Visr eeuwen hofleven aan het Noorieinde ide hof Ininklijk leis CeidócSouoatit Status Met de komst van Louise de Coligny ontstond er aan het Noordeinde een echt hofleven. Het huis was niet alleen een ontmoetingsplaats voor familie en vrien den. maar ook brandpunt van de diplo matieke activiteiten die vooraf gingen aan het Twaalfjarig Bestand (1609- 1621). Karossen met gezanten rolden af en aan en vernielden het wegdek van het Noordeinde. Een klacht van omwonen den leidde ertoe dat de Staten van Hol land geld voteerden voor nieuw plavei sel. Maar ze deden meer. „Geleth sijnde opte loffelijcke goede ofïicien bij wijlen de doerluchtigen furst Wilhem prince van Oraingnen" en ook op die van de hooggeboren prins Frederik Hendrik, be sloten de Staten in 1609 het huis aan het Noordeinde aan Louise de Coligny en haar zoon te schenken. De zeer op luxe en status gestelde Frede rik Hendrik liet het gebouw meteen een flinke opknapbeurt geven. Peperduur goudleerbehang werd in vele vertrekken aangebracht. De prins kocht ook een flink stuk land achter zijn woning en liet daar een fraaie stijltuin aanleggen. Deze tuin besloeg de huidige Paleistuin en het perceel van de Koninklijke Stallen. Fre derik Hendrik verhuisde in 1625. toen hij na de dood van zijn halfbroer door de Staten tot stadhouder was benoemd, met zijn vrouw Amalia van Solms naar het Stadhouderlijk Kwartier op het Bin nenhof. Aangezien Louise de Coligny in 1620 overleden was, had het paleis - want dat was het huis intusen wel ge worden - geen vaste bewoners meer. De nieuwe stadhouder verlegde zijn aan dacht tijdelijk naar zijn nieuwe behui zing en naar de bouw van nieuwe palei zen rond Den Haag, het Huis ter Nieu- burg in Rijswijk en het Huis Honselers- dijk. Hel Hof aan het Noordeinde werd nu vooral gebruikt voor logeerpartijen en feesten. In 1638 verbleef de Franse ko ningin-moeder Maria de Medici er, tij dens haar bezoek aan de Republiek. Het gebouw werd voor haar opnieuw inge richt. Een tijdgenoot schreef: „De kamer van de koningin was behangen met een' tapijt, doorweven met gouddraad, dat vreselijk kostbaar was; al het overige meubilair was ook zeer fraai, dit paleis leek een echt koninklijk huis". En dat was nu precies waar het Frederik Hen drik om te doen was. Hij wilde het Oranjehuis zoveel mogelijk een vorstelij ke allure geven. De stadhouder en zijn vrouw grepen de kans dan ook aan om met Maria te onderhandelen over het mogelijke huwelijk tusen haar klein dochter, de Engelse prinse Mary Stuart en hun zoon, de latere stadhouder Wil lem II. Van campen Met het oog op dit zo belangrijke huwe lijk kreeg Frederik Hendrik weer belang stelling voor het Hof aan het Noordein de. Dit zou een goed onderkomen zijn voor het jonge paar. Maar de koninklij ke afkomst van Mary vereiste wel enige ingrepen. De stadhouder besloot in 1639 tot een grote verbouwing. Het Hof aan het Noordeinde diende een echt paleis te worden. Stadhouderlijk secretaris Con- stantijn Huygens adviseerde de architect Jacob van Campen in de arm te nemen, die voor hem een fraai huis aan het Plein had gebouwd. Van Campen, die enige jaren later zou beginnen aan zijr grootste opdracht, het Amsterdams» stadhuis, ontwieip voor het gebouw eei nieuwe voorpartij in Franse trant, me een hoofdgebouw en twee vooruitsprir gende zijgevels. De oude gebouwen, ii clusief het torentje, werden grotendee gehandhaafd. Onder de handen van Va Campen kreeg het paleis het uiterlijk dt het, gezien vanaf het Noordeinde nu ng heeft. Prins Willem, voor wie de grote verba- wing werd uitgevoerd, heeft nauwelxs op het paleis gewoond. Na de dood an zijn vader in 1647, werd hij stadhoijer en verhuisde met zijn vrouw naar,iet Binnenhof. Hij overleed al in 1650ian een infectieziekte, vlak voor de gebrirte van zijn zoon Willem, de latere stadou- der-koning. Prinses Mary overlee in 1660 in Engeland. De weduwe vanFre- derik Hendrik, Amalia van Solms, reeg nu de voogdij over de kleine Wlem met wie zij grote plannen had. Haahar- tewens ging in 1672 in vervullimtoen de prins, na een stadhouderloos tilperk van 22 jaar, het hoge ambt van zn va der aanvaardde. Amalia bleef to haar dood in 1677 aan het Noordeine wo nen. Zij liet het paleis volledig na" haar eigen smaak inrichten. Bal Onder het stadhouderschap vanWillem III, die vanaf 1689 ook koning'an En geland was, kreeg het paleis /eer de functie van feestzaal. Willem z«f woon de als hij niet in Engeland was, f op het Binnenhof, of op zijn nieuwe aleis op de Vcluwe, Het Loo. In noveroer 1697 was het Oude Hof, zoals het paris vanaf toen werd aangeduid, het tone» van een groots bal ter gelegenheid va de 47e verjaardag van Willem en va de twee weken tevoren ondertekende rede van Rijswijk met aartsvijand Locwijk XIV van Frankrijk. Het was de latste keer dat de stadhouder-koning aan het Noordeinde verbleef: in 172 overleed hij in Engeland aan de gevolen van een val van zijn paard. Doordat Willem kinderlooïbleef, wer den zijn bezittingen inzet va een weinig verheffende erfeniskwestie Pruisische verwanten van de Oranjes ji leden van de Friese tak van de famifc sloegen el kaar met testamenten om fc oren. Zon der bevredigend resultaat, vant de zaak sleepte zich voort tot 1731 toen er een moeizame regeling uit b:s kwam. De Pruisische koning Frederi) Willem kreeg het Oude Hof en het Hui; Honselersdijk en de rest ging naar ce rriese stadhou der. De paleizen waren intissen danig in ver val geraakt. De Fransi filosoof Voltaire, die in 1740 enige tijd *p het Noordeinde verbleef, beklaagde zih hierover in een brief aan zijn vriend de Pruisische ko ning Frederik de Gate. Voltaire rept van Verrotte plankei en een 'vervallen overkapping'. Verde leest hij Frederik de les omdat de herineringen aan diens heldhaftige voorvadrren er vermolmd en half vergaan bij lijgen. Maar Frederik deed niets. Pas in 1 54, toen het paleis werd aangekocht do>r de weduwe van stadhouder Willem W, Anna van Han nover, werd er grote ichoonmaak gehou den. Ook kwamen «r weer architecten aan te pas. Opzichter Philip Willem Schonk voorzag de voorgevel van een bordes en een balkor. In 1791 kreeg het paeis weer een vaste bewoner in de persooi van prins Willem Frederik, de zoon vat stadhouder Wil lem V en latere koring Willem I. Hij woonde op het Noorceinde tot de komst van de Franse legers in 1795. De Oran jes namen toen de wjk naar Engeland. In de Franse tijd wer< het Oude Hof ge bruikt als logement xior Franse gezan ten. Winterpaleis Na de Franse overleersing begon de meest glorieuze episoce uit de geschiede nis van het Oude Ho. De laatste bewo ner, die vertrok als pins, keerde als ko ning terug. In de gnndwet van 1814 werd bepaald dat de vjrst een zomer- en een winterpaleis moes hebben. De keu ze viel op Het Loo enhet Oude Hof aan het Noordeinde. Der Haag kreeg zijn eerste koninklijk pales. Voor de tweede keer n de geschiedenis van het paleis vond eieen grote verbou wing plaats. Zowel dekoning als de mi nisters vonden namelik dat het gebouw nog wel wat meer konnklijke allure kon gebruiken. Maar er vas weinig tijd en weinig geld. De Amstrdamse architect Bartholomeus Ziezeni, die voor Lode- wijk Napoleon het Ansterdamse stad huis verbouwde tot paeis, beet zijn tan den stuk op de opdract. Hij raakte ach ter op schema en bovendien vielen de kosten te hoog uit. In B16 gaf de koning opdracht om 'ten spedigste een be kwaam persoon te conmitteren', die het werk wèl aan zou kunien. Exit Ziezenis. De keus viel op Jan dc Greef, die eerder paleis Soestdijk verbcuwde. De Greef borduurde voor een gnot gedeelte voort op de plannen van zijl voorganger, die al in uitvoering warei. In grote lijnen kwam het erop neer d.t de oude gebou wen achter de voorpaiij van Jacob van Campen werden afgetoken. Ervoor in de plaats kwam een oor Nederlandse begrippen omvangrijk romplex met een middengebouw en twe vleugels in de Paleistuin. De Greef paste voord de empire-stijl toe. die populair we geworden in Frankrijk onder Napohon. Ook meubi lair, stucwerk en wtndbespanningen werden in deze stijl vom gegeven. Het meest imposante deel van de nieuw bouw was de grote btlzaal, een hoge ruimte met een boogvcmig cassettepla fond. De wanden werdin afgewerkt met kostbaar stucmarmer. De Greef ontdeed de voorgevel van het pleis van zijn ze- ventiende-eeuwse uiterljk door de zand steen wit te pleisteren cn een kapverdie- ping toe te voegen. Gotisch Koning Willem II. dt zijn vader in «3 -ERDAG 13 JULI 1991 m uil j HAAG - De Hagenaars zijn D Veer aan gewend de koninklij- °!tandaard boven het Paleis deinde te zien wapperen, heeft het er na de Tweede Üdoorlog lange tijd naar uit ge- lingjlat het monumentale complex meer de functie van konink- zou krijgen. Koningin u Sim i na wilde er na haar terug- Engeland niet meer wonen B Har dochter Juliana verkoos la- ct jestdijk als residentie. Het was ^PjVelen in Den Haag een aange- J verrassing dat koningin Juli an 1969 bekend maakte dat dochter, eenmaal koningin, intrek zou nemen in het peinde. Historisch gezien was en zeer verantwoorde keuze, I het paleis is al vier eeuwen ersjnden met de Oranje-dynastie. is het precies vierhonderd jaar dat de weduwe van Willem van diens vierde vrouw Louise de haar intrek nam in het voorma- Ispaleisje van de weduwe van Weytsen, heer van Brand- Dit gebouw, in de historische aangeduid als het Huis van 'ijck. stond op de plek van het paleis. Het jubileum was voor jaags Historisch Museum aanlei dt het organiseren van de tentoon- 'Het Oude Hof aan het Noord- Als begeleidende publikatie ver van de hand van de historicus ;kerkcrk het boekje 'Paleis inde' in de Kleine Monumenten uitgeverij Walburg Pers. lste deel van het Huis van 'ijck verrees rond 1533 als wo- de gefortuneerde grafelijke Willem Goudt. Op de funda- en kelders van een ouder huis, Ide laatste restauratie van het pa- :n ontdekt, liet Goudt een stad- optrekken met een vleugel lig aan het Noordeinde en een haaks op de straat. Het gebouw n merkwaardig torentje met twee t ^ïge spitsen. ,1 overleed in 1543. Zijn weduwe T nieuwe man leefden op te grote ertoe leidde dat het huis jaar later ter delging van de moest worden verkocht. Uit- 'erjk kwam het toen in handen van i ziiuwe Van Brandtwijck. Zij liet het i. Bipreiden met een grote vleugel he ihet hoofdgebouw. En dit was het Iels omvangrijke complex waar bjjde Coligny in 1591 neerstreek iar zoontje, de zevenjarige Fredc- 1 vldrik. Zij verhuisden van Middel- aar Den Haag op verzoek van n Hlider Maurits, de oudste zoon van I van Oranje en halfbroer van C'ck Hendrik. Hij wilde het 'jonge V bij zich in de buurt hebben om len toezien op zijn opvoeding. De Van Holland werden eigenaar van PAGINA 23 Het Oude Hof, gravure uit circa 1730. gezet en velen tooiden zich met een wit te anjer. Deze 'Anjerdag' werd door de Duitsers als een daad van verzet be schouwd. Het dragen van anjers en oranje linten werd verboden. Een jaar la ter confisceerden de Duitsers alle bezit tingen van het koninklijk huis. Vele schilderijen en kostbaarheden werden uit het paleis geroofd. Maar de achterge bleven leden van de hofhouding wisten ook veel zaken te redden door ze te ver stoppen in de wijnkelder. Brand Na de oorlog bleef het paleis leeg. Ko ningin Wilhelmina vestigde zich op Het Loo en maakte alleen nog voor officiële gelegenheden zoals Prinsjesdag gebruik van het oude paleis. Op 18 mei 1948 sloeg het noodlot toe. Bij werkzaamhe den aan het dak ontstond een grote brand, die de zolders en kappen van het centrale deel van het gebouw volledig verwoestte. De trots van Jan de Greef, de grote balzaal, liep zware schade op. De regering besloot het paleis voor een deel te herstellen. Boven de balzaal werd alleen een noodkap aangebracht. Vier jaar later werd het Institute of Social Studies in de koninklijke zalen onderge bracht. Het leek erop dat het historische gebouw nooit meer de functie van paleis zou gaan vervullen. De waarde ervan werd echter hoog genoeg aangeslagen om te besluiten tot een restauratie van de voorzijde. Architect H. de Lussanet de la Sablonière bracht de gevels aan het Noordeinde terug in de oorspronkelijke zeventiende eeuwse staat. De witte pleis terlaag en de kapverdieping van De Greef verdwenen, evenals het achttien- de-ccuwse balkon. De verrassing was groot toen in 1969 be kend werd dat Den Haag in de toekomst toch weer residentie zou worden. "Het tijdperk van de lege paleizen zou einde lijk ten einde komen. Het Institute of Social Studies verhuisde in 1976 naar het voormalige Hotel de Wittebrug. De staat kon nu niet meer om een complete restauratie van het paleis Noordeinde heen. Deze werd uitgevoerd tussen 1977 en 1984 onder leiding van het architec tenbureau Kruger. dat er in slaagde een groot aantal moderne voorzieningen zo als een keuken, liften en badkamers in het gebouw op te nemen, zonder de his torische identiteit noemenswaardig aan te tasten. Twee belangrijke concessies waren onvermijdelijk: het achttiende- eeuwse balkon, dat eigenlijk niet bij de voorgevel past, keerde terug en het trap penhuis van De Greef werd om prakti sche redenen vervangen door staatsie trap in namaak-empirestijl. In 1984 was het zover. Koningin en prins namen hun intrek in het schitte rend gerenoveerde paleis. De Gouden Koets vertrekt sindsdien op de derde dinsdag in september weer van het Noordeinde. 'Het Oude Hof aan het Noordeinde', ten toonstelling in het Haags Historisch Museum, tot en met 6 oktober. Piet Lekkerkerk: 'Paleis Noordeinde'; Kleine Monumentenreeks, uitgeverij Walburg Pers, Zutphen 1991, prijs f 17,50. De grote balzaal. 1840 opvolgde, bleef wonen op het pa leis Kneuterdijk. Hij gebruikte het gróte paleis van zijn vader voor ontvangsten en partijen. Zo ontving hij er onder an dere zijn schoonvader, de Russische tsaar NicolaaS I. Terwijl het paleis Noordeinde zelf onder Willem II weinig veranderingen onder ging. veranderde het straatbeeld voor het gebouw des te meer. De koning liet mid den op het wegdek van het Noordeinde een groot ruiterstandbeeld van Willem van Oranje oprichten. Aan de overzijde van de straat liet hij een galerij in neo gotische stijl optrekken. Deze bouwtrant had hij in Engeland, waar hij het groot ste deel van jeugd doorbracht en waar hij studeerde, leren kennen. In dezelfde stijl verrees achter zijn paleis aan de Kneuterdijk een zaal. De galerij moest aan het einde van de vorige eeuw we gens bouwvalligheid worden gesloopt; de gotische zaal is bewaard gebleven. Met de troonsbestijging van Willem III in 1848, werd de oude situatie in ere hersteld. In de winter verbleef de koning op het Noordeinde, de zomermaanden bracht hij door op Het Loo, waar hij zich kon overgeven aan zijn grote passie, het jagen. Later trok Willem zich steeds meer terug in het zomerpaleis, terwijl koningin Sophie paleis Huis ten Bosch verkoos. De twee echtelieden konden het in eikaars nabijheid niet uithouden. Het ongelukkige huwelijk kwam ten ein de met de dood van Sophie in 1877. Willem hertrouwde met de jonge Emma van Waldeck-Pyrmont, die als een frisse wind door de stoffige vertrekken van het Noordeinde wervelde. Zij richtte de woonvertrekken opnieuw in en liet later, als regentes, een waterleiding aanleggen. Tevens liet zij in de tuin, schuin achter het paleis een gebouw voor het archief van het koninklijk huis optrekken. On der Willem III was, eveneens in de Pa leistuin, het complex van de Koninklijke Stallen verrezen. N ederlandsch-indië Na het huwelijk van koningin Wilhelmi na en prins Hendrik in 1901, verhuisde de koningin-moeder naar het paleis Lan ge Voorhout. Het Noordeinde bleef tot aan de Tweede Wereldoorlog het cen trum van het hofleven. Prinses Juliana werd er geboren (1909) en haar verlo ving met prins Bernhard werd er bekend gemaakt (1936). Prins Hendrik werd in 1934 vanuit het paleis begraven. Een witte stoet trok door het Noordeinde. De belangrijkste verandering die het pa leis in deze periode onderging was de in richting van een Indische zaal. De kolo nie Nederlandsch-Indiê schonk bij het huwelijk van Wilhelmina en Hendrik een schitterende partij speciaal voor een zaal van het paleis vervaardigde hout snijwerk. De zaal was in 1906 gereed. Met de komst van de Duitse bezetters, kwam het Noordeinde na een lange pe riode van koninklijke bewoning weer leeg te staan. De koninklijke familie week uit naar Engeland en Canada. Tij dens de oorlog speelde het paleis één keer een opvallende rol. Op 29 juni 1940, de verjaardag van prins Bernhard, verschenen vele Hagenaars bij het paleis om het felicitatie-register te tekenen. Voor het gebouw werden bloemen neer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 23