Ceidóe Somont GEZOND EN WEL 13 Peter Besselink aan de slag met geheugenmetaal MRI: Het nieuwe oog van de dokter Na jaar vol bloemen en ruitjes ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1991 „Het is écht niet de belangrijkste toe passing", zegt hij, terwijl hij met een lepeltje in een warm kopje koffie roert. Het duurt maar een paar seconden en het lepeltje trekt helemaal krom. Het bestek even onder de.koude kraan, en zie daar: het lepeltje trekt weer recht. Hier is echt geen nieuwe Uri Geiler opgestaan. Het gaat om Peter Besse link uit Glanerbrug die met zijn won der, geheugenmetaal geheten, aan de weg timmert. Dit metaal, een legering die bij een bepaalde temperatuur zijn oude vorm aanneemt, kent legio toe passingen. Vooral gehandicapten kun nen er veel profijt van hebben. LEGIO TOEPASSINGEN MOGELIJK Geheugenmetaal dateert eigenlijk al van de jaren zestig toen de NASA in de Verenigde Staten op zoek was naar een lege ring die geschikt is als schild voor ruimtepro- dukten. Na diverse proe ven kwam het wonder- metaal uit de bus. De NASA was er niet blij mee. Ruimtevaartonder zoekers omschreven het metaal als 'totaal onge schikt' en deponeerden het goedje in de prulle- bak. Besselink raapte het op en ging er mee aan de slag. Geheugenmetaal heeft een simpele werking. Het gaat om een nikkel-titanium legering dat een speciale warmtebe handeling heeft ondergaan. Het metaal 'herinnert' zich bij een bepaalde temperatuur de vorm die het moet aannemen. Dat kan oneindig vaak gebeu ren. De simpelste maar tege lijkertijd de voor Besselink onbelangrijkste toepassing is het theelepeltje met een stuk je geheugenmetaal. Leuk om een zakenrelatie eens flink mee te foppen. Geheugenmetaal is een ogen schijnlijk wonder dat het le ven van Besselink al vanaf het begin van de jaren tachtig beheerst. Hij studeerde af op het wondermetaal en werkte daarna nog enkele jaren als wetenschappelijk medewer ker bij de Universiteit Twen- Eén van de nuttigste toepas singen, door iedereen te be zichtigen, is een lamp Huis van de Toekomst. Dit fu turistisch museum in Rosma len experimenteert onder lei- het ding van Chriet Titulaer op allerlei manieren met de toe komst. Eén van de onderde len waaraan Besselink zijn medewerking verleende, is de Saturnuslamp. In de lamp zit een stuk geheugenmetaal. Geeft de gebruiker een be paald commando („Left, right, on, off), dan wordt dit door een sensor opgevangen. Een chip vertaalt dit in elektrische stroom die het geheugenme taal opwarmt en dus van vorm dóet veranderen. Een gehandicapte kan daardoor zonder gebruik van handen de lamp met stemgeluid aan en uit doen en het licht de juiste kant op laten schijnen. Ook aan het tuinhuisje bij het Huis van de Toekomst heeft de Glanerbrugger meege werkt. Het raam in het huisje reageert op warmte. Stijgen de temperaturen naar tropi sche waarden, dan gaat het raampje langzaam open. Magnetron En hoe langer je nadenkt over het wondermetaal, hoe groter de verbazing dat het produkt niet massaal is ingevoerd. On danks het feit dat er vooral voor gehandicapten een groot aantal ongemakken opgelost kan worden, loopt de Neder lander nog niet echt warm voor het raam dat je. zelf niet eens open of dicht hoeft te Het doet bijna futuristisch aan wanneer Besselink zo hardop fantaseert wat er met geheu genmetaal kan. Een magne tron op afstand bedienen: een commando („magnetron, ga aan" of, voor de culinaire lief hebbers, „Magnetron', warm die courgetteroomsaus voor mij op"). Maar ook een elek trisch gestuurde trekdraad voor het openen of sluiten van deursloten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het kan. Een douche die op commando aangaat en ook nog eens pre cies voor de juiste tempera tuur van het water zorgt. Nooit meer wachten tot het water warm genoeg is om er onder te gaan staan. Besselink concentreert zich op bruikbare en vooral nuttige toepassingen. Na zijn werk zaamheden bij de Universiteit richtte hij een eenmansbedrijf op: Memory Metal Holland. Voor zover Besselink weet, is 't het enige bedrijf in Neder land dat zich met geheugen metaal bezighoudt. Vraag de uitvinder naar de bezigheden van dit bedrijf en hij steekt van wal en ratelt achter el kaar verschillende voorbeel den op die vooral in de medi sche sfeer liggen. In zijn hand houdt-ie een klein klemmetje van geheugenmetaal, geschikt om botbreuken sneller en be ter te genezen. Nadat het klemmetje in bijvoorbeeld een gebroken arm wordt inge bracht, neemt het de tempera tuur aan van het lichaam. Het geheugenmetaal neemt een vantevoren geprogrammeerde vorm aan en sluit op een zo danige manier op het bot aan dat de breuk sneller en ook beter wordt geheeld. Ook mensen met een vergroeide wervelkolom zijn met deze medische toepassing geholpen. Martelpartij Toekomstige beugeldragers zouden Besselink wel eens heel dankbaar kunnen zijn. Iedereen die zijn tanden in het verleden door middel van een stalen beugel recht heeft laten zetten, kent de tweewe kelijkse martelpartij in de be handelkamer van de tandarts. Staal buigt niet mee en daar om draait de tandarts het ma teriaal bij tijd en wijle flink aan zodat de tanden langzaam maar pijnlijk in de goede stand worden gebracht. Met een beugel van geheugenme taal zijn die periodieke bezoe ken niet meer nodig. De beu gel is geprogrammeerd om het gebit geleidelijk in een zo- De föhntest met de Luxaflex heeft volgens Peter Besselink altijd succes. Vele monden vallen open van verbazing. danige toestand te brengen dat alle tanden weer keurig recht komen te staan. Staan er niet massa's ortho- dontisten voor de woning van Besselink? „De eerste belang stellenden hebben zich ge meld", zegt Besselink. Maar de stalen beugel is voorlopig nog niet afgeschaft. Nog meer vindingen voor de mond: fixatie-elementen in de kaak. De tijdrovende en vooral pijn lijke operaties behoren tot het verleden. Een van de weinige medische vindingen die al daadwerke lijk wordt toegepast, is het ge bruik van geheugenmetaal bij een heupbreuk. Bij oudere mensen die met een versleten heup kampen, wordt vaak (op zo hoog mogelijke leeftijd) een kunstheup ingebracht. Een prima vinding waar pijnloos mee geleefd kan worden. Maar de kunstheup blijft niet altijd even stevig zitten. Be halve met een trekdraad met het wordt bijna eentonig geheugenmetaal die de pro these diep in het bot kan trekken. „Ik heb contact ge zocht met verschillende or- thopaedische chirurgen waar van er één wel wat zag in mijn vinding. Hij heeft het materiaal al diverse keren ge bruikt en is er erg tevreden Douaneloods Inmiddels hebben twee acade mische ziekenhuizen de 'Uri Geiler van Glanerbrug' ont dekt, en werken ze nauw met hem samen. En hoe meer be langstelling, hoe groter de kans dat Besselink aan massa- produktie kan beginnen. Naast zijn kantoor heeft hij nu een oude douaneloods ge huurd waar hij zijn produkten test. Zijn eerste opdracht voor een grote hoeveelheid lijkt in middels niet lang meer op zich te laten wachten. De Amerikanen, ja zij weer, heb ben belangstelling getoond voor de afname van 100.000 automatische zonweringen. In de loods staan inmiddels de benodigde machines om de produkten te maken. In de hoek hangt een stukje Luxa flex. Met een eenvoudig hulp middel laat hij nog eens zien hoe geheugenmetaal werkt. Aan de bovenhoek hangt een minitieus onderdeel waar hij een flink blazende föhn onder houdt. Eerst lijkt er weinig te gebeuren maar na enkele se conden gaan de Luxaflex langzaam dicht. Het lijkt wel magie. Besselink lacht. De föhn-test heeft altijd succes. Bij velen valt de mond open van verbazing. Aan de andere zijde van de loods liggen verschillende testpanelen waarmee hij on derzoekt wat de trekkracht is van de draden geheugenme taal. In de loop der jaren bleek overigens dat het alleen produceren en leveren van geheugenmetaal niet genoeg was. Daarom geeft Besselink de geïnteresseerden-in-spe vast een duwtje in de rug door zelf verschillende toe passingen te bedenken, te ont werpen en bij voldoende be langstelling te produceren. En hij weet inmiddels, door scha de en schande wijs geworden, dat mensen niet warm lopen bij het zien van een stukje ge heugenmetaal. „Echt enthou siast worden ze pas wanneer ze het lepeltje zien, of een Lu xaflex die bij een flinke zon nestraal netjes dichtgaat". Het ontwikkelen van aller hande toepassingen brengt overigens weer een heel an der probleem met zich mee, en dat is het geld. Daarom is Besselink bewust op zoek naar samenwerking met an dere bedrijven, zodat de kos ten gedrukt kunnen worden. Echt miljonair is-ie (nog) niet. Dromen over miljoenen gul dens die binnenstromen nadat Nederland plotseling massaal kiest voor geheugenmetaal- beugels en buigende theele peltjes in de koffie; die dro- I FOTO: HENK OFFENBERG men heeft-ie niet. In de nabije toekomst ziet het er ook niet naar uit. „Soms zit je al met een lege beurs voordat de toe passing überhaupt getoond wordt. Het aanvragen een patent voor ontwikkeling kost al een smak geld, zo'n 5000 gulden voor een jaar". En zoals in bij na alle creatieve vakgebieden lopen er ook in de wereld van het geheugenmetaal mensen rond die graag met de eer strijken. Brailleregel Voorlopig concentreert Besse link zich op zijn toepassingen, in de hoop dat men er warm voor gaat lopen. Hij wil nog graag iets kwijt over een be langrijke vinding waarvan het ontwerp inmiddels af is. Het gaat om een speciaal braillesysteem. De geleerden zijn inmiddels zover dat ze een tekstverwerker hebben ontwikkeld waarbij blinden een tekst kunnen intikken en via een onderliggende braille regel kunnen lezen wat ze hebben ingetikt. Besselink gaat weer een stapje verder; een blinde kan nu een hele pagina lezen, evenals grafie ken en foto's. Over een half jaar moeten de eerste braille- systemen op de markt ver schijnen. Hoe komt de dokter aan zijn diagnose? Hij zal eerst naar het verhaal van de patiënt luisteren, de anamnese, om dan over te gaan op het be kende lichamelijke on derzoek. In zijn eenvou digste en meest voorko mende vorm gebruikt hij daarbij zijn zintuigen als instrument. U kent dat ritueel wel: je wordt dan bekeken, beluis terd, beklopt en betast. Met dit klassieke handwerk, dat in medische kringen bekend staat als de 'fysische diagnos tiek', probeert de dokter zich een voorstelling te maken van wat er diep in het li chaam aan de hand is. Daar bij lijkt hij op een automon teur die een mankement moet opsporen met de motor kap dicht. Dokters hebben daarom al tijd graag het levende li chaam van binnen willen be kijken. Met eigen ogen. Dat kan, grofweg, op twee manie ren. Men kan bijvoorbeeld met een buis via een van de vele lichaamsopeningen tot diep in het lichaam binnen dringen. En als er geen ope ning is dan wordt er zoals bij de kijkoperatie wel een gaatje gemaakt. Aan dit zoge heten 'invasieve' onderzoek zitten enkele nadelen. Het is belastend voor de patiënt en niet honderd procent zonder risico's, want een kijkopera tie is altijd nog een operatie. Veel eleganter, en voor de patiënt veel minder belas tend, is het zogeheten non- invasieve onderzoek, waarbij men van buitenaf de binnen kant van het lichaam in beeld kan brengen. Honderd jaar De echo, de 'geluidsfoto' waarop je het ongeboren kind kunt afbeelden, is zo'n onderzoek. Maar het be roemdste non-invasieve on derzoek is alweer bijna hon derd jaar oud. In 1895 ont dekte de Duitse natuurkun dige Wilhelm Konrad Rönt gen een mysterieuze onzicht bare lichtsoort die, anders dan gewoon licht, dwars door papier, boeken, planken en levend weefsel kan reizen. Maar zware atomen, zo ont dekte hij al gauw, houden deze röntgenstralen veel be ter tegen dan lichte. Omdat maat aan zware atomen be zitten Calcium ofwel kalk was hij al gauw in staat om een slagschaduw van zijn vingerkootjes op een foto af te drukken. Dat was de eer ste röntgenfoto. Een gewone röntgenfoto is nog steeds moeilijk te duiden, want het is eigenlijk niet meer dan een platte afscha duwing van het inwendige van ons lichaam, en zogehe ten 'weke delen' als longen, spieren, darmen zijn er veel moeilijker op te zien. Maar vanaf 1972 is het mogelijk om die röntgenbeelden met een computer te bewerken: de CT-scan. De medische wereld stond op zijn kop. Uit h'et CT- apparaat kwamen prachtige plaatjes rollen met nog nooit eerder vertoonde doorsnedes van om het even welk deel van het lichaam. Zeer belas tend onderzoek, zoals het pneumenencephalogram waarbij lucht in de hersenen wordt gebracht, was ineens niet meer nodig. Men kon ziekten eerder herkennen, nauwkeuriger en zekerder behandelen, de therapie eerder bijstellen en de opna meduur werd door dit nieu we apparaat zeer verkort. Nog mooier Maar het kan nog mooier. In 1973 schreef de Amerikaan Paul Lauterbur een artikel over een geheel nieuwe me thode om het inwendige van de mens in beeld te brengen. Vanaf 1980 kan die nieuwe methode praktisch worden toegepast en sindsdien heb ben ae academische zieken huizen in Nederland (en vo rige week het Radboudzie- kenhuis in Nijmegen) een pe perduur MR-apparaat in huis gehaald. Hoe werkt zo'n ap paraat? Voor dit onderzoek moet de patiënt in een twee meter lange en een meter wijde koker gaan liggen. Die koker is in feite een onge looflijk sterke magneet die tot 50.000 keer sterker is dan het magnetisch veld van de aarde. Nu tuimelen de ato men in ons lichaam alle kan ten op, maar als ze in zo'n su persterk magnetisch veld worden geplaatst, gaan ze als even zo vele kompasnaaldjes allemaal de zelfde richting opwijzen. Dan komt de grote truuk. Zendt men nu een ra diosignaal naar de patiënt dan gaan bepaalde atomen in zijn lichaam met dat signaal meetrillen ofwel resoneren. Ze wijzen dan even een an dere kant uit. Komen ze na het radiosignaal weer op hun uitgangspunt terug, dan zen den ze een radiogolfje uit. Welnu. Die radiogolven wor den door een antenne opge vangen, vervolgens door een krachtige computer bewerkt en dan in prachtige plaatjes omgezet. MRI heet deze me thode: Magnetic Resonance Imaging, potjesengels voor 'afbeelden door middel van magnetische resonantie'. Omdat we voor zestig pro cent uit water bestaan, en omdat het gelukkige toeval wil dat een belangrijk onder deel van water, het watersto fatoom de H van H20 het beste is af te beelden, kan men plaatjes maken van alle delen van het lichaam. Men kan ook, door de opbouw van de ingestraalde radiogolf enigszins te wijzigen, het wa terstofatoom in eiwitten en lichaamsvetten in beeld brengen. Daardoor zijn ver schillende weefsels heel goed van elkaar te onderscheiden, en het belangrijkste onder scheid is natuurlijk die tussen ziek en gezond weefsel. Zo kan men precies de plekken in de hersenen afbeelden die door Multipele Sclerose zijn aangetast. Maar er is meer. MRI signaleert ook heel nauwkeurig stromend bloed. Men kan daardoor verbluf fend mooie plaatjes maken van de bloedvaten in de her senen en zelfs in drie dimen sies op een beeldscherm rond laten draaien, alsof je met röntgenogen om de patiënt heenloopt. En dat alles kan in elke gewenste richting met een beeldkwaliteit die die van het blote oog eve naart. Je kunt, zo zei een dokter, als het ware door de patiënt heen fietsen. Men kan ook, maar dat staat nog in de bekende kinderschoe nen, de stofwisseling op elke gewenste plek van het li chaam zichtbaar maken. Kortom, MRI maakt het li chaam ongekend doorzichtig, oog i i de Dom Hoe veilig is MRI9 Van het onderzoek merkt de patiënt op een paar stoterige gelui den na in het geheel niets. Een spuitje met contrast vloeistof is meestal niet no dig. Bovendien wordt hij niet blootgesteld aan de in princi pe schadelijke röntgenstra ling. Wel zijn er in Amerika buitengewoon domme, want voorspelbare, ongelukken met het apparaat gebeurd. Een patiënt overleed omdat zijn pacemaker door dat ster ke magnetische veld fataal van slag afraakte en de ogen van een andere patiënt wer den beschadigd omdat in die ogen aanwezige metalen splinters zich in de richting van de magneet bewogen. Maar protheses, zoals kunst heup of hartkleppen, geven geen problemen. Wel is men voorzichtig bij vrouwen die minder dan drie maanden zwanger zijn. „Maar", zo zegt de Nijmeegse hoogleraar J.H.J. Ruijs, „bij vrouwen die pas zwanger zijn, zijn we al tijd voorzichtig. Die geven we bij wijze van spreken niet eens een aspirientje". door JOKE FORCEVILLE Ma tthiaskerk Heer God! huivert gij ook wan neer des avonds laat het koor in de completten zingt van dood? In tegenstelling tot wat ik vaak vakantiedagen in het buitenland, blijk ik in deze beroemde kerk van Budapest niet beschermd te zijn tegen de hitte. De zon brandt al dagen op de stad en langzaam zullen de muren van de kerk wel doorgebrand zijn. De stilte die een vakantieganger soms ook op zijn tochten in een kerk zoekt, blijkt hier zo nu en dan gelukkig wèl aanwezig. Ik krijg een ogenblik de kans om wat te bidden. Die stilte ervaar ik als weldadig wanneer een grote groep Amerikaanse toeristen onder de bezielende leiding van een geëngageerde gids met een geweldig stemgeluid, de kerk verder voor gezien houdt. Die rust wordt ook niet doorbroken door twee ijsjes likkende broertjes die door hun moeder in een van de achterste banken worden geposteerd. Moet dat nou, denk ik, smikkelen in de kerk? Maar ach, misschien glimlacht de Lieve Heer er wel om. Al dan niet in zijn baard. Jezus heeft toch overduidelijk gezegd: „Laat de kleinen tot mij komen... Een op kousenvoeten naderende vrouw, die kennelijk de orde in het kerkgebouw tracht te handhaven, verbreekt de rust al evenmin. Met een bescheiden maar dringend gebaar maakt ze de moeder van de jongentjes erop attent dat in de kerk door mannen geen hoofddeksels dienen te worden gedragen. Het felrode petje, klep aan de achterkant, wordt door moeder onmiddellijk van het kinderhoofd verwijderd. Er komt een nieuwe groep bezoekers binnen. Nee diverse groepen zijn het, het geroezemoes zwelt aan tot een lawaaierige potpourri van talen. Achter mijn rug staat een jonge donkerharige vrouw op gedreven wijze in wat ik als Spaans herken uit een reisgids voor te lezen wat deze kerk voor bijzonders biedt. Een oudere heer, mappen, folders, fotoboeken onder de arm, zet zich naast mij neer in de bank. Hij vraagt mij of hij mij van dienst kan zijn en of ik misschien Duits spreekt, of liever Engels. Ik vertel hem dat ik deze talen ken en eventueel ook Frans versta. Waarop hij me vraagt of ik soms Zwitserse ben. „Nee, Nederlandse", reageer ik. Dan komen zijn verhalen. Hij ként Holland. Is ooit in Hengelo geweest. En ook in Breda. Maar hij keert terug naar zijn uitgangspunt. Wil ik iets wetenKan hij mij helpen? In elk geval wijst hij er mij vast op dat hier vanavond om acht uur een orgelconcert wordt gegeven. Ik word daarvoor van harte uitgenodigd. Als hij de bank uit gaat, wordt hij bijna omvergelopen door een fotograferende Japanner die aanwijzingen geeft aan twee reisgenoten. Ze stellen zich netjes glimlachend op voor een plaatje. Met de rug naar het tegen de achtergrond van glanzend licht, in een nis een gouden kruis nadrukkelijk aanwezig is. Rood godslamplicht staat te branden voor het tabernakel. Een meisje van een jaar of tien komt zingend, aan de hand van haar vader de kerk binnen. Ik versta haar taal niet, vermoedelijk zingt ze Hongaars. Een kerklied lijkt het me nochtans niet Waarschijnlijk is intussen buiten opnieuw een aantal reisbussen gearriveerd. Stoeten mensen drommen binnen; in drukke conversatie Een ernstig kijkende gids weet zo te zien niet met welk verhaal over welk détail in dit boeiend gebouw hij moet beginnen. Wat zou de Lieve Heer zelf vinden van al dat bezoek in zijn huis? Het gaat er immers erg rommelig aan toe. De ijsetende jongetjes en het vrolijk zingende meisje ach die moeten nog veel leren. Maar de luidlezende Spaanse" En de Japanners, vereeuwigd vlak voor een fotogeniek object? Of je nou voor een ruiterstandbeeld wordt geklikt, een spuitende fontein, een of ander gedenkteken of een altaar Wat maakt dat voor verschil? Als het maar gerenommeerd is en je ervan kunt getuigen dat je het met eigen ogen hebt gezien. Al sta je er ook honderdmaal met je rug De Lieve Heer heeft behalve rare kostgangers, vreemde kerkbezoekers. Zou er iets van zulk kerkbezoek blijven hanger bij de mensen? Is het misschien Zijn geheim dat hij de scharen, waarmee hij medelijden had, op deze wijze trekt...? Broekpak' met jong silhouet uit de jaren '60. Apart te koop: gebloemde legging (49,95 gul den) en wijd vallend vest van 100 procent ka toen in de vertrouwde A-lijn met geplooide hals. Het dessin is hetzelfde als van de leg ging. Prijs 79,95 gulden. Herfstcollectie '91 (Foxy Fashion). FOTO: PR Op de legging in 50% katoen en 50% lycra met jaquardrand aan de pijpen valt een rui Ottoman-trui met banen. Prijzen resp.: 79,95 gulden en 99,95 gulden. Herfstcollectie Foxy Fashion. FOTO: PR Het wordt wat de mode be treft een bloemrijke herfst. Daarnaast lopen ruitjes, pied de poule en pied de coq-des- sins in het oog. En de lange blazer. Dat laatste is een ver rukkelijk kledingstuk. Voor al de volwassen vrouw heeft plezier van, het kleedt af doordat het tot ver over de heupen valt. Bovendien is de lange blazer te combineren met de smalle broek, leggings en de rok van lengte. Ze hoort tot de mode die lang blijft hangen. Natuurlijk is het weer ook van invloed op de najaarsmo de. Daarom zijn de combina ties, die steeds meer terrein winnen zo prettig. Niet al- zijn ze gemakkelijk in het dragen, je kunt er ook een onderdeel van weglaten. Staat de zon hoog aan de he mel dan is het in september nog behaaglijk warm. Het korte of lange jasje blijft bij de wandeling achter in de auto liggen. Trui om de schouders en klaar is Kees. De jaren negentig voeren een prettig mode-aspect in hun vaart mee. Alles is los ge prijsd en dus afzonderlijk te koop. Er is gekozen voor een beperkt gamma van kleuren, dat varieert van oudrose en taupe tot bordeaux, geflan keerd door flessegroen, mint, marine en écru. Prettig in dit verband zijn de nieuwe swe aters van Ecco (met of zonder capuchon), voorts T-shirts in single jerseys, vesten en lan ge truien van wol/acryl. Ze sluiten lekker om de leden. Romantisch tintje Bloemborduursels in diverse motieven slingeren zich rond kraagjes en op schouderpar tijen en geven er een roman tisch tintje aan. Ze komen ook voor op het niet weg te branden denim. Bloemen bloeien ook op in all-over prints op jacks, broekpakken met taps toelopende broek; de wijdpijpige pantalon kun nen we voor de komende winter wel vergeten. Wel moet u die bewaren, hij komt geheid terug in het mode- Dit seizoen worden er ook veel scarfs en omslagdoeken gedragen, een kwieke mode, boordevol comfort. De kle- dingstijl is in zijn algemeen heid de laatste jaren niet veel veranderd, body-conscious bleef, eenvoud ook. Het aar dige is dat de hier opgevoer de 'nononsense' kleren over al in de confectie voor zachte prijsjes te koop zijn. Niet spectaculair maar wel doelmatig en plezierig aan het lijf kan vrijwel elke vrouw er leuk mee uit te voeten. Hot juwellery past er niet bij, handschoenen, laars jes en een mooie tas wel. Ze zijn het uniform van de hardwerkende vrouw met al lure.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 13