Mart Smeets is een geboren televisiedier" inal Ie HERMAN KUIPHOF LOOFT EN KRITISEERT STUDIO SPORT QeidóaOowiant JA 3 ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1991 PAGINA 33 Zeven jaar na het afscheid van Studio Sport is de naam van Herman Kuip hof (71nog altijd onverbrekelijk ver bonden met het televisieprogramma dat door de jaren heen de hoogste kijkcijfers haalt. Voor velen geldt Kuiphof als de grondlegger van de sportverslaggeving op televisie, hoewel hij dat strikt genomen niet is. Want Kuiphof kwam 'pas' in maart 1961, toen er al de nodige losse sportwed strijden op de zwart-witte buis waren geweest, in dienst van de VPRO, de omroep die hem uitleende aan het sa menwerkingsverband van AVRO, KRO, VARA en VPRO. Vrij kort na Kuiphofs aantreden kwam de tv-sport onder de vleugels van de Nederlandse Televisie Stichting (NTS); eerst als Sport in Beeld en vervolgens 1967 als Studio Sport. Herman Kuiphof over drie decennia sportverslaggeving op de televisie. „Er is enorm veel veran derd". worde of >and t( ;nisbo ande deze fa ond mo levisiepa oog va landgen: toestelle de tel n W„ ha inslag. duideli hoogs voor sie. De urafbraa :n tot cl journali ie als :i niet oordje b bij zonde tl voorlic reken kilomet rof. buiten? Het rest Herman Kuiphof in actie in 1971. Toen Herman Kuiphof in maart 1961 zijn functie van chef-sport bij de Haagsche Courant verruilde voor die van televisieverslaggever bij de Vrijzinnig Protestantse Ra dio Omroep, toen nog een confes sionele omroep was de zogenoem de experimentele fase van de Ne derlandse televisie officieel al ach ter de rug. „Maar", zo herinnert de in Soest wonen de sportcommentator zich als de dag van gisteren, „de middelen waren nog wel zeer beperkt. Er werd toen bijvoor beeld nog veel met film gewerkt. Na tien minuten draaien was de film vol en moest de cameraman een zwarte doek over z'Jn hoofd gooien en de cassette vervangen. Dat duurde een minuut of twee. En net in die tijd werd er natuur lijk gescoord. Als er in een wedstrijd vier of vijf doelpunten werden gemaakt, mis te je er geheid één of twee. Maar dat was geen ramp, want in je verslag kon je daar overheen praten, bijvoorbeeld door iets te zeggen in de trant van: „Het der de doelpunt kunnen we u helaas niet la ten zien". Erger was het als er maar één i doelpunt was gemaakt en je dat door k De le technische oorzaken had gemist. Dan ïlometer wer(j er jn huiskamers wel eens wat ontvani honend gelachen". In het licht van de huidige mogelijkhe den doet de werkwijze van de beginpe riode bijna belachelijk aan. „Als je op zondagmiddag naar een wedstrijd ging, moest je in de rust de volgeschoten cas settes alvast door een motorrijder naar Hilversum laten brengen. De film ging dan een uur in het bad en moest dan ook nog eens drogen, voordat de man die eerst de opnamen had gemaakt, uit- Stichtili eindelijk kon beginnen met monteren, allereers i 'n hjd gebeurde dat trouwens nog - ij. met plakkertjes. En die lieten natuurlijk eaeaeuL i 0p meest ongelegen momenten los. Al n iunci| met aj was jiet een vreselijk tijdrovende zaak", weet de sportverslaggever van het een aan Heek lati ;ssor is, iet verzof te zijn die t er kind ioor de oon van jonge Loi De hö programma dat in het begin dan ook pas laat op de zondagavond 'uitzendklaar' was. Plezier Toch denkt Kuiphof, wiens eerste recht streekse voetbalinterland Nederland- Hongarije (3-1) was, op 30 mei 1961, met plezier terug aan die tijd waarin hij samen met Siebe van der Zee en regis- ;n van p. seur/producer Jean Smits (beiden van de aken, m AVRO), Aad van den Heuvel (KRO) en het druKl jaa Leijendekker (VARA) pionierender- n" vandi wijs de weekend-sport in de huiskamer ;zoek te 1 bracht. Overigens deed de NCRV toen nog niet mee; haar toenmalige opvattin- Nederlam gen stonden bemoeienis met sport-op- f- Kors v( zondag in de weg. en", hij Dat de uitzendingen van Sport in Beeld Ö8t- verre van perfect waren, werd volgens „Die begintijd was óók heel leuk", vindt sportcommentator Kuiphof. „Natuurlijk, er ging van alles mis, maar dat mócht, omdat de eisen toen niet zo hoog waren als nu. Als er eens iets aan een programma ontbrak, werd dat begrijpelijk gevonden". FOTO: PERS UNIE Kuiphof niet als een probleem ervaren. En hij is ook niet jaloers op zijn collega's die nu zoveel betere faciliteiten genieten. „Die begintijd was óók heel leuk", vindt hij. „Natuurlijk, er ging van alles mis, maar dat mócht, omdat de eisen toen niet zo hoog waren als nu. Je beloofde flitsen van een bepaalde wedstrijd. En niet meer dan dat. Als er eens iets aan een programma ontbrak, werd dat be grijpelijk gevonden". De verhoging van de (technische) kwali teit van Sport in Beeld was een geleide lijke ontwikkeling. Het WK voetbal van 1958 in Zweden, dat in samenwerking met de Belgische televisie op het scherm werd gebracht, was nog vooral een zwart-wit schimmenspel met commen taar van Wim de Gruyter. Maar enkele jaren later begon het er op te lijken dat de NTS een professioneel sportprogram ma op de buis kon brengen. „Je kunt niet zeggen dat het 'gepruts' op een bepaalde datum achter de rug was en dat het vanaf dat moment allemaal vlekkeloos ging. De kwaliteit is geleide lijk aan gestegen. De middelen werden beter èn de mensen raakten er meer mee vertrouwd. Daarnaast is ook de organi satie veel beter geworden". De omvorming van de NTS tot NOS in 1967 betekende een nieuwe impuls voor de sportverslaggeving op tv. Het pro gramma kreeg een andere naam (Studio Sport), personeel in vaste dienst èn een nieuwe chef in de persoon van Bob Spaak. „Vanaf dat moment was het een serieu ze zaak. Daarvóór was het toch meer Spielerei. Iedereen deed hartstikke zijn best, maar de mogelijkheden waren zó gering", zegt de commentator, voor wie het vertrek bij Studio Sport -eind 1984 - overigens geenszins het einde van zijn bemoeienis met de sport bete kende. Anno nu is hij nog altijd actief als tv-commentator bij Eurosport (ten nis) en RTL4 (skiën). Verder heeft hij een wekelijkse column in NRC/Handels- blad, werkt hij mee aan het VPRO-ra- dioprogramma van Ischa Meijer, geeft hij een uitgeverij adviezen op het gebied van sportlectuur en ten slotte schijft c.q. vertaalt hij sportboeken en -boekjes. „Ik heb dus nog genoeg te doen. En zo lang ik me goed voel en er een markt voor is, ben ik van plan door te gaan". Tweede liefde Studio Sport volgt hij nog altijd met meer dan gemiddelde belangstelling. En dan met name de sporten die hem het meest boeien. In volgorde zijn dat: ten nis, voetbal en skiën. Op het gebied van tennis en skiën is hij nog altijd als televi siecommentator actief, maar over zijn 'tweede liefde', de voetballerij, laat hij zijn licht niet meer schijnen. „Eurosport heeft me onlangs nog gevraagd of ik weer voetbal wilde gaan doen, maar ik heb daar van afgezien. Het is al dertien jaar geleden dat ik met het geven van voetbalcommentaar ben gestopt. Ik volg het nog wel en ik verbeeld me ook dat ik er verstand van heb, maar ik denk dat je na zo lange tijd niet met succes de draad weer kunt oppakken", zegt de man die zijn naam en faam in zeer belangrijke mate heeft te danken aan het gegeven dat Ajax en Feyenoord in de loop der ja ren zeer hoog op de Europese ladder ste- ?,en. „Als dat niet was gebeurd, zou de iguur Herman Kuiphof ongetwijfeld minder bekend zijn. Maar ook Studio Sport heeft geprofiteerd van de Europa- Cupsuccessen van Ajax en Feyenoord. De kijkcijfers waren in die tijd gigan tisch. Dat versterkte de positie van het programma binnen het geheel van de NOS. Ik meen dat Europa-Cupwedstrij den wel eens een kijkdichtheid van 75 procent haalden. Daarmee zaten we maar iets onder de 81 procent bij het huwelijk van Beatrix. Dergelijke percen tages kunnen tegenwoordig nergens meer worden gehaald". Dan, relativerend: „Natuurlijk was het niet ónze verdienste dat er zoveel men sen keken. Het was gewoon de attractivi teit van het evenement. De mensen wil den daar via de televisie bij betrokken zijn. Maar dat neemt niet weg dat het wel heel leuk was om te horen dat er zulke hoge kijkcijfers werden gescoord". Sterk verbeterd Het huidige Studio Sport, dat niet alleen veel meer technische faciliteiten maar ook meer uitzendtijd heeft, is in de ogen van Kuiphof sterk verbeterd. Ook een vergelijking met buitenlandse program ma's valt wat hem betreft redelijk posi tief uit, al wordt het niveau van Enge land niet gehaald. „In sommige opzich ten zijn de Engelsen gewoon beter. Als ik naar de BBC kijk heb ik altijd het idee dat het potentieel waaruit de Engelsen kunnen putten veel groter is dan bij ons. Maar op zichzelf is de Nederlandse tele visie helemaal niet zo gek. De mogelijk heden die er zijn worden in veel geval len goed benut. Alleen, het streven naar hoge kijkcijfers heeft wel vervlakkend gewerkt. Pulpprogramma's, die op zich zelf niet slecht gemaakt hoeven te zijn maar qua inhoud weinig te bieden heb ben, krijgen nogal eens voorrang. Dat vind ik wel ongelukkig. Daarom is het ook goed dat er een VPRO is die zich van kijkcijfers geen moer aantrekt". Op één punt heeft Kuiphof onverholen kritiek op het huidige Studio Sport: „Ik erger me elke keer weer als ik de presen tator hoor zeggen: ,En nu komen de uit slagen van de PTT-Telecompetitie'. Ik zelf zal altijd eredivisie blijven zeggen en schrijven. Natuurlijk, het contract tussen de PTT en de KNVB is een gegeven. En ik kan me ook nog wel voorstellen dat in een overeenkomst tussen de NOS en de KNVB wordt opgenomen dat het woord PTT-Telecompetitie in de uitzending moet worden genoemd. Maar ik zou zeg gen: één keer is genoeg. En ik vind het ronduit verbazingwekkend dat kranten en tijdschriften, die met zo'n contract tussen NOS en KNVB al heleméél niets te maken hebben, de eredivisie toch hardnekkig PTT-Telecompetitie blijven noemen. Zelfs Voetbal International doet het. Ik kan me toch niet voorstellen dat dat blad 100.000 gulden van de PTT heeft gevangen. En voor de rest is het ook geen blad dat zich zo graag confor meert". Het gezicht De ouwe-jongens-krentenbrood-stijl van Mart Smeets, steeds nadrukkelijker het 'gezicht' van het huidige Studio Sport, bevalt hem wel, maar toch heeft Kuip hof ook kritiek. „Mart is een geboren te- Ie visiedier. Hij kan heel gemakkelijk met een camera omgaan. Hij ziet de mensen in de huiskamer vóór zich. Dat hij gek is op bepaalde sporten vind ik ook best. Maar ik ga me ergeren als hij laat blijken dat er ook sporten zijn waar hij niets om geeft. Dat geldt bijvoorbeeld voor korf bal, voor voetbal en zéker voor tennis. Hij praat er wel over en hij maakt ook wel eens een interview met Boris Becker, maar hij is niet echt in die sport geïnte resseerd. Dat mérk je gewoon. Nu vind ik het heel normaal dat je niet èlle sport en even interessant vindt, maar als je de functie van anchorman in een sportpro gramma hebt, moet je dat niet laten blij ken". Het kost hem geen moeite een voorbeeld te noemen van een item dat Smeets to taal niet aansprak. „Een tijd geleden, toen het programma bijna was afgelo pen, zei Smeets iets in de trant van: 'Dan heb ik hier ook nog even een ten- nisbericht: Petra Kamstra heeft de Oran ge Bowl gewonnen'. Dat was alles. En dat terwijl er nog dertig seconden zend tijd over was. Smeets gebruikte die tijd om uitgebreid afscheid te nemen. Hij liet de mogelijkheid voorbij gaan om te zeg gen dat Petra Kamstra een fantastische prestatie had geleverd. Ook liet hij on vermeld met welke cijfers Petra Kamstra had gewonnen en wie haar tegenstand ster was geweest. Hij maakte het bericht dus niet af, gewoon omdat het hem geen pest kon schelen. Een Nederlandse wiel renner had eens een vergelijkbare presta tie moeten leveren; dan zou hij de klok hebben geluid. En als een Nederlandse basketballer zoiets had gedaan, zou hij 'hoera' hebben geroepen. Die oneven wichtigheid neem ik hem kwalijk. Maar voor de rest is hij een getalenteerde tele visieman. En: hij is zeker niet kleur loos". Tsjuiphof Zoveel jaar na dato wordt Herman Kuiphof nog altijd met een zekere regel maat geconfronteerd met zijn bijnaam 'Tsjuiphof. herinnerend aan de tijd dat hij de naam van de Zweedse Feyenoord- spits Ove Kindvall op de enig juiste wij ze uitsprak: Oewe Tsjiendwol. „Dat zat zo: in een periode van een maand kreeg ik brieven van zes in Ne derland woonachtige Zweden. Onafhan kelijk van elkaar vroegen ze mij of ik er voor kon zorgen dat de naam van Kind vall nu eindelijk eens correct zou wor den uitgesproken. Nu wilde het toeval dat ik net in die tijd een afspraak had met Kindvall, bij hem thuis in Rotter dam. Toen ik binnenkwam zei ik: „Oewe, nu moet je me eerst eens vertel len hoe jouw naam nu precies moet wor den uitgesproken". „Nou", zei hij, Jij bent de enige in dit hele land die het goed doet". Vanaf dat moment heb ik hem consequent Oewe Tsjiendwol ge noemd". Met zijn 'Tsjiendwol' heeft Kuiphof in de loop der jaren heel wat snerende op merkingen over zich afgeroepen. Soms, bekent hij, heeft hij zich er wel eens aan gestoord als ergens in zijn omgeving uit een meestal anonieme keel 'Tsjuiphof opklonk. „Ik had liever gehad dat ik werd beoordeeld op mijn manier van commentaar geven". Aan de (telefonische) confrontatie met één kritikaster bewaart Kuiphof echter een heel aardige herinnering. „Op een gegeven moment werd ik gebeld door een FC Twente-supporter. Hij vond het maar onzin dat ik net over Tsjiendwol had. „Noem die man toch gewoon Kindvall. Wat hebben wij nou met de Zweden te maken", zei hij. Ik zei hem toen: „Maar hebben wij dan wel wat met de Hongaren te maken?" Die vraag be greep hij niet. Ik vroeg hem toen: „Wie speelt er eigenlijk rechtsbuiten bij FC Twente?" Toen antwoordde die man: 'Notsj'. „En hoe spel je dat?", was mijn volgende vraag. En hij antwoordde: „N- A-G-Y". Op dat moment besefte die man dat hij nooit had moeten bellen..."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 33