Erik
Breukink
is geen
heilig
boontje
TOUR DE FRANCE
Steven Rooks moet zich opnieuw waarmaken
14
I
AG)
iUcGoma^it
ZATERDAG 6 JULI 1991 PAGINA 23
zozeer de derde plaats als wel de
er waarop Erik Breukink zich
jaar in de Tour presenteerde
;te indruk. En schept
ichtingen voor dit jaar. Nog voor
n kilometer is afgelegd is hij in
rland bijkans uitgeroepen tot
winnaar. Heel voorbarig, vindt ook
junk, die zich zo min mogelijk van
lijke optimistische bespiegelingen
sert aan te trekken. Tussen alle
nding overheerst bij Breukink -
gewoonlijk - de nuchterheid.
Dbe
an, Breukink voelt zich
)3 nder druk gezet door
'itenwacht. De favo-
'ol maakt hem aller-
nerveus, daarvoor is
biddels te veel door
1 geverfd. De renner
het hoofd opvallend
Lissen alle opwinding
im heen.
er over gaat nadenken
ie hoge verwachtingen
^d-itje eng", stelt Breukink
vast. „Er wordt door
enwereld veel te gemak-
over een Tourzege ge-
Ik ga voor het hoogste,
aarmee is niets gegaran-
want er zijn vele kans-
5. Normaal gesproken
ke klassering lager dan
:rde plaats tegen, maar
goed denkbaar dat ik te-
zal zijn met minder. Als
bstander super is, zoals
'vorig jaar in de Ronde
dié, moet je je tevreden
Imet de kruimels. Dan
-ienvoudigweg niet meer
órbereiding in aanmer-
tnomen belooft het een
Tour te worden voor
ik. Vorig jaar was hij in
orjaar ziek en sukkelde
_jer de eerste week van de
ok met zijn gezondheid.
Tot op heden is de aanloop
vlekkeloos verlopen. „Ik ben
gezond gebleven en het pro
gramma kon bijna vlekkeloos
worden uitgevoerd. Alleen in
de Ronde van Zwitserland reed
ik niet echt goed, maar ik voel
de wel dat ik tegen de topvorm
aanzit. Ongerust ben ik niet".
Breukink is inmiddels gepokt
en gemazeld in het profmilieu.
Desondanks is hij niet echt ver
anderd. De Nederlander is
hooguit selectiever geworden
met het accepteren van uitnodi
gingen, omdat hij anders hele
maal geen tijd meer voor zich
zelf overhoudt. Als renner
vindt Breukink wel dat hij een
positieve ontwikkeling heeft
doorgemaakt. „Ik ben zelfver
zekerder geworden. In de begin
jaren twijfelde ik veel; durfde ik
geen verantwoording te nemen.
Ik reed graag in de schaduw
van ploeggenoten zoals Robert
Millar en Phil Anderson. Een
gevolg van gebrek aan zelfver
trouwen. Daarvan is nu geen
sprake meer. Ik ga nu de ver
antwoordelijkheden van een
kopman niet meer uit de weg.
Ik heb inmiddels voor mezelf
bewezen een goede klasse
mentsrenner te zijn. Ik geef ook
orders, jazeker. Ach, wat moet
ik met die verhalen dat ik te
netjes zou zijn. Daarmee kan ik
echt niet uit de voeten. Om een
goede Tour te rijden moet je
kwaliteiten hebben, zo simpel
is dat. Dan maakt het echt geen
verschil of je wel of geen nette
vent bent. En een heilig boontje
ben ik absoluut niet. Maar als
je eenmaal dat stempel hebt,
kom je daar niet meer vanaf'.
Top
Voor Breukinks gevoel verkeert
hij als 27-jarige in zijn sterkste
jaren. Hij veronderstelt nu zijn
top als wielrenner te hebben be
reikt en hooguit in de marge
nog te kunnen verbeteren.
„Voor mezelf heb ik vorig jaar
echt de bevestiging gekregen
dat ik een klassement kan rij
den; dat ik het spel kan mee
spelen. Het laatste stapje, bij
voorbeeld om de Tour te win
nen, wordt bepaald door de
tails. Nu hoop ik dat alles een
keer klopt. Want een Tourzege
lijkt mij het mooiste dat er is.
Daar is het om te doen, dat is
de belangrijkste wedstrijd. De
Giro zou ik ook graag willen
winnen, maar de Tour is mooi
er. Heeft meer uitstraling."
Van de spanning die het kop
manschap met zich meebrengt,
heeft Breukink niet zoveel last.
Met spanning, althans die van
de wedstrijd, zegt hij goed te
kunnen omgaan. Omdat dat
vertrouwd is. Breukink: „Ik
blokkeer nooit van de zenuwen.
Tijdens de Tour heb je wel veel
andere spanningen, binnen de
ploeg bijvoorbeeld. Daarmee
heb ik doorgaans meer moeite.
Gelukkig zit ik bij een ploeg die
goed met dergelijke zaken om
gaat. Om maar wat te noemen,
er wordt altijd gewerkt in een
sfeer van vertrouwen. De lei
ding gaat niet de druk nog eens
verhogen".
Wat Breukink de ploegleiding
wel kwalijk neemt is dat zij toe
stemming gaf om zijn naam te
mogen gebruiken voor een actie
van de winkelketen Wastora.
De grootgrutter verkoopt tot 5
juli artikelen boven de honderd
gulden met de optie dat de ko
per het geld terugkrijgt in het
geval Breukink de Ronde van
Frankrijk wint. „Er had mij op
z'n minst om toestemming
moeten worden gevraagd",
vindt een merkbaar geirriteerde
Breukink. „PDM was wel inge
licht en heeft buiten mijn me
deweten goedkeuring verstrekt.
Ik ben daar ongelukkig mee, en
dan druk ik me nog voorzichtig
uit. Dit zal een volgende keer
niet opnieuw voorkomen".
Zorgen
In de koers heeft Breukink an
dere zorgen. Bijvoorbeeld om
de wedstrijd 'te lezen'. Vooral
in de Tour is het voor een kop
man zaak om scherp blijven en
doorlopend op te letten. Dat is
bij de Nederlander wel in ver
trouwde handen, hoewel er nog
wel wat valt te verbeteren. Bij
voorbeeld attent voorin rijden.
„Dat gaat niet slecht, maar ik
kan het niet zo als Lemond, die
altijd voorin rijdt. Ik heb nogal
moeite met dat gedrang; dat ligt
mij niet zo", is Breukink zich
bewust van zijn beperking.
Daar staat tegenover dat hij
doorgaans goed door heeft wat
er gaande is in de wedstrijd.
„Een kwestie van opletten",
weet Breukink. „Vorig jaar in
de Touretappe naar Saint-
Etienne deden de ploeggenoten
van gele trui-drager Chiappucci
veel werk. Dan kun je er op
wachten dat een aanval eens
niet wordt gepareerd, omdat zij
zijn uitgepierd. Toen LeMond
vervolgens aanviel, ging ik on
middellijk mee. Dan pak je
winst. Ja, dat soort ontwikke
lingen in de koers heb ik door
gaans goed door. Het gebeurt
me zelden dat ik word verrast.
Ja, vorig jaar naar l'Alpe
d'Huez. Inderdaad een foutje.
Gelukkig was ik die dag zo
goed, dat ik de schade alsnog
kon herstellen. Maar dat mag
normaal gesproken niet voor
komen. Als Delgado en Le
Mond weggaan moet ik meezit
ten, anders heb ik geen recht
van spreken".
Breukink is in die zin een echte
liefhebber dat hij niet voor het
geld fietst. Althans, hij zegt dat
het geen doel op zich is, maar
mooi is meegenomen. „Als ik
me financieel onafhankelijk
kan fietsen, zou dat mooi zijn.
Ik wil gewoon uit mijn carrière
halen wat er in zit, maar ook al
fiets ik me 'binnen', dan zal ik
de rest van mijn leven niet
gaan zitten duimen draaien, dat
en ik in 't geheel geen type
voor. Wat ik dan wel ga doen?
Werkelijk, ik heb geen idee.
Het klinkt logisch om in de
wielersport actief te blijven.
Maar ik zie me geen ploegleider
worden. Hoewel, dat riepen
Zoetemelk en Raas ook altijd
en zij zitten nu ook achter het
stuur. Public relation lijkt me
ook wel wat, maar een baan in
het bedrijfsleven behoort ook
tot de mogelijkheden. Nee, toen
ik van school kwam wist ik al
niet wat ik worden wilde. Dat
was onder andere de reden dat
ik naar de HEAO ging. Een
goede algemene studie waarmee
ik alle kanten opkon. Ik denk
tegenwoordig wel vaker aan de
toekomst dan voorheen, maar
dat er structuur in mijn over
peinzingen zit kan ik bepaald
niet zeggen. Ik ben ook niet
zo'n type dat zijn toekomst uit
stippelt. Ik had aanvankelijk
ook helemaal niet het idee om
beroepsrenner te worden. Dat
kwam vrij plotseling en vervol
gens had ik binnen twee maan
den een contract".
Labradors
De fiets beheerst nu nog het le
ven van Erik Breukink. Zoda
nig dat hij amper tijd heeft
voor hobby's. Voor zover hij
zich met andere zaken dan
wielrennen bezig houdt, dan
verdeelt hij zijn aandacht tus
sen zijn twee Labradors en het
kijken naar videofilms. Naast
het luisteren naar hedendaagse
muziek, is het dat wel.
Breukink mag dan de Tour in
gaan als de grootste Nederland
se favoriet, in Gert-Jan Theu-
nisse en Steven Rooks heeft
ons land nog twee coryfeeën.
Hoe zit het met de onderlinge
verhouding tussen de drie Ne
derlandse renners en bestaat er
een mogelijkheid dat een vorm
van samenwerking? Breukink
houdt zich op de vlakte, maar
laat wel doorschemeren dat hij
liever een Nederlandse dan een
buitenlandse Tourwinnaar ziet.
Maar hij zal eerst aan zichzelf
en zijn ploeggenoten denken.
Breukink: „Hoe je het ook be
kijkt, Rooks en Theunisse zijn
concurrenten. Als ik geen kans
meer op de Tourzege mocht
hebben, zal ik Alcala steunen of
op een andere wijze mijn dien
sten aan ploeggenoten aanbie
den. Pas als dat station is ge
passeerd, komen Rooks en
Theunisse in beeld. Ik zal ze
dan absoluut niet tegenwerken,
omdat ik er niet op uit ben om
een landgenoot te laten verlie-
Gedurende de Tour de
France zal Erik
Breukink, net als
vorig jaar, weereen
dagelijkse rubriek in
onze krant verzorgen.
De eerste bijdrage
van Breukink is
vandaag te lezen op de
sportpagina.
ïrandering van
ving heeft Steven
is goed gedaan,
•rfoelt zich op zijn
k onder de hoede
an Raas en is met
eenielangrijke
trijd als de Tour
;ance voor de
opvallend
ingjannen. Zijn
PteVinning in het
e "rlands
lioenschap is daar
irlijk debet aan.
kanfgelijking met een
j dgeleden is Rooks
bui onherkenbaar,
doofoordhollander is
aeb;. En, zoals we
:n gezien, in
retAls de
ekenen niet
egen gaat Rooks
[oede Tour rijden.
Ilf doet geen
a.te om die indruk
It zwakken. Een
Orzekerde Rooks
vooruit.
Als de naam Erik Breukink
valt betrekt het gezicht van
Rooks. Hij heeft te doen
met zijn landgenoot. „Die
jongen wordt met een lo
den last opgezadeld. Hij
wordt nu al afgeschilderd
als de Tourwinnaar. Ga er
maar aan staan". Rooks
herkent dat klimaat. Hij
maakte het zelf twee jaar
geleden mee, nadat hij in
1988 achter Delgado als de
nummer twee Parijs bin
nenreed. Rooks is maar
wat blij dat hij niet met dat
verwachtingspatroon aan
de Tour begint. Wat hem
betreft is het lekker toeven
in de schaduw.
Rooks vindt het wel prettig dat
niet hij maar Breukink en in
mindere mate Gert-Jan Theu
nisse als blikvanger fungeren.
Aan de andere kant voelt hij
zich een beetje miskend. Het
steekt Rooks dat hij niet tot de
favorieten wordt gerekend.
Achter de ontspannen houding
gaat een getergd sportman
schuil. „Ik moet me opnieuw
waarmaken, dat realiseer ik me
terdege. Velen denken echter
dat ik ben afgeschreven, maar
zo is het niet. De Tour is mijn
laatste redmiddel nadat het
voorjaar door die val de mist
inging, maar onder die druk ga
ik niet gebukt. Mijn huidige si
tuatie is vergelijkbaar met die
in 1988. Ik heb hetzelfde ge
voel. En als het eindresultaat
gelijk is... Zelf heb ik me ten
doel gesteld een mooie etappe
te winnen, een redelijk klasse
ment te rijden en eventueel een
trui te veroveren. Wat ik onder
een redelijk klassement versta?
Een plaats bij de eerste vijf'.
Sterk
Steven Rooks voelt zich sterk.
Voor een belangrijk deel is dat
te danken aan zijn nieuwe
werkomgeving. De Noordhol-
lande- prijst ploegleider Raas
bijkant de hemel in en noemt
de werkomstandigheden bij
Buckler perfect. „Het belang
rijkste is dat ik met rust wordt
gelaten", meldt een montere
Rooks. „Vorig jaar werd ik om
de haverklap door Walter
Planckaert gebeld. Hij bleef
maar vragen of ik genoeg train
de of in vorm was. Van Raas
moet ik daarover het eerste te
lefoontje nog krijgen. We heb
ben een programma afgespro
ken en verder zeurt hij niet. Ik
voel me erg op mijn gemak bij
Raas, die aan een paar woorden
genoeg heeft. Daar houd ik van.
Ik moet niet doorlopend wro-
den lastig gevallen. Achteraf is
het ook helemaal fout geweest
om terug te keren naar Peter
Post. Maar ja, de drang om sa
men met Gert-Jan in één ploeg
te zitten was groter dan het ge
zonde verstand".
Het telefoonverkeer met War-
menhuizen mag dan zijn afge
nomen, van Rooks worden des
ondanks wel prestaties ver
wacht. En dat beseft hij ook. Zo
hij al te goed weet dat de op
dracht nagenoeg nagenoeg al
leen verricht moeten worden,
omdat ploeggenoten die waren
voorbestemd hem in de bergen
te assisteren zijn weggevallen.
Patrick Robeet is geblesseerd,
terwijl Peter Winnen al maan
den ziek thuis zit. Bovendien
heeft de Engelsman David Ray-
ner ploegleider Raas nog niet
Of Steven
Rooks zich na
afloop van de
komende
Tour weer
kan laten
huldigen als
bergkoning is
van zijn klimkwaliteiten kun
nen overtuigen. Een tegenvaller
waar Rooks niet te lang bij stil
staat. „Ik moet het nu in de
cols alleen met de steun van
Gerrit de Vries doen. Dat moet
lukken, onder voorwaarde dat
De Vries zich rustig houdt. Hij
heeft nogal eens de neiging om
energie te verspillen. Als wij op
het vlakke op de 'veertien' rij
den, gebruikt De Vries de
'twaalf. Hij is zo moeilijk in te
tomen. Dat bleek ook al tijdens
de trainingsstage op de Canari-
sche Eilanden. Bergop reed hij
steeds een wieltje voor. Dat
moet hij afleren. Als De Vries
zich intoomt kan ik wat aan
hem hebben".
Tegenwerking
In noodgeval en afhankelijk
van positie in algemeen klasse
ment en koersverloop rekent
Rooks er op dat hij zeker van
Theunisse en eventueel van
Breukink geen tegenwerking
krijgt. Hijzelf heeft de bereid
heid om zijn landgenoten het
leven evenmin onnodig zuur te
maken.
De grootste angst heeft Steven
Rooks niet voor het hoogge
bergte. Uiteindelijk zal hij het
daar zelf moet opknappen.
Vooruitblikkend op de Tour
ziet Rooks meer op tegen de
tijdritten. In totaal moet er 120
kilometer tegen de klok worden
gereden. Niet bepaald Rooks'
favoriete bezigheid. „Het mo
reel is goed, want ik heb dit
jaar goede tijdritten gereden.
Desondanks blijft het een eu
vel. Het is nu eenmaal geen
specialiteit van me. Jammer
dat de klimtijdnt is geschrapt.
Daarin kon ik altijd wat van de
opgelopen achtestand goedma
ken. Het wordt zaak om de
schade in tijdritten zo beperkt
mogelijk te houden. En blijven
hopen op een goede dag. Je
weet van jezelf dat je hard kunt
fietsen, maar een garantie voor
een goede eindtijd geeft dat
niet. Tijdrijden blijft een spe
cialiteit, hoe je het ook wendt
op keert".
Indien Steven Rooks niet van
gedachten verandert, wordt dit
jaar zijn een na laatste Tour de
France. De 30-jarige Nederlan
der wil nog twee jaar alles opzij
zetten voor een goede Tour-
prestatie. Het plan is om daar
na een aangepast programma te
rijden om zijn carrière lang
zaam af te bouwen. Om op een
andere manier van het leven te
genieten. En omdat er meer is
dan een Tour de France.