„Met gevoelens
van adoptie
ouders mag je
niet sjoemelen"
Aanvraag tot Nederlandse registratie DDI
BINNENLAND
Ccidóc Gotwant
Wereldkinderen: geval Velema uitzondering
De organisatie Wereldkinderen wil bij monde
van directeur Hendriks niet inhoudelijk reage
ren op de beschuldigingen van Gerry Velema
aan het adres van de organisatie omdat „het mij
te ver gaat om een privé-bemiddeling uit de
doeken te doen". In z'n algemeenheid zegt
Hendriks: ..Het is verschrikkelijk voor de men
sen die het betreft, maar het geval van de fami
lie Velema is een incidenteel voorkomende uit
zondering. Wij doen wat we kunnen op basis
van de gegevens die we krijgen uit het land
waar het kind vandaan komt en als onze ver
trouwensarts twijfelt, vraagt hij extra rapporta
ge op We kunnen echter geen honderd procent
garantie geven en dat vertellen we de ouders
ook bij voorbaat: dat er medische en psychische
risico's zijn. Gegeven de huidige stand van za
ken is dat echter niet te voorkomen".
De vereniging LOGA (Landelijke Oudervere
niging Gezinsproblematiek Adoptie) kent de
kwestie Tiago. Landelijk contactpersoon me
vrouw A. Tempelman zegt dat het geen op
zichzelf staand geval is. „Het gebeurt nogal
eens dat een kind met geestelijke afwijkingen
Nederland binnenkomt. Tiago is bijzonder goed
terecht gekomen, maar het kan ook heel anders
gaan. Andere ouders of huwelijken zijn niet be
stand tegen een dergelijk grote opdracht".
De vereniging pleit voor een andere standaard
procedure bij de beoordeling van adoptiekinde
ren. „Er zou voor alle kinderen een onafhanke
lijke keuring moeten plaats hebben, zowel fy
siek als psychisch en ouders zouden de volledi
ge rapporten ter inzage moeten krijgen. Ik zeg
met nadruk onafhankelijk, zodat je kunt voor
komen dat artsen in het donorland al bij voor
baat met een bepaalde blik naar de kinderen
kijken
Hendriks van Wereldkinderen: „Een onafhan
kelijk fysiek en psychisch onderzoek zou ik
toejuichen, maar het is in de praktijk niet haal
baar. Als je onze artsen daar naartoe stuurt
voor een onderzoek wordt adoptie onbetaalbaar
en de medische wetenschap in die landen is nog
niet op een zodanig peil dat zo'n onafhankelijk
onderzoek keiharde garanties zou kunnen ge-
'Vragen om andermans problemen heet het boek
waarin Gerry Velema haar ervaringen met adoptie be
schrijft. Centraal daarin staat hun nu 8-jarige Brazili
aanse adoptiezoon Tiago. Ze vertelt hoe de wens een
kind te adopteren groeide, hoe ze zich verheugden op
de komst van Tiago, maar hoe hun plannen en ver
wachtingen al snel de grond werden ingeboord toen
Tiago een jongetje met een onverwachte veelheid aan
geestelijke en lichamelijke handicaps bleek te zijn.
Haar boek is enerzijds de weergave van haar persoon
lijke ervaringen, anderzijds een aanklacht tegen de or
ganisatie Wereldkinderen, die volgens haar duidelijk
nalatig is geweest en haar in de kou liet staan toen
bleek dat er met Tiago van alles mis was.
Idoor
FRANSISCA MULLER
EEFDE Juli 1989. Op
Schiphol wacht het Eefdese
gezin Velema (moeder Gerry -
huisvrouw en fervent schrijf
ster - kandidaat-notaris Wim
en de kinderen Melle, Anne
en Floortje) vol spanning op
de komst van een nieuwe loot
aan hun gezinstak: het Brazili
aanse weesje Tiago. Na viere
neenhalf jaar wachten werd
hun Tiago toegewezen. Gerry's
eerste reactie in de aankoms
thal bij het zien van Tiago is
er één van schrik: is dit kind
wel in orde?
„Ik dacht: o jee, dit is niet
goed. De manier waarop hij uit
zijn ogen keek, zo'n vreemde
blik Maar direct daarna be
dacht ik twee dingen: volgens
de Nederlandse wet mógen he
lemaal geen verstandelijk ge
handicapte kinderen geadop
teerd worden. En tegen mezelf
zei ik boos: „Nou Gerry, kun je
niet wat spontaner reageren?"
Nu, ruim twee jaar later, weet
ze wel beter. Haar gevoel had
haar destijds niet bedrogen.
Een eindeloze tocht langs in
stellingen en deskundigen
leerde haar en haar man Wim
dat Tiago kampt met een reeks
geestelijke en lichamelijke
handicaps die het de Velema's
niet mogelijk maakt hem per
manent in hun gezin te laten
verblijven.
Weliswaar was tevoren be
kendgemaakt dat Tiago een
lichte gehoorstoornis had,
maar de bemiddelende organi
satie Wereldkinderen had
Gerry en haar man verzekerd
dat hij geen achterstand in zijn
intelligentie had.
De hoop dat Tiago ooit zelf
standig door het leven kan
gaan, hebben Gerry en haar
man opgegeven. Evenals de
hoop dat Wereldkinderen uit
eigener beweging zal erken
nen dat de gevoerde procedure
rond Tiago's adoptie onzorg
vuldig is geweest.
Afwijkingen
De wens een kind te adopte
ren werd destijds - begin jaren
tachtig - na twee miskramen
concreet. De eerste grote stap
in het proces zetten Gerry en
Wim in 1984: principetoestem
ming vragen van het ministe
rie van justitie. En zo kwamen
ze terecht in de ambtelijke
molen. Te beginnen met een
wachttijd, een soort bezinning,
die normaal een jaar duurt,
maar in het geval van de Ve
lema's werd verlengd met een
jaar omdat ze in de tussentijd
toch verblijd werden met de
komst van een derde kind.
Nadat Wim en Gerry het be
middelingsbureau Wereldkin
deren in de arm hadden geno
men, werden zij geconfron
teerd met een formulier waar
in de vraag stond of ze bereid
waren een kind met een licha
melijke handicap op te nemen.
„Dat bleek te gaan om lichte
lichamelijke afwijkingen, zoals
scheel zien, een hazelip,
klompvoetjes, of oor- of oog
problemen. Zeg maar proble
men die met onze Nederlandse
medische zorg te verhelpen
zouden zijn of in elk geval
geen onoverkomelijke proble
men bij het functioneren zou
den opleveren. Dat is ook een
eis die de Nederlandse over
heid stelt. Die vraagt om een
medische verklaring waaruit
blijkt dat het kind geen lang
durige lichamelijke of geeste
lijke ziekte of afwijking
heeft", aldus Gerry.
„Wij hebben in antwoord op
die vraag gezegd dat we het
niet erg vonden als er een
klein lichamelijk probleem bij
zou komen, maar we vonden
wel dat het een normaal
schoolkind moest zijn. Dat
was, voor zover we het kon
den beoordelen, de grens van
onze mogelijkheden. Ik vond
dat we een zwaar gehandicapt
kind er niet bij konden heb
ben in ons gezin. Een gezond
kind is al een hele onderne
ming. Je kunt zo'n kind niet
vergelijken met een Neder
lands kind. Vaak is er sprake
van verwaarlozing, ondervoe
ding. Allemaal dingen die het
al extra moeilijk maken".
Kater
Met een telefoontje van We
reldkinderen kwam de adoptie
snelling. „We hebben voor jul
lie een jongetje van vijf uit
Brazilië met gehoorproble
men", luidde de boodschap.
„Ze wisten niet hoe erg het
was. Dat hadden ze wel
moeten weten, want het is
beel ingrijpend als een kind
echt zeer slechthorend is. Uit
eindelijk hebben ze dat wel
uitgezocht, maar toen waren
we al weer heel wat stappen
verder in het proces.
Op het moment dat ze na zo
lang wachten bellen met de
mededeling dat er een kind
voor je is, moet je als ouders
heel wat zelfbescherming heb
ben om te kunnen zeggen: we
doen het toch maar niet. Ge
voelsmatig kun je er een enor
me kater aan overhouden als
je op zo'n moment nee zegt".
Na het eerste telefoontje komt
intensief contact met Wereld-
kinderen op gang. Ook over
de aard van Tiago's gehoor
problemen. Hij wordt op initi
atief van de vertrouwensarts
van Wereldkinderen opnieuw
op zijn gehoorproblemen on
derzocht door een KNO-arts,
want misschien is het erger
dan werd aangenomen.
Gerry zelf wordt door de ver
warrende berichten over Tia
go's gehoor heen en weer ge
slingerd door haar gevoelens.
In haar boek schrijft ze: „Je
kind hoort slechter dan werd
verwacht, okay, laat het daar
dan maar blijven. God, wat
een mentaliteit, consumptie
mentaliteit. Dus we vragen om
nog meer problemen. Nou en?
Mag dat?"
SUSKE EN WISKE "TAZUUR EN TAZIJN"
UlsiMBiimu/1 tiomn
D£ twonin 6tsmi oi
SP/wmno wn boord
mn dl "Sim"is tl sn'j-
din in ris hit ulvini
nonim ts r/W61brok£H
simnin oi mi oumo-
ren nn mil krrcht
vtomirr
AIDSREMMER AL TOEGELATEN OP CANADESE EN AMERIKAANSE MARKT
UTRECHT Het College
ter Beoordeling van Ge
neesmiddelen buigt zich
over mogelijke registratie
van de aids-remmer DDI.
Fabrikant Bristol-Myers
heeft daartoe een aan
vraag ingediend, zo heeft
een woordvoerder van het
bedrijf bevestigd. DDI (di-
deoxy-inosine) is deze
week op de Canadese en
Amerikaanse markt toe
gelaten. Een besluit over
de registratie valt pas over
enkele maanden.
DDI is net als AZT - de eni
ge tot nu toe geregistreerde
behandeling - een middel dat
het virus in zijn ontwikke
ling afremt. Het zijn een
soort fopmoleculen die zich
inbouwen in het erfelijk ma
teriaal DNA van het virus en
de verdere aanmaak van
DNA stoppen. DDI en AZT
zijn dus geen geneesmidde
len.
Advies
Een woordvoerder van Bris
tol-Myers zei dat een Euro
pese registratie is aange
vraagd. De lidstaten zullen
daarover een advies uitbren
gen waarbij Frankrijk als
rapporteur optreedt. Een
aantal landen werkt sinds
ongeveer twee jaar samen in
een onderzoek naar DDI:
Frankrijk, Engeland, Austra
lië en Nederland. Bekeken
wordt welke dosis uiteinde
lijk het beste effect heeft.
DDI kent namelijk ernstige
bijwerkingen zoals onstekin-'
gen van de alvleesklier en
van de zenuwen. Volgens in
ternist J. Lange van het Na
tionaal Aids Therapie en
Evaluatiecentrum (NATEC)
dat de onderzoeken in de
vijftien Nederlandse zieken
huizen coördineert, zullen de
eerste resultaten uit de deel
nemende landen begin vol
gend jaar worden gebundeld.
Nu is nog niets te zeggen
over het Nederlandse onder
zoek onder ruim 180 patiën
ten, behalve dat er inderdaad
soms ernstige bijwerkingen
optreden.
Binnenkort wordt ook be
gonnen met experimenteel
toedienen van een combina
tie van AZT en DDI. Al ja
ren stellen allerlei aids-des-
kundigen dat een mogelijk
geneesmiddel vermoedelijk
in dergelijke combinatie-the
rapieën moet worden ge
zocht.
Consultatielijn
De huisartsen zijn over het
algemeen bekend met het
bestaan van de juist voor
hun bedoelde aids-consulta-
tielijn. Deze lijn biedt sinds
1988 huisartsen de mogelijk
heid een ervaren college te
consulteren over allerlei pro
blemen rond aids. Jaarlijks
bellen ongeveer 150 huisart
sen, vooral uit de grote ste
den. De resultaten van een
onderzoek naar de consulta
tielijn staan in het artsenblad
Medisch Contact.
De consultatielijn valt ond(
de activiteiten van de Stiel
ting Aanvullende Dienstvei
lening. Drie huisartsen
op werkdagen bereikbai
voor allerlei vragen
lega's over aids. In driek
van de gevallen betreft
vraag een patiënt uit
praktijk. Bijna 90 proci
van de bellers is huisarts,
rest werkt vooral
telijke gezondheidszorg en
de GGD'
JQN96'
Opvallend is dat er vorig ja» bim
10 procent minder consult!
ties van buiten de Randsta
plaatsvonden. Deze dalifl
lijkt in tegenspraak met ging
Tiago komt dus, en wel in juli
1989 Op viereneenhalf-jarige
leeftijd was hij door de politie
als alcoholist van de straat ge
plukt. Gerry over die eerste
verwarrende dagen na zijn
aankomst: „Hij was druk, hy
peractief, impulsief, chao
tisch". In één woord: een wer
velwind. Een jongetje dat al
tijd druk is, maar wiens aan
dacht nooit langer dan één of
twee seconden gevangen kan
worden. Behalve de vreugde
dat Tiago kennelijk een le
venslustig ventje was, kregen
Gerry en haar man al snel het
gevoel dat niet met hem te
communiceren viel. Spreken
deed hij niet of nauwelijks,
ook niet in zijn moedertaal.
Voor vermaningen leek hij
niet vatbaar. Hij ging z'n eigen
gang en maalde niet om de
consequenties van zijn gedrag.
„Hij was onbereikbaar en on
bestuurbaar voor ons. Hij leef
de in z'n eigen wereldje. Tja,
en dan moet je waarmaken
wat je je met adoptie had voor
genomen: je energie, vrije tijd.,
je kracht geven voor een kind.
Nou, dat werd voor ons wel de
praktijk, ja. Met Tiago in huis
betekende het dat alle aan
dacht, alle energie naar hem
ging"-
Het groeide Gerry langzamer
hand boven het hoofd, vooral
omdat Tiago zich enorm aan
haar ging hechten. „Ik kon
geen stap verzetten zonder dat
hij achter me aan kwam. Hij
vroeg al mijn aandacht, hij
kon nooit zelfstandig spelen.
Niet alleen de andere kinde
ren kwamen in de knel, maar
ikzelf ook. Ik kon me hem he
lemaal niet op de kleuter
school voorstellen. Maar ieder
een om ons heen was vol goe
de moed: „Let maar op, het is
gewoon de overgang, als hij
een beetje gewend is, dan gaat
het snel beter". En daar klamp
je je dan maar weer aan vast".
Moedwillig
Al snel na Tiago's intrede in
het gezin besluiten Gerry en
haar man deskundigen in te
schakelen Onderwijl gaat het
mis op de basisschool in Eefde:
de onderwijzeres loopt al na
drie dagen stuk op zijn onver
mogen om te luisteren en zijn
'slechte motoriek. Bovendien
zijn de andere kinderen bang
van zijn drieste gedrag. Ze
denkt dat hij bijzonder onder
wijs nodig heeft; in de tussen
tijd worden contacten gelegd
met het kinderdagverblijf voor
geestelijk gehandicapten De
Speeldoos, waar Tiago naartoe
kan.
Gerry: „We hadden het idee
dat er geestelijk wat aan de
hand was en ik wilde nu ook
echt weten wat. De kinderarts
die we raadpleegden consta
teerde met het blote oog dat
Tiago een te kleine schedel
heeft en dat je op basis daar
van eigenlijk niet mocht ver
wachten dat er niet iets aan de
hand was. Iets dat, zo hebben
we achteraf gezien, ook al
eerder geconstateerd had kun
nen worden, omdat in Brazilië
destijds ook zijn schedelom-
vang is gemeten. Uit het dos
sier blijkt dat zijn schedelom-
vang op5-jarige leeftijd 47
centimeter was, terwijl in Ne
derland 50 centimeter bij een
éénjarige normaal is".
„Bovendien is in Brazilië ook
een CT-scan gemaakt waarop
dat gegeven is vermeld. Maar
niemand, ook de vertrouwens
arts van Wereldkinderen die
de medische rapporten beoor
deelt, heeft er toen conclusies
uit getrokken. De kinderarts
was confronterend, maar daar
zijn we achteraf dankbaar
voor. Hij zei dat we er maar
rekening mee moesten houden
dat Tiago nooit zelfstandig zou
worden. En ja, toen werd het
wel heel donker voor ons...
Nog geen drie maanden nadat
hij bij ons was gekomen".
Aan de kinderarts stellen ze
ook de vraag die zich bij hen
opdringt na het aanhoren van
zijn bevindingen: hoe is het
mogelijk dat een Nederlandse
arts meteen kan constateren
dat er iets aan de hand is, ter
wijl Tiago in Brazilië ook door
verschillende artsen was beke
ken? In haar boek beschrijft
Gerry het verbijsterende ant
woord van de kinderarts: „Dr.
Sanders keek ons scherp aan
over zijn bril: Hij is hier toch
beter af dan in Brazilië? Dat
weten de artsen daar ook. Ze
hebben het moedwillig onder
zijn slechthorendheid kunnen
camoufleren. Wel gezien maar
niet genoemd. Je hoort mij
niet zeggen dat het met Tiago
zo gegaan is, maar dit is niet
het eerste adoptiekind dat in
mijn praktijk komt. Ik heb het
meer gezien!"
Aandacht
De keiharde conclusie van de
kinderarts betekent voor Wim
en Gerry Velema dat hun illu
sies in duigen vallen. Tiago
verblijft nu in een instituut
voor doven in het Brabantse
St. Michielsgestel. „Vrijdag
middag komt hij thuis en
maandag wordt hij weer opge
haald", zegt Gerry. Een situa
tie waar het gezin mee heeft
leren leven. Dat ze er vrede
mee heeft wil Gerry niet be
weren. „Ik ben blij dat hij goe
de hulp heeft en leert zijn ei
gen mogelijkheden te gebrui
ken. Wat dat betreft staan we
er helemaal achter, de kinde
ren ook. Maar het is niet ge
makkelijk en dat zal het ook
nooit worden".
Ze heeft in de tijd dat Tiago in
St. Michielsgestel verblijft wel
vooruitgang in hem opge
merkt. „Hij is innerlijk een
beetje ouder geworden, hij
ontwikkelt zich enigszins.
Doordat hij elke dag logopedie
krijgt, kan hij nu iets beter
duidelijk maken wat hij wil.
Hij spreekt gebrekkig, maar
het wordt wel steeds beter. Als
je langzaam, duidelijk en heel
eenvoudig tegen hem spreekt,
kan hij je begrijpen.
Ze hebben er in dat instituut
een heel jaar voor nodig gehad
om uit te zoeken wat zijn ni
veau is. Met zijn acht jaar
blijkt hij nu op het niveau van
een drieëneenhalf-jarig kind
te zitten. Nu kunnen ze hem
op zijn niveau afgestemd on
derwijs geven. In het weekein
de, als hij er is, proberen we
als gezin wat gezelliger dingen
te gaan doen. Daar nemen we
dan ook echt de tijd voor. Ik
hoef nu niet meer bang te zijn
dat de andere kinderen te kort
komen door Tiago. Doorde
weeks kunnen we weer ge
woon die aandacht geven aan
de andere kinderen die ze no
dig hebben".
Ondanks het feit dat Tiago nu
alle zorg en hulp krijgt die hij
nodig heeft, blijven bij Gerry
en haar man de (gewetens
vragen, de twijfels. De kater,
de teleurstelling en ontevre
denheid ovei hoe het allemaal
is gegaan.
„Wat er is gebeurd, is voor ons
als ouders ontzettend ambiva
lent. Enerzijds weet je dat
straatkinderen daar in Brazilië
afgemaakt worden voor hun
organen, en denk je: wat zou
er met Tiago gebeurd zijn als
hij niet geadopteerd was? Zo
lang hij in het kinderhuis zat
misschien niets, maar hij zou
later ook op straat terecht zijn
gekomen. Nu is hij hier en kan
geholpen worden. Daar ben ik
blij om, laat daar geen misver
stand over bestaan. Tiago is
geholpen dank zij deze adop
tie.
Aan de andere kant moet een
organisatie die bemiddelt bij
adoptie zo goed mogelijk om
gaan met adoptie-ouders en
hun wensen. Grenzen die ou
ders stellen aan hun eigen mo
gelijkheden moeten geëerbie
digd worden. Als bemiddelen
de organisatie moet je niet al
leen kijken naar de vraag of je
een kind ergens kunt onder
brengen, maar ook of een aan
gemeld gezin geschikt is voor
dat kind. En dat heeft weer al
les te maken met de grenzen
die de ouders zélf hebben aan
gegeven. Ik heb de indruk dat
Wereldkinderen aan dat as
pect te weinig aandacht heeft
besteed. Met de gevoelens, mo
tivatie en mogelijkheden van
adoptieouders mag je niet sjoe
melen.
Voordat hij naar Nederland
kwam, is Tiago bovendien
tweeëneenhalve maand bij een
Nederlands contactpersoon
van Wereldkinderen in Brazi
lië in huis geweest, waar hij
hetzelfde gedrag heeft ver
toond als toen hij bij ons
kwam. Dat had de mensen aan
het denken moeten zetten".
Aansprakelijkheid
Pogingen om met Wereldkin
deren te praten over de kwes
tie leidden tot niets. Daarop
besloot het echtpaar per brief
i j 4 itten n;
opheldering te vragen ^oel
de organisatie aan te sprei L
op hun aansprakelijkheid "^en
reldkinderen voelde zichi
verantwoord! 1!
bleek uit een brief die
maanden later arriveerde
recteur Hendriks stelt da
„Ik vind het heel erg dat 6 "Jke
ander zo heeft kunnen 'l8er
pen dat Tiago in uw gezn ien wel
geplaatst terwijl uiteindelijk gerings,
terechte vraag gesteld
worden of hij überhaupt
uit,
Gerry; „Maar vervolgens le 106 c*oc
hij de fout bij
bij Wereldkinderen. Wij
den zo aangedrongen hi
op een tweede set
gegevens over Tiag.
naar ons gestuurd is in
van naar de vertrouwen* ':!1
van Wereldkinderen,
komt er op neer dat het
eigen schuld is, want als 'an§
vertrouwensarts die gegev 111016
had gekregen in plaats Kr u
wij, was de procedure i f>ehev
schien in die zin anders gfcr.£
pen dat Tiago dan niet aam
zou zijn toegewezen". „Onzi
concludeert ze. Weliswaar i lc'1 A
den ze zelf ook graag de mi [l ëebl
sche gegevens ontvang pker
maar het was niet hun bed
ling die naar hen te laten sp"
trouwensarts. „Bovendien:
bestaan toch ook kopii
raten?"
dat
Gerry's wrange conclusie
dat Wereldkinderen hen in ie
kou heeft laten staan
het bepaald niet dank zij
deze organisatie raat",
dat Tiago nu toch goed om
dak is. „Begrijp me goed: fvers<
t dit boek niet zegj jen
dat niemand meer in zee m<
Wereldkinder
maar ik wil wel laten z:
er óók kan gebeuren".
Wat de toekomst vooi
nog zal brengen is en blijft)
zeker. „Van de week ben Vd
nog bij hem op bezoek gewe
en hij was ineens heel andf
dan anders. Helemaal ovi >AJ)U
stuur was hij toen ik weggil
Hij begint zich nu een beetje
realiseren dat hij anders is, naer
begint een beetje wakker rapen
worden Maar naarmate 11. An
zich verder ontwikkelt, zulli elikw
zorgen komen". »aard
vonde
nflict
Gerry Velema met adoptiezoon Tiago, die na zijn komst meervoudig gehandicapt bleek,
gebruiken. Maar het is niet gemakkelijk en dat zal het ook nooit worden".
„Ik ben blij dat hij goede hulp heeft en leert zijn eigen mogelijkheden
FOTO: ANDRÉ VELDHUIS j[
ichail
ont'
ZATERDAG 12 OKTOBER 199