Op stap met de istadswacht Koningin Juliana strooide met kroontjes Ccidöc (Sou/tont1 PAGI ZATERDAG 12 OKTOBER 1991 PAGINA 27 RIN SWIERS (STERDAM - Team dertien code vijf. Met deze cryptische woorden nnen de stadswachten Cecil Schipper (31) en Maurien Vishnudatt (34) I ronde door Amsterdam. Acht uur per dag storten ze zich in het volle i van de hoofdstad. Wandelend over klinkers, asfalt, zand en tramrails pn ze, gekleed in opvallend blauw jack met rode kraag, twintig kilome- per dag af. lts gewapend met een portofoon ge- :e de mensen op straat een veilig ge- Foutparkeerders zijn als de dood de stadswachten, want ze staan bij- echtstreeks in verbinding met de o renge dienst parkeerbeheer, berucht je wielklem en de sleepwagen. Zak- ollers bedenken zich wel twee keer, ïeer ze de blauwe jacks op straat En datzelfde geldt voor winkeldie- fietsendieven, autokrakers en van- i met vernielzucht. :wachten houden de straten in het FOfv™ schoon. Letterlijk door vervui- en gebreken aan het straatmeubilair lereen ignaleren. Figuurlijk door in portie- an heefi slapende zwervers vriendelijk wak- •ersoneete maken en in stegen spuitende slagen, ts te verzoeken weg te gaan. Straat- riendeil'kanten die te veel overlast veroor- klanterfn worden overgehaald te vertrek- n vijf i Bedelaars die de mensen de stuipen >g damnet lijf jagen worden met zachte hand rij vol^ijderd. Waar nodig en op verzoek waar pent de politie assistentie. Want damejswachten hebben niet meer bevoegd- izig ovpn dan een gewone burger, i de son lorpsgek e jaar ïenen v urien haalt in de Kalverstraat aan de ;nde band fietsers van hun rijwiel af. voon door ze aan te spreken en erop wijzen dat in een winkelstraat niet l worden gefietst. „Op straat maak je veel gekste dingen mee. Laatst zag ik in de )et me'verstraat een jongen een fiets pakken nensenop z'n rug meedragen. Wij gingen er ïieuwe teraan, omdat we vermoedden dat :r 1989h.Pm gestolen had. Bij Tuschinski zet- Is duu^Ü de fiets weer neer en begon met Ie fora sleuteltje aan het slot te rommelen. Is is dl kreeg het niet open en ging toen ds mo(r verder met de fiets op de rug naar nog s Rerobrandtplein. Daar kwam toeval- jgen opeen politiewagen langs. De jongen ie bijfd aangehouden en natuurlijk beweer- ir moflhij dat de fiets van hem was. Hij lang erteg het gevaarte op z'n rug mee omdat zijn ge sleuteltje niet paste, zei hij. Dat werd eiden if geloofd. Uiteindelijk bleek dat de leenstaP inderdaad van hem was, en dat hij van d| echt de verkeerde sleutel bij zich had". „Waar is het hasjmuseum?", vragen twee jeugdige Britse toeristen op de Dam aan Cecil. Hij stuurt ze de kant van de 'warme buurt' op. Veel aandacht wordt besteed aan de Dam, waar de straat aan alle kanten opgebroken is, zo dat extra overlast moet worden verme den. Op het Rokin wordt gelet op onop vallend opengebroken auto's. Een oude vrouw met rood en grijs gespoten haar begint daar te raaskallen tegen het 'blauwgejackte' duo. „Ze doet geen Links: De stadswachten houden een oogje in het zeil bij het parkeren van auto's. m FOTO'S: STEPHEN EVENHUIS kwaad hoor, ze is hier altijd. Elk gebied heeft zijn eigen dorpsgek. Ze doen hele maal niets, maar de mensen zijn als de dood voor hen", legt Maurien uit. Ze is pas één keer geschrokken van een bewe gende vuilniszak op de stoep bij het Am sterdams Historisch Museum. Het bleek een oude zwerfster te zijn die zich erin had genesteld. Twee 'echte' politieagenten lopen op de Bloemengracht toevallig achter de stads wachten aan. Ze vinden het best dat de stadswachten er zijn, vooral voor de toe risten. „Amsterdammers trekken zich niets van de stadswachten aan, maar ach, die luisteren ook niet naar ons", zegt een van hen. De agenten ervaren de stadswachten niet als een bedreiging. „Voor ons is er toch te veel werk. Ze zijn een extra oog en belangrijke zaken geven ze aan ons door", geeft de ander aan. Hij vindt het jammer dat de stads wachten niet wat meer bevoegdheden hebben. Dat zou de politie nog meer werk uit handen nemen. Sympathie heerst over en weer, de samenwerking is goed. Stadswachten mogen altijd aan kloppen voor een bakje koffie op de po litiebureaus. En dat gebeurt ook regel matig. Dat stadswachten inderdaad niet veel gezag hebben, blijkt bijvoorbeeld bij de oversteekplaatsen. Niemand wacht tot het rode licht op groen springt, op een argeloze toerist en de stadswachten na. Ook de handel in verdovende middelen op de Kloveniers Burgwal gaat gewoon door als de stadswachten voorbij wande len. Bedelaars bedelen overal rustig ver der. Een woedende automobilist op de Zeedijk, die klem zit tussen het bouw- verkeer, roept het duo aan. „Hé, zijn jul lie er niet voor de openbare orde? Ik zit hier vast. Kunnen jullie niet de dienst parkeerbeheer inschakelen om die auto's weg te slepen?" Dat kunnen ze wel, maar dat doen ze niet. Er wordt druk ge bouwd en verbouwd aan de Zeedijk, die voor dat doel afgesloten is. De man had de straat niet in mogen rijden en moet achteruit terug. „Jullie hadden bij de so ciale dienst moeten blijven", bijt hij de stadswachten toe. Zij bedanken hem vriendelijk voor de aardige opmerking. Maurien zegt dat ze dit soort incidenten het spannendst vindt. „De straat is on berekenbaar, iedere dag kan er iets an ders gebeuren en daar reageer je iedere dag ook weer anders op. Als stadswacht heb ik in ieder geval geleerd van mijn mond een wapen te maken. Althans wel op een nette, mensvriendelijke manier". Onmisbaar Maar hoe lang nog blijft de stadswacht in het stadsbeeld van Amsterdam, Gro ningen, Zwolle en Leeuwarden opdui ken, om maar een paar van de dertien steden met stadswacht te noemen. De laatste plannen van de ministers Hirsch Ballin (justitie) en Dales (binnenlandse zaken) voorspellen weinig goeds. Zij zien veel heil in de politiesurveillant, die de stadswacht moet gaan vervangen. Het zijn allemaal nog maar plannen, maar de onrust is er niet minder om. Daarom wordt hard gewerkt aan een Stadswacht Nederland. Eén organisatie met één op leiding, één uniform, met overal dezelf de bevoegdheden en afspraken met de politie. „Stadswachten zijn onmisbaar", stelt Henricus Vilters, beleidsadviseur van de stadswacht Amsterdam. ..De sociale controle van vroeger is verdwenen. De politie heeft haar handen vol aan de zware criminaliteit. Daardoor is een soort niemandsland ontstaan. En het is goed dat de overheid daarvoor met poli tiesurveillanten op de proppen komt. Aleen maken ze een cruciale denkfout als ze vinden dat stadswachten vervol gens overbodig worden". Hij wijst erop dat politiesurveillanten zich voorname lijk bezig zullen houden met de crimina liteit. Stadswachten doen meer, zijn meer. zegt hij. Vilters haalt om zijn woorden kracht bij te zetten een lijst te voorschijn met acti viteiten van de 86 Amsterdamse stads wachten. Toeristen en ander publiek klampten de stadswachten vorig jaar in totaal 55.000 keer aan voor informatie. Ruim 5000 foutparkeerders danken een wielklem, weggesleepte wagen of par keerbon aan de stadswachten. Zesdui zend keer werd vervuiling die de spuiga ten uitliep gesignaleerd. Datzelfde getal geldt voor vernielingen, gaten in het wegdek en andere schade aan gemeente lijke eigendommen. Honderden keren is assistentie aan politie, brandweer en GG&GD verleend. Een zelfde aantal fietsen- en autodiefstallen is voorkomen. Bijna honderd zoekgeraakte kinderen en toeristen zijn teruggevonden. Ruim 160 keer is EHBO verleend en daarbij heeft de stadswacht elf keer een leven gered. Dat stadswachten onmisbaar zijn, klinkt zo bijna vanzelfsprekend. in bli leinere jaar. I meer iden h? I van v >temd i ur-kart or de c aangel erwini at er s t bew| r rijgel ïtrum i bewoi h 's na makke imenei erialeii moeitt verwal oners titen. Gheoi] ijk bei) Maar liefst acht miljoen Nederlanders zijn lid van één of meer koninklijke verenigingen als de KNWB, de EHBO, de KNVB, of het ondernemersverbond de KNOV. Daarnaast kennen we het KNMI, het Concertgebouworkest, het koninklijke Carré, de Koninklijke Schouwburg en talloze andere instanties die zich 'koninklijk' mogen noemen. Toch zullen maar weinigen weten wat het kroontje op hun verenigingsblad precies betekent. Reden voor uitgeverij Print Code in Rijswijk, die vorig jaar al een boek over koninklijke ondernemingen heeft uitgebracht, om nu eens de historie en de hedendaagse functie van dit andere koninklijke predikaat onder de loep te nemen. BOEKWERK BELICHT HISTORIE KONINKLIJKE VERENIGINGEN HELMA VAN DEN BERG ERSFOORT - In het recent iischenen lijvige boekwerk 'Ko- ^r^jnklijk Verenigd' staan voor het it alle 390 instanties en vereni- igen 'met een kroontje' vermeld, tus, een aai over de bol of aan- iding voor kinnesinne? Over de ■ninklijke onderscheidingen die :e regerende vorsten persoonlijk verenigingen en instellingen ben verleend, wordt nogal eens ichillend gedacht, socialistische politicus dr. W. Drees ior had er tenminste moeite mee dat :e vorige vorstin Juliana ze zo royaal leelde. Volgens hem paste zo'n deco- ie niet in een moderne samenleving, liet hij in de jaren zeventig weten: kunt je afvragen of democratiseren onderscheiden wel met elkaar zijn te renigen. Koninklijk onderscheiden je kunnen beschouwen als een sym- 1 bij uitstek voor ondemocratische houdingen. Ze verwijzen naar onge- FOrajkheid, naar een maatschappij die ge- is in standen." komtvi is vatting gens I anse fak heerst in den lande nogal eens de miliisvatting dat alleen organisaties uit de van fctere klasse het exclusieve recht kun- en krijgen om zich koninklijk te noe- ken. Een duik in het verleden leert ech ter dat de laatste 176 jaar 'koninklijke' verenigingen in alle geledingen van onze maatschappij met een zekere trots een kroontje in hun embleem voeren. Auteur M.R. van der Krogt beschrijft in 'Koninklijk Verenigd' hoe de Franse ko ning Lodewijk Napoleon (vanwege een beenverlamming in de volksmond Lam me Loetje genoemd) het predikaat in Nederland voor instellingen van natio naal belang introduceerde: „De vorst hoopte zodoende op den duur de coördi nerende taak te bewerkstelligen die an dere genootschappen op gebied van we tenschappen en cultuur, zowel in steden als gewesten, elkaar niet gunden". Algemeen welzijn Koning Willem I nam het gebruik over. In zijn regeringsperiode werd het predi kaat meermalen verleend, onder meer aan de Koninklijke Militaire Academie, de Koninklijke Bibliotheek, het Konink lijke Penningkabinet en aan het Konink lijke Kabinet voor Schilderijen, het Mauritshuis. „Het ging de koning er om de weten schappen en de kunsten te stimuleren en te ondersteunen als bleek dat een derge lijke instelling kon bijdragen aan het al gemeen welzijn van de bevolking of daaraan ten dienst stond. Dergelijke in stellingen werden ook op zijn initiatief opgezet, vaak met flinke financiële of materiële bijdragen van de koning. In die zin heeft het prediktaat 'koninklijk' enorm bijgedragen aan de bevordering van de bloei en het welzijn van onze maatschappij. Ook nu nog", zo meldt de auteur. In de periode van Willem II en zijn vrouw Anna Paulowna, 'prachtlievende' mensen, werd veel geld uitgegeven aan uiterlijk vertoon en aan de kunst. In die categorie vielen dan ook enige onder scheidingen. De voorkeur van koning Willem III, bekend als een gulle verlener van het 'koninklijke', ging uit naar in stellingen op gebied van krijgskunde en jacht. schuttersgroep Van der Krogt: 'Toen in maart 1867 in Apeldoorn een aantal burgers het voor nemen kenbaar maakte een schutters- groep op te richten, toonde Koning Wil lem III overduidelijk zijn ingenomen heid met dit idee. Aldus werd nog de zelfde maand een vereniging tot beoefe ning van de wapenhandel opgericht. De vereniging kon gebruik maken van de schietbaan op Het Loo en Koning Wil lem III droeg het bevel van het korps op aan zijn jagermeester. De vorst bestelde voorts honderd uniformen en geweren, zodat het korps zich onder de naam 'Ko ninklijke Scherpschutters van de Velu- we', op waardige wijze kon presenteren.' Koningin-moeder Emma legde de basis voor de de renovatie van het predikaat 'koninklijk' en haar dochter, Wilhelmi- na, klaarde de klus. Na de mening van de vorstinnen werd met de onderschei ding het doel voorbijgeschoten Zij wil den vooral afrekenen met de ingeslopen voorkeursmentaliteit. Daarom werden er Rechts: Het Koninklijke Kabinet voor Schilderijen, Het Mauritshuis in Den Haag tijdens de heropening in 1987 door koningin Beatrix. Het Mauritshuis verwierf het predicaat 'koninklijk' al op 26 juni 1816. m FOTO: ARCHIEF Onder: Menig vereniging zou graag de koninklijke kroon, in 1815 samen met de rijksappel en de scepter gemaakt door de gebroeders Giovino en Truffino voor de inhuldiging van koning Willem I in Brussel, in haar vaandel dragen. AFBEELDING: PR regels afgekondigd waaraan verenigingen en instellingen moesten voldoen om het predikaat te mogen voeren. Door dit recht met mondjesmaat te verlenen hoopte koningin Wilhelmina het predi kaat weer tot de juiste status te brengen. Koningin Juliana ging er na haar ambts aanvaarding royaler meer om. Wie de individuele presentaties van 'Koninklijk Verenigden' doorneemt, ziet dat circa zestig procent van de 'koninklijke' in stellingen dit predikaat tijdens haar rege ringsperiode heeft gekregen. Van der Krogt verklaart dit als volgt: „Er waren thans duidelijke regels waar aan men moest voldoen om eventueel in aanmerking te komen voor deze onder scheiding, waarbij men vanaf 1954 ten minste 75 jaar moest bestaan. Vele ge nootschappen en verenigingen vonden hun oorsprong in de tweede helft van de negentiende eeuw en hadden de gestelde leeftijdsgrens inmiddels bereikt. Bij een jubileum of bijzondere presentatie zag men zich nu dan ook in de gelegenheid dat te laten bekronen". En: „Juliana ver leende dit recht als een soort beloning en stimulans vanuit een bijzondere mate van waardering". Minstens ïoo jaar Omdat iedere vorst zijn of haar eigen re gels mag stellen voor het verlenen van het koninklijke predikaat, maakte Bea trix in de Staatscourant van 5 oktober 1988 haar richtlijnen bekend. Zij bepaal de onder meer dat verenigingen min stens honderd jaar oud moeten zijn en 'een goed geleide en levenskrachtige or ganisatie van maatschappelijk aanzien moeten zijn wiens bestuursleden te goe der naam en faam bekend dienen te staan en van een onbesproken gedrag moeten zijn'. Eén van de instanties die hier blijkbaar aan voldoet, is de benja min onder de 'koninklijken', de sinds 1990 Koninklijke Nederlandse Organis tenvereniging in Wierden. De uitgever presenteert 'Koninklijk Ver enigd' als een 'exclusief standaardwerk'. Inderdaad is het aardig om de geschiede nis van het predikaat en van alle 'ko ninklijke' verenigingen verzameld te zien. Hoewel de honderden illustraties het formele, ambtelijke taalgebruik van de schrijver niet helemaal kunnen goed maken. Jammer is ook dat de individue le presentaties van de 'koninklijken' niet compleet zijn. Van de 389 getelde vere nigingen, worden er 324 belicht. Volgens de uitgever wilden de overige 65 niet aan het boek meewerken. (..De één zei niet met het predikaat te willen kokette ren, de ander was op sterven na dood of vond het misschien te veel moeite.") Maar hun namen staan achterin het boek wel vermeld in de Inhoudsopgave. baar via uitgeverij Print Code, S.\ Churchilllaan 375, 2287 AC Rijswijk. Prijs: 49,50 exclusief verzendkosten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 27