onzekerheid van :n onverdacht auteur Onderdrukking in een nieuw gewaad BOEKEN/PLATEN Urban Dance Squad overtreft zichzelf Aangrijpend relaas over de weg terug l r iggilóc Sonant VRIJDAG 11 OKTOBER 1991 ia: 'Schrijvers, uitge- jcollaboratie deel 3b - S. T Uitgeverij De Arbeiders- s 59,90 anden It krijg ijk. Vo en mo worde in oor: an sta; it kan Hier sti Fd De jk was niet bepaald een i misschien wel erg im', maar hij was in a-politiek", aldus de R. A. Cornets de Groot belangrijke auteur, die /oor als na de oorlog i belangrijke romans naast al zijn andere n die in de oorlog door Jse bezetter werd gegij- Sint Michielsgestel, hij nog een tijd werd it in het „Oranje-ho- Scheveningse gevan- de Groot schreef deze ,n over hem in een Adriaan Venema, die zich genomen heeft in de Nederlandse e Agraiaars zich hebben ge- worduijdens de Duitse bezet- t is e^i 1940-'45. Van deze lefoonjoeken met de serie-titel school /ers, uitgevers colla- Volgë is nu deel 3b versche- ïe Vr^wiid aan Simon Vest- oog i de slotzin van het boek, waar in Venema het gedrag van Vestdijk tijdens de oorlog on derzoekt. Hij baseert zich op uitvoerige documentatie. Aan het slot van zijn verhandeling citeert hij met instemming een zin van Presser, die een vorm van collaboratie met de Duitse overheid kenschetste als: „Me dewerkend tegenwerkend, te genwerkend medewerkend". Deze „gunstigste schakering binnen de collaboratie" zou een uitstekende typering voor de opstelling van Simon Vest dijk zijn, concludeert Venema. Het boek van Venema biedt stof tot nadenken. Over twee zaken, die al eerder zijn ver meld, ook in mijn verslagge ving over eerdere boeken van zijn hand over deze problema tiek. Verwarring Enerzijds is er de vraag of je vijftig jaar na dato de verwar ring van mensen in de oor logsjaren goed kunt inschat ten. Venema is steeds rigoreus en hij blijkt nauwelijks in staat te zijn genuanceerd te denken over de problemen die in die moeilijke tijd bestaan moeten hebben voor mensen, die geen uitweg zagen, geen kans zagen om te leven, hun idealen en vrijheid te verwezenlijken. Vaak lijkt Venema machteloos te zijn dit probleem ook maar enigszins te begrijpen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit veel re torische vragen, die in zijn boek suggesties opwekken, die niet werkelijk onderbouwd zijn. Als Venema in het begin van zijn boek spreekt over de bezwaren van Vestdijk tegen een wild idee om als protest tegen de Duitsers op scholen het leervak Duits af te schaf fen, schrijft hij: „Eigenlijk was dit de enige keer dat Vestdijk publiekelijk zon duidelijk standpunt over de bezettings jaren en de nasleep ervan zou innemen". De kwestie speelt overigens pas in september 1945. Vene ma gaat dan op deze manier verder: „Hij zou in zijn artike len voor Het Parool nog ver schillende malen de oorlog aanroeren, maar tot een derge lijk uitgesproken mening kwam hij niet meer. Waarom niet? Was het lafheid om naar buiten te treden? Was het een diepe weerzin tegen de poli tiek? Of kwam het voort uit de naïeve gedachte dat als je maar niet over de dingen sprak, de dingen ook niet be stonden?" Suggestie „Hij was in beginsel a-poli tiek", meldde Vestdijk-kenner Cornets de Groot, blijkens bo vengenoemd citaat, dat Vene ma met instemming over neemt in het begin van zijn boek. Waarom dan later der gelijke suggestieve vragen vol verdachtmakingen? Daarmee komt het tweede grote bezwaar tegen Venema's werkwijze en analyse naar vo ren: hij is niet consistent. Hij suggereert veeleer dan hij aan- Ellenlange pagina's zijn gewijd aan de onderzoekingen die Vestdijk pleegde naar allerlei omstandigheden, die van be lang konden zijn voor zijn ro man „Pastorale 1943". Hoe za gen de uniformen van deze of die afdeling van de bezetter eruit? Welke wapens hadden ze, welke voertuigen? Venema citeert allerlei brieven van Vestdijk en de antwoorden Adriaan Venema daarop en dan wordt ook nog vermeld hoe dat in de roman in kwestie is verwerkt. Wat betekent dat allemaal? Niets nieuws, want we weten al heel lang hoe uitvoerig Vestdijk zich documenteerde voor zijn romans. Tot in de kleinste bij zonderheden, daar was hij bij na maniakaal in. Zijn research voor 'Pastorale 1943' is heel gewoon en zegt niets over eventuele belangstelling voor het Duitse of voor de Duitse bezetter. Kom nou toch, denk je als le zer van deze Vestdijk-studie zo vaak. Venema gaat ergens heel uitvoerig in op de hou ding die Vestdijk in een brief omschrijft over zijn toetreding tot gilden, de Kultuurkamer of dat soort organisaties. Hij weet dat hij eigenlijk principieel „Nee" moet roepen, maar hij twijfelt over zichzelf en denkt I FOTO: CORNÉ SPARIDAENS dat hij best zou aarzelen als andere auteurs van betekenis hem zouden voorgaan en hij in grote problemen zou komen door bij hen achter te blijven. Dat lijkt een keurig standpunt, van iemand die zijn eigen zwakheden kent. Van een man vol twijfels. Van een man die in zijn leven herhaaldelijk in grote crisissen terecht kwam. Een kunstenaar, die die gegijzeld werd door de be zetter, een schrijver die met Ter Braak en Du Perron ge werkt had en die het eens was met' hun houding tegenover het opkomend fascisme? En moet Adriaan Venema nu de begrijpelijke twijfels en de psychische spanningen van zo iemand uitleggen als „de meest gunstige vorm van col laboratie", dus collaboratie? Wie komt de volgende keer aan de beurt? Haag lal ingl trales 'ry de !v Brzezinski: 'Het grote fa- afoniscpkomst en van anrWJmunisme in d# Twintigste \litgeverij Scriptum Books. men gfc,... sn 'geion e.a. (red.): 'Het Europees lve - Nationalisme en natie- reon H in Europa'. Uitgeverij eit Ha?i,wo- Pri'8 f 34'50' eu aai,r9Chuuren e.a.: 'Nationalis- i. Je mguropa en de Sovjetunie - s gefpatie of onderdrukking in olacheuw gewaad'. Uitgeverij Van Het Pri'8 29-50- dt gel >en. jRÉ HORLINGS >r stud> tingen ouw &eest bekende nationalis- w, Vei West-Europa zijn de be en Les van een Gallisch dorp- ie. zee, omringd door Ro- 2 legerplaatsen. Als it rust worden gelaten, Driopentn ^e Galliërs niet zo oor sdmet elkaar overweg. KinderlÊodra de Romeinen zich Vulkaan jters eden bemoeien keren ze babyz^gen de vreemdelingen. afsPraaiongens, die Romeinen', voor ze ^an, en ze voelen sn na c^eer verbonden met el- )fd. Voi de wij-zij-tegenstelling 'deren: [rkt de onderlinge solida- sen door de actualiteit achter haald. Estland, Letland en Li touwen worden in de drie werken nog steeds gezien als landen die zonder twijfel onaf hankelijk zouden worden, maar daar waarschijnlijk een hoge prijs voor zouden moeten betalen. Dat de communisti sche partij als beleidsbepalen de factor nog in 1991 (behalve in China en Cuba, al is het nog geen 31 december) geheel zou kunnen verdwijnen is door geen van de deskundigen voorzien. In één van de bijdra gen in 'Nationalisme in Euro pa en de Sovjetunie' kon de augustuscoup tegen Michail Gorbatsjov nog net worden verwerkt; een andere is blij kens de tekst al begin juli 1991 afgesloten. j 15_15j[int het eerste hoofdstuk -dziekeët boek 'Nationalisme in J- en 'a en de Sovjetunie'; één [artbewigj-gte publikaties die de 30 u ^veëwi3s wiUen maken in aiieeneuwe doolhof van Euro- |t nationalisme. Net als in NE Kltpuropese labyrint' en de f?®l ?'jg in 'Het grote falen' van ör kindmer^aanse politicoloog d: ma few Brzezinski wordt ten goed inzicht geboden CENJ achtergronden van de lefonlsd311 nationalisme die over B 00 vlda en de Sovjetunie is ge- '13.00-1. oom van een groot vere- ~JEuropa van de Atlanti- j|lj®^Oceaan tot de Oeral, ik, klat^eel aangevuld met een ■20.30, bratische Sovjetunie tot f: ma. Wladiwostok, verschuift Hing v meer naar de achter- xliensti realiteit is een gesprel» verdere verbrokkeling, elljk. Nationaliteiten binnen na- foonnujn minderheden binnèn '9 ïaliteiten en van territo- TSHUL aanspraken die van de tel. 12jOor de Tweede Wereld- n denjr teruggaan tot in de ABULAreeuwen' burgeroor- 3 in Joegoslavië zou een vrij Rljndzaam voorproefje kun- i, Warrijn van wat Europa te -174l4en kan staan, i "ö<anHot nu toe allerheftigste dj en)ialiteitenconflict wordt -20.001 drie genoemde boeken - Stkijesmaat behandeld. Het Aaneen is nog steeds op een ging"91 dat helder uiteenzet 41 (ma>m de 'Serbokroaten' uit- )-i4.ooijn gevallen in Serven en ITELERen die alleen nog uit lij- "r 1®-°p zijn op eikaars vernieti- De ongenuanceerde pro- 3K9da uit beide kampen zet srk, Lroaten neer als fascisten, ia. t/i4)k in de Tweede Wereld- •K-fc al de verkeerde kant iO-12-Op en de Serven als lieden )5. Geieheel Joegoslavië willen L spreieersen. Dat de werke- 506. Sbd aanzienlijk gecompli- e|SP?4rr 'n alk331" zh en dat de sprefzijdse haat teruggrijpt 'volgertedeeltelijk door de tradi- jigegegeven, eeuwenlang k Watudend niets ontziend nde beleef geweld tussen de 2i214]kampen, blijft nog ondui- DlSCIt Ze grepen beiden de ,T g aan om barbaarse oor- Hlipisdaden tegen elkaar te '5. Ka|n> waarbij honderddui- u. 14-fcn mensen van het leven /er killen beroofd. Het was een Jer dat Tito ze tijdelijk ma. iïte verenigen. .30 u. 1 si. 325iorie Brzezinski geeft in zijn in 1989 al in de VS verschenen boek een analyse van de opkomst en teloorgang van het wereld communisme. Om er definitief een geschiedenisboek van te maken behoeven alleen maar de door hem veronderstelde mogelijkheden voor de doods strijd van het communisme te worden vervangen door de feitelijke wijze waarop het overlijden zich inmiddels heeft voltrokken. In zijn epiloog stelt hij vast dat „voor het Westen de tijd gekomen is om een probleem onder ogen te zien dat de meeste westerse geleerden al jaren geneigd zijn te negeren; het opkomend getij van nationalisme in Oost-Eu ropa en de Sovjetunie. Terwijl Marx het tsaristische Rusland eens beschreef als de gevange nis der naties, en Stalin het veranderde in een kerkhof der naties, is het sovjetimperium onder Gorbatsjov snel de vol kaan der naties aan het wor- Voor die stelling behoefde men in 1989 geen futuroloog meer te zijn: de Krim-Tataren hadden al gedemonstreerd voor terugkeer naar hun grondgebied, het conflict in Nagorno-Karabach kreeg een steeds bloediger verloop en in Joegoslavië had de Servische president Slobodan Milosevic de Albanezen in de provincie Kosovo hun autonomie ontno men. Maar de Muur vormde nog steeds een onwrikbare scheidslijn tussen Oost- en West-Berlijn en de nationalis tische aspiraties binnen het Sovjetrijk leken kansloos. Toch stelde Brzezinski al vast dat, terwijl de tamelijke homo geniteit van de bevolking in Hongarije en Polen de kans op nationalistische woelingen daar betrekkelijk gering maakte, met name in Tsjecho- slowakije en Joegoslavië pro blemen konden worden ver wacht. „Joegoslavië is een mengsel van zes nationaal ver schillende volkeren, nog ver der verdeeld door verschillen in godsdienst. De politiek overheersende Serven, met negen miljoen van 's lands 24 miljoen mensen, vertegen woordigen de belangrijkste pluraliteit, ofschoon hun domi nerende positie hen het voor werp heeft gemaakt van heel wat animositeit van de kant der economisch meer gevor derde doch in de minderheid zijnde Kroaten en Slovenen en de fel nationalistische Albane zen. Tsjecho-Slowakije (nieu we spelling, maar van het door de Slowaken afgedwongen streepje was in '89 nog geen sprake) is een federatie tussen de talrijker en beter ontwik kelde Tsjechen, die 10 miljoen uitmaken van de bevolking van het land groot 16 miljoen mensen, en de wat wrokkende Slowaken, die tijdens de Tweede Wereldoorlog korte tijd hun eigen staat hebben ge had". Het zijn inderdaad deze twee Europese nationaliteits conflicten die op het ogenblik de grootste aandacht trekken. Voor het Westen ziet Brzezins ki als belangrijkste taak „niet alleen positieve visies te ver woorden van een federatief maar niet-bedreigend Duits land, van een regionaal meer samenwerkend Oost-Europa dat zich bezighoudt met pan- Euroipese instellingen en van een post-imperialistisch Rus land binnen een sovjetstaten bond, maar door ook zijn be reidheid te tonen om heel tast baar te helpen bij het vertalen van die visies in een heilzame werkelijkheid". In de andere twee boeken zijn de visies van verschillende deskundigen gebundeld. In 'Het Europese labyrinth' zijn dat er tien. De nadruk ligt vooral op de historische en so ciologische aspecten van het nationalisme. Daar worden ook verrassende elementen als de taal bij betrokken: „Zoals Nederlanders zich om hun ei gen taal geen zorgen maken, omdat ze die vanzelf spreken, zo bekommeren ze zich ook niet om hun nationale identi teit, omdat die vanzelf spreekt. Zoals ze de vreemde taal zul len leren die hen de beste kan sen biedt, zo zullen ze zich ook met de meest belovende Euro pese aspecten van Europa identificeren, en 'ondertussen j, boeken geven vooral lie®st f'storische achtergronden ■natie):], het nationalisme. Ver- lende stellingen zijn intus- De bevolking van Zagreb viert feest na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Kroatië, 25 juni 1991. FOTO: AP zijn ze stilzwijgend van plan in hun eigen land hun éigen taal te blijven spreken en binnen eigen grenzen zich aan eigen manieren te houden". Dat is een luxe, zo maakt de rest van het diepgravende boek duidelijk. Uitvoerig wordt ingegaan op de nationa liteitsproblemen in Oost-Euro pa en de Sovjetunie. In de af gelopen jaren is langzaam het besef doorgedrongen dat in de Sovjetunie niet alleen Russen wonen, maar ook Esten, Ar meniërs, Kazachstanen, Oek- raïeners enzovoort. Ongetwij feld zullen we op korte ter mijn worden geconfronteerd met aspiraties van Jakoeten, Basjkiren, Tsjoewasjiërs en nog vele andere van de 250 volkeren die zich tot voor kort in de door Moskou opgelegde harmonie moesten schikken. Het boek beperkt zich overi gens tot de problemen in wat - opmerkelijk - 'Oost-Europa' wordt genoemd: het grondge bied van de Sovjetunie tot aan de Oeral. Midden-Europa Wat tot nu toe Oost-Europa heette wordt als 'Midden-Eu ropa' aangeduid. In drie ver schillende hoofdstukken wordt met name aandacht besteed aan Hongarije, Tsjecho-Slowa kije en Duitsland. Wat betreft het gedeelte over 'West-Euro pa' sneeuwt het al eeuwen voortwoekerende gewelddda- dige nationalisme van Basken en Noordieren, de tegenstellin gen tussen Vlamingen en Wa len en het geweeklaag van Duitse 'Vertriebene' uit Sude- tenduitsland en West-Polen onder in de beschouwingen over de kansen op het behoud van een nationale identiteit binnen de toekomstige Euro pese Gemeenschap. De materie wordt, meer popu lair geschreven en in een aan zienlijk korter bestek, min of meer herhaald in 'Nationalis me in Europa en de Sovjetu nie'. Na een vooral historische inleiding over het nationalis me in Europa volgen analyses over de recente veranderingen die zich in Centraal- en Oost- Europa en in de Sovjetunie hebben voorgedaan. De des kundigen uiten zich zorgelijk over de toekomst van het Sov jet-imperium. Enorme pet In een afsluitend hoofdstuk fi losofeert H.J.A. Hofland over het Nederlands nationalisme, dat door de NSB met zijn „zwarte pakken, grote petten en houten retoriek" zo bela chelijk werd gemaakt dat een standbeeld voor Karei Door man, de 'Held van de Java- Zee', vernield werd uit irrita tie over zijn enorme pet. Het onderdeel over Europa is kennelijk afgesloten voordat de burgeroorlog in Joegoslavië begon. „De neiging nationale sentimenten te mobiliseren in de strijd tegen minderheden en buitenlanden is weliswaar niet verdwenen, maar heeft een deel van haar dwingende logica verloren", stelt André Gerrits optimistisch vast. Ho pelijk juist en dan toch wel ge ruststellend is zijn volgende stelling dat het nationalisme „zijn grootmacht-aspiraties heeft verloren. Er is sprake van een zekere mate van con census over de onschendbaar heid van internationale gren zen en ovder de noodzaak van stabiliteit in de relaties tussen staten. De internationale pro blemen worden niet langer ontkend of met de mantel der liefde bedekt". Friedrich Dürrenmatt FOTO: AP Vierentwintig zinnen voor één verhaal Friedrich Dürrenmatt: 'De opdracht' - vertaald door Gerrit Bussink. Uit gave De Prom. Prijs 24,90. Een merkwaardige novelle van de Zwitserse auteur Frie drich Dürrenmatt, uit 1986, is verschenen in een Nederland se vertaling die een waar kunststukje mag heten. Gerrit Bussink nam immers de taak op zich de vierentwintig delen van het verhaal in goed Ne derlands over te brengen. Het probleem is dat elk deel uit één lange volzin bestaat, soms nog geen pagina lang, maar ook wel eens zo'n acht pagi na's lang. Dürrenmatt gaf zijn boekje twee ondertitels mee: 'Novelle in vierentwintig zin nen' en 'Over het observeren van het observeren van het observeren'. Het boekje is vooral een taal spel, ten dele op zijn „Opper lands" en misschien met wat kniebuigingen richting James Joyce en andere grote ver nieuwers in taal en verteltra ditie van deze eeuw. Hoofdpersoon van de novelle is een journaliste, die wordt aangeduid1 met het initiaal F. De psychiater Von Lambert geeft haar de opdracht een film te maken over zijn vrouw die op een gruwelijke manier in Afrika terecht gekomen is. Met een assistent, een geluids man en een cameraman, die het allemaal onzin vinden, komt zij in Afrika in erg ab surde en angstaanjagende situ aties terecht. Jammer genoeg wordt de in houd van de novelle door het taalexperiment van de vieren twintig zinnen overschaduwd. Je staat als lezer versteld van de vindingrijkheid en de grammaticale vaardigheid van auteur en zeker ook van de vertaler, maar eigenlijk is dat de enige troef die uitgespeeld wordt. En met het gegeven, wat het inhoudelijke aangaat, was een heel makaber en apo- kaliptisch verhaal mogelijk ge weest. Idoor GERT MEIJER De Utregse Dans Brigade heeft het 'm gelapt: twee jaar na het spannende de buut blijkt de Urban Dance Squad óók nog in staat zich zelf te overtreffen. 'Life 'N Perspectives Of A Genuine Crossover' is het meest zin derende rap-, hiphop-, funk- én rockalbum, dat op vader landse bodem verscheen. De vrijwel wereldwijde er kenning van de Urban Dan ce Squad doet de band hoor baar goed. Van de nieuwe cd straalt een spelvreugde af, die we in Nederland zelden meemaken. Het hechte ge luid vindt z'n weerslag in een flink aantal speelse raps en hardcore-songs, waarbij lijks in staat lijkt een slecht album af te leveren. Zelfs als hij het er eens lekker van genomen heeft en zich niet aangesproken voelt door vernieuwingsdrang valt er nog voldoende te genieten. Het bewijs daarvoor levert 'Diamonds And Pearls', een gevarieerde cd waarop Prin ce met zijn New Power Ge neration alle registers van de soul opentrekt. Keiharde P-funk a la George Clinton ('Jughead' met rapjes), roze ballads met een addertje on der het gras en melodieuze dancefloor-krakers ('Thun der', 'Cream') wisselen el kaar af. Soms put Prince wel erg doorzichtig uit het rijke verleden (Stevie Wonder in 'Money Don't Matter 2 Night', drakerige sixties-soul Urban Dance Squad...spelvreugde- zanger Rude Boy zich ge steund weet door een explo sieve band. Tussendoor pau zerend voor een variëteit aan stijlen, zoals het jazzy 'Careless', het nota bene Ca- ribisch getinte 'For The Piasters' of een sixties-song als 'Routine', die door het or geltje opvallend melodieus uitvalt. Apart is ook 'Bu reaucrat Of Flaccostreet', waarin Gregoriaanse zang en close-harmony elkaar af wisselen. 'Life 'n Perspectives Of A Genuine Crossover' doet z'n nam alle eer aan, want het biedt binnen de door de Ur ban Dance Squad uitgezette lijnen een breed scala aan stijlen. Juist die werkwijze doet de Squad met kop en schouders boven de grauwe middelmaat van de rap-rock uitsteken! Peppers De Red Hot Chili Peppers braken vorig jaar op grote schaal door met hun meest toegankelijke cd tot dan, 'Mother's Milk'. Was op dat album bovendien nog iets van het hectische geluid van de beide albums daarvóór waarneembaar, op het nieu we 'Blood Sugar Sex Magik' heeft de band definitief ge kozen voor het mooie geluid. Met producer Rick Rubin (Run DMC, The Cult, Mas ters Of Reality) werd een helder en soms te perfect ge luid gecreëerd, dat door het gebrek aan echt spannende nummers lang niet altijd goed uitpakt. De Peppers rappen en funken en hebben bovendien meer dan ooit oog voor ballads en met mello- trons versierde melodietjes, maar het heilige vuur wil maar niet echt ontbranden. Een slecht album is 'Blood Sugar Sex Magik' zeker niet, en met het acht minuten du rende 'Sir Psycho Sexy' (dat begint als een groovy rap en eindigt als een symfonische rockballad...) is ook een van de hoogtepunten genoemd, maar over de hele linie is er sprake van een soort onver schilligheid. Prince Prince Rogers Nelson is een muzikaal genie, dat nauwe- in 'Insatiable'), maar deson danks blijft het allemaal on derhoudend. Robbie Robertson Voor de opvolger van het vier jaar geleden verschenen solo-debuut heeft Robbie Robertson zich 'verdiept' in Storyville, een wijk van New Orleans, die aan het begin van deze eeuw voor namelijk werd bevolkt door muzikanten en vrouwen van lichte zeden. Nu is New Or leans ook bekend vanwege z'n rijke muzikale verleden, maar helaas heeft Robertson daar op 'Storyville' niets mee gedaan. Ondanks de aanwezigheid van Neville Brothers, Ginger Baker, Blue Nile, Bruce Hornsby en Neil Young is Storyville een nogal saaie en uitzichtsloze muzikale weg, die bij lange na niet het peil van het aan grijpende debuut haalt. Het voormalige Band-lid poogt een breed uitwaaierend ge luidsspectrum neer te zetten, maar afgezien van het intri gerende 'Sign Of The Rain bow' verzuimt Robertson de bijbehorende spanning op te roepen. Bryan Adams Zeven jaar geleden ver scheen van Bryan Adams het uitstekende 'Reckless' en op de hits op dat album heeft hij lang kunnen teren, ook nadat de tegenvallende opvolger 'Into The Fire' was verschenen. Met het voor de film Robin Hood: Prince Of Thieves geschreven '(Every thing I Do) I Do It For You' heeft de Canadees eindelijk een verse hit te pakken, en wat voor een. De wereldwij de nummer-éénhit is een van de drie ballads op het overwegend rockende 'Wa king Up The Neighbours', waarop Adams gebroken heeft met zijn co-writer Jim Vallance. Diens plaats werd ingenomen door producer Robert John Lange, maar dit duo slaagt er nauwelijks in buiten de gemeenplaatsen van het mainstream-reper toire uit te stijgen. De voor spelbaarheid is groot en 'Waking Up The Neigh bours' schudt niets in mij wakker. Prince...onderhoudend... Het herstelproces van een zie ke is te beschouwen als een weg terug. Het is van heel veel factoren afhankelijk of die weg terug gemakkelijk is of niet. Prof.dr. Paul Sporken, emeri tus hoogleraar gezondheidse- thiek aan de Universiteit van Maastricht, heeft heel veel ge sproken, gedoceerd en ge schreven over de begeleiding van zieken en stervenden. In 1990 kwam hij zelf in een zwa re crisis terecht: een fysieke ineenstorting bedreigde zijn leven, hij zweefde twee weken tussen leven en dood en moest zich tijdens een verbliif in een revalidatiecentrum letterlijk een weg terug banen naar de wereld van de (min of meer) gezonden. Die weg terug was extra zwaar omdat hij moest leren leven met de beperkin gen van zijn ongeneeslijke aandoening (cara). Ook moest hij aanvaarden dat het ouder worden de mens dwingt gren zen te erkennen die er voor heen niet waren. Over zijn worsteling heeft Paul Sporken een aangrijpend, sterk per soonlijk getint boek geschre ven dat, heel toepasselijk, als titel 'De Weg Terug' mee kreeg. Volstrekt eerlijk, zon der valse schaamte beschrijft hij zijn ziekteproces, zijn aan vankelijke kortzichtigheid, zijn angsten en onzekerheden, zijn worsteling naar moeizaam herstel, zijn uiteindelijke be perkingen. Hij doet dat niet als wetenschapper, maar als pa tiënt die het allemaal zelf op heftige wijze aan den lijve heeft ondervonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 17