„Als Den Haag niet dwarsligt, doet Hilversum dat wel" Nederlandse tv: cursus papiervouwen in de kijkspits JOOP LANDRE: COMMERCIËLE TROS NOG NIET IN VERSCHIET Aspirant Dwars Vies Moeite CeidócSouAOtit espeeld e taktisc it Txd6 U ereiken tel. Gezn zwartspe dat hij vitale pic ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1991 PAGINA 31 BESTEL NA 40 JAAR OP STER VENNA DOOD De komst van RTL4, al of niet met vriendschappelijke steun van Veronica (dat daarvoor bedreigd werd met schorsing van de zendmachtiging), is als een schokgolf door de Gooise burelen gedaverd. Vooral door de vergaderzalen, waar steeds vaker wit weggetrokken omroepbonzen met knikkende knieën aanschoven voor het zoveelste paniekoeraad: hoe het vege lijf te redden? Een verkwikkende aanblik, vond ik. Eindelijk werd de arrogantie van de monopoliemacht doorbroken, eindelijk zou men zich kunnen gaan bezighouden met waar het echt om draait: het leveren van televisie voor grote mensen op tijden dat grote mensen kijken, en het leveren van televisie voor kinderen op tijden dat kinderen kijken. En dan hebben we het over vakkundig gemaakte, verstandig geprogrammeerde, niet doublerende, op tijd beginnende, spraakmakende, informatieve en onderhoudende televisie voor alle gezindten. Want de publiekstelevisie in ons land mag dan wel de krasse leeftijd van veertig jaar hebben bereikt, het beheer ervan lijkt voornamelijk te zijn gelegd in de handen van een stel kinderachtige pubers, die het voornamelijk gebruiken om elkaar vliegjes mee af te vangen en elkaar dwars te zitten. Het is toch om te janken dat er een olie-oorlog in de Perzische Golf en een burgeroorlog in Joegoslavië voor nodig zijn om de verzuilde actualiteitenrubrieken in Hilversum tot enige samenwerking te brengen? En de ironie wil dan ook nog dat de voornaamste reden van die plotse bereidheid tot eendrachtig optreden is, dat het anders te duur wordt. Tot droefheid stemmend is ook het onthullende gebrek aan slagvaardigheid dat het bestel aan de dag legde bij de intrede van de commerciële televisie in ons land, te weten ae komst van RTL Veronique. Het smalend gelach waarop het imitatie-Luxemburgse station in het Gooi werd onthaald („daar hoeven we niet bang voor te zijn, dat stelt niks voor") is al lang veranderd in schoorvoetend respect voor de doortastendheid waarmee het inmiddels RTL4 gedoopte onechte kind van de Nederlandse televisie zich een vaste plaats heeft verworven. En in regelrecht afgrijzen over het verlies aan STER-geld dat het nieuwe kijkgedrag van de Nederlander met zich meebracht, en die de doodsklok luidde over de traditionele Hilversumse arrogantie. En het gekke is nu, dat Hilversum niks DEED: afgezien van ae al gesignaleerde bijeenkomsten van de omroepbobo's en het getouwtrek tussen het Gooi en het Binnenhof over wie nu overal de schuld van heeft en over wie wat moet betalen, heeft het televisie-aanbod van het verscheurde bestel geen merkbare verandering (laat staan verbetering) ondergaan. Dat er, om maar een voorbeeld te noemen, deze zomer nog enige daadwerkelijke kijkdichtheid te meten viel op Nederland, was meer te danken aan het feit dat er zoveel sport min of meer rechtstreeks werd uitgezonden dan aan enigerlei inhoudelijk-programmatische inspanning (laat staan visie) van de omroepen. En natuurlijk aan de coup in Moskou, die enkele dagen voor hoogspanning zorgde in de Gooise redactielokalen, waar de Kremlin-watchers zich weer eens verdrongen om te worden geïnterviewd. En het had zo mooi kunnen zijn. Want, laten we wel wezen: het is natuurlijk een klein wondertje dat je via een elektronisch foefje in je eigen woonkamer zo'n beetje de hele wereld thuisbezorgd kunt krijgen. Tele-visie, verre-kijken, het is eigenlijk nauwelijks te geloven. Met geluid èn beeld kennis nemen van wat er overal gebeurt, op het moment dat het gebeurt; je zit eerste rang bij het wereldgebeuren, bij kunst en cultuur. Maar de televisie viel veertig jaar geleden in ons land in de grijpgrage handen van dezelfde zendgemachtigden die op dat moment met z'n allen ook de radio beheersten: de zuilen, de levensbeschouwingen, de omroepverenigingen. En die maakten er met z'n allen, onder de paraplu van ae Nederlandse Televisie Stichting, meteen hetzelfde kleingeestige dorpsplein van als ze dat eerder met de geluidsomroep hadden gedaan. Een uurtje voor die? Dan ook een uurtje voor die. Als Jantje een onderwerpje heeft mag Pietje het niet meer doen. Als er ergens een natuurramp is, 'stuurt zowel Keesje als Henkie er een camerateam naar toe, om er vooral vanuit christelijke (of katholieke of vrijzinnige) zowel als socialistische (of liberale) gezichtshoek verslag van te doen. Enfin, vult u maar in, vult u maar aan, Nederland is al bijna ontzuild (zie: de vakbeweging), maar bij de omroep is het allemaal nog precies hetzelfde. En als de halve wereld in brand staat, zendt Teleac in 'prime time' wel een cursus papiervouwen uit. Toegegeven: zelfs de Nederlandse televisie heeft in haar veertigjarige leventje wel kijkvoer geboden dat zelfs de hardvochtigste criticus met tranen in zijn ogen vanaf het puntje van zijn stoel heeft bekeken. Dat moet ook wel, want anaers was het onmogelijk geweest dat het landelijke college van tv-recensenten al meer dan 25 keer een Nipkow- schijf toekende aan een programma of programmamaker wegens het leveren van topkwaliteit. Maar hoe graag de meeste omroepbazen ook een Nipkow-schijf zouden incasseren, de Hilversumse omroepen hebben duizendmaal liever een Televizier-ring. Want de toekenning van die (publieks)prijs betekent nu eenmaal dat het winnende programma min of meer het populairste is van het afgelopen kijkjaar, dus de meeste kijkers trok, dus het commercieelst in de kijkmarkt was gepositioneerd (want: het gaat om cijfers, het gaat om geld). Met alle respect voor de komische uitstraling van Hans Bóhm: het is toch (andermaal) om te janken dat een programma als 'Ook dat nog' de publieks-hit is geworden die het is geworden. De formule en de vormgeving zijn tot in detail gejat (nou, laten we zeggen 'geleend', om een boze KRO-brief te vermijden) uit Engeland, de items die erin worden behandeld worden gratis en voor niks aangedragen door argeloze, door overheid en bedrijfsleven geteisterde consumenten. Dit, dames en heren, is de winnaar van de Televizier-ring. De Nederlandse televisie in optima forma, de kijker opgestookt tot leedvermaak. In het verlengde overigens van programma's die speculeren op gelijksoortig gemakkelijk te scoren gniffelsucces, zoals 'Bananasplit' onder aanvoering van de vettig grijnzende Ralph Inbar. Inmiddels haken de Nederlandse kijkers, ook degenen die elke jaar trouw hun stembiljet voor de Televizier-ring insturen, in dramatische aantallen af, om aoor te zappen naar kanaal 4, waar Arnie en Peter .van Goede Tijden, en Hanzen Kazan en Van der Togt, in eendrachtige samenwerking met Henny Huisman en Jos Brink, het de Nederlandse zuilen moeilijk maken. Wat doen die ertegen? Minister D'Ancona denkt, met een klassiek- socialistisch waas voor de ogen, dat het allemaal wel goed komt als die minstens tien procent van hun zendtijd inruimen voor Kunst. In werkelijkheid is het natuurlijk gedaan met het Bestel. Na veertig jaren verzuiling is nu de tijd gekomen om eieren te kiezen voor ons omroepgeld, en eindelijk eens rekening te gaan houden met het feit dat televisie niet alleen speelgoed en werkgelegenheid is. Weg met de krakende zuilen, weg met de van zelfgenoegzaamheid blatende omroepverenigingen, weg met het vermolmde omroepmonopolie. De oproepen hebben de concurrentiestrijd met de commercie al lang verloren, ze vechten hoogstens een achterhoedegevecht, waarin ze RTL4 willen bestrijden met gelijke wapens, en daarvoor is het al lang te laat. Het bestel is op sterven na dood, moet zichzelf dan ook opheffen en omvormen tot één grote, ongebureaucratiseerae. slagvaardige organisatie die de drie Nederlandse zenders elk een eigen kleur geeft en horizontaal programmeert. Het beschikbare omroep- en journalistiek talent kan dan zonder onderlinge concurrentiestrijd worden ingezet op die plaatsen waar het 't best tot zijn recht komt. De cursus papiervouwen kan naar de middag, met herhaling de volgende morgen en desnoods midden in de nacht en de week erna nog eens. Het testbeeld moet worden afgeschaft: er moet gewoon altijd Nederlandse televisie zijn. Eén net moet dan gewoon (desnoods overwegend in leletekstvorm) dl het (wereld)nieuws doorgeven dat via welk kanaal dan ook binnenkomt, en de andere netten geven bewegend beeld: film, cultuur, show, sport, spel, actualiteiten, muziek, drama, documentaires, alles wat er maar is, en het mag ook worden herhaald (waarom niet?). Dan maken wij, als zelfstandig nadenkende consumenten, wel uit waarnaar we kijken en wanneer we dal doen. En we willen ook niet meer worden lastig gevallen met aanbiedingen voor al die (stuk voor stuk de beste) omroepbladen. Een veertigste verjaardag is in de meeste gevallen een felicitatie waard. Maar de gebruikelijke toevoeging „en nog vele jaren" moet in het geval van de Nederlandse televisie worden gelezen als: „en nog vele jaren, maar dan beter". Televisie en commercie op één kussen, daar slaapt de duivel tussen. Met dat motto in gedachten heeft politiek Den Haag decennia lang getracht de commercie buiten het omroepbestel te houden. Met als bijna lachwekkend gevolg de komst van RTL4, een buitenlandse zender die geen buitenlandse zender is, en commerciëler dan ooit voor mogelijk gehouden. Het wachten is nu op de eerste met instemming van politiek Den Haag tot stand gekomen commerciële zender. Alleen, hoe lang gaat dat nog duren? Een gesprek met Joop Landré (82), oud-journalist, oud directeur van de RVD, nauw betrokken bij het REM- avontuur en oprichter van de TROS, de legale opvolger van piraat 'TV-Noordzee'. kijkt er met genoegen op terug: „We kre gen tienduizenden briefkaarten, hele fa milies gaven zich op. ,En de hond Hec tor wordt ook lid', stond er dan op. Toen stapten we naar de minister, en die zei: je moet leden hebben, geen brief kaarten. En elk lid moet een gulden betalen. Toen we dat voor elkaar had den, viel het kabinet-Cals en werd de PvdA'er Vrolijk de verantwoordelijke minister. En die maakte razendsnel nieuwe regels. Die gulden moest plotse ling vijf gulden worden en de leden moesten bij de Dienst Kijk- en Luister gelden ingeschreven staan. Moesten we weer opnieuw beginnen, weer al die mensen aanschrijven. Dat was gewoon een truc, ze wilden ons buiten de deur houden". Dat lukte niet. De TROS werd aspirant- omroep en kreeg één uur tv-zendtijd en drie uur op de radio. En ook toen al la gen de andere omroepen dwars. Landré: „Niemand vond het leuk dat wij kwa men. We kregen de ongelukkigste tijden toegewezen, wanneer maar weinig men sen luisteren en kijken. Bij de andere omroepen zeiden ze: spaar die uren op, zodat je één keer in de vier weken vier uur op tv uitzendt. We piekerden er niet over. We wilden elke week". Landré straalt als hij zich herinnert hoe de andere omroepen stevig bijdroegen aan het succes van de TROS door een pracht van een serie aan zich voorbij te laten gaan. „We hadden al geweldige successen met 'De Zeven Zeeën', een na tuurserie, en met 'Mr. Ed, het sprekende paard', dat we van de REM hadden I overgenomen. Maar het grootste succes was 'Voyage to the bottom of the sea'. Er verscheen op een gegeven moment j een Duitser aan mijn bureau, die me de I beste serie beloofde die ooit gemaakt I was. „Because you are my friend", zei -| hij. Ik had de man nog nooit gezien, maar vooruit, waarom niet. Dat was dus die serie van die onderzeeboot. Achteraf bleek dat hij alle omroepen al was langs geweest, had lopen leuren, maar nie mand hapte toe. Dat was dom. Die serie kostte niet veel geld. En terwijl we dus weinig geld en mensen hadden konden we wel met aansprekende programma's komen. En binnen no time haalden we I de C-status, 100.000 leden". De TROS stoomde door. Binnen drie jaar kwam de B-status (250.000 leden), in 1974 volgde de A-status (500.000). I Landré: „Ik had me tot doel gesteld voor mijn pensioen die A-status te bereiken. Dat lukte. Er werd nog wat dwarsgele- gen, omdat we geen actualiteitenrubriek hadden, en dat was in strijd met de pro grammavoorschriften. Maar we hadden er geen geld voor. Ik wist echter dat de Omroepraad desondanks gunstig had ge adviseerd. Toen ik tegenover de toenma lige CRM-minister Van Doorn zat, kon ik daarom een redelijk grote mond op zetten. Ik wist van dat advies en Van Doorn wist niet dat ik het wist. Uitein delijk zijn we natuurlijk toch met een actualiteitenrubriek gekomen. Als C-om- roep lukte het ons nauwelijks om goede mensen aan te trekken, omdat we ze niet konden betalen, maar toen het ons zo voor de wind ging kwamen ze naar óns toe". Voor Landré zat zijn taak er daarmee I op. Op 1 januari 1975 ging hij, contre coeur, met pensioen als directeur van de TROS. „Daarna heb ik bewust wat af stand genomen, om mijn opvolger niet voor de voeten te lopen. Maar ik hoor uiteraard nog veel. Wat me opvalt is dat het allemaal zo serieus geworden is. Vroeger kon je nog wel eens lachen in Hilversum, in het NOS-bestuur. Dat is er niet meer bij. Dat zegt iets over de verstandhouding tussen de omroepen". Het liefst zou Landré, die nu nog alleen j actief is als presentator van het senioren radioprogramma 'De duvel is oud', nog één keer zijn niet geringe kwaliteiten als stem van de zwijgende meerderheid aan wenden om het publiek te mobiliseren. „Je zou het publiek moeten oproepen zich te laten horen over commerciële omroep. Wat druk op die ketel zetten. Maar noe je dat moet doen.De men sen zijn toch wat murw gemaakt. Al die discussies interesseren niemand, men "wil maar ^één ding weten: komt die Ne derlandse commerciële omroep er nou of niet? Nou, voorlopig niet-dus". ustitie neemt actie tegen het REM-eiland. r, voo ld voo In har erlore; daa vie in ♦Hl egde en late Als zuil n me Joop Landré zucht nog eens diep. Wat daar in Den Haag toch allemaal ge beurt... hij snapt er niets van. Dat uitge sproken leken, want zo moeten we de le den van de Tweede Kamer toch wel zien, mogen beslissen over de toekomst van ons omroepbestel is toch eigenlijk idioot, vindt hij. „Het merendeel weet er niks van. Beinema? Van Nieuwenho- ven?" Landré haalt z'n schouders op. „Ach, zeg ik dan. Beinema. Van Nieu- wenhoven. Tsja". En wat minister D'Ancona van WVC nu precies wil: wel commerciële omroep, of toch weer niet, of alleen onder voor waarden? Hij weet het niet. „Het is vol strekt onduidelijk. Niemand weet het. De minister voert een onnavolgbaar zig- zagbeleid", meent Landré. Om er na een korte pauze aan toe te voegen: „Daar word ik dan een beetje moedeloos van". Joop Landré kan zich er in zijn flatwo ning in Uithoorn hevig over opwinden. De nu 82-jarige oud-omroepbaas voelt dan ii zich nog sterk betrokken bij alles wat er )elen i in Hilversum gebeurt. Hij is dan wel ou- robleei der, maar zeker niet milder geworden. ►A? Mi Met krachtige stem geeft hij af op „de moete politiek, die zeker in omroepzaken al nitsnel neigt naar vriendjespolitiek". Dat J— de mediawet commerciële televisie nog steeds onmogelijk maakt, is ook al zo- (Appn iets. „Er is geen wet die niet veranderd llentoe kan worden. Het gaat om de wil". Gracl Vooralsnog gaat Landré er van uit dat Bo commerciële televisie voor „zijn" TROS beurni de eerstkomende jaren onbereikbaar is. 049k Als Den Haag niet dwarsligt, doet Hil versum dat wel, weet hij uit bittere erva- raat 1 ring. Want laten we wel zijn, aldus Lan dré, dat idee van een „kostwinnersnet", waarop de commercieel opererende TROS en Veronica de gelden bijeen zou den sprokkelen om het hele publieke be stel in stand te houden, sneuvelde voor- 1 door tegenwerking van de andere om liepen. „En dat was toch een heel goed [tón. Het enige dat we vroegen was de nogelijkheid om goed te kunnen coa- lurreren met RTL4. Om die vrijheid te rijgen. Maar de andere omroepen rie pen: we willen helemaal niet onderhou- tooibo 'enschs ,jen worden door TROS en Veronica. Arnhei was een gemiste kans", lassespifto hoe goed de 'verloving' van TROS m Bott en Veronica er voor de buitenwereld n lezen ook uit mag zien, Landré heeft toch zijn twijfels over de aanstaande bruidegom. ,Rob Out heeft vaak gezegd: ik doe het iever alleen. Als dat de basis is, sta je ovi ,jet erg sterk je moet samen een vuist [unnen maken". &Maar het belangrijkste obstakel voor b lommerciêle tv zit volgens de oud- mers. ^TROS-directeur toch in Den Haag. Daér le spelci:eggen ze; je mag wei commercieel, arom d; naar op geid van ons hoef je niet te re- wachte enen .andré: „Dat is natuurlijk onmogelijk. IVe hebben altijd gezegd: er moet een lijk boe ivergangsperiode komen waarin we toerno angzaam maar zeker kunnen overscha- °g enig :eien naar gen commerciële zender. Je P' ;unt niet stellen: vanaf 1 oktober ben je dit toe volledig commercieel. Waar halen we iet geld vandaan om de medewerkers te tetalen, de programma's, de boekhou- verij 2 der? Daar vind je geen financiers voor. Niemand is zo gek om nu tientallen mil- issen ge oenen te pompen in een commerciële eslisseni en(jer en te zeggen: over een paar jaar •chap. L >etaal je me maar terug. Zonder een 3i sleet bruidsschat' gebeurt er niks. De politiek nvolgem ,oudt dat tegen. Tja, zo blijf je koekhak ken. Ik ben geen waarzegger, maar ik zie -£ de eerste jaren commerciële televisie in f ins land nog niet mogelijk worden. Ten- gene jj er weer een CDA/WD-kabinet de moe :omt, dan wordt het misschien wat ma nakkelijker". nade Jaar waarom wil de TROS nu eigenlijk ijk. commercieel worden? Hoewel hij niet meer in de top van de TROS zit, schudt Landré het antwoord moeiteloos uit zijn mouw. „Het gaat niet eens om het geld, maar om de vrijheid. Je bent niet meer gebonden aan die knellende programma voorschriften, je hebt meer zendtijd, meer mogelijkheden. Als je nu een serie wilt uitzenden, zit je vast aan dat uit zendschema, waardoor de mensen steeds dagen moeten wachten op de volgende aflevering. Ben je vrij, dan breng je elke dag een aflevering. Je hebt daarnaast meer geld om goede programma's te ma ken. Als iemand in Hilversum nu zegt: ik ga naar Amerika omdat daar een pro gramma is dat misschien ook voor onze omroep goed is, wordt er bedenkelijk ge keken. Dat kost namelijk geld, en dat is er eigenlijk niet. Met een commercièle zender zijn dat soort problemen veel minder. Je kunt dus betere programma's brengen", zegt hij vol overtuiging. Commercie is jarenlang een vies woord geweest in Den Haag en Hilversum. De TROS is altijd verweten de commer- cieelste omroep van ons land te zijn, maar Landré weet beter. „De commer- cieelste zender van Nederland is Neder land 3. Een willekeurige sportwedstrijd toont meer reclame dan alle andere net ten samen". Met een knipoog en ge speelde verontwaardiging: „Het is toch te gek dat bij sport wel reclame mag worden gemaakt? Waarom niet in een toneelstuk? Het zou toch heel normaal zijn als een acteur zegt: Thee? Ja, da's goed, maar wel die van Van Nelle, want die vind ik het lekkerst. Maar dat mag niet". En weer serieus: „Twee jaar geleden was ik zelf de sigaar, had ik reclame staan maken voor de TROS bij een jubileu muitzending. We kregen tienduizenden nieuwe leden, maar de andere omroepen tekenden protest aan. Er was geen toe stemming gevraagd voor die ledenactie. We kregen 50.000 gulden boete en de aanmeldingen werden ongeldig ver klaard. Daaruit bleek dat die geroemde onderlinge samenwerking tussen de om roepen wel heel geforceerd is". Veronge lijkt: „En ondertussen kan RTL4 zijn gang gaan. Dat mag wel, omdat het geen Nederlandse zender zou zijn. Onzin, want iedereen weet dat dat wel zo is. Dat is gewoon een foefje van de politiek geweest". Landré heeft altijd al moeite gehad met de politiek. Toen hij in 1964 de TROS oprichtte, lag hij ook overhoop met Den Haag. Daar hadden ze het niet zo op die omroep, waarvan de oprichters nauwe banden hadden met dat commerciële en dus verderfelijke REM-eiland. Landré was één van hen. Hij zorgde als toenma lig directeur van de Nederlandse Film productie Maatschappij voor de films die vanaf het door de scheepsbouwers Verolme en Heerema en de bankier Feh- mers neergezette Noordzee-eiland de ether werden ingestuurd. Vier maanden duurde dat REM-avontuur, alvorens de regering er met een noodwetje een eind aan maakte. De populariteit was echter enorm. Tienduizenden Nederlanders hadden een aparte REM-antenne aange schaft om de uitzendingen beter te kun nen zien. Nog voordat de zender werd verzegeld besloten de REM-oprichters een vergun ning aan te vragen voor uitzendingen vanaf land. Ze speelden daarbij handig in op de populariteit van TV Noordzee. Onder het motto: „Wilt u de REM be houden, wordt dan lid van de TROS". Landré, die het directeurschap van de nieuwe omroep op zich had genomen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 31