Echte koffie voor prinses Armgard 'Plek om te schuilen' dreigt te verdwijnt BINNENLAND EeidóeQowuvnt ZATERDAG 28 SEPTEMBER WIM KLINKENBERG ONTHULT DIPLOMATIEKE INSPANNINGEN TIJDENS TWEEDE WERELDOORLOG DEN HAAG Op 30 maart 1942 schreef de Ne derlandse minister van Buitenlandse Zaken, Eel- co van Klef fens, een brief aan zijn gezant in Rio de Janairo, Willem Daniëls. Hij verzocht hem daarin „te willen zorgdragen dat, zoodra mogelijk begin nend, eens in de 14 dagen een zending van een pond koffie wordt ontvangen door Uw ambtgenoot te Bern. U gelieve de hier voor te maken onkosten eens in de drie maanden bij Uw geregelde declara tie in rekening te bren gen". De koffie, zo blijkt uit het ver volg van het verhaal, was be stemd voor prinses Armgard, de moeder van prins Bern- hard, die in Nazi-Duitsland woonde en, aldus een ambtelij ke notitie, „deze koffie wegens gezondheidsredenen dringend noodig" had. De niet geringe diplomatieke inspanningen die daarvoor noodzakelijk waren, worden onthuld in het eerste hoofdstuk van 'Buitenlandsche Zaken', een nieuw boek van Wim Klinkenberg. De journa list, die al geruchtmakende werken op zijn naam heeft staan als 'Rrins Bernhard - Een politieke biografie', kreeg toegang tot de oorlogsarchie ven van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat tus sen 1940 en 1945 was gevestigd in Stratton House in Londen. In zijn boek onthult hij een aantal opmerkelijke gebeurte nissen uit het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. „De eerste zending zoude U per luchtpost kunnen doen, terwijl een gelijktijdige ver zending op gezette tusschen- poozen per zeepost zoude kun nen plaats vinden", vervolgde Van Klef fens zijn brief. „Op den duur zouden tegen den tijd dat aangenomen mag wor den dat (de gezant in Bern, jonkheer J.J.B. Bosch) Ridder van Rosenthal geregeld in het bezit komt van zeepost zendin gen, de luchtpost zendingen kunnen vervallen". Rio de Janeiro was de hoofd stad van Brazilië; één van de belangrijkste koffieproducen ten ter wereld. De bonen wa ren er alom verkrijgbaar, in tegenstelling tot Europa, waar Prinses Armgard met haar kleindochter prinses Beatrix in 1964 de door de oorlog getroffen be volking massaal genoodzaakt was met surrogaat genoegen te nemen. Zwitserland was een neutraal eiland tussen Duits land en Italië. De Braziliaanse gezant bevestigde het per zee post verzonden schrijven op 24 april: hij zou ervoor zorgen. In de kantlijn van het document tekende iemand aan: 'C koffie- zending Prinses zur Lippe'. Klinkenberg is volgens eigen, zeggen nog steeds overtuigd communist en, zoals bekend, bepaald geen vriend van het Koninklijk Huis. In zijn ont hullende biografie over prins Berhard haalde hij diens ka rakter, levensstijl en daden drang genadeloos over de he kel. Maar behalve lezenswaar dige recensies waarin de meest pikante details werden ont huld was het effect niet groter dan dat van een steen in een vijver. Het nieuwe' boek maakt nog eens duidelijk waardoor dat kwam. Klinkenberg hanteert een bijzonder wollig taalge bruik, lardeert zijn regels met talloze bijzinnen, maakt voort durend uitstapjes naar zaken die niets met het verhaal te maken hebben en doopt zijn pen vaak in azijn om zijn af schuw over sommige personen zo duidelijk mogelijk te ma ken. Dat hij heel veel weet van het Koninklijk Huis is een onbetwistbaar feit, maar de ene keer veronderstelt hij bij zijn lezers een identieke ach tergrondkennis, terwijl hij de andere keer omstandig uitleg doet met alle mogelijke details. Dat maakt het moeilijk om de 'rode lijn' die door zijn boeken loopt vast te houden. Veel le zers zullen dan ook afhaken voordat ze aan de kern van de onthullingen toe zijn. Prinses Armgard De 'Prinses zur Lippe' was Armgard Kunigunde Alharda Agnes Oda Baronesse von Sierstorpff-Cramm, weduwe van een prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, die in 1934 was gestorven. Ze schonk op „28 of 29 juni 1911", aldus Klinkenberg, het leven aan Bernhard Leopold Friedrich Eberhard Julius Kurt Karl Gottfried Peter zur Lippe- Biesterfeld, die in januari 1937 trouwde met prinses Juliana en sindsdien 'van Lippe-Bies- terfeld, Prins der Nederlan den' heette. Armgard woonde tijdens de oorlog op een landgoed in Rec- kenwalde in oostelijk Duits land; nu Pools grondgebied. Ze deelde er, aldus Klinkenberg, het leven met 'Pantchoulid- zew', een vriend die ze al had vóór de geboorte van Bern hard. Volgens Klinkenberg was hij een Russische stalk necht en een „geziene gast in menig jonkvrouwelijk bed", die zich meester had gemaakt van naam en goederen van zijn adellijke meester, toen deze tijdens de Russische bur geroorlog in 1917 stierf. Ook Bernhards broer prins Asc- hwin - lid van de SA en SS, tevens van de NSDAP on der nr. 3854038, en) voor zijn bijzonder inzet met een IJzeren Kruis beloond" - had er domicili gekozen. Prins Bernhard hield, vertelt Klinkenberg, nadat hij van haar gescheiden was door het oorlogsfront, het contact met zijn moeder gaande via het di plomatieke verkeer. In een notitie in 1940 schreef hij dat de correspondentie „op een ab soluut veilige manier" moest geschieden: „of via de Portu- geesche gezant die de brief van haar (Armgard) uit Berlijn stuurde, of via Kennedy (de vader van John F., toen am bassadeur van de VS in Duits land)". Het werd Portugal. De zending kwam op gang. Op 28 augustus meldde gezant Ridder van Rosenthal uit Bern dat hij „eenige dagen geleden twee pakken koffie uit Lissa bon ontving bestemd voor de moeder van Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden". Dat kostte 70 escudo's voor de inklaring. Hij vertelde dat hij zijn Zweedse collega bereid had gevonden „één dezer pak ken, plusminus 2 K.G"., met een koerier naar Berlijn mee te geven. De Zweedse gezant daar zou vervolgens voor ver dere verzending zorgdragen. Maar dat mislukte. Op 2 okto ber meldde Rosenthal dat zijn Zweedse collega „mij heden het pakket koffie terug zond met de mededeeling dat de Zweedse Legatie in Berlijn niet in staat was het pakket aan zijn bestemming te doen geworden". Daaraan lag, meldt Klinken berg, vermoedelijk een andere controverse ten grondslag. Halverwege de jaren '30 wa ren er zeer sterke aanwijzin gen dat Juliana zou gaan ver loven met de Zweedse prins Karei. „De boekjes, affiches, lofredes onder titels als 'En Prins Karei is de Gelukkige!', waren reeds vervaardigd en' voor gebruik gereed. Maar het werd Prins Bernhard, die dankzij IG Farben, Hitier, Ca- naris en Colijn niet alleen Ju liana verschalkte, maar ook het eerste prins-gemaal-loon dat in ons goede landje zou worden uitbetaald. En dat de Zweedse Karei nog geweigerd was!" Klinkenberg veronderstelt dat er nog een andere reden was: „Wellicht wist men dat deze moeder van de Prins der Nederlanden zich in dezelfde dienst had begeven als haar vriend Pantchoulidzew acht jaar eerder: de Abwehr, Duits- lands fameuze (contra)spio- nage-organisatie". Hij licht haar rol daarin niet nader toe. Rode Kruis Maar de diplomatieke dienst was niet voor één gat te van gen. Carl Burckhardt, voorzit ter van het Internationale Roode Kruis, wiens pro-Duitse doopceel door Klinkenberg uitvoerig tegen het licht wordt gehouden, „was zeker de idea le persoon om een paar kilo officiële Nederlandse koffie te doen vervoeren ten behoeve van een Abwehr-m.edewerk- ster, haar Abwehr-vriend en haar SS-zoons". Op 25 november, acht maan den na het begin van de ope- Prinses Armgard, de moeder van prins Bernhard, leeftijd kort voor haar overlijden in 1971. ratie, kon gezant Rosenthal vanuit Bern melden „dat eeni ge pakketten (zijn) doorgezon den en afgeleverd. Ik ver wacht de rest geregeld te doen volgen. De moeder en de broe der van Z.K.H. verkeeren in goede gezondheid en vroegen om foto's van het Koninklijk gezin welke ik zal toezenden". Kisten Van het plan om vervolgzen- dingen per schip te verzorgen is weinig terechtgekomen, zo maakt Klinkenberg duidelijk. Gezant Daniëls in Rio bericht te op 16 oktober 1942 dat hij, volgens de instructies, „om streeks 4 Mei 1942 in het Bra ziliaanse stoomschip 'Serpa Pinto' 1 blik inhoudende 8 K.G. koffie (verscheepte), door tusschenkomst van den Tijde lijk Zaakgelastigde te Lissabon (F.C.A. Baron van Pallandt), met verzoek om verdere door zending naar Hr. Ms. Gezant te Bern". Maar hij voorzag problemen, waarvoor hij zelf al een oplos sing had bedacht. „Bij de onge regelde scheepsverbindingen is het onmogelijk te handelen overeenkomstig de wenschen in Uwer Excellentie's aange- haalden brief aangegeven. In verband hiermede en met de zeer omslachtige en kostbare formaliteiten heb ik van het vertrek van het Spaansche stoomschop 'Gabo de Hornos' gebruik gemaakt om op 10 de zer een tweede hoeveelheid, ditmaal van 25 K.G., aan Rid der van Rosenthal te verzen- an den door tusschen Baron van Pallandt de hij aan zijn schi Deze zending koffi^< kleine gezinnetje zew-zur Lippe" i Maar het duurde ri 1944 voordat da van werd gemaakt. Flaes, de opvolgei Pallandt in Lissabel betreffende docum ai nelijk aangetroffen j, gens Klinkenberg solide boedel die zi ger had nagelater richtte Londen twee kisten, inhoC, K.G. koffie, alhi ontvangen", maar zending naar Berr niet was gelukt, inklaring Esc. 100 Het Nederlandse van Buitenlandse ballingschap trok boodschap duidelijU maart kreeg Flaes „alsnog te willen n koffie niet in klein van bijv. 1 of 2 Bern zou kunni doorgestuurd. „Want er staat eei ven op het spel, d; in het land Koninkrijk weldra oorlog zal zijn", sli berg het hoofdstuk „'Hare Doorluchtig heeft deze koffie zondheidsredenen noodig'. Hare Hoogheid is op 27 de gezegende leel jaar op Kasteel W slapen". sjecho: G, |oör< n EW Y :meen Jaten i nkort tke mis iren o: ördina ding nister voor: ;ïd va :ensch vjetun Sommige vrouwen die er binnen komen, zitten onder de blauwe plekken, anderen hebben een gebroken been en een enkeling heeft een brandplek op haar arm, omdat er een strijkijzer tegenaan is gedrukt. Aan weer andere vrouwen is niets te zien, maar ze zijn aan het eind van hun Latijn na soms tientallen jaren door hun man te zijn vernederd en bedreigd. Ze zoeken een plek om te schuilen en vinden die veelal in een Blijf van mijn Lijfhuis, waar ze op verhaal kunnen komen en de eerste stappen kunnen zetten op weg naar een nieuw leven. Minister D'Ancona van WVC wil bezuinigen op deze opvangcentra. De huizen moeten het, afhankelijk van de grootte, elk met 13.000 tot 40.000 gulden per jaar minder doen. 'BLIJF VAN MIJN LIJF'-HUIZEN IN VERZET TEGEN BEZUINIGINGEN sprekl n dat DEN HAAG De af spraak komt moeizaam tot stand. „Met telefoonnum mer fluistert een vrouw. We moeten, zegt ze, niet bij haar zijn. Mar- got of Anke, die willen misschien wel iets zeggen. Margot: „De mevrouw die u moet hebben, zit nu te eten, maar wij doen hier dus niet aan mee". Terug gebeld naar de mevrouw die zat te eten. Een vrien delijke stem: „Probeert u eensen vraag dan naar Anjo". Naar het an dere huis gebeld. „Met te lefoonnummer Anjo? Geeft u mij uw telefoon nummer, dan belt zij u wel terug". Anjo, even la ter: „U kunt uiteraard niet naar het Blijf van mijn Lijf-huis komen, dat is ta boe, laten we maar bij mij thuis afspreken". Ergens in Alkmaar. Anjo: „Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. De vrouwen moeten zich volledig veilig voelen in zo'n huis. Ook al komt iemand met de beste bedoelingen, we kun nen geen enkel risisco nemen. En we kunnen ook geen uit zonderingen maken. Ja, een huisarts moet er kunnen ko men en soms een psychiater. Maar verder niemand. Voor je het weet staat er een woeden de echtgenoot voor de deur. Dat gebeurt wel eens, en dat zijn geen prettige gebeurtenis sen. Daarom worden zelfs de vrouwen die hier willen ko men door twee bewoonsters afgehaald op een geheime plek". Anjo is coördinator in een Blijf van mijn Lijf-huis. Omdat een bezichtinging ervan ondanks aandringen absoluut uitgeslo ten is, probeert ze het zo beel dend mogelijk te beschrijven. SUSKE EN WISKE "TAZUUR EN TAZIJN" (c) Standaard Uitgeverlj/Wavery Productlor Acht vrouwen die negen maanden lang één slaapka mertje moeten delen. En met z'n elven één wastafel. Twin tig kinderen op een speel- plaatsje van vijftig vierkante meter. Elf medewerksters in een kantoortje, waarin amper een bureau kan staan. En tien tallen vrouwen, de meesten met kinderen, die zich zeker in het begin geen raad weten. „We willen iedereen helpen, maar alle huizen zitten vol. Overvol. Zeker tien keer per week moeten we iemand af wijzen". Geen subsidie Nederland telt twintig Blijf van mijn Lijf-huizen, waar jaarlijks drieduizend vrouwen en drieduizend kinderen tijde lijk onderdak vinden. Vier huizen in de grote steden wor den niet gesubsidieerd door WVC, dat voor de overige zes tien tot dit jaar totaal acht mil joen gulden over had. Anjo werkt in een klein huis, dat wordt gehuurd van de ge meente en ze heeft een budget van vier ton. „Dat lijkt heel veel", zegt ze, „en als daar 13.000 gulden vanaf gaat, zal bijna iedereen meteen zeggen dat het best meevalt. Maar met dié vier ton redden we het al bij lange na niet. We kunnen geen extra personeel aanne men, terwijl het zeer zwaar werk is en iedereen per week al twee tot acht uur over werkt. En de huisvesting kan niet nog krapper. Het budget is gebaseerd op huren en prij zen van levensonderhoud in 1988. Alsof het allemaal niet veel en veel duurder is gewor den. Alles bij elkaar zijn wij een hele goedkope opvang. Als de huizen er niet zijn, komen die vrouwen uiteindelijk toch ergens anders terecht, bijvoor beeld op een psychiatrische af deling van een ziekenhuis. Dat is niet alleen veel ernstiger, maar ook heel veel duurder". De huizen zijn er voor vrou wen die, zoals het officieel heet, geestelijk en/of lichame lijk en/of seksueel worden mishandeld of bedreigd. In de praktijk komt het er op neer dat de woningen uitpuilen van vrouwen die soms wel dertig jaar lang bont en blauw zijn geslagen, die alleen naar bui ten mochten in gezelschap van hun man en dan de hele tijd naar de grond moesten kijken of die door hun man als sek sueel object zijn verhuurd. Kortom, vrouwen die zijn be handeld als slaaf, sloof of vod en als gevolg daarvan licha melijk en doorgaans ook gees telijk flink zijn beschadigd. Paniek Anjo: „Sommige vrouwen bel len ons in paniek, maar er zijn zeker ook types bij die hun vertrek plannen. Die bellen bijvoorbeeld met de medede ling dat hun man over drie da gen de nachtdienst in gaat en vragen of ze dan mogen ko men. Mensen die we niet met een kunnen plaatsen, kunnen meestal wel tijdelijk in een an der huis terecht of voor een paar dagen bij familie of ken- „Je kunt bij mishandeling niet zo makkelijk spreken van schuld of falen. Het zit alle maal veel ingewikkelder in el kaar. Vrouwen blijken nog maar al te vaak het slachtoffer van historisch gegroeide machtsverhoudingen. In zoiets beslotens als een gezin zie je daar als buitenwereld zelden iets van, maar in de samenle ving des te meer. Hoewel vrouwen met een inhaalrace bezig zijn, hebben ze in de maatschappij toch nog weinig te zeggen. Terwijl mannen door de eeuwen heen zijn op gevoed met het idee dat je het in het leven moet redden met macht, agressie en competitie". „Die verhoudingen zie je niet zelden terug in relaties tussen mannen en vrouwen. Niet voor niets wordt in een hete roseksuele relatie één op de vijf vrouwen geconfronteerd met geweld en één op de elf zelfs regelmatig, dat wil zeg gen: meer dan eens per week. Je moet je realiseren dat on danks de emancipatie zulke starre verhoudingen die in eeuwen zijn gegroeid niet in één generatie de wereld uit zijn. Een simpel voorbeeld: hoe vaak hoor je zelfs vandaag de dag nog een man zeggen: mijn- vrouw mag werken?" Macht „Het ligt natuurlijk nooit zo simpel als het lijkt. Wij praten ook niet over zaken als schuld. Ja, in sommige gevallen heb je mannen die eenvoudigweg niet deugen. Pure criminelen waar iederéén heel goed voor moet oppassen. Maar door gaans is mishandeling een kwestie van een heleboel fac toren. Mannen en vrouwen kunnen een ongelijke machts verhouding hebben, maar dat hoeft natuurlijk niet altijd op slaan of zo uit te lopen. Niet zelden komen er zaken bij als werkloosheid, alcohol, drugs. Als een man in zo'n situatie kwaad is, reageert hij dat af op degene die in zijn visie onder hem in de pikorde staat, in casu zijn vrouw". „Het kan heel lang duren voordat een vrouw er genoeg van krijgt. Waaróm het in sommige gevallen zo ontzet tend lang duurt, vragen wij ons niet af. We zijn er om hulp te verlenen, om mensen op te vangen en verder te helpen, niet om ze te veroordelen. Ook de mannen niet. Maar. in de praktijk blijkt vaak dat vrou wen zich schuldig voelen aan hun eigen mishandeling. Ze gaan de daden van hun man vergoeilijken en doen alles om het hem maar naar de zin te maken, zeker ook omdat een man na een klap heel vaak schrikt en meteen zegt dat hij er heel veel spijt van heeft. Dat verergert de situatie juist in veel gevallen, want mensen gaan dan op hun tenen lopen. En dan escaleert de boel". „Je hebt ook relaties waarin de vrouw niet weg wil totdat de kinderen het huis uit zijn, ook al wordt ze mishandeld. Niet zelden dreigen mannen ook: als je bij me wegloopt, maak ik je kapot. Maar er komt hoe dan ook een mo ment dat zo'n vrouw zich rea liseert: tot hier en niet verder. Dan hebben ze opeens het ge voel dat ze op z'n minst gelijk waardig zijn. Je ziet dat die vrouwen dan vefllf ja« bijsterd zijn". Strafbaar e rech In een Blijf van rr gistei zit geen enkele vr'angei keer een klap heel v gaat altijd om h stelselmatige Anjo: „We prater band puur over s ten. Maar de man tuurlijk niet allm len. Er zitten heel huisvaders bij. En in alle milieus teg^ei leen bij etnische n of bij mensen met leiding. Dat is ec tje" Vrouwen blijven tijdelijk in een Lijf-huis. De bedt ze er en beetje bil praten om hun er101 -lo verwerken en vefinkfu standig mogelijk Ijtig een zorgt voor eventuele kinden ïerika migton het ddeler D00 gu ft hij, stral it va :erde ïvanki ,rling d tige N de lu Holla naar ir daa betrokken aparte school gaa vader dat niet Sommige vrouwei (part-time) baai doen diverse wer in het huis. Anjo: zoveel mogelijk e ven leiden of 1 want de bedoeling een tijdje zelfstani nen. Wij bemiddt A\ woonruimte. Je mr wen een perspei want dat hebben al niet' De meeste vrou| het, al blijven rest van hun lev| vinden vaak een g ner, maar er zijn I bij die toch wee* naar hun man. blijf in één van f" weten ze veel bet® len", zegt Anjo o^ categorie. „Niet f de man dan in i het zijn vrouw erij ook bereid zijn lL4 ren. Met behulp I lukt dat dan iKl WA Daarom kun je be^ als de Blijf van rj zen in hun bestaai dreigd er duizend'® en kinderen èn|en_da hun bestaan prnis dreigd". Bi Ir

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 4