onzekerheid van
:n onverdacht auteur
Onderdrukking in een nieuw gewaad
BOEKEN/PLATEN
Urban Dance Squad
overtreft zichzelf
Aangrijpend relaas over de weg terug
l
r iggilóc Sonant
VRIJDAG 11 OKTOBER 1991
ia: 'Schrijvers, uitge-
jcollaboratie deel 3b - S.
T Uitgeverij De Arbeiders-
s 59,90
anden
It krijg
ijk. Vo
en mo
worde
in oor:
an sta;
it kan
Hier sti
Fd
De
jk was niet bepaald een
i misschien wel erg
im', maar hij was in
a-politiek", aldus de
R. A. Cornets de Groot
belangrijke auteur, die
/oor als na de oorlog
i belangrijke romans
naast al zijn andere
n die in de oorlog door
Jse bezetter werd gegij-
Sint Michielsgestel,
hij nog een tijd werd
it in het „Oranje-ho-
Scheveningse gevan-
de Groot schreef deze
,n over hem in een
Adriaan Venema, die
zich genomen heeft in
de Nederlandse
e Agraiaars zich hebben ge-
worduijdens de Duitse bezet-
t is e^i 1940-'45. Van deze
lefoonjoeken met de serie-titel
school /ers, uitgevers colla-
Volgë is nu deel 3b versche-
ïe Vr^wiid aan Simon Vest-
oog i
de slotzin van het boek, waar
in Venema het gedrag van
Vestdijk tijdens de oorlog on
derzoekt. Hij baseert zich op
uitvoerige documentatie. Aan
het slot van zijn verhandeling
citeert hij met instemming een
zin van Presser, die een vorm
van collaboratie met de Duitse
overheid kenschetste als: „Me
dewerkend tegenwerkend, te
genwerkend medewerkend".
Deze „gunstigste schakering
binnen de collaboratie" zou
een uitstekende typering voor
de opstelling van Simon Vest
dijk zijn, concludeert Venema.
Het boek van Venema biedt
stof tot nadenken. Over twee
zaken, die al eerder zijn ver
meld, ook in mijn verslagge
ving over eerdere boeken van
zijn hand over deze problema
tiek.
Verwarring
Enerzijds is er de vraag of je
vijftig jaar na dato de verwar
ring van mensen in de oor
logsjaren goed kunt inschat
ten. Venema is steeds rigoreus
en hij blijkt nauwelijks in staat
te zijn genuanceerd te denken
over de problemen die in die
moeilijke tijd bestaan moeten
hebben voor mensen, die geen
uitweg zagen, geen kans zagen
om te leven, hun idealen en
vrijheid te verwezenlijken.
Vaak lijkt Venema machteloos
te zijn dit probleem ook maar
enigszins te begrijpen. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit veel re
torische vragen, die in zijn
boek suggesties opwekken, die
niet werkelijk onderbouwd
zijn. Als Venema in het begin
van zijn boek spreekt over de
bezwaren van Vestdijk tegen
een wild idee om als protest
tegen de Duitsers op scholen
het leervak Duits af te schaf
fen, schrijft hij: „Eigenlijk was
dit de enige keer dat Vestdijk
publiekelijk zon duidelijk
standpunt over de bezettings
jaren en de nasleep ervan zou
innemen".
De kwestie speelt overigens
pas in september 1945. Vene
ma gaat dan op deze manier
verder: „Hij zou in zijn artike
len voor Het Parool nog ver
schillende malen de oorlog
aanroeren, maar tot een derge
lijk uitgesproken mening
kwam hij niet meer. Waarom
niet? Was het lafheid om naar
buiten te treden? Was het een
diepe weerzin tegen de poli
tiek? Of kwam het voort uit de
naïeve gedachte dat als je
maar niet over de dingen
sprak, de dingen ook niet be
stonden?"
Suggestie
„Hij was in beginsel a-poli
tiek", meldde Vestdijk-kenner
Cornets de Groot, blijkens bo
vengenoemd citaat, dat Vene
ma met instemming over
neemt in het begin van zijn
boek. Waarom dan later der
gelijke suggestieve vragen vol
verdachtmakingen?
Daarmee komt het tweede
grote bezwaar tegen Venema's
werkwijze en analyse naar vo
ren: hij is niet consistent. Hij
suggereert veeleer dan hij aan-
Ellenlange pagina's zijn gewijd
aan de onderzoekingen die
Vestdijk pleegde naar allerlei
omstandigheden, die van be
lang konden zijn voor zijn ro
man „Pastorale 1943". Hoe za
gen de uniformen van deze of
die afdeling van de bezetter
eruit? Welke wapens hadden
ze, welke voertuigen? Venema
citeert allerlei brieven van
Vestdijk en de antwoorden
Adriaan Venema
daarop en dan wordt ook nog
vermeld hoe dat in de roman
in kwestie is verwerkt. Wat
betekent dat allemaal? Niets
nieuws, want we weten al heel
lang hoe uitvoerig Vestdijk
zich documenteerde voor zijn
romans. Tot in de kleinste bij
zonderheden, daar was hij bij
na maniakaal in. Zijn research
voor 'Pastorale 1943' is heel
gewoon en zegt niets over
eventuele belangstelling voor
het Duitse of voor de Duitse
bezetter.
Kom nou toch, denk je als le
zer van deze Vestdijk-studie zo
vaak. Venema gaat ergens
heel uitvoerig in op de hou
ding die Vestdijk in een brief
omschrijft over zijn toetreding
tot gilden, de Kultuurkamer of
dat soort organisaties. Hij weet
dat hij eigenlijk principieel
„Nee" moet roepen, maar hij
twijfelt over zichzelf en denkt
I FOTO: CORNÉ SPARIDAENS
dat hij best zou aarzelen als
andere auteurs van betekenis
hem zouden voorgaan en hij in
grote problemen zou komen
door bij hen achter te blijven.
Dat lijkt een keurig standpunt,
van iemand die zijn eigen
zwakheden kent. Van een
man vol twijfels. Van een man
die in zijn leven herhaaldelijk
in grote crisissen terecht
kwam. Een kunstenaar, die
die gegijzeld werd door de be
zetter, een schrijver die met
Ter Braak en Du Perron ge
werkt had en die het eens was
met' hun houding tegenover
het opkomend fascisme?
En moet Adriaan Venema nu
de begrijpelijke twijfels en de
psychische spanningen van zo
iemand uitleggen als „de
meest gunstige vorm van col
laboratie", dus collaboratie?
Wie komt de volgende keer
aan de beurt?
Haag
lal ingl
trales
'ry de !v Brzezinski: 'Het grote fa-
afoniscpkomst en van
anrWJmunisme in d# Twintigste
\litgeverij Scriptum Books.
men gfc,...
sn 'geion e.a. (red.): 'Het Europees
lve - Nationalisme en natie-
reon H in Europa'. Uitgeverij
eit Ha?i,wo- Pri'8 f 34'50'
eu aai,r9Chuuren e.a.: 'Nationalis-
i. Je mguropa en de Sovjetunie -
s gefpatie of onderdrukking in
olacheuw gewaad'. Uitgeverij Van
Het Pri'8 29-50-
dt gel
>en. jRÉ HORLINGS
>r stud>
tingen
ouw &eest bekende nationalis-
w, Vei West-Europa zijn de be
en Les van een Gallisch dorp-
ie. zee, omringd door Ro-
2 legerplaatsen. Als
it rust worden gelaten,
Driopentn ^e Galliërs niet zo
oor sdmet elkaar overweg.
KinderlÊodra de Romeinen zich Vulkaan
jters eden bemoeien keren ze
babyz^gen de vreemdelingen.
afsPraaiongens, die Romeinen',
voor ze ^an, en ze voelen
sn na c^eer verbonden met el-
)fd. Voi de wij-zij-tegenstelling
'deren: [rkt de onderlinge solida-
sen door de actualiteit achter
haald. Estland, Letland en Li
touwen worden in de drie
werken nog steeds gezien als
landen die zonder twijfel onaf
hankelijk zouden worden,
maar daar waarschijnlijk een
hoge prijs voor zouden moeten
betalen. Dat de communisti
sche partij als beleidsbepalen
de factor nog in 1991 (behalve
in China en Cuba, al is het nog
geen 31 december) geheel zou
kunnen verdwijnen is door
geen van de deskundigen
voorzien. In één van de bijdra
gen in 'Nationalisme in Euro
pa en de Sovjetunie' kon de
augustuscoup tegen Michail
Gorbatsjov nog net worden
verwerkt; een andere is blij
kens de tekst al begin juli 1991
afgesloten.
j 15_15j[int het eerste hoofdstuk
-dziekeët boek 'Nationalisme in
J- en 'a en de Sovjetunie'; één
[artbewigj-gte publikaties die de
30 u ^veëwi3s wiUen maken in
aiieeneuwe doolhof van Euro-
|t nationalisme. Net als in
NE Kltpuropese labyrint' en de
f?®l ?'jg in 'Het grote falen' van
ör kindmer^aanse politicoloog
d: ma few Brzezinski wordt
ten goed inzicht geboden
CENJ achtergronden van de
lefonlsd311 nationalisme die over
B 00 vlda en de Sovjetunie is ge-
'13.00-1.
oom van een groot vere-
~JEuropa van de Atlanti-
j|lj®^Oceaan tot de Oeral,
ik, klat^eel aangevuld met een
■20.30, bratische Sovjetunie tot
f: ma. Wladiwostok, verschuift
Hing v meer naar de achter-
xliensti realiteit is een
gesprel» verdere verbrokkeling,
elljk. Nationaliteiten binnen na-
foonnujn minderheden binnèn
'9 ïaliteiten en van territo-
TSHUL aanspraken die van de
tel. 12jOor de Tweede Wereld-
n denjr teruggaan tot in de
ABULAreeuwen' burgeroor-
3 in Joegoslavië zou een vrij
Rljndzaam voorproefje kun-
i, Warrijn van wat Europa te
-174l4en kan staan,
i "ö<anHot nu toe allerheftigste
dj en)ialiteitenconflict wordt
-20.001 drie genoemde boeken
- Stkijesmaat behandeld. Het
Aaneen is nog steeds op een
ging"91 dat helder uiteenzet
41 (ma>m de 'Serbokroaten' uit-
)-i4.ooijn gevallen in Serven en
ITELERen die alleen nog uit lij-
"r 1®-°p zijn op eikaars vernieti-
De ongenuanceerde pro-
3K9da uit beide kampen zet
srk, Lroaten neer als fascisten,
ia. t/i4)k in de Tweede Wereld-
•K-fc al de verkeerde kant
iO-12-Op en de Serven als lieden
)5. Geieheel Joegoslavië willen
L spreieersen. Dat de werke-
506. Sbd aanzienlijk gecompli-
e|SP?4rr 'n alk331" zh en dat de
sprefzijdse haat teruggrijpt
'volgertedeeltelijk door de tradi-
jigegegeven, eeuwenlang
k Watudend niets ontziend
nde beleef geweld tussen de
2i214]kampen, blijft nog ondui-
DlSCIt Ze grepen beiden de
,T g aan om barbaarse oor-
Hlipisdaden tegen elkaar te
'5. Ka|n> waarbij honderddui-
u. 14-fcn mensen van het leven
/er killen beroofd. Het was een
Jer dat Tito ze tijdelijk
ma. iïte verenigen.
.30 u. 1
si. 325iorie
Brzezinski geeft in zijn in 1989
al in de VS verschenen boek
een analyse van de opkomst
en teloorgang van het wereld
communisme. Om er definitief
een geschiedenisboek van te
maken behoeven alleen maar
de door hem veronderstelde
mogelijkheden voor de doods
strijd van het communisme te
worden vervangen door de
feitelijke wijze waarop het
overlijden zich inmiddels heeft
voltrokken. In zijn epiloog
stelt hij vast dat „voor het
Westen de tijd gekomen is om
een probleem onder ogen te
zien dat de meeste westerse
geleerden al jaren geneigd zijn
te negeren; het opkomend getij
van nationalisme in Oost-Eu
ropa en de Sovjetunie. Terwijl
Marx het tsaristische Rusland
eens beschreef als de gevange
nis der naties, en Stalin het
veranderde in een kerkhof der
naties, is het sovjetimperium
onder Gorbatsjov snel de vol
kaan der naties aan het wor-
Voor die stelling behoefde
men in 1989 geen futuroloog
meer te zijn: de Krim-Tataren
hadden al gedemonstreerd
voor terugkeer naar hun
grondgebied, het conflict in
Nagorno-Karabach kreeg een
steeds bloediger verloop en in
Joegoslavië had de Servische
president Slobodan Milosevic
de Albanezen in de provincie
Kosovo hun autonomie ontno
men. Maar de Muur vormde
nog steeds een onwrikbare
scheidslijn tussen Oost- en
West-Berlijn en de nationalis
tische aspiraties binnen het
Sovjetrijk leken kansloos.
Toch stelde Brzezinski al vast
dat, terwijl de tamelijke homo
geniteit van de bevolking in
Hongarije en Polen de kans op
nationalistische woelingen
daar betrekkelijk gering
maakte, met name in Tsjecho-
slowakije en Joegoslavië pro
blemen konden worden ver
wacht. „Joegoslavië is een
mengsel van zes nationaal ver
schillende volkeren, nog ver
der verdeeld door verschillen
in godsdienst. De politiek
overheersende Serven, met
negen miljoen van 's lands 24
miljoen mensen, vertegen
woordigen de belangrijkste
pluraliteit, ofschoon hun domi
nerende positie hen het voor
werp heeft gemaakt van heel
wat animositeit van de kant
der economisch meer gevor
derde doch in de minderheid
zijnde Kroaten en Slovenen en
de fel nationalistische Albane
zen. Tsjecho-Slowakije (nieu
we spelling, maar van het door
de Slowaken afgedwongen
streepje was in '89 nog geen
sprake) is een federatie tussen
de talrijker en beter ontwik
kelde Tsjechen, die 10 miljoen
uitmaken van de bevolking
van het land groot 16 miljoen
mensen, en de wat wrokkende
Slowaken, die tijdens de
Tweede Wereldoorlog korte
tijd hun eigen staat hebben ge
had". Het zijn inderdaad deze
twee Europese nationaliteits
conflicten die op het ogenblik
de grootste aandacht trekken.
Voor het Westen ziet Brzezins
ki als belangrijkste taak „niet
alleen positieve visies te ver
woorden van een federatief
maar niet-bedreigend Duits
land, van een regionaal meer
samenwerkend Oost-Europa
dat zich bezighoudt met pan-
Euroipese instellingen en van
een post-imperialistisch Rus
land binnen een sovjetstaten
bond, maar door ook zijn be
reidheid te tonen om heel tast
baar te helpen bij het vertalen
van die visies in een heilzame
werkelijkheid".
In de andere twee boeken zijn
de visies van verschillende
deskundigen gebundeld. In
'Het Europese labyrinth' zijn
dat er tien. De nadruk ligt
vooral op de historische en so
ciologische aspecten van het
nationalisme. Daar worden
ook verrassende elementen als
de taal bij betrokken: „Zoals
Nederlanders zich om hun ei
gen taal geen zorgen maken,
omdat ze die vanzelf spreken,
zo bekommeren ze zich ook
niet om hun nationale identi
teit, omdat die vanzelf spreekt.
Zoals ze de vreemde taal zul
len leren die hen de beste kan
sen biedt, zo zullen ze zich ook
met de meest belovende Euro
pese aspecten van Europa
identificeren, en 'ondertussen
j, boeken geven vooral
lie®st f'storische achtergronden
■natie):], het nationalisme. Ver-
lende stellingen zijn intus-
De bevolking van Zagreb viert feest na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Kroatië, 25 juni
1991.
FOTO: AP
zijn ze stilzwijgend van plan in
hun eigen land hun éigen taal
te blijven spreken en binnen
eigen grenzen zich aan eigen
manieren te houden".
Dat is een luxe, zo maakt de
rest van het diepgravende
boek duidelijk. Uitvoerig
wordt ingegaan op de nationa
liteitsproblemen in Oost-Euro
pa en de Sovjetunie. In de af
gelopen jaren is langzaam het
besef doorgedrongen dat in de
Sovjetunie niet alleen Russen
wonen, maar ook Esten, Ar
meniërs, Kazachstanen, Oek-
raïeners enzovoort. Ongetwij
feld zullen we op korte ter
mijn worden geconfronteerd
met aspiraties van Jakoeten,
Basjkiren, Tsjoewasjiërs en
nog vele andere van de 250
volkeren die zich tot voor kort
in de door Moskou opgelegde
harmonie moesten schikken.
Het boek beperkt zich overi
gens tot de problemen in wat -
opmerkelijk - 'Oost-Europa'
wordt genoemd: het grondge
bied van de Sovjetunie tot aan
de Oeral.
Midden-Europa
Wat tot nu toe Oost-Europa
heette wordt als 'Midden-Eu
ropa' aangeduid. In drie ver
schillende hoofdstukken wordt
met name aandacht besteed
aan Hongarije, Tsjecho-Slowa
kije en Duitsland. Wat betreft
het gedeelte over 'West-Euro
pa' sneeuwt het al eeuwen
voortwoekerende gewelddda-
dige nationalisme van Basken
en Noordieren, de tegenstellin
gen tussen Vlamingen en Wa
len en het geweeklaag van
Duitse 'Vertriebene' uit Sude-
tenduitsland en West-Polen
onder in de beschouwingen
over de kansen op het behoud
van een nationale identiteit
binnen de toekomstige Euro
pese Gemeenschap.
De materie wordt, meer popu
lair geschreven en in een aan
zienlijk korter bestek, min of
meer herhaald in 'Nationalis
me in Europa en de Sovjetu
nie'. Na een vooral historische
inleiding over het nationalis
me in Europa volgen analyses
over de recente veranderingen
die zich in Centraal- en Oost-
Europa en in de Sovjetunie
hebben voorgedaan. De des
kundigen uiten zich zorgelijk
over de toekomst van het Sov
jet-imperium.
Enorme pet
In een afsluitend hoofdstuk fi
losofeert H.J.A. Hofland over
het Nederlands nationalisme,
dat door de NSB met zijn
„zwarte pakken, grote petten
en houten retoriek" zo bela
chelijk werd gemaakt dat een
standbeeld voor Karei Door
man, de 'Held van de Java-
Zee', vernield werd uit irrita
tie over zijn enorme pet.
Het onderdeel over Europa is
kennelijk afgesloten voordat
de burgeroorlog in Joegoslavië
begon. „De neiging nationale
sentimenten te mobiliseren in
de strijd tegen minderheden
en buitenlanden is weliswaar
niet verdwenen, maar heeft
een deel van haar dwingende
logica verloren", stelt André
Gerrits optimistisch vast. Ho
pelijk juist en dan toch wel ge
ruststellend is zijn volgende
stelling dat het nationalisme
„zijn grootmacht-aspiraties
heeft verloren. Er is sprake
van een zekere mate van con
census over de onschendbaar
heid van internationale gren
zen en ovder de noodzaak van
stabiliteit in de relaties tussen
staten. De internationale pro
blemen worden niet langer
ontkend of met de mantel der
liefde bedekt".
Friedrich Dürrenmatt
FOTO: AP
Vierentwintig
zinnen voor
één verhaal
Friedrich Dürrenmatt: 'De opdracht'
- vertaald door Gerrit Bussink. Uit
gave De Prom. Prijs 24,90.
Een merkwaardige novelle
van de Zwitserse auteur Frie
drich Dürrenmatt, uit 1986, is
verschenen in een Nederland
se vertaling die een waar
kunststukje mag heten. Gerrit
Bussink nam immers de taak
op zich de vierentwintig delen
van het verhaal in goed Ne
derlands over te brengen. Het
probleem is dat elk deel uit
één lange volzin bestaat, soms
nog geen pagina lang, maar
ook wel eens zo'n acht pagi
na's lang. Dürrenmatt gaf zijn
boekje twee ondertitels mee:
'Novelle in vierentwintig zin
nen' en 'Over het observeren
van het observeren van het
observeren'.
Het boekje is vooral een taal
spel, ten dele op zijn „Opper
lands" en misschien met wat
kniebuigingen richting James
Joyce en andere grote ver
nieuwers in taal en verteltra
ditie van deze eeuw.
Hoofdpersoon van de novelle
is een journaliste, die wordt
aangeduid1 met het initiaal F.
De psychiater Von Lambert
geeft haar de opdracht een
film te maken over zijn vrouw
die op een gruwelijke manier
in Afrika terecht gekomen is.
Met een assistent, een geluids
man en een cameraman, die
het allemaal onzin vinden,
komt zij in Afrika in erg ab
surde en angstaanjagende situ
aties terecht.
Jammer genoeg wordt de in
houd van de novelle door het
taalexperiment van de vieren
twintig zinnen overschaduwd.
Je staat als lezer versteld van
de vindingrijkheid en de
grammaticale vaardigheid van
auteur en zeker ook van de
vertaler, maar eigenlijk is dat
de enige troef die uitgespeeld
wordt. En met het gegeven,
wat het inhoudelijke aangaat,
was een heel makaber en apo-
kaliptisch verhaal mogelijk ge
weest.
Idoor
GERT MEIJER
De Utregse Dans Brigade
heeft het 'm gelapt: twee
jaar na het spannende de
buut blijkt de Urban Dance
Squad óók nog in staat zich
zelf te overtreffen. 'Life 'N
Perspectives Of A Genuine
Crossover' is het meest zin
derende rap-, hiphop-, funk-
én rockalbum, dat op vader
landse bodem verscheen.
De vrijwel wereldwijde er
kenning van de Urban Dan
ce Squad doet de band hoor
baar goed. Van de nieuwe cd
straalt een spelvreugde af,
die we in Nederland zelden
meemaken. Het hechte ge
luid vindt z'n weerslag in
een flink aantal speelse raps
en hardcore-songs, waarbij
lijks in staat lijkt een slecht
album af te leveren. Zelfs als
hij het er eens lekker van
genomen heeft en zich niet
aangesproken voelt door
vernieuwingsdrang valt er
nog voldoende te genieten.
Het bewijs daarvoor levert
'Diamonds And Pearls', een
gevarieerde cd waarop Prin
ce met zijn New Power Ge
neration alle registers van
de soul opentrekt. Keiharde
P-funk a la George Clinton
('Jughead' met rapjes), roze
ballads met een addertje on
der het gras en melodieuze
dancefloor-krakers ('Thun
der', 'Cream') wisselen el
kaar af. Soms put Prince wel
erg doorzichtig uit het rijke
verleden (Stevie Wonder in
'Money Don't Matter 2
Night', drakerige sixties-soul
Urban Dance Squad...spelvreugde-
zanger Rude Boy zich ge
steund weet door een explo
sieve band. Tussendoor pau
zerend voor een variëteit
aan stijlen, zoals het jazzy
'Careless', het nota bene Ca-
ribisch getinte 'For The
Piasters' of een sixties-song
als 'Routine', die door het or
geltje opvallend melodieus
uitvalt. Apart is ook 'Bu
reaucrat Of Flaccostreet',
waarin Gregoriaanse zang
en close-harmony elkaar af
wisselen.
'Life 'n Perspectives Of A
Genuine Crossover' doet z'n
nam alle eer aan, want het
biedt binnen de door de Ur
ban Dance Squad uitgezette
lijnen een breed scala aan
stijlen. Juist die werkwijze
doet de Squad met kop en
schouders boven de grauwe
middelmaat van de rap-rock
uitsteken!
Peppers
De Red Hot Chili Peppers
braken vorig jaar op grote
schaal door met hun meest
toegankelijke cd tot dan,
'Mother's Milk'. Was op dat
album bovendien nog iets
van het hectische geluid van
de beide albums daarvóór
waarneembaar, op het nieu
we 'Blood Sugar Sex Magik'
heeft de band definitief ge
kozen voor het mooie geluid.
Met producer Rick Rubin
(Run DMC, The Cult, Mas
ters Of Reality) werd een
helder en soms te perfect ge
luid gecreëerd, dat door het
gebrek aan echt spannende
nummers lang niet altijd
goed uitpakt. De Peppers
rappen en funken en hebben
bovendien meer dan ooit oog
voor ballads en met mello-
trons versierde melodietjes,
maar het heilige vuur wil
maar niet echt ontbranden.
Een slecht album is 'Blood
Sugar Sex Magik' zeker niet,
en met het acht minuten du
rende 'Sir Psycho Sexy' (dat
begint als een groovy rap en
eindigt als een symfonische
rockballad...) is ook een van
de hoogtepunten genoemd,
maar over de hele linie is er
sprake van een soort onver
schilligheid.
Prince
Prince Rogers Nelson is een
muzikaal genie, dat nauwe-
in 'Insatiable'), maar deson
danks blijft het allemaal on
derhoudend.
Robbie Robertson
Voor de opvolger van het
vier jaar geleden verschenen
solo-debuut heeft Robbie
Robertson zich 'verdiept' in
Storyville, een wijk van
New Orleans, die aan het
begin van deze eeuw voor
namelijk werd bevolkt door
muzikanten en vrouwen van
lichte zeden. Nu is New Or
leans ook bekend vanwege
z'n rijke muzikale verleden,
maar helaas heeft Robertson
daar op 'Storyville' niets
mee gedaan. Ondanks de
aanwezigheid van Neville
Brothers, Ginger Baker,
Blue Nile, Bruce Hornsby en
Neil Young is Storyville een
nogal saaie en uitzichtsloze
muzikale weg, die bij lange
na niet het peil van het aan
grijpende debuut haalt. Het
voormalige Band-lid poogt
een breed uitwaaierend ge
luidsspectrum neer te zetten,
maar afgezien van het intri
gerende 'Sign Of The Rain
bow' verzuimt Robertson de
bijbehorende spanning op te
roepen.
Bryan Adams
Zeven jaar geleden ver
scheen van Bryan Adams
het uitstekende 'Reckless' en
op de hits op dat album
heeft hij lang kunnen teren,
ook nadat de tegenvallende
opvolger 'Into The Fire' was
verschenen. Met het voor de
film Robin Hood: Prince Of
Thieves geschreven '(Every
thing I Do) I Do It For You'
heeft de Canadees eindelijk
een verse hit te pakken, en
wat voor een. De wereldwij
de nummer-éénhit is een
van de drie ballads op het
overwegend rockende 'Wa
king Up The Neighbours',
waarop Adams gebroken
heeft met zijn co-writer Jim
Vallance. Diens plaats werd
ingenomen door producer
Robert John Lange, maar dit
duo slaagt er nauwelijks in
buiten de gemeenplaatsen
van het mainstream-reper
toire uit te stijgen. De voor
spelbaarheid is groot en
'Waking Up The Neigh
bours' schudt niets in mij
wakker.
Prince...onderhoudend...
Het herstelproces van een zie
ke is te beschouwen als een
weg terug. Het is van heel veel
factoren afhankelijk of die
weg terug gemakkelijk is of
niet.
Prof.dr. Paul Sporken, emeri
tus hoogleraar gezondheidse-
thiek aan de Universiteit van
Maastricht, heeft heel veel ge
sproken, gedoceerd en ge
schreven over de begeleiding
van zieken en stervenden. In
1990 kwam hij zelf in een zwa
re crisis terecht: een fysieke
ineenstorting bedreigde zijn
leven, hij zweefde twee weken
tussen leven en dood en moest
zich tijdens een verbliif in een
revalidatiecentrum letterlijk
een weg terug banen naar de
wereld van de (min of meer)
gezonden. Die weg terug was
extra zwaar omdat hij moest
leren leven met de beperkin
gen van zijn ongeneeslijke
aandoening (cara). Ook moest
hij aanvaarden dat het ouder
worden de mens dwingt gren
zen te erkennen die er voor
heen niet waren. Over zijn
worsteling heeft Paul Sporken
een aangrijpend, sterk per
soonlijk getint boek geschre
ven dat, heel toepasselijk, als
titel 'De Weg Terug' mee
kreeg. Volstrekt eerlijk, zon
der valse schaamte beschrijft
hij zijn ziekteproces, zijn aan
vankelijke kortzichtigheid,
zijn angsten en onzekerheden,
zijn worsteling naar moeizaam
herstel, zijn uiteindelijke be
perkingen. Hij doet dat niet als
wetenschapper, maar als pa
tiënt die het allemaal zelf op
heftige wijze aan den lijve
heeft ondervonden.