Mart Smeets is geen machine Harrie Jansen heeft respect voor Peter Post Zeidóa Sou/unit TOUR DE FRANCE ZATERDAG 6 IULI 1991 PAGINA 27 ii ijlart Smeets. Tv- m4resentator, 44 jaar, "g.94 meter lang, licht ralalend. Geliefd, maar wijOk verguisd. De één ''■«oudt van z'n losse, 'humoristische en cnadinerende stijl, de i^ljhder vindt hem izofrogant, z'n Dmmentaar ,r Onuitstaanbaar. In '73 oaaakte hij z'n eerste hour de France mee, :n)>en nog als radio- Zfcporter; hij staat nu 'hOan de vooravond van iksijn achttiende. Floe je "pk over hem denkt, araai is-ie niet. Smeets lsl1 een kleurrijke r'pnderling in het in lakke jedialandschap, waar "He Heinze Bakkers en taartje van Weegens Ooorgaans de toon Cetten: een bonte pecht temidden van rijze mussen. Mart Smeets (rechts) met naast hem Jan Raas ,,Het moet maar eens uit zijn met dat gekat op Jean". (k houd niet van nette lensen op televisie. Daar ntbreekt de emotie, da's zonder kloten. Als er iets fks gebeurt moet je daar p inspringen. Als je met je ïrkeerde poot uit bed bent :stapt, mag je dat laten lerken. Jij kunt nu wel ellen dat de kijker daar ;en boodschap aan heeft, ïrgeet niet; het blijft men- jnwerk. We zijn geen ma rines. Verbazing, ontroe- ng, chagrijn, het hoort er Jemaal bij". fluisteren we tussen de regels oor onverholen kritiek op lede-presentatoren als Heinze ikker (Studio Sport) en Maar- t van Weegen (NOS-Laat) neets wil daar niets van we- Bf\. „Heinze is Heinze. Hij ^/eelt geen rol, zo is hij". En /srer Maartje: „Netjes, saai, yié, ze zal niet gauw ergens ^ïotioneel op reageren, maar w'(l is wèl een vakvrouw", o/ieets zegt geen onaardige din- p/p meer over collega's. Hij Jyieft in het verleden, in buien fgin eerlijkheid, zijn vingers al :ns gebrand. Het geruchtma- :nde interview met Ischa ar leijer in Vrij Nederland, waar- v' hij z'n chef Kees Boerhout in g3n niet al te gunstig daglicht st'Epde, kostte hem zelfs z'n job. lèralverwege de Tour werd hij 'eu)n zijn post ontheven en 'ver- 11 fyrdeeld' tot anoniem redactie- Idiferk. Hij vocht zich een weg ^trUg, werkte 16 uur per etmaal >ki lag op de knieën voor Koos ratbstema om hem allerlei de- inl|ils in te fluisteren, toen die op 1s8)e Tour de France is >or|)wel sportief als Dmmercieel een iccesnummer. De itstraling van het tenement is dermate [oot dat er reputaties lorden gevestigd en ebroken. Dus is de ljonde van Frankrijk ok bij uitstek geschikt Is speeltuin voor ponsors. Of is de t: tólverdcling |iadmgekeerd Is de "hjiortieve impact een et.evolg van de ™jbven matige interesse tan het bedrijfsleven ndt)or de Tour Beide 'de het geval. De sport e ti de commercie ïmfebben zich in de our innig in de icJJmen gesloten. Harrie jhtnsen weet daar alles De PR manager icein Buckler is als geen madere vertrouwd met behartigen van de I aüonsorbelangen. Vanzelfsprekend is hij bereid een tipje van de krommercièle sluier op bJ lichten. >U t two ver ui n yen zijn stoel zat, als centrale pre sentator van de Olympische Zomerspelen. Over z'n maatje in de Tour, Jean Nelissen, ook niets dan goeds dus. Vreemd, want wie die twee jaar in jaar uit beluis tert moet minstens denken dat ze zich in een koude oorlogs-si- tuatie bevinden en af en toe el- kaars bloed wel kunnen drin ken. Mart, licht geraakt: „Het moet maar eens uit zijn met dat ge kat op Jean. Het lijkt wel bon ton om hem aan te pakken. Jean is chroniqueur, ik ben tv- journalist. Hij heeft een Bour gondische inslag, houdt van verhalen en weet alles af van renners: een wandelend wiele- rarchief. Hij is op zijn best in mistige Pyreneeëmetappes, als we verstoken zijn van beelden. Dan kan hij ongeremd zijn kleurrijke verhalen afsteken. Van Henri Desgranges, Baha- montes en al die anderen die kleur gaven aan de Tour. De man verstaat z'n vak. Hij re presenteert het rijke Limburgse wielerleven en doet al 25 jaar de Tour". Alles goed en wel, maar als de beelden laten zien dat Breukink moet afhaken in een belangrij ke bergetappe en Nelissen door- kabbelt over een historische so lovlucht van Fausto Coppi, dan springen bij mij de veters uit de schoenen. Zet „Als dat gebeurt geef ik hem een zet. Oké, dat komt wel eens voor en misschien komen m'n interrupties wat nors over". Om te vervolgen: „Hij zal de renners wat langzamer herken nen. Vergeet niet dat we allebei achter een rotschermpje zitten. Weet je wat Jean het ergste vindt? Een finish-verslag te doen van de aankomst tegen de zon in van vijf Spanjaarden met de pet diep in de ogen, waar zwart krulhaar onderuit dwarrelt". „Zelf heb ik er een aardige neus voor. Ik herken veel renners aan hun zit. Of shirt. Je ziet ze in een flits over de meet gaan en moet dan gelijk beslissen. Het verschil, bijvoorbeeld in die eindsprint tussen Planc- kaert en Bauer in Parijs-Rou- baix is soms zo miniem, dat je moet gokken. Ik noem liever een naam dan dat ik de uitslag in het midden laat. Als die fout is corrigeer ik hem later wel. Ik heb collega's van RTL4 zien haspelen bij aankomst van etappes van de Ronde van Ita lië. En maar gissen wie wie was. Leedvermaak? Nee hoor, meer een 'Aha-Erlebnis'. Zo zat ik vroeger ook. Nu weten ze ook eens hoe moeilijk het is". „Weet je trouwens hoe Dick van Rijn en Leo Pagano vroe ger finish-verslagen voor de ra dio deden? Die wachten eerst de uitslag af, namen het geluid bij aankomst op en spraken vervolgens hun verhaal in. Dat werd vijf minuten later afge draaid: ze zaten dus altijd goed. En nu we het toch over vroeger hebben, Theo Koomen dankte zijn populariteit aan de om standigheid dat er geen live-tv was. De man was natuurlijk een geweldig entertainer en bracht heroïsche verslagen over renners die langs diepe ravijnen raasden, in een verzengende hitte over klevend asfalt voort- beulden, daarbij donder- en bliksemschichten trotserend. Prachtig natuurlijk, maar op hetzelfde moment gebeurde er helemaal niets in de etappe en zat meneer Koomen gezellig op het terras zijn verhaal af te ste ken". Schelden Kom niet aan Koomen, zullen de wielerfans zeggen. Mede dankzij hem leeft de Tour in Nederland. Grenzeloos popu lair was hij in de laatste jaren van z'n leven. Als een veldheer trok hij door het land van Ma rianne. Ligt Smeets ook zo lek ker in het wielerwereldje? „Ik heb een goede verhouding met de renners. Daar ben ik trots op, want ik heb er jaren aan gewerkt. Ik ben eerlijk te gen ze, doe niet rot. Ik kom dan wel niet uit het wielermi- lieu, maar ze kennen me; ik kom elke zondagavond bij hen thuis en ze accepteren me. Ik ben al lang niet meer die bas ketballer". „Bij een deel van het wieler- volk lig ik niet lekker. Ik ben schijnbaar te hard voor de ren ners. Ik verwoest het mooie beeld dat sommigen hebben van de sport. Een storm van protest stak op, toen ik bericht te over de dopingrel rond Gert- Jan Theunisse. 'Waar bemoeit die klootzak zich mee?' Hetzelf de geschiedde onlangs toen ik zei dat Gert Jakobs positief was verklaard. 'Dat zeg je toch niet op tv', kreeg ik te horen. Ter wijl ik simpel m'n beroep als journalist uitoefen en informa tie geef. Ze verwachten kenne lijk dat je een soort supporter bent. Ik zou moeilijke vragen stellen. Onzin, ik stel hoogstens wel eens stomme vragen". „Er wordt wat op mij geschol den. Het gaat er soms grof aan toe. Homofilie en racisme ko men vaak terug in die kretolo gie. Soms laat ik het over me heen gaan, maar ik ga er ook wel eens tegenin: 'Jij de helft, ben je ook ziek', roep ik dan te rug. Moet je ze zien kijken. Of: 'Ik denk met dat U weet hoe dom U bent', nadat een dron kelap me in Frankrijk had ge slagen onder het roepen van 'vuile, vieze..' en nog wat. Ik sla overigens nooit terug". Verklaring „Of ik een verklaring heb voor dit agressieve gedrag? Jawel, a) ik ben groot, b) zwaar, c) ik spreek ABN, wat voor velen een andere taal is en d) ik roep dingen die mensen niet leuk vinden. Voorbeeld: 'Er was he lemaal niets aan de etappe van vandaag, het werd alleen maar later', meld ik 's avonds. Dat stoort sommige wielerfanaten mateloos. Als Evert ten Napel of Heinze Bakker het over een doodsaaie etappe hebben dan krijgen ze lang niet zoveel kri tiek. Omdat ze beminnelijker zijn". „Ik word overal en altijd aange sproken. In de trein, bus, tram. Stel Bert Wagendorp van de Volkskrant ('hele goeie'), Guus van Holland van NRC ('hele goeie'), Bert Nederlof van de radio ('goeie') en ik lopen sa men in de Kal verstraat. De eni ge, die de mensen aanklampen, ben ik. Ze kennen de anderen niet. Die hebben wel een naam, maar geen gezicht. Ik kan me voorstellen dat dit wel eens frustrerend is voor collega's". „Veel mensen hebben een scheef beeld van ons werk. Ze denken dat het zich beperkt tot de reportage tussen tien over half vier en vijf uur 's middags. Mooi niet. We staan om zeven uur op, duiken na het ontbijt het archief in, vergaren materi aal, doen interviews met ren ners, bereiden het Tour-jour naal voor, waarna we ons hal soverkop in de wagen storten om op tijd in de plaats van aankomst te zijn. Die ritten zijn pure waanzin. Met 120 tot 150 km over binnenwegen, bochten afsnijdend om toch maar vooral voor de reclame- karavaan uit te komen. Met een beetje geluk zitten we dan om twee uur achter de moni tor". Koffer „Je leeft een maand lang uit je koffer. Je hebt geen huis, geen rustpunt, geen partner. Alles gaat in een rush. Vanaf '79 werk ik met dezelfde ploeg. Vier weken lang dezelfde ge zichten en dat twaalf jaar lang. Lachen, kibbelen, stress, het is behoorlijk inspannend, dat kan ik je verzekeren. Dat onderken nen ze bijvoorbeeld bij de Franse tv. Collega's krijgen een maand prestatieverlof als ze de Tour hebben gedaan. Gaan lek ker naar Martinique of zo. Ik sta de maandag na de afsluiten de etappe weer vrolijk op het voetbalveld van UW in Utrecht. Personeelstekort hè". „Beschouw dit niet als klagen. Ik doe het graag en vind het een fijn vak. Maar als ik, zoals de vorige maand van de dertig dagen er twintig op tv kom - Studio Sport, Sportjournaal, NOS-Laat - dan is dat niet goed voor Mart Smeets, maar ook niet goed voor de kijker. Ik kan me voorstellen, dat sommige mensen de neiging hebben een glas te pakken en naar het scherm te gooien". Ooit passeerden Greg Lemond en Bernard Hinault samen de eindstreep, aan het einde van de koninginnerit naar Alpe d'Huez. Smeets uit zijn dak. 'Wat"is dit mooi', nep hij ly risch. bijna in een euforische stemming. Terwijl het afgespro ken werk was. Mart zucht: „Dat heb ik vaak op m'n brood gekregen. Of ik die poppenkast niet had door zien. Ik dacht dat ik me in die twee kon verplaatsen. Achteraf heb ik het er nog met Greg over gehad. Het was inderdaad afgesproken werk, als hij gewild had was-ie van Hinault wegge reden, maar hij verklaarde me met z'n hand op z'n hart dat hij ook iets van die door mij ge schetste stemming gevoeld had. Noem het een moment van ge lukzaligheid. Het was ook een prachtig gezicht". „Ik denk wel eens dat ik sport begrijp. Ik heb zelf ook top sport bedreven, ken de span ning, de belangen, weet wat je er voor moet laten en ken het gevoel dat winnen geeft. Mis schien was dat moment wel vergelijkbaar met wat Theo Reitsma meemaakte in het duel tussen Engeland en Argentinië. Herinner je dal doelpunt van Maradona nog? Theo Reitsma, of all people, smolt in 12 secon den. Theo is een hele grote, weet precies wat er gebeurt en voelt feilloos de belangrijke momenten aan. Zelf zie ik me niet als een groot journalist, wel als een harde werker". Over de komende Tour: „Ze benaderen me van alle kanten Of ik de favorieten voor de eindzege wil opnoemen. Of ik aan de Tourtoto wil meedoen Ik wed niet, doe geen voorspel lingen. Hier", zegt hij, terwiji hij een papier van de gemeente Wijchen uit de fax haalt. „Elk jaar nodigen we een promincni uit de sportwereld uit vooi onze Tourtoto. Dit keer is de keuze op U gevallen'. Dank je de koekoek". Over zijn woordgrappen er vondsten als 'doorkachelen' er 'Goeiemorgen dokter' (voor he eerst gebruikt tijdens een tijdri van Hinault in Morzine) „Gaat vanzelf, het borrelt ge woon in me op. Koen Verhoe schreef z'n grapjes van te vorer op. 'Goedgekeurd door de plat telandsvrouwen en zo'. Houc ik niet van. Maar ik weet zekei dat ik tien minuten lang men sen kan laten lachen met grap pige anekdotes". Respect Over bergetappes: „Ik heb diej respect voor de renners. G; maar na: zeven uur op de fiets in een idioot tempo, met eei polsslag tussen 177 en 190 honger in je lijf. niet aan j< vrouw en kinderen mogen den ken. En dan hebben ze he vooraan nog een stuk minde moeilijk dan achteraan". Over zichzelf: „Ik heb nog al tijd dat jongensachtige en bei ook niet snel ouder geworden Mijn geest blijft jong door d< sport. Maar het moet een kee afgelopen zijn; de Tour dan. E komt beslist iemand met eei geweer, die me van het schern schiet". Harrie Jansen: „ik was het met bepaalde zaken bij PDM niet eens. Harrie Jansen was voorbe stemd om pianist te wor den. Voor zijn ouders was dat een uitgemaakte zaak. Zoonlief had echter een passie voor de wielersport en verruilde vrij snel het klavier voor de fiets. Vanaf dat moment ontwikkelde zich ook het zakelijke in stinct van Harrie Jansen. „Ik was een gesoigneerde renner, zag er altijd op en top uit en lette er scherp op dat de reclame op trui en pet goed zichtbaar was. Bo vendien onderhield ik altijd een goede relatie met jour nalisten". De PR manager wil maar zeggen dat hij niet bij toeval op een commer ciële stoel is terecht geko men. Voordat Jansen zijn communi catiebureau in het leven riep was hij reporter bij de NOS en bestierde hij enkele horecagele genheden in Zandvoort. De van oorsprong Amsterdammer ging pas in sport-business toen hij in contact kwam met de buurman van een NOS-techni- cus. Die man bleek de Neder landse vertegenwoordiger van PDM en vroeg Jansen om ad vies. Zijn bedrijf wilde namelij- ke een wielerploeg sponsoren. Jansen bedacht een plan en toog aan het werk. De kiem voor de successtory van PDM was gelegd. Bij die ploeg nam Jansen de PR-werkzaamheden voor zijn rekening. Een volslagen onont gonnen terrein. De ex-wielren- ner pionierde en leverde een belangrijke bijdrage aan het uit dragen van de naam PDM. Uit eindelijk brouilleerde Jansen met de ploegleiding, hoewel hij zelf het een verschil van inzicht noemt. „Ik was het met bepaal de zaken bij PDM gewoon niet eens en ben gestopt. Twee da gen later belde Heineken. Of ik wilde praten. Dus werk ik nu voor Buckler. Tot volle tevre denheid, omdat dat bedrijf sponsoring als een vorm van wetenschap beschouwt en daar ook de financiële middelen voor vrijmaakt. Dat laatste is belangrijk. Je moet een budget hebben om iets te kunnen on dernemen. Daar ontbrak het bij PDM aan". In het wielersportwereldje wordt Harrie Jansen, die niet in vaste dienst is van maar zich verhuurt aan Buckler, algemeen erkend als een vakman. Hij heeft een goede reputatie opge bouwd. De Nederlander heeft dan ook alle kwaliteiten waaro ver een PR manager van een wielersploeg moet beschikken. Hij kent de sport, is vlot ge bekt, goed gemanierd, spreekt zes talen vloeiend en kent de (ongeschreven) wetten van de journalistiek. Daarnaast heeft hij sjoege van marketing. „In bijna elk detail van marketing kun je de wielersport als instru ment gebruiken", weet Jansen inmiddels uit ondervinding. Tijdens de Tour is Jansens taak veelomvattend. Hij is onder andere verantwoordelijk voor de uitmonstering van de ploeg in al haar facetten, zorgt voor communicatie met de sponsor, treedt op als gastenbegeleider, staat renners terzijde tijdens huldigingen en fungeert bij me diacontacten als tolk. Richtlijnen Vooral als een renner uit zijn ploeg moet worden gehuldigd werkt Jansen volgens strakke richtlijnen. Volgens afspraak volgen de renners in dat geval Jansen onvoorwaardelijk. „Ik weet namelijk exact hoe lang de Eurovisie-uitzending duurt", verduidelijkt de PR manager. „Het begin van de huldiging komt namelijk altijd in beeld. Het is mijn taak om te zorgen dat onze renner juist dan op het podium staat. Ik ken de be langen, weet waar de belang rijkste afzetgebieden van Buc kler liggen. Als Edwig van Hooydonck wint en de Italiaan se tv wil een interview, kan de Belgische tv echt barsten. Ik weet dat Italië net even belang rijker voor de sponsor is. Het zelfde geldt voor de volgorde van de media. Eerst tv, dan ra dio en vervolgens de schrijven de pers. Op Alpe d'Huez kreeg ik ooit een schop onder mijn kont van radioverslaggever Jor- rit Jorritsma, die boos was dat ik Rooks bij hem wegtrok. Ja, hij kan me wat. Op Alpe d'Huez kun je even uithalen..." Ofschoon Harrie Jansen voor afgaande aan het seizoen een instructie-bijeenkomst houdt voor de complete ploeg, zijn er altijd renners of begeleiders die de sponsorbelangen nog wel eens uit het oog willen verlie zen. Ten dele kan Jansen daar begrip voor opbrengen, maar er zijn ook momenten dat hij boos wordt. Bijvoorbeeld als een ploegleider vanuit de auto wordt geïnterviewd en daarbij de sponsornaam met zijn arm bedekt houdt. Van de renners heeft Jansen de grootste moeite om Jclle Nijdam tot een spon- sorvriendelijke houding te dwingen. „Die jongen moet ik voortdurend op zijn verplich tingen wijzen. Het interesseert hem gewoon niet. 'Moet dat nu allemaal', roept-ie dan. Hij vindt het al heel snel mooi ge noeg. Nijdam is overigens een uitzondering; de meesten wer ken voortreffelijk mee. Uitstraling Als het gaat om uitstraling en publicitaire waarde zou Jansen graag met Gilles Delion („com municeert fantastisch en heeft een goede houding ten opzichte van de sport") en Claudio Chi- appucci („heeft een agressieve manier van koersen en een wel haast devote beleving van de wielersport") willen werken. Van de Nederlanders heeft hij goede ervaringen met Steven Rooks en met name Gert-Jan Theunisse. Rooks komt mis schien stug over, maar hij is goudeerlijk. Die jongen flapt er alles uit. Theunisse is in één woord fantastisch. Zonder dat hij er iets voor hoeft te doen trouwens. Die heeft gewoon charisma en een geweldige uit straling in de publiciteit". Wat de ploegleiders betreft heeft Harrie Jansen respect voor de manier waarop Peter Post overkomt. „Zijn kracht is dat hij de pers weet te manipu leren. De meeste journalisten schrijven alles op wat Post roept", klinkt er toch ook een beetje afgunst in zijn woorden door. Omdat Jan Raas dat min der heeft. „Jan Gisbers komt over als de lieve en zachte ploegleider, maar neem van mij aan dat die eigenschappen eerder op Raas van toepassing zijn. Raas is gewoon eerlijk en recht door zee. Hij zegt wat hij denkt, zonder omwegen. Raas is geen theaterman. Gisbers is harder dan Raas". Jansen kan het weten, want hij heeft ten slotte met beiden gewerkt. Doping De rol van doping zou PR-ma- tig geredeneerd negatief moeten zijn. Jansen heeft echter juist hel tegendeel ervaren. Hij was in zijn PDM-periode nauw be trokken bij de dopingperikelen van Theunisse. Het rare was dat dank zij de doping-affaire van Theunisse de naamsbe kendheid van PDM omhoog school. De publieke opinie werd niet negatief beïnvloed; de mensen toonden eerder begrip Wat Jansen wel van de affaire heeft geleerd is dat het beter is om open kaart te spelen. Hij was doodongelukkig met de manier waarop PDM met in formatie naar buiten kwam. „Ik ben van mening dat een betrap te renner gewoon moet toege ven. In de trant van: ik heb ge gokt en verloren. In de Tour van '88 was ik voor openheid in de zaak Theunisse. Ik wilde dat alles werd verteld. Van ho gerhand werd dat tegengehou den. Mijn lijn werd diverse ke ren overtreden. Het probleem met een dopingzaak is dat ie dereen zich plotseling te pletter schrikt. Hel is juist dan van be lang om rustig te blijven. Een groot concern wordt door een doping-affaire echt niet afgebro ken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 27