„Het gaat de goede kant op, maar mij net iets te traag" de echte Vaderdag: alleen knuffels voor huismanne i mal e p ZATERDAG 15 JUNI 1991 PAGINA Een gesprek met Pieter Winsemius, dat vonkt en dat knettert. Gezeten op een draaistoel in zijn Amsterdamse hoofdkantoor, vijf étages verheven boven het gewoel aan de Amstel, is hij nauwelijks te remmen. Wil hij opnieuw milieuminister worden? „Ik zou gaan versnellen, absoluut versnellen". Zelfportret van een 'mateloos nieuwsgierige' probleemoplosser. „Vergeleken bij m'n vader ben ik een krullenjongen". Idoor HOMMEKROL AMSTERDAM - „Weer minister worden? Kijk, ik heb één een ding geleerd: het beroemde nooit-nooit zeggen. Zuiver rationeel gesproken zeg je: daar moet je van je levens dagen niet aan beginnen. Want het werk dat ik nu bij McKinsey doe is ongelooflijk leuk. Ik adviseer be drijven of clubs of de overheid op het gebied van strategie en organi satie. Op 't ogenblik besteed ik meer dan de helft van m'n tijd aan het milieu. Da's fantastisch, onge looflijk". „Ik trek op 't ogenblik de kar binnen McKinsey op het ontwikkelen van mi lieukennis en het uitdragen daarvan. Ik heb vanmorgen gesproken met de bazen van de internationale aluminium-indus- trie. Het ligt daar, het verhaal. Hele gro te enquête aan het doen over hoe het bedrijfsleven kijkt naar de uitdaging die het milieu stelt. Ik ben een van de geluk kigen die mijn professie en hartstocht kan combineren. Da's zeldzaam, niet? Dus als je het zuiver rationeel bekijkt zeg je altijd nee tegen een minister schap". „Kijk, wat werkelijk telt is het moment waarop het gevraagd wordt. En dan moet je het op de punt van je tong proe ven. En het gekke is, dat je dan bijna niet kan voorspellen wat je dan gaat ant woorden. Dat heb ik wel geleerd". Risico „Ik ging op m'n 40ste naar Den Haag. Dat was een risico, ik ging in salaris ach teruit, het werd me fors ontraden, maar de bal lag op de penaltystip. Als je niet schopt, kun je net zo goed meteen met pensioen gaan. Moest ik nog 25 jaar. De redenering was niet veel diepzinniger hoor. Op het puntje van je tong. Proeft dat goed? Dan praat ik met drie mensen, m'n vrouw, m'n zoons, m'n vader, wat denk jij ervan? Misschien een vriend". „Ach, je kunt er leuk over speculeren, de VVD'er Winsemius in een kabinet met Van Mierlo en Kok. Waarom niet, waar om wel. Ik vind die combinatie niet zo belangrijk. Ik heb met het CDA ook al tijd leuk gewerkt. Ik heb niet in een pe riode gezeten dat allerlei lui met elkaar in de clinch lagen. Heel vermakelijk trouwens. Heb ik laatst met Jan de Ko ning nog stevig om gelachen". „Ik heb destijds voor mezelf heel lang nagedacht of ik ermee zou ophouden. Maar nóg 's vier jaar milieu, dat kon ik niet. Waarom? Omdat mijn stijl werkt op vonken. Dus inspiratie overbrengen. Ik kan eindeloos vol enthousiasme over dingen praten. Dat slaat over op men sen. Zelfs als lui zo gedeprimeerd zijn dat ze zeggen: het komt nooit meer goed met het milieu. Dan kon je daar vaart in brengen, en een richting ook, dat die lui zeiden: nou, als het nog goed kan komen zou het zó goed moeten komen. Alleen, daar word je zelf ongelooflijk moe van. Het is een uitputtingsslag voor jezelf'. Versnelling Bij tijd en wijle sta je voor een muur. Een muur, ernstig probleem. Maar dan zeg ik: hoe die muur ook staat, technisch kom ik aan de andere kant. Erover, eronder, erdwarsdoorheen, het interes seert me niks, ik kom aan de andere kant. Op het moment dat je jezelf gaat terughouden en je niet meer je leger kan aanvoeren en niet meer kan overbren DE HARTSTOCHT VAN 'HARDLOPER' PIETER WINSEMIUS huisman ooit gemeengoed zal worden in deze samenleving. Maatschappelijk ap plaus voor de mannen die roldoorbre- kend hun carrière aan de wilgen hangen, blijft namelijk uit. Leidenaar Peter Altenburg (39), al tien jaar huisman van beroep, is nog somber der. „Huismannen sterven uit. Er zijn er maar zo weinig van. Ik zie overdag wel regelmatig mannen met kinderen rond stappen, maar de mate waarin is zo ge ring. En dan is het nog de vraag of het wel huismannen zijn. Het is een aflopen de zaak". Altenburg zorgt voor drie kin deren van zes, negen en elf jaar. Zijn vrouw verdient als arts de kost. Toen hij begon, verwachtte hij dat meer mannen zouden volgen. Maar hij kwam bedrogen uit. „Als ik de kinderen 's mid dags uit school haal, dan merk ik dat ik in mijn eentje ben. 's Ochtends zie je nog wel eens wat vaders in nette pakken heen en weer flitsen met de auto. Maar verder, sta ik behoorlijk alleen". De mannen in zijn kennissenkring willen niet met hem ruilen, zo is hem verteld. Hebben vrouwenbeweging, geboorterege ling, emancipatie en echtscheiding dan helemaal niets teweeg gebracht bij de va ders van nu? Rolf Meesters, redacteur van de Mannenkrant - die overigens deze maand voor het laatst verschijnt - vindt dat er een duidelijk andere kijk is gekomen op het vaderschap. De omgang tussen mannen en hun kinderen is de laatste jaren duidelijk anders geworden en naar zijn smaak ook beter. Vader schap blijft in steeds meer gevallen niet meer bij 't kostwinnerschap steken. Afwezige vader „Vaders doen veel meer met hun kinde ren. Ze hebben een vrij" weekeinde en dus ook meer tijd. Ze praten meer met hun kinderen, leren ook van hen, de tijd van de alwetende vader die zich voor liet staan op zijn leeftijd is voorbij. De ontwikkelingen in de wereld gaan zo snel, soms weten kinderen meer dan hun vader". De afwezige vader van vroeger bestaat nog wel, maar in veel mindere mate, signaleert hij. En dat geldt even eens voor de autoritaire vader. Hij wijst erop dat de zorg voor de kinderen tegen woordig ook bespreekbaar is. Vroeger was de vrouw automatisch de klos. Maar het blijft kennelijk bij het bespre ken alleen. Uit onderzoek van het Soci aal en Cultureel Planbureau blijkt dat bij de zorg voor kinderen geen sprake is van toegenomen activiteiten door mannen. En dat de vrouw nog altijd voor de kin deren opdraait. Van een fundamentele verschuiving in huishoudelijke arbeid is evenmin iets te merken. Ruw gezegd komt het erop neer dat werkende vrou wen wat minder en oudere mannen wat meer in de huishouding zijn gaan doen. Sterker nog, zelfs in het huishouden waarin de vrouw kostwinner is en de man geen baan heeft, verricht de vrouw meer huishoudelijk werk dan de man. Luiers „Voorlopig moeten we het blijkbaar doen met een paar aardige vaders in de reclame voor luiers en shampoo. De ma kers van die televisiespotjes zijn blijk baar verder dan de rest van de bevol king", merkt Peter Cuyvers, stafmede werker van de Nederlandse Gezinsraad op. „En dat terwijl het een stuk verant- woordelijker is om een gezin met kinde ren te runnen dan negentig procent van de gemiddelde werkzaamheden van de mannen". Vaderschap is vakmanschap. Het is begrijpelijk waarom mannen niet zo happig zijn op het huishouden of de zorg voor de kinderen. Mannen zijn dol op de positie van kostwinner in de maatschappij. Het inleveren van de bij behorende macht en status is niet ge makkelijk. Daarbij komt dat huishoude lijk werk niet echt aantrekkelijk is. En een lage maatschappelijke status heeft. Misschien maken mannen daarom liever hun auto schoon dan het toilet. Ook de kinderzorg heeft minder leuke kanten. Een stukje fietsen door de stad met een blonde peuter voorop doet het goed, maar uitputtend heen en weer rijden naar zwemles, pianoles, school, vriend jes en vriendinnetjes is toch andere koek. Bovendien zijn vrouwen niet echt ge neigd hun huisvrouwelijke domein te la ten betreden door mannen. „Als de man zich gaat bezighouden met vrouwenza ken, blijft er voor vrouwen weinig over. Als de vrouw voor de helft werkt en voor de helft voor de kinderen zorgt, heeft ze niets meer over waarin ze speci alist is. Als een man werken en huishou den combineert, is hij juist een held, een moderne ridder", legt Cuyvers uit. niet dat ik dat veel zou hebben kunnen versnellen als ik op milieu had gezeten. Ik ben totaal verbouwereerd. Ik weet niet of het niet te snel gaat, of de maat schappij dat wel aankan. Of Alders niet op nieuwe knelpunten komt te zitten op een bepaald moment". „Nee, dat is geen kritiek. Kijk, milieu ministers hebben allemaal een groot voorrecht. Ze hebben een enorm sterk ministerie om mee te werken. Dat scheelt een slok op een borrel. Er is nog nooit een milieuminister finaal in de knoei terecht gekomen. Kun je heel sim pel over zijn. En als je dan de mazzel hebt dat je er een minister hebt zitten die politiek goed uit de voeten kan en dus ook maat schappelijk, in combinatie met een heel sterk apparaat, dan kun je vaart maken. Heb je ook nodig. Is heel hard nodig. Mijn voornaamste punt zou zijn ver snellen. Absoluut. Versnellen. Probeer het over te brengen op de mensen. Je moet het aan je kinderen kunnen uitleg gen". Dikkeverhalen „Laatst in Wageningen op de Land bouwuniversiteit heb ik gezegd: ik kan het aan mijn kinderen niet langer verko pen, dat we enerzijds zes miljard uitge ven om de overproduktie in de land bouw in stand te houden, terwijl we an derzijds miljarden moeten betalen om de milieuschade die dezelfde intensieve landbouw meebrengt weer op te ruimen. Dat we als samenleving zulke enorme bedragen tweemaal uitgeven, dat is niet meer uit te leggen. Ik heb ze van bijna veertien tot eenentwintig en een half. Dat is wel een soort leeftijd dat je bij tijd en wijle de goeie vragen krijgt. Die landbouwvraag probeer ik liever te voor komen, want er is geen goed antwoord op. Probeer in het licht van al die dikke verhalen over 'het moet minder' maar 's uit te leggen, dat we de boeren met z'n allen zitten te subsidiëren voor het ma ken van een produkt dat ie niet nodig hebt, apèrt niet nodig hebt, en dat je daarna als samenleving ook nog 's een keer moet betalen om de schade te her stellen die met het maken van dat pro dukt is aangericht". „Kijk, het is heel merkwaardig. Aan de ene kant heb je de industriële landbouw die niks meer met de grond te maken heeft: varkens, tomaten, enzovoort. Daar moeten dus de industriële spelre gels voor gelden. Dat is beroerd, want die lui zijn het niet gewend dat de bui tenwereld zich bemoeit met hun toko, maar dat is nu eenmaal de consequentie. Voor de vervuiling moet die bedrijfstak zelf een oplossing bedenken. Die gaan wij niet voor ze bedenken. De vervuiler betaalt, dat doen we al jaren met de in dustrie ook, dus". „Aan de andere kant heb je de sector waarvan je zegt: nou, dat wordt hope loos. Dan heb je het over gebieden waar de schaal te klein is om er serieuze, eco nomisch totaal verantwoorde landbouw en veeteelt in stand te blijven houden. Dan kun je wel doorgaan met subsidië ren, maar dat weten we al hoe dat gaat. Dat hebben we gezien met de scheeps bouw, dat hebben we gezien met textiel en weet ik wat allemaal. Daar komen we ook van terug,'zo simpel is het". Doemprofeet „Een doemprofeet mag je me niet noe men. Het gaat te traag, maar het gaat de goeie kant op. Je ziet het ook in het bedrijfsleven. Ik kan je een verklaring voorlezen van O'Neill, de baas van Al coa, de grootste aluminumproducent ter wereld. Aan zijn managers. Veilige mi- lieupolitiek heeft bij hen nu de hoogste prioriteit. Boven het maken van winst. Hoe interessant, hoe interessant. Bij Shell zie je dat ook. Shell heeft gezegd: we zijn te groot, wij zijn te rijk om ons te kunnen of te willen permitteren in moeilijkheden met het milieu te komen. President-directeur Van Wachum heeft een brief gestuurd naar al zijn managers: dit is de lijn, we gaan niet in problemen met het milieu komen. Kunnen we niet maken. We willen het ook niet meer ma ken. En gaat dat dan doorwerken? Ja, uiteindelijk gaat dat doorwerken, 't Is net als met het autogebruik: als je een maal gaat nadenken dan laat je dat ding een keer meer staan. Dan maak je die af weging. Dan neem je de fiets". „Ja, hardlopen kan ook. Ik doe het nog steeds. Ook marathons. Ik verzeil wel steeds meer in de achterhoede, maar dat mag 'm de pret niet drukken. Ik heb er vorig jaar twee gelopen binnen veertien dagen. Kan eigenlijk helemaal niet. Waarschuwingen van een vriend van Idoor KARIN SWIERS DEN HAAG - Vaders, stiefvaders, pleegvaders, grootvaders en schoonvaders worden op vaderdag in het zonnetje gezet. Maar verdie nen zij dat eigenlijk wel? Want het mannelijke aandeel in het huishou den en de zorg voor de kinderen is nog altijd nihil, zo wijst onderzoek uit. Inmiddels lijden de vaders die echt een vaderdag vol vertroeteling en knuffels verdienen, de huisman nen, een kwijnend huisvrouwenbe staan. Want lotgenoten van dezelf de sekse laten op zich wachten. Hoewel het nieuwtje van het verschijn sel huisman - een vader die voor het huishouden en de kinderen zorgt - af is, is onderzoekend Nederland niet in staat met cijfers op de proppen te komen. Hoeveel huismannen er zijn weet nie mand. Aan het schatten van een percen tage waagt zich eveneens niemand. Wel overheerst de algemene twijfel of de Pieter Winsemius: Dat enthousiasme krijg je van huis mee". gen: jongens, wij komen er aan, dan ver liest dat leger z'n inspiratie. En dan kom je er niet meer overheen. Dus ik heb ge zegd: zes jaar kan ik het, langer vonken kan ik niet. Dat is slecht voor mij en slecht voor het milieubeleid". „Ik deed het niet. Die lui zaten met stomme verbazing te kijken. Ik kreeg de ene aanbieding na de andere. Ik zeg: je hebt niet goed geluisterd, mijn probleem is niet dat ik het milieu niet wil, ik kan dat niet nog 's vier jaar volhouden. Ik had het wel gekund op economische za ken. Maar ja, daar ging De Korte heen. Maar op defensie weer niet. Is me ook aangeboden. Wat moet ik met defensie. Daar moet je mij toch niet neerzetten? Met die stijl en die ambitie. Dus moest ik wegwezen". „Oké, u zet mij op milieu in een nieuw kabinet. Hypothetisch. Komt er dan een wezenlijk ander beleid? Nee hoor, stellig niet. Sommigen denken dat als er ie mand anders op zo'n ministerie komt te zitten dat het dan heel anders wordt. Nee, ik zou op milieu helemaal geen bocht willen nemen. Wel een tempovers nelling van het hele veranderingsproces. Van gedragsverandering in feite. De hui dige richting is wel goed, jawel. Maar ik zou nog verder willen doorversnellen. Die auto is een enorm punt. Dat mest beleid is een enorm punt, het natuurbe leid is een enorm punt. Stomverbaasd „Tuurlijk, je hebt wetgeving nodig, spel regels, misschien wel drie kwartjes extra accijns op de benzine, weet ik veel. Maar waar het vooral om gaat is de ei gen verantwoordelijkheid van mensen. Daartoe moet je inspireren. Naar mijn idee moet je het uiteindelijk zo hebben dat u en ik zeggen: het zal wel zo moeten, eigenlijk oest redelijk. Niet dat je zegt: Vve verkopen die auto en we gaan op de fiets of met het openbaar vervoer. Maar dat je zegt: misschien zou het wel 's een keertje kunnen met de fiets, 't is toch eigenlijk wel gezond. Weet je, dat méér doen. Dat is toch het begin van alle verandering". „Nee, u hoort van mij geen kritiek op Hans Alders. Ik denk dat hij met de af valstoffen in een absolute versnelling zit. Ik ben stóm verbaasd wat daar gebeurt, hoe snel dat gaat. Die verpakkingen en dergelijke, dat is sensationeel. Ik denk me, een dokter, hahaha. Een loopje. Maar wat kreeg ik een het end, ik was kapot. Het blijft mac| werk. Je ontmoet hele leuke men) mooie gesprekken onderweg". Geschiedenisboekji „Ik draaf veel over de Gooise hei bij thuis. Ik ben onbezoldigd boswachte! ons. Ik heb namelijk meebetaald aan kudde van 45 schapen. Samen met dere Gooienaren. Volgens mijn te zijn twintig van die schapen van mij iedereen denkt dat-ie een schaap ven heeft, vertelt de opzichter, maa genlijk hebben we het hek eromheei van betaald, haha. Maar mijn twj schapen, samen met die andere die van mij zijn, hebben nu vijfentwj lammeren. Da's móói. Hopen mq nou tevreden. Ja, die heeft mij eerst stig aangeklaagd dat ik actief had 1 dragen aan plaatsing van een hek oj hei, waar de hond moest lopen. 2 toch. Zóéalig. En als je dan die kindi met die schapen ziet... „Ja, dat enthousiasme, dat heb je j een deel van huisuit mee. Mijn vjoor had dat ook. Ik ben een absolute IERT lenjongen vergeleken bij mijn vt~ hoor. Leuk wat ik doe, aardig, nk__ verwaarlozen, maar als je een beetj|Kt rieus bent moet je naar m'n vaderft kt ken. Praat met mensen die met m'nftori der gewerkt hebben of wat dan ook.Hde is echt een klasse-meneer. Mijn staat in de geschiedenisboekjes, kom ik voorlopig niet in. Mijn heeft na de oorlog de hele tie in Nederland opgezet. En Singapore, de hele economische keling van dat land. Dat is dat is écht wat. Wat heb ik Ik heb meegedaan, aangevuurd hitst op milieugebied. Gooi ik weg hoor". „Ik in de geschiedenisboekjes? Ach, ithei ik niet. Ja, misschien wil ik da* maar daar heb ik nooit diep over dacht. Als je daarin wil komen i schien de snelste manier om van feitoren te springen. Weet je, ik het een beetje is, dat als je tr~' wil je een keertje achteruit kunnen zeggen: ja, aardig ga je nou doen?" Hij schetst het ideaal: een parttime werkt, zijn kinderer en een deel van het neemt. „Behalve weinig taken die vaders niet nen nemen". Voordeel van taakverdeling is volgens de „de vaders zichzelf pieter mens. En ze steunen i wichtiger ontwikkeling van hi ren. Kinderen worden er beter van een dieper contact onderhouden meer dan één ouder". Dat huismannen een verdienen staat buiten cadeautjes, tekeningen, champagne en knuffels, hoeven niet te worden geschuwd, ders mogen eveneens een dag den verwend. Ach, en natuurlijk nen ook traditionele vaders een dag, vindt Meesters. Brood op d< blijft als vanouds belangrijk. Maa het niet alleen. „Vaders steken ee tijd in het opknappen van fietsen, len aan de gezinsauto, schilderen, gen en timmeren. Vrouwen doei heel negatief over dat geknutsel het is toch ook huishouden, althi derdeel van het leven thuis".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 24