„Die rolstoel hoort bij mij" Berdien Stenberg vol van Japan IE KOOS ALBERTS BRENGT MEMOIRES UIT CeidócSouAOtit HIERDEN - Fans hadden het hem al vaak gevraagd: wanneer zet jij je memoires eens op papier? Ze kun nen nu tevreden zijn. In 'Vechten voor geluk' beschrijft de voormali ge bouwvakker hoe hij opgroeide in de Jordaan, als 7-jarig jochie al stond te zingen in de kroeg, hoe zijn leven veranderde nadat hij eind '84 bijna vanuit het niets één van 's lands populairste zangers in het smartlap-genre werd, en hoe hij zich na zijn tragische auto-ongeluk in '88 toch weer een weg omhoog worstelde. Alberts' levensverhaal is opgetekend door schrijver Eddy van Liempt, die hij enkele jaren geleden ontmoette. In een groot aantal wekelijkse sessies met Van Liempt in huize Alberts, diepte de zan ger - bijgestaan door zijn vrouw Joke - tal van herinneringen op, die de basis vormden voor het boek. „Ik had nooit iets op papier bijgehouden, ik heb het puur op m'n geheugen gedaan. Dat is heel goed, gelukkig. Ik kan mij, ook uit mijn hele vroege jeugd, veel dingen her inneren: En als je er zo over aan het pra ten bent, komt er weer van alles boven". Je 'hele leven' toevertrouwen aan een ander was moeilijker dan het aanvanke lijk leek. Echtgenote Joke: „Koos is heel emotioneel, en je moet wel iemand kun nen vinden die dat ook schriftelijk goed kan overbrengen. Die bijeenkomsten waren in het begin heel leuk, we hebben vreselijk zitten lachen. Tot het moment dat we het over het ongeluk gingen heb ben. Het was voor ons heel moeilijk om dat te vertellen. Je beleeft het dan op nieuw, terwijl je er eigenlijk helemaal niet meer over wilt praten". Roddels Aandacht is er in het boek ook voor de continue stroom van roddels en geruch- laire zanger als iedere 'openbare' figuur mee te maken heeft. Voor de roddelpers werd hij extra interessant toen zijn leven in '87 die dramatische wending nam. „Er doen altijd bepaalde verhalen de ronde. In het boek heb ik één voorbeeld beschreven. Iemand die een interview met ons had en vervolgens een verhaal uit zijn duim zoog. Die hoeft dus ook niet meer bij ons aan te komen". Koos heeft het welbewust bij één voor beeld gelaten, hoewel hij diep in z'n hart wel eens een echt boekje open had wil len doen over dit soort praktijken. „Mis schien dat ik er nog eens uitgebreid op in ga als het is gebeurd met m'n carrière. Nu kan ik dat nog niet doen. Maar ik trek mij dat soort dingen aan. De dag na mijn ongeluk bijvoorbeeld, stond er al een kop in één van de kranten: 'Moet Koos zijn villa verkopen?' Terwijl ik zo'n beetje op sterven lag. Dat vond ik vreselijk". Joke: „Koos is erg bezig met zulke din gen. Ik ben daar wat lakonieker in. Als hij bijvoorbeeld hoort dat iemand iets over hem heeft gezegd dat niet waar is, belt hij diegene ook gelijk op. Hij is erg recht-door-zee". Verlaten Vanaf eind deze maand gaat Alberts weer op tournee. De start is op 28 okto ber in Utrecht. Begin volgend jaar hoopt hij de concertserie - net als vorige ja ren - af te sluiten in het Concertgebouw in Amsterdam. Anderhalve maand gele den werd zijn nieuwe geluidsdrager 'Zo lang je van geluk kunt dromen' uitge bracht. „Ik heb nu een andere producer en tekstschrijver. Zelf vind ik het qua muziek één van de mooiste die ik heb gemaakt". Joke: „Dat klopt ja, vroeger zong je al tijd over verlaten worden en dergelijke. Nu gaat het meer om de dingen waar je blij mee kunt zijn". Een uitzondering daarop vormt de nieu we single 'Nee, geen mens zal ooit m'n tranen zien'. „In dat nummer zing ik over de pijn die ik heb. Als vrienden of kennissen mij bellen, vragen ze altijd: 'hoe gaat het?' Dan zeg ik: 'het gaat wel', maar het gaat eigenlijk nooit. Ik heb al tijd pijn. Daar gaat dat liedje over. Als ik het aan het zingen ben, huil ik in me zelf. Het heeft echt betrekking op mij". Het feit dat Alberts geen dag zonder pijn is, maakt zijn handicap tot een extra zware. „Het is een brandende pijn tot aan de dwarslaesie. Om niet aan die pijn te denken moet ik altijd bezig zijn". Vechtlust De zanger verbaasde destijds iedereen met z'n wonderbaarlijk snelle herstel en grote doorzettingsvermogen na het onge val. Al tijdens z'n revalidatie begon hij weer plannen te maken voor het opne men van nieuwe nummers. De muziek, de fans, de niet-aflatende steun van zijn gezin en vrienden zorgden ervoor dat hij verder wilde in het leven. Wat niet weg neemt dat het hem niet altijd meevalt de zonzijde te blijven zien. „In het begin heb ik weieens gedacht: was ik maar dood. Maar dan zag ik Joke naast m'n bed zitten en dacht ik: je hebt haar en de kinderen toch nog... Ik heb altijd vecht lust gehad, ben altijd hard bezig geweest. Ik ben gewend om te knokken". Joke: „Die instelling heeft hem er bo venop geholpen. Begin 1988 kon hij nog geen twee woorden zeggen en als je 'm nu hoort zingen... Terwijl de helft van z'n ademhalingsspieren niet meer werkt en een van z'n stembanden stilstaat. Met zingen gaat hij nog steeds vooruit. Dat is denk ik toch een vorm van conditie". Ook nu nog staat Koos soms op het punt de pijp aan Maarten te geven. „Ik zeg weieens tegen Joke: laat mij maar lekker in bed liggen. Dan wil ik al die toestanden niet meer, dan wordt het al lemaal teveel: de pijn, het niet meer kunnen lopen, niet meer de dingen kun nen doen die je wilt... Maar dan zegt Joke: 'kom op, eruit, je mag niet blijven liggen', en ach, als je dan eenmaal bezig bent, gaat het ook wel weer". Zijn echtgenote, altijd goed voor tegen gas wanneer zijn woorden té somber gaan klinken: „Tuurlijk zijn er dagen dat het minder gaat, daar hebben we allebei last van. Maar altijd zijn er weer dingen die maken dat je doorgaat. Het hangt van jezelf, je eigen instelling af. Je moet kijken naar de dingen die nog wél kun nen. En als je bij optredens ziet hoe leuk het gaat, hoe enthousiast de mensen zijn, dan mag je daar heel dankbaar voor zijn. Als hij bij wijze van spreken op zou moeten treden voor twintig man, zou hij acuut stoppen. Dat het goed gaat, helpt je verder". Koos, peinzend: „Eigenlijk heb ik alles wat m'n hartje begeert. Ik heb geluk ge had. Stel dat je zoiets overkomt terwijl je driehoog in Amsterdam woont. Zo zijn er ook duizenden mensen. Die moeten hun hand ophouden om geld of aanpassingen in hun huis. Soms moeten mensen noodgedwongen meer dan twee jaar in een tehuis wonen omdat hun huis nog niet is aangepast. Dan denk je: waarom moet dat zo lang duren terwijl zo'n verzorgingsplaats de staat ook vier honderd gulden per dag kost?" Trouw De vaste schare trouwe fans draagt Al berts nog steeds op handen. Dat bewe zen ze al door middel van de verkoop cijfers van de eerste plaat na zijn onge luk. Die kwam driekwart jaar na de noodlottige oktoberdag in '87 uit, toen hij nog volop met zijn revalidatie bezig was. En ze blijven hem trouw, weet Al berts: „Soms, als ik naar Groningen moet, komen ze daar naar toe vanuit Amsterdam of Rotterdam. En als ik meerdere optredens op een avond heb, reizen ze mee van de ene naar de andere plaats. Sommige ouders geven hun baby al op als lid van de fanclub. Vandaar dus dat ik kan zeggen dat ik fans van twee maanden oud heb. Brieven krijg ik ook heel veel, zoals van ouders wiens dochtertje niet meer wilde eten. Die vroegen mij of ik daar niet iets aan kon doen. Nou, dan bel je zo'n meisje op en zeg je dat het niet goed is wat ze doet. En dan gaat ze weer eten. Da's leuk toch?" Medelijden is een woord dat Alberts niet wil horen. „Wat ik zelf kan doen, doe ik zelf. Daar hoeft niemand me bij te hel pen. Ik heb heel veel vrienden en ken nissen die altijd voor mij klaar staan. Dat is heel leuk, maar ik zeg altijd tegen Koos Alberts (met zijn vrouw Joke): „Ik heb altijd pijn. Het is een brandende piyicijnen aan de dwarslaesie". ze: 'dat kan ik best, laat mij m'n gang maar gaan'. Ze hoeven m'n rolstoel niet te duwen, hoeven me niet in de auto te helpen. In het begin als ik op televisie kwam, zat ik ook altijd achter een tafel tje. Op een gegeven moment heb ik Met 1 zegd; dat wil ik niet meer. Ik zit in Does rolstoel en dat mogen de mensen 2 scher Dat moet ook, want die rolstoel, heeft hoort nu gewoon bij mij". dat er medic Jzogenc |(FTO) genwo 'Genei ioverhf wordt wie hi. geven „Een j dicijnt je als hoek ben beland? Op die vraag kon] komt. steevast met een wedervraag. Wat ding i< copimercieel? Als een platenmaatsch Ven v pij dat van te voren zou weten brachl maak1 alleen nog maar gouden platen op z0 g0< markt. Ik moet er altijd een beetje ijn éi lachen. Het blijkt gewoon dat n" smaak door veel andere mensen wo^HH gedeeld. En da's heel prettig". „Ik moet mij ook niet met andere s- len, zoals jazz, bezighouden. Die tim heb ik niet. Schoenmaker houd je bij leest, denk ik dan maar. Als ik jazz g spelen, zou dat al gauw ongeloofwaai en belachelijk klinken. Ik ben roirt tisch en een vrij oprechte persoon, kan geen dingen vertellen, die niet w zijn en ik moet er achter staan. Met doe muziek is dat hetzelfde". JAt' De totale speeltijd van 'Made in Jap is een uur. Er staan maar liefst zest a pf stukken op, die poëtische titels dra als 'Maanlicht boven het oude kastj n en 'Lied van de zee'. Stuk voor stuk uitsr strumentaal vertolkte gedichtjes. Ori Niet kend mag dan vaak onbemind mak de Berdien verwacht veel van de plaat. en 0 denk dat de mensen blij verrast zul zijn". den', Uiteraard zullen de Japanse volkswij} te p; ook worden opgenomen in het progra dere ma van de tournee, die ze langs de 1 een derlandse theaters maakt; naast stuk! pj^k van Mozart en musical-medleys up 1 'West Side Story' en 'My Fair Lady'. december brengt ze een speciaal kei J^ar „WIL JE JE SCHOENEN UITDOEN? WIJ ZETTEN ONZE KLOMPEN TOCH OOK BUITEN?" AMSTERDAM - Zachte oosterse muziek klinkt door een half open staande deur. Plotseling wordt de stilte verbroken door een vrouwen stem: „Wil je je schoenen uit doen?" Het is als vraag bedoeld, maar het klinkt als een bevel. In een kleine ruimte, gezeten achter een lage tafel verwelkomt Berdien Stenberg (34) in kleermakerszit haar gast. De verbazing opmer kend: „Bij ons in Twente zetten ze de klompen toch ook buiten? In Japan mag je niet met je schoenen op deze matten komen, vandaar". Aha, dat verklaart veel, zo niet alles. Een mens is nooit te oud om wat te le ren en bij een goede algemene ontwikke ling hoort enige kennis van het Japanse cultuurgoed, zal Berdien hebben ge dacht. En daarbij blijft het niet, want in de loop van het gesprek, dat af en toe door een volle mond wat moeizaam ver loopt, geeft ze met zichtbaar plezier tekst en uitleg bij bepaalde culinaire gewoon ten uit het land van de rijzende zon. Fluitiste Berdien Stenberg en haar ge trouwen hebben de zaken energiek aan gepakt. Dat moet gezegd. Ter gelegen heid van haar nieuwe geluidsdrager 'Made in Japan' zijn journalisten van di verse pluimage uitgenodigd naar het Okura-hotel in Amsterdam te komen, waar de ontvangst van de dames en heren geheel in stijl geschiedt. Om de beurt mogen ze aanzitten bij Berdien. „Mannen vegen met dit doekje gezicht en handen voordat ze gaan eten", luidt de volgende levensles. „En dat is sushi, witte kleefrijst met een plakje rauwe vis. Moet je die stokjes voor gebruiken. Nee, niet zo, maar zo", legt Berdien uit, ter wijl ze voordoet tussen welke vingers die moeten worden geplaatst. Even later, het gehaspel voor zich nege rend: „Wat zeg je nu? Ben je nog nooit in een Japans restaurant geweest?" Ongeveinsde verbazing klinkt door. Het verweer sterft weg in een zwak gemom pel. Een plaatselijke Chinees op de hoek van de straat, in een dolle bui een Viet namees, maar een Japanner, nee dat was nog altijd een zee te ver. „Als je, zoals ik, zo vaak in Japan bent geweest, dan wordt het allemaal zo van zelfsprekend", stelt Berdien haar gast enigszins gerust, die onderwijl weer een stuk rauwe vis naar binnen werkt. Intussen komt een vriendelijk ogende en tenger gebouwde Japanse dame langs en vult de lege glazen. „Kijk eens hoe gra cieus die vrouw zich beweegt. Dat ele ment vind je ook terug in hun muziek". Ineens zijn we waar we zijn moeten, want de sessie is natuurlijk niet bedoeld om de Japanse keuken tot het bot toe te ontleden maar om Berdiens nieuwste Berdien Stenberg: „Japanners zijn zeer gastvrij en behulpzaam". boreling aan een nadere analyse te on derwerpen. Opmerkelijk is de keuze van het materiaal. Geen compact disc vol werk van wereldberoemde componisten als Vivaldi, Mozart en Strauss of samen spel met bekende musici als Jaap van Zweden, Richard Clayderman, Tom Parker en James Last, maar een schijf vol onbekende melodieën, dito musici en een arrangeur - Eiichi Oku - bij wiens naam al evenmin bellen gaan rin kelen. Dat vraagt om een verklaring. Verrast Berdien: „Ik ben daar een aantal malen op tournee geweest, heb mij daar open gesteld en verdiept in de Japanse cul tuur. Eén van de grootste verrassingen was dat de muziek zo melodieus, vrien delijk en buigzaam is. En dan bedoel ik niet de traditionele liederen, die in tem pels worden gespeeld, maar de volks- en kinderwijsjes. Ik had werkelijk gedacht dat die veel weg hadden van Chinese muziek, ontoegankelijk en met een inge wikkeld notenschrift. Niet dus". „Na het bewerken van een paar volks wijsjes heb ik die in het repertoire opge nomen. Eerst alleen tijdens de Japanse optredens, maar later ook in Europa. Na afloop van de concerten kwamen er stee vast mensen naar mij toe met de vraag op welke plaat die nummers stonden. Ik moest hen telkens teleurstellen. En zo rijpte het idee om een elpee ermee vol te spelen. Vervolgens ben ik naar m'n pla tenmaatschappij gegaan. Die toonde zich enthousiast, maar stelde wel één voor waarde: de plaat diende met een Japanse arrangeur te worden opgenomen. 'Want' zo redeneerde men, 'als je er een Euro peaan op zet, dan verliest het project aan authenticiteit'. Daar komt nog bij dat een Japanner het hele repertoire kent, terwijl een Europeaan het mogelijk anders gaat interpreteren". Toch klinkt het resultaat mij aardig wes ters in de oren. „Een slaapliedje in Japan klinkt kenne lijk hetzelfde als een slaapliedje elders in de wereld. Japanse muziek is toeganke lijker voor westerse oren dan je zou den ken. Bovendien hebben we geen gebruik gemaakt van die rare halve toonsoorten, maar zijn van dezelfde toonladders uit gegaan. Het is poëtische muziek; num mers om bij weg te dromen. Verder vind ik de liedjes heel verhalend. Je kunt je er best wat bij voorstellen". Neem je niet een grote gok door met on bekende muzikanten en nummers in zee te gaan? „Toen ik met Tom Parker in 1985 de el pee 'Christmas' opnam, had hij nog he lemaal geen naam in Nederland. Dat kwam pas later, nadat hij bewerkingen van Mozart, Handel en Vivaldi door Vicki Brown en Madeline Bell liet zin gen. En ik moet je zeggen, ik hou wel van een gok. Zo vond ik in het begin van de jaren tachtig 'Rondo Russo' van de volslagen onbekende Italiaanse com ponist Saverio Mercadante". Wending Berdien Stenberg volgde een klassieke opleiding en doorliep met goed gevolg het conservatorium. „Een aantal mensen uit mijn directe omgeving begreep niet waarom ik juist deze richting uitging, maar dit is echt de muziek die ik altijd heb willen spelen. En laat er geen mis verstand over bestaan, het is altijd mijn keus wat er uiteindelijk op een plaat komt. Wees eerlijk, ik heb toch een heel eigen weg gebaand...". „Of ik niet te veel in de commerciële programma. Gastvrij Ondertussen zijn we drie kwartier ven en is de Japanse een paar maal langs weest om te vragen of we nog wat tek komen. „Dit is groene thee. Dat drink altijd aan het slot van de maaltijd," 1' Berdien uit. „Dit is de eerste keer, dat het zo aanpak. Leuk hè?" „Japanners zijn zeer gastvrij en behii zaam. Daar kunnen ze hier een puü aan zuigen. Als je daar moet optredl hoef je je nergens anders zorgen over maken dan het spelen zelf. Ook op 1 gebied van efficiency is alles tot in puntjes geregeld". Het moge duidelijk zijn, Berdien is 1 hoorliik onder de indruk van het la) van de rijzende zon. Heeft ze al ee overwogen om daar naartoe te emigi ren? „Nee, dat niet. Als je je daar 1 buitenlander vestigt, heb je het niet I makkelijk. De taal is heel moeilijk eni cultuur is zeer gesloten. Maar om er werken, of een tijdje te verblijven, is i pan heerlijk". Het tijdstip van aflossing is daar: e collega staat vol ongeduld te trappelt En daarna komen er nog meer. Hoe zo den die omgaan met de stokjes? En hó veel etensgasten krijgt ze nog over vloer? „Weet ik niet. Maakt mij ook ni uit, want ik ben gek op Japans eten".i gen de a; profi resei in di mige ste p iets hoef van natu boei vooi pers De 1 vers Insti catit Die aan Een tuui mee G Deze maand is het vier jaar geleden dat de wereld van levensliedzanger Koos Alberts in één klap in elkaar stortte. Na een optreden reed hij op korte afstand van zijn thuishaven in het Veluwse Hierden tegen een boom en raakte voor de rest van zijn leven verlamd. Het ongeluk en de moeizame periode daarna beschrijft hij op uitgebreide wijze in zijn boek 'Vechten voor geluk', dat donderdag verschijnt. Maar vormen, zo benadrukt Alberts, niet de hoofdmoot. „Als ik alles van die periode had verteld, zou het een heel verdrietig boek zijn geworden. Je hoeft de mensen niet met al je problemen op te schepen. Het is gewoon m'n levensverhaal, met zijn leuke en minder vrolijke kanten". ZATERDAG 12 OKTOBER 1991 PAGIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 28