Afrikaans óók de taal
an miljoenen zwarten
Senator Boorsma is jong en wil wat
PINIE
CeidaeSoiMtMit
ZATERDAG 22 JUNI 1991 PAGINA 9
NTHONY heard
antcr
discussie over hernieuwde
urele betrekkingen tussen
Ierland en Zuid-Afrika
ct de kern van wat er op
moment in Zuid-Afrika ge-
rt. De hamvraag is: moeten
betrekkingen zich beper-
tot de blanke Zuidafrika-
of moeten zij zich uit-
tot de gehele Zuida-
aanse bevolking? In blan-
en zwarte gelederen kun
de meningen hierover
k uiteenlopen.
Nederland de betrekkin-
herstellen met de mensen
het land nu leiden, of wil
t betrekkingen met de men-
die van plan zijn het land
e toekomst te leiden? De
vantschap van de Neder-
Ise taal en het Afrikaans
Nederland ook wel Zuid-
acht caans genoemd) speelt een
li rale rol in de kwestie,
zeer groot deel van zowel
ïuidige blanke leiders als
loornamelijk zwarte aspi-
•bestuurders beheerst de
lanse taal. De afgelopen
heeft een toenadering
jevonden tussen het Ne-
inds en het Afrikaans,
ehillende gebeurtenissen
en daar toe bijgedragen:
bezoek van president De
aan Nederland vorig
oktober; de pogingen van
»rland in de EG de sanc-
te versoepelen en de toe-
ng van de P.C. Hooft-
aan de Zuidafrikaanse
eres Elisabeth Eybers, die
poëzie in het Afrikaans
jft. De lijst wordt elke dag
gebeurtenissen zijn voor-
i van een grote culturele
ihuiving. Die zal verstrek-
e gevolgen hebben voor
Nederlands en het Afri-
voor de boeken- en tijd-
ftenwereld en andere
:hes - en de zakenwereld
t algemeen. Om nog maar
'ijgen over de politiek en
iplomatieke leven.
die geloven dat
Nederlands-Afrikaanse
in van de dagen vóór de
heid zullen terugkeren,
genzinnige, maar nu her-
Afrikaners zouden
ns deze lezing terugkeren
de boezem van hun
iland'. Velen zijn van me-
dat dit een vrome wens
1 een ander scenario. De
ckingen tussen een gede-
itiseerd Zuid-Afrika en
•land zouden veelomvat-
en duurzamer kunnen
[Als de Nederlanders de
inheid te baat nemen
(n zij, dank zij hun affini-
let het Afrikaans dat
miljoenen zwarten en
[en wordt gesproken
:n kunnen smeden met
ihele Zuidafrikaanse ge-
hap. Dat wil zeggen:
in met een niet-raciale
Een handelsnatie als Neder
land kan hiervan op langere
termijn profijt trekken. Dat
lijkt de Nederlanders ook niet
te zijn ontgaan. Minister van
buitenlandse zaken Van den
Broek heeft al gesteld dat het
beleid gericht is op de gehele
Zuidafrikaanse bevolking. Ne
derland heeft zich er officieel
op vastgelegd dat het niets zal
doen dat de goedkeuring van
het oude apartheidstijdperk
met zich meebrengt. Dat is erg
verstandig.
Maar er zijn in de Nederlandse
en in de blanke Zuidafrikaan
se gemeenschap, voornamelijk
in conservatieve of reactionai
re kringen, kennelijk ook
mensen die de voorkeur zou
den geven aan exclusieve be
trekkingen. De zwarten, van
wie velen vloeiend Afrikaans
spreken, zouden hiervan uit
gesloten moeten worden.
Niet-blanken
President de Klerk heeft laten
zien dat hij zich, tenminste in
zekere mate, bewust is van de
noodzaak van veelomvattende
toekomstige betrekkingen tus
sen de Nederlanders en élle
Zuidafrikanen. Op 20 mei
sprak hij in de Nederlandse
club in Kaapstad over de „he
rontdekking van oude vrien
den en familieleden". Hij
bracht zijn gehoor echter ook
in herinnering dat het Afri
kaans niet alleen door 2,5 mil
joen blanke Zuidafrikanen
wordt gesproken, maar ook
door miljoenen zwarte Afrika
nen en het grootste deel van
de bruine (gekleurde) bevol
king van Zuid-Afrika.
De logische conclusie is dat op
lange termijn veel meer „niet-
blanke" Zuidafrikanen dan
blanken betrokken zullen zijn
bij de toenadering met de Ne
derlands taal. En het is duide
lijk dat dergelijke taaibanden
op de lange termijn een be
langrijker rol kunnen spelen
dan familiebanden of de histo
rische banden tussen de Ne
derlanders en de blanke Afri
kaners.
De Klerk heeft zodoende grote
vooruitgang geboekt op het
Nederlands-Zuidafrikaanse
front. Dat was bijna ondenk
baar sinds 1948, toen de be
trekkingen tussen Nederland
en Zuid-Afrika zich binnen
enkele dagen verscherpten.
Aanleiding was de verkie-
zingsoverwnning van de Na-
sionale Partij, die in haar pro
gramma de apartheid beklem
toonde.
De Klerk noemde in zijn rede,
naast het beëindigen van de
economische boycot door Ne
derland, nog een aantal posi
tieve veranderingen in de on
derlinge betrekkingen. Hij
wees op de toenemende stu
denten- en jongerenjiitwisse-
lingen, op de hernieuwde Ne
derlandse belangstelling voor
handel en investeringen in
Zuid-Afrika, het sterk toene
mende toerisme (hoewel
slechts 15.000 van de 350.000
rland moet banden aangaan met de gehele Zuidafrikaanse
inschap en daarbij profiteren van de verwantschap tussen
iderlands en het Afrikaans, dat door blank en zwart wordt
Europese toeristen die Zuid-
Afrika jaarlijks bezoeken uit
Nederland komen), de bezoe
ken van Nederlandse muziek
groepen en koren, het verzoek
aan de Zuidafrikaanse verte
genwoordiger in Den Haag om
deel te nemen in de Neder
landse Taalunie en de „positie
ve waardering" in de Neder
landse kerken voor de hervor
mingsinitiatieven in Zuid-
Afrika.
Twee bekende anti-apart
heidsstrijders uit de Westelijke
Kaapprovincie onderstrepen
dat veranderde betrekkingen
doorgang moeten vinden in de
'nieuwe', en niet de 'oude'
Zuidafrikaanse context. Oud
voorzitter van de Wereldbond
van Hervormde Kerken, Allen
Boesak: „Een hervatting van
de culturele en taalkundige
contacten tussen Nederlanders
en blanke Afrikaners alléén is
ondenkbaar. Het zullen ban
den met de hele Zuidafrikaan
se gemeenschap moeten zijn,
ook met de miljoenen zwarten
die de Afrikaanse taal 'spreken
en gebruiken. Het Afrikaans is
niet het alleengoed van de
blanke Afrikaners". Volgens
hem is het taalgebruik van de
blanken op de universiteiten,
in de kerk, in de bureaucratie,
de wet en in het veiligheidsap
paraat vaak een heel beper
kende versie van het Afri
kaans. „Het is een formeel
Afrikaans, niet de levende taal
die zo spontaan wordt gespro
ken door miljoenen zwarten,
die op een opmerkelijk expres
sieve manier uit andere talen
lenen", aldus Boesak.
Volgens Allen Boesak moet
het Afrikaans bevrijd worden
van het stigma van „de taal
van de onderdrukker". Het
Nederlands is de taal van vrij
heid en verzet tegen onder
drukking - net als de Neder
landse samenleving zelf.
Professor Jakes Gerwel is rec
tor van de Universiteit van de
Westelijke Kaap. De universi
teit, een 'gekleurde' instelling
die is opgericht door de apart
heidsregering, heeft zich on
der zijn leiding ontwikkeld tot
een sterke kracht in de strijd
voor een non-raciale democra
tie. De culturele betrekkingen
vormen een belangrijk discus
siepunt op de universiteit, om
dat een belangrijk deel van de
studenten Afrikaanssprekend
is.
Gerwel betitelt het idee dat
hernieuwe betrekkingen met
Nederland zich moeten beper
ken tot blanke Afrikaners als
„cultureel narcisme". Dit is de
basis van de apartheid, meent
Gerwel. „Daarom stelden we
het op prijs toen de Neder
landse regering de culturele en
universitaire banden verbrak,
zelfs al leden we er als univer
siteit onder".
Gerwel wijst erop dat zijn uni
versiteit de enige was die de
academische boycot in een for
mele resolutie steunde. Dat be
tekent niet dat alle banden
volledig waren verbroken. De
universiteit stemde alleen toe
in uitwisselingen, als de stu
denten in kwestie zich solidair
verklaarden met de betrok
kenheid van de universiteit bij
de strijd voor een niet-raciale
democratie in Zuid-Afrika.
Ook Gerwel hoopt daarom dat
het herstel van de contacten
zich niet binnen het 'oude'
blanke kader zal afspelen. Ge
vaar voor een 'taalimperialis-
me' van de kant van de Ne
derlanders, gebaseerd op het
'moederland'-concept, ziet hij
niet. Het ware moederland
van het Afrikaans wordt im
mers gevormd door alle ande
re Zuidafrikaanse talen.
(De auteur, voormalig hoofd
redacteur van de Cape Times,
is correspondent van onze
krant in Zuid-Afrika.)
Menig bewoner van een eigen
huis zal deze week een steen
van het hart zijn gevallen. De
CDA-fractie in de Eerste Ka
mer blijkt immers geen goed
woord over te hebben voor de
forse verhoging van het huur
waardeforfait, de belasting op
het eigen huis, die het kabinet
heeft voorgesteld. Aangezien
de VVD ook fel tegen zo'n
maatregel is en de beide frac
ties samen een meerderheid
hebben in de Senaat, lijkt het
er op dat de mensen met een
eigen huis de dans gaan ont
springen.
Minister Kok van financiën
zal minder blij zijn met de
houding van de CDA-senato-
ren, die op grond van hun par
tijlidmaatschap toch geacht
zouden mogen worden de re
gering te steunen. De door
hem nagestreefde, stapsgewijze
verhoging van het huurwaar
deforfait van 1,8 procent naar
3,3 procent van de waarde in
bewoonde staat moet de schat
kist vanaf 1994 bijna een mil
jard gulden per jaar opleveren.
Een wetswijziging a la Kok
kost de modale eigenaar-bewo
ner dan ook al gauw jaarlijks
een extra duizendje.
Woordvoerder van de CDA-
senatoren in deze zaak is
merkwaardigerwijs dr. P.
Boorsma. Als hoogleraar open
bare financiën (aan de Techni
sche Universiteit Twente)
moet hij toch als geen ander
weten wat een gigantisch gat
er in de rijksbegroting gesla
gen dreigt te worden?
Kwaliteit
Natuurlijk weet Boorsma dat,
maar hij voelt zich daardoor
niet geremd. Hij zit niet in de
eerste plaats in de Eerste Ka
mer om te zorgen dat er vol
doende geld in de schatkist
vloeit, vindt-ie, maar om te
waken over de kwaliteit van
de wetten die regering en par
lement samen maken.
Boorsma maakt er geen ge
heim van hoe hij denkt over
de wetswijziging met betrek
king tot het huurwaardefor
fait: „Ondegelijk en ondeugde
lijk". De professor weet zich
gesteund door de Raad van
State, het hoogste adviescolle
ge van de regering.
Wat is er dan zo slecht aan het
idee van Kok? De hardste kri
tiek treft de link die de rege
ring legt tussen een forse ver
hoging van de huren in de so
ciale sector en de voorgestelde
bijna-verdubbeling van het
huurwaardeforfait. Het idee
daarachter is dat als het wo
nen voor mensen met een
huurhuis duurder wordt, dat
ook dient te gelden voor de
mensen met een eigen huis.
De koppeling van deze twee
zaken is het gevolg van een
compromis tussen CDA en
PvdA in de Tweede Kamer.
Beide regeringspartijen waren
het erover eens dat er bezui
nigd moest worden op de rijks
subsidies, ook op de miljarden
die worden besteed aan het
onderhoud van sociale huur
woningen. Zo'n bezuiniging is
echter alleen mogelijk als de
bewoners meer huur gaan
betalen, zodat indirect een gro
ter gedeelte van het onder
houd voor hun eigen rekening
komt en niet voor die van de
staat.
De moeilijkheden begonnen
toen de PvdA, geconfronteerd
met een massale exodus van
haar kiezers, deze maatregel
niet geïsoleerd durfde te ne
men. Een forse verhoging van
de kosten van huurders diende
gepaard te gaan met een forse
verhoging van de kosten van
mensen met een eigen huis.
Onder veel zuchten en steu
nen ging het CDA daarmee
akkoord.
Wat is netto?
Het aan elkaar koppelen van
huur en huurwaardeforfait
klinkt echter vele anderen nog
steeds als een vloek in de oren.
Een eigen huis, zeggen zij, is
een stuk vermogen, waarover
immers vanaf een bepaalde
grens ook vermogensbelas
ting wordt geheven. De eigen
huisbezitter verhuurt het
vruchtgebruik van dat vermo
gen als het ware aan zichzelf.
Het is dus wel logisch de op
brengst van deze transactie te
belasten volgens de inkom
stenbelasting. De netto op
brengst wel te verstaan. Maar
wat is in dit geval netto? Het
eigen huis is immers meer een
besteding dan een belegging.
Daarom heeft men slechts
twintig procent van de netto
huurwaarde aangemerkt als
opbrengst. En op basis van dat
percentage is dus ooit het
huurwaardeforfait vastgesteld:
het bedrag dat een eigenaar-
bewoner bij zijn belastbaar in
komen moet tellen. Het forfait
heeft dus alles te maken met
eigendom en niets met bewo
nen. De eigenaar-bewoner is
niet zozeer huurder alswel
vérhuurder.
De senaatsfractie van het CDA
ontvangt dezer dagen stapels
brieven waarin op boven
staande feiten wordt gewezen.
Prof. Boorsma heeft duidelijk
gemaakt dat deze klachten en
smeekbeden niet aan dove
mansoren zijn gericht. Het
CDA in de Eerste Kamer staat
pal voor de belangen van de
eigenaar-bewoners.
Maar voordat deze categorie
Nederlanders nu spontaan in
juichen uitbarst, dient zij ech
ter eerst het antwoord af te
wachten op een volgende
vraag. Wat doen de senatoren
van het CDA als minister Kok
op 2 juli, de datum waarop het
huurwaardeforfait in de Eer
ste Kamer wordt behandeld,
met een kabinetscrisis dreigt?
Boorsma weigerde desge
vraagd daarop in te gaan. Dat
zien we dan wel weer, luidde
zijn commentaar.
In politiek Den Haag wordt al
gemeen verwacht dat het CDA
door de knieën zal gaan, als
Kok het 'machtswoord'
spreekt. Er is zelfs iemand die
dat zeker meent te weten. Dat
is majoor F. Uijen, tot voor en
kele weken senator voor de
PvdA. „In de Eerste Kamer
gaat men nogal vertrouwelijk
met elkaar om", vertelt hij.
„Sommige CDA'ers hebben
duidelijk aan ons laten door
schemeren dat zij in deze zaak
niet tot het uiterste zullen
gaan. Dat zullen zij ook niet
durven, zeker niet als zij door
Lubbers onder druk worden
gezet".
Uijen zou het trouwens niet
meer dan logisch en recht
vaardig vinden, wanneer de
premier hevige pressie gaat
uitoefenen op zijn partijgeno
ten aan de 'overkant' van het
Binnenhof. De majoor onthult
dat Wim Kok hetzelfde heeft
gedaan, toen het erom ging de
huurverhoging van 5,5 procent
door de Eerste Kamer te lood
sen. Een aantal PvdA-senato-
ren, onder wie Uijen, had la
ten weten grote moeite te heb
ben met die maatregel.
„Toen kwam Kok bij ons op
bezoek", herinnert de gewezen
senator zich, „en begon ons te
bewerken. We moesten en
zouden voor die wetswijziging
stemmen, vond hij". Maar Uij
en en twee medestanders (een
veel te klein aantal om het
voorstel te blokkeren) weiger
den dit zolang ze niet de ga
rantie kregen dat het CDA
voor de verhoging van het
huurwaardeforfait zou stem
men. Die garantie kon Kok ui
teraard niet geven.
Het tegendeel bleek zelfs het
geval. „Als het CDA straks té
gen de verhoging van het
huurwaardeforfait stemt, ben
ik nat", had de PvdA-leider
somber tegen zijn senatoren
gezegd. Hij bedoelde daarmee
dat hij dan met de gebakken
peren zou zitten en wel in zul
ke hoeveelheden (975 miljoen
per jaar!) dat dit voor hem on
aanvaardbaar zou zijn. Hij
sprak de hoop uit dat de chris
ten-democratische leden van
de Eerste Kamer zich uitein
delijk door Lubbers op andere
gedachten zouden laten bren
gen.
Niet vrolijk
Zoals gezegd gelooft Uijen
daar wel in. Hij wordt daar
echter niet vrolijk van. „Als
het CDA opnieuw in het open
baar gedwóngen moet worden
tot medewerking, is dat weer
een vertrouwensbreuk tussen
de grootste regeringsfractie en
de regering. Daardoor wordt
het kabinet, dat er toch al niet
zo best voorstaat, opnieuw be
schadigd. Dat zal de verhou
dingen in de coalitie er ook
niet beter op maken".
Uijen is er eigenlijk wel van
overtuigd dat het CDA begin
volgend jaar, wanneer het EG-
voorzitterschap van Nederland
afloopt, een einde zal maken
aan de samenwerking met de
PvdA. Het zou hem ook niet
verbazen als prof. Boorsma
dan, in een kabinet met de
VVD, in aanmerking hoopt te
komen voor een minister
schap. „Hij is immers nog jong
(46) en wil nog heel wat. En
hij heeft nu duidelijk laten
zien waar hij staat: rechts van
het midden".
(Rik in 't Hout is chef van de
parlementaire redactie van
deze krant.)
EVEN VAN LEZERS
Brieven graag kort en duideli)k geschreven
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken in te korten.
1 in de fout
verluidt mogen kinder-
ïs alleen in opgevouwen
id per tram worden ver-
Voor mensen is deze si-
het openbaar vervoer
>nog niet aan de orde.
staan bij herhaling kin-
]ens met aanhang en in-
rij geregeld in het gang-
leel bont maakte het vo-
:k iemand in lijn 3 op
in van Meerdervoort,
rolstoelster met
ig en al en helaas
>k veel onterechte kap-
trampassagiere was.
^rigens aardige bestuur-
er kennelijk ook mee
chien kan de HTM-di-
de regels nog wat aan-
in? Het. gaat niet aan
vone reizigers in-, uit-
d over moeten stappen
:elfde rijtuig, omdat er
geen doorkomen meer
1. Frank,
iAAG.
I monument
(eer teleurgestelde minis-
an WVC en een opge-
i Kamer waren het resul-
tan het Kamerdebat en
arop gevolgde stemming
het monument, dat het
Jein van het nieuwe
He Kamer gebouw zou
moeten sieren. Wat zou mooier
zijn geweest dan een beeld-
•houwwerk van Grieks mar
mer en gemaakt door een kun
stenaar met een Griekse naam,
omdat het oude Athene de ba
kermat'heet van de onvolpre
zen democratische regerings
vorm. Beide redenen waren
dan ook geen reden het monu
ment af te keuren. De afkeu
ring is een gevolg van het feit,
dat er bij het volk een steeds
sterker wordende afkeer be
staat tegen de moderne ab
stracte beeldhouw- en schil
derkunst. Men wil terug naar
kunstwerken, die een concrete
vorm vertonen en die voor ie
dereen begrijpelijk ziin. Het
getoonde ontwerp had in de
volksmond reeds een lachwek
kende bijnaam gekregen. 'We
moeten nu de architect vragen
een oplossing te zoeken. Een
fonteintje of zo' zei de minis
ter.
Zodra het ergste leed geleden
is en de gemoederen zijn ge
kalmeerd zou het misschien
overweging verdienen om het
standbeeld van raadpensiona
ris Johan van Oldenbarnevelt,
dat thans op de Lange Vijver
berg staat, naar dit voorplein
over te plaatsen. Oldenbarne
velt is een nationale figuur en
een belangrijk politicus ge
weest. Ieder kind kent zijn
naam en weet uit de geschie
denis over zijn leven, zijn
werk en zijn droevig levens-
Johan van Oldebarnevelt op het voorplein van de Tweede Kamer?
einde te vertellen. In tal van
steden kent men een J. van
Oldenbarneveltlaan. Deze po
liticus heeft in de allereerste 1618 de belangen van Holland
beginjaren van onze nationale en de aangesloten gewesten
onafhankelijkheid van 1586- gediend. Hij heeft de Oranje's
trouw betuigd en bevorderde,
waar hij kon, de handelsbelan
gen. Hij richtte de blik van de
kooplieden op de zee. Zo'n
plaats voor het Kamergebouw
zou ook in zekere zin eerher
stel betekenen voor zijn droe
vig levenseinde. Bij het passe
ren van dit beeld kunnen Ka
merleden altoos de wisselval
ligheid van hun ijveren voor 's
Lands welzijn indachtig zijn.
Dr. W. J. A. Visser,
DEN HAAG.
Basisvorming
De basisvorming, waarover
deze week in de Tweede Ka
mer een akkoord is bereikt,
leidt tot een verspilling van ta
lenten, ten nadele van zowel
de kinderen als de maatschap
pij als geheel. Het politieke
streven naar zo gelijk mogelij
ke behandeling van alle kin
deren gaat voorbij aan het ver
schil in capaciteiten dat er nu
eenmaal is tussen kinderen.
Meer praktisch ingestelde kin
deren worden wellicht tot hun
zestiende geplaagd met vak
ken waar ze moeite mee heb
ben. Hun leermotivatie wordt
daarmee grondig verpest. Ver
dere praktische studies volgen
ze niet door de afkeer die ze zo
krijgen van de school. Wat
voor werk moeten deze kinde
ren later doen. Bakker, kap
per, loodgieter of zo worden ze
niet meer en wie wel? Vlottere
leerlingen hoeven in de basis
vorming niet te presteren en
leren dat misschien nooit
meer. Hoe komen zij aan het
doorzettingsvermogen om een
hogere opleiding succesvol te
doorlopen? De staatssecretaris
spreekt van een „pijnlijk on
vermijdbaar" compromis van
een compromis van een com
promis. Ik vindt het voorstel
onvermijdbaar pijnlijk. Onder
wijsvernieuwing moet reke
ning houden met de kinderen
en ze niet kind van de reke
ning laten worden.
Kees van Roosmalen,
ZOETERMEER.
Vredesconferentie
Als voorwaarde voor de komst
van een vredesconferentie
over het Midden-Oosten wordt
gesteld dat Israël moet stoppen
met het bouwen van nederzet
tingen in de 'bezette gebieden'.
Wat de edele motieven achter
deze wens mogen zijn, mag
een volslagen raadsel heten.
Of het zou zo moeten zijn, dat
het ongehoord wordt geacht
wordt dat Egypte nu maar
vijftig keer zo groot is als de
'bezetter' en niet de kennelijk
absoluut vereiste eenenvijftig
keer?!
Mr. Nic. Pleumekers,
DEN HAAG.
Naleving van
milieuregels
vereist strenge
controle
en sancties
Idoor
DICK TOMMEL
Nederland is een vergunnin
genland. Je kunt vrijwel niets
bedenken of er is een vergun
ning voor nodig. Wie een
schuurtje wil bouwen of het
trottoir voor het huis wil ver
hogen om het beter toeganke
lijk te maken voor een rol
stoel, mag dat niet voordat er
een vergunning voor is ver
kregen. Buitenlanders, en ze
ker Amerikanen en Canade
zen, begrijpen hier niets van.
Wie een schuurtje wil bouwen
doet dat toch?
Nu is het logisch dat je in een
dichtbevolkt land als Neder
land meer moet regelen dan in
Canada, waar de boeren zo ver
uit elkaar wonen dat velen er
een vliegtuigje op na houden.
Maar het nut van onze inge
wikkelde en uitgebreide regel
geving mogen wij best eens
kritisch bezien.
Neem het milieubeleid. Vrij
wel elk bedrijf is vergunning-
plichtig en aan die vergunnin
gen behoren voorwaarden te
worden verbonden ter be-
Bedrijven die milieubelastend
werk verrichten moeten ge
bonden worden aan goede
vergunningen en streng wor
den gecontroleerd.
FOTO: PR
scherming van het milieu. In
de praktijk blijkt dat in veel
gevallen zo'n vergunning in
het geheel niet is aangevraagd.
Waar dit wel het geval is en
de vergunning is verleend,
worden de voorwaarden vaker
niet, dan wel nageleefd. Dat
kan ongestraft want er is nau
welijks sprake van controle en
als er bij hoge uitzondering
wél wordt gecontroleerd en
overtredingen worden gecon
stateerd, leidt dit nauwelijks of
niet tot sancties. Noch de ge
meente, noch justitie pleegt in
zo'n geval in te grijpen. Econo
mie gaat nog altijd boven mi
lieu, alle mooie woorden over
het milieubeleid ten spijt.
Niet doorgaan
Duidelijk is dat het zo niet kan
doorgaan. In grote meerder
heid willen de Nederlanders
een strenger milieubeleid. De
overheid zal hier dan ook uit
voering aan moeten geven.
Voor de gemeenten is het re
cept heel eenvoudig. Gemeen
ten moeten niet langer doen
alsof zij een soort vrije keuze
hebben om de milieuwetten
wel of niet toe te passen. An
ders gezegd: de wethouders
moeten zich weer aan de wet
houden. Natuurlijk brengt dit
extra werk met zich mee,
maar daarvoor is door de rijks
overheid extra geld ter be
schikking gesteld.
Het gemeentelijk milieubeleid
moet daardoor echt vorm gaan
krijgen. Gemeentebestuurders
moeten inzien dat zij het niet
kunnen maken een loopje te
nemen met het vergunningen
beleid. Zorgvuldigheid tegen
over de inwoners is een eerste
vereiste. Daar ontbreekt het
nog maar al te vaak aan. Wat
te denken van de gemeente
Den Haag die zichzelf de ver
gunning geeft om een stukje
bos midden in de stad om te
hakken? Uiteraard riep dit
protesten op, maar nog vóór de
behandeling van de bezwaar
schriften rooide de gemeente
in allerijl de bomen. Anno
1991 is dit niet te geloven.
Niet alleen
Het is natuurlijk niet zo dat de
gemeenten de milieuproble
matiek alleen kunnen oplos
sen. Politie en ook Justitie (het
'ministerie van vrijlating en
ontsnapping') zullen aan het
bestrijden van de milieucrimi
naliteit een hoge prioriteit
moeten geven. Overspannen
verwachtingen mogen wij hier
niet van hebben. Vergunnin
gen zijn vaak moeilijk contro
leerbaar en metingen zijn
technisch lastig en meestal
kostbaar. En zo kan ik nog wel
even doorgaan.
Al deze problemen mogen de
politie en justitie er echter niet
van afhouden om er stevig te
genaan te gaan. Waar een wil
is, is een weg.