanoloog prof. Stam, verbonden aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam, legt uit waarom: „Wij doen zaken met Japan maar niet in de mate waarin we dat zouden kunnen doen. Er vloeit een reusachtige stroom goederen vanuit Japan naar Nederland, maar omge keerd is die stroom beperkt. De grote Nederlandse be drijven zijn allemaal wel in Japan aanwezig, maar de middelgrote en kleine bedrijven zijn overwegend afwe zig. Die hebben Japan nog niet ontdekt". Staat Japan wel voldoende open voor Nederlandse pro dukten?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25