Stress op de boerderij Weg met muggezifters, dictators, zwijgers en alweters MODERNE BOERIN WIL MEER ZIJN DAN HET SLOOFJE 'De boer en boerin anno 1991 leven als het ware op een vulkaan'. Achter die onlangs door landbouwminister Piet Bukman gebruikte beeldspraak schuilt niet alleen de dreiging van de opnieuw negatief uitgepakte prijsvor ming in Brussel. Binnen het agrarisch gezin ontstaan mede als gevolg van bedrijfsmatige problemen en tegenvallende resultaten steeds meer emotio nele spanningen. Die stress blijkt voor de boer merkwaardig genoeg te ver ergeren naarmate zijn vrouw een grotere taak binnen het bedrijf vervult, zo blijkt uit het proefschrift van de Amsterdamse psychologe dr. Carin Giesen. De 42-jarige dochter van een boer uit het Gelderse IJsseldorp Steenderen onderzocht de werkverhoudingen op het boerenbedrijf en con cludeert dat de boer averechts reageert op de liefdevolle, goedbedoelde hulp van zijn echtgenote. Kortom, veel veehouders en akkerbouwers zien in hun gemotiveerd en terzake kundig meewerkende vrouwen een extra bedreiging als de zaken wat slechter gaan. De boer die het liefste heeft dat zijn vrouw onder alle omstandigheden gewoon achter hem staat, vraagt zich dan af of zij het wellicht beter kan en raakt daardoor gestresst. UTRECHT - „Het is leuk om mee te werken op de boerderij. Ik voel dat ik erbij hoor en dus niet alleen maar huis houdster ben". Met die uitspraak maak te een Gelderse boerin zich onlangs te genover psychologe dr. Carin Giesen tot tolk van haar tientallen seksegenoten die samen met hun man van de vroege och tend tot de late avond een veehouderij of een akkerbouwbedrijf trachten draai ende te houden. De toevallige voorbijganger die dwalend langs de bosrand vertederd raakt door het schouwspel van de in vlotte, blauwe overall gestoken boerin die nog even snel de koeien melkt en de boer die zijn tractor berijdt, meent wellicht dat het pais en vree is op die eenzame, tegen de avondhemel afstekende boerderij. Maar achter de gevels van de ruim 100.000 hoeven die ons land rijk is, kunnen zich spanningen ophopen waarbij het steeds vaker niet alleen om melkquota maar ook om de rol van de vrouw in het boe renbedrijf blijkt te gaan. 'Gescheiden taken' De moderne boerin ambieert een belang rijke taak. Ze wil niet alleen het 'sloofje' zijn voor de eenvoudige werkzaamhe den, maar haar man met kennis van za ken terzijde staan. Dat wordt haar echter niet altijd in dank afgenomen. „Er moet", zo reageerde een boer op het geë mancipeerde denken van zijn vrouw, „een scheiding zijn van bedrijf en gezin. De vrouw krijgt van mij niet te horen over het reilen en zeilen van het bedrijf. Omgekeerd hoef ik ook niet te weten wat de vrouw in de huishouding doet". Is dit een voorbeeld van een ouderwets, overdreven extreem spanningsveld bin nen het huwelijk en dus niet maatge vend voor het gemiddelde, moderne boerengezin? Het proefschrift 'Werkver houdingen en stress op het boerenbe drijf van Catharina Wilhelmina Maria Giesen, die 166 veehouders in Gelder land en Noord-Brabant met vragen be stookte, geeft een ontkennend antwoord. Het boekwerk ademt inderdaad de sfeer van emotionele botsingen tussen de ech telieden. Van opgekropte frustraties bij de boerin en toenemende stress bij de boer, die vreest dat hij wellicht over vleugeld wordt door zijn soms wat han diger opererende vrouw. In plaats van blij te zijn met eventuele grote deskundigheid van zijn vrouw stel de een veehouder verontrust vast: „Ik vind het prettig dat mijn vrouw mee werkt in het bedrijf. Maar als ze heel veel zou gaan meewerken, zou ik het niet leuk meer vinden. Dan bleef ik geen boer. De belasting zou dan te groot voor mij worden". Verhoudingen „Voor de boerin", zo luidt een vrije ver taling van één van de stellingen die Ca rin Giesen op de agrarische wereld los laat, „liggen bronnen van spanning pri mair in de persoonlijke verhoudingen. Voor de boer draaien de zaken vaak om het geld". Giesen, die nu in binnen- en buitenland lezingen geeft op het gebied van stress op de boerderij, heeft de des kundigen die zich bekommeren om de positie van de boerin aan het denken ge zet. „Het is verbazingwekend", zo werk te ze onlangs in Heemstede tegenover De Amsterdamse psychologe dr. Carin Giesen concludeert in haar proefschrift dat de boer averechts reageert op de liefdevolle, goedbedoelde hulp van zijn echtgenote. FOTO: ENGEL LAMEIJER een aantal voorlichters voor land- en tuinbouw eeri andere stelling uit, „dat in de huidige discussie rondom de verbete ring van de positie van de boerin veelal wordt voorbijgegaan aan de belemme rende invloed die de boer hierop heeft". Giesen, een jeugdig en energiek ogende, goedlachse wetenschapper, werkt nu aan de faculteit Klinische Psychologie van de Rijksuniversiteit in Utrecht. De ta melijk smalle, maar wel functionele werkkamer biedt nog juist ruimte voor een gesprek. Snel haalt ze koffie. Buiten klinkt het getjilp van talrijke vogels in het geboomte op het uitgestrekte univer siteitsterrein van het Uithofcomplex. Binnen ligt op het bureau het ruim 200 pagina's tellende proefschrift. Conflicten „Het is duidelijk", schrijft de kersverse promovenda, „dat zich in de taakverde ling en samenwerking tussen boer en boerin bronnen van spanningen en Con flicten voordoen. Die uiten zich in di verse symptomen en klachten, zoals hoofdpijn, geïrriteerdheid en andere vor men van onbehagen en kunnen schade lijk zijn voor het persoonlijk functione ren". Ze haast zich te onthullen dat het onderwerp niet helemaal nieuw is. Haar onderzoek blijkt een overigens zeer nut tig vervolg op de in 1983 in opdracht van het Landbouwschap verrichte rap portage 'Psychische belasting melkvee houders' van H. Welles en P.B. Defares. Het element dat Giesen eraan toevoegt, schuilt in het functioneren van de boerin en de opvattingen daarover van haar wederhelft. „Als de boerin met haar man een goede werkverhouding kan schep pen, waarbij ze zich uitstekend kan ont plooien, dan kan ze haar eigenwaarde verhogen en bovendien ook zeer nuttig zijn voor het bedrijf'. Het huidige boerengezin gaat Giesen zeer ter harte. Ze hoopt dat haar bevin dingen er toe mogen bijdragen dat het landbouwonderwijs de toekomstige boer niet alleen klaarstoomt voor de deskun dige aanpak van de steeds ingewikkelder wordende financieel-economische en landbouwtechnische problemen, maar hem ook gevoelsmatig rijp maakt voor een huwelijk met een ambitieuze boerin die ook van wanten weet en op de geza menlijk bestuurde hoeve haar mannetje staat. Frustratie De psychologe heeft vastgesteld dat fi nanciële problemen voor de boerin geen bron van grote spanningen vormen. „De boerin raakt wel gefrustreerd als ze be knot wordt in het werk. Als het bedrijf echt in een crisis zit, heeft de boerin daar uiteraard last van. Dan heeft ze juist de steun van haar man nodig. Ze wil eën goede relatie met haar man en wil hem steunen op het bedrijf. Maar als er problemen rijzen is zij bijvoorbeeld eerder geneigd een voorlichtingsconsu lent in de arm te nemen dan haar man. Vrouwen praten over het algemeen ge makkelijker. Ze vinden het vanzelfspre kend om zo'n deskundige functionaris te raadplegen, terwijl de man een zeker ge voel van géne heeft, omdat hij de pro blemen niet zelf kan oplossen. Daaruit kunnen conflicten in de 'zondeboksfeer' voortvloeien die stress kunnen veroorza ken. Want de boer ziet zichzelf immers als de deskundige en die status wordt be twist". „De boer", vervolgt Giesen, „wil dus niet dat zijn vrouw te veel op zijn ter rein komt. De boerin wil de problemen graag met haar man oplossen en tot een gezamenlijke aanpak komen. De boer maakt zichzelf bij tegenvallende resulta ten verwijten en gaat twijfelen aan zijn eigen aanpak. In zo'n conflictsituatie kan de gezondheid van beiden er onder gaan lijden. De boerin gedijt het beste als ze goede steun ondervindt van haar man bij het vervullen van haar taak als 'medewerkster' en huisvrouw. De boer kan profiteren van zijn meewerkende vrouw als hij die inbreng ook emotio neel en genuanceerd op zijn waarde weet te schatten". De werkelijkheid is, afgaande op de con clusies van Giesen, nog tamelijk ver ver wijderd van de ideale rolverdeling. Geïsoleerd Daar komt dan nog bij dat de moderne boerderij een tamelijk geïsoleerd bedrijf is. „Heel wat zaken zijn geautomfj^, seerd", zegt de psychologe. „Er konfcng bijvoorbeeld veel minder vertegenwo? digers van veevoederbedrijven aan l?.m deur. De nieuwe technologieën steuiflj de boer bij zijn poging het bedrijf zote fectief mogelijk te laten draaien. Mjoor tegelijkertijd ontstaat een situatie waaL^j ™tobii seliet on1ls v renerf. De contacten met de buurt pete men ook af. Het sociale isolement inlen dagelijkse werksituatie neemt toe". G sen vindt dat het boerenechtpaar i letten op het leggen van intermensely, relaties. „Ze moeten heel bewust cont[i zoeken met de buitenwereld". Ze vindt dat landbouworganisaties, zcherif de Christelijke Boeren- en Tuindersboolks (CBTB), de Katholieke Boeren- en Tiijker dersbond (KBTB) en het Koninklijk rnn d derlands Landbouw Comité (KNljjner zich niet alleen moeten bezig houdtges met de financieel-economische protfierv men op de boerderij, maar zich <1 het grondig moeten verdiepen in het dien haar geschetste sociale beeld. „Wb a men weet er nog maar superweinig v[jn t af', zegt ze met overtuiging. Goed fijwi derwijs voor de toekomstige boerin oele volgens haar ook bepaalde weerstanïn d kunnen wegnemen. „Juist in deze ïcht moet men letten op de sociale kant eerk het boerenbedrijf en moet men er v zorgen dat ook de vrouw op de hoMi zowel emotioneel als zakelijk aan H trekken komt". |(j00 I HOI SEMINAR: OMGAAN MET LASTIGE MENSEN AMSTERDAM - Lastige mensen. In Nederland stikt het ervan. En volgens klinisch psycholoog L. Meijs wordt het alleen maar erger. Aan de lastposten zelf is weinig te doen. De doelwitten in hun omge ving kunnen echter in één dag van hun ergernis en frustraties worden afgeholpen, beweert het Seminar- Centre in Amsterdam. De seminars 'Omgaan met lastige mensen' wor den dan ook goed bezocht. Maar in de praktijk is het effect ervan nihil, zeggen oud-cursisten. Zo'n 1500 mensen per jaar, afkomstig van verschillende bedrijven, worden ge traind in het omgaan met lastige men sen. Dat er behoefte is aan zo'n cursus is dus duidelijk, vindt Meijs. „Nederlan ders zijn lastig en zullen alleen maar las tiger worden. Steeds meer mensen roe pen wat ze denken en vinden. Dat komt omdat de automatische hiërarchie is weggevallen. Mensen vertellen hun me ning nu ook aan hun baas. Bovendien komt men steeds dichter op elkaar te zit ten", staaft hij zijn bewering. Meijs verhaalt tijdens zo'n bijeenkomst over een baas die een jonger personeels lid stuurde. Onder het motto „ik ben niet meer te veranderen, dus leer jij maar op het seminar hoe je met me om moet gaan". Een uitzondering, want de meeste deelnemers onderbreken de dage lijkse werksleur op kosten van de zaak. Laten het allemaal maar over zich heen komen. En als ze er nog wat van opste ken is dat mooi meegenomen. Want het bedrijfsleven heeft het minst moeite met moeilijke figuren, zo merkt Meijs op. Lastige mensen worden gewoon wegge werkt. Bazig type Dat er in Nederland veel lastige mensen zijn, daar is iedereen het over eens. En dat ze anderen het leven goed zuur kun nen maken ook. „Zelfs de manier waar op ik een muntje in de koffie-automaat gooi, kan zij beter", klaagt het hoofd van de administratie van een psychiatrische inrichting over zijn lastige personeelslid. „Een heel bazig type. Ik heb het drie jaar over me heen laten komen, maar nu ben ik het zat. Ik moet er wat aan gaan doen, want ze steekt de anderen aan. Ze is per soneel terwijl ze patiënt had moeten zijn. Het is echt zo'n kakmadam die niets kan. En zodra ze iets moet doen, gaat ze chanteren. Zegt ze dat ze over spannen wordt. Maar de enige die over spannen wordt ben ik". Instemmend geknik bij medecursisten. De leider van een sociaal cultureel cen trum vindt vrijwilligers wel eens lastig. Ze weten altijd beter hoe het moet. En als daar iets over wordt gezegd, roepen ze dat ze het werk toch gratis doen, voert hij aan. De rechtspositioneel me dewerker heeft een muggezifter naast zich zitten. Zo'n type dat op alle slakken zout legt. Hij laat hem gewoon kletsen, doet net of hij hem niet hoort. De aanpak van deze problemen blijkt op het seminar verdacht simpel. Lastige mensen zijn gemakkelijk en herkenbaar in te delen in zes typen: kleine dictators, sluipmoordenaars, zwijgers, alweters, uitstellers en muggezifters. Combinaties komen ook voor. Hoe je met hen moet omgaan, wordt per type eenvoudig uit eengezet. Een paar suggesties: egostre- lend voet bij stuk houden bij kleine of grote dictators; open vragen stellen bij zwijgers; uitstellers helpen bij het beslis singen nemen; en alweters nooit tegen spreken. Voorbeelden uit de praktijk volgen in de vorm van cassettebandjes met gespeelde gesprekken op de werkplek. Opvallend is dat het meestal mannen zijn die de lasti ge personen spelen en dat vrouwen daar het slachtoffer van worden. Als de tape muggezifter aan de beurt is, zijn de rol len opeens omgedraaid. Een vrouw zeurt haar chef aan z'n hoofd. Woensdag kees Zijn mannen dan zoveel lastiger dan vrouwen? Volgens Meijs is het onder scheid niet zo duidelijk te maken. „Mannen zijn anders lastig. Ze denken erg in termen van macht. Vrouwen heb ben meer zicht op emoties en zijn daar ook gevoeliger voor. Omdat ze lastige mensen sneller doorhebben, maken ze zich eerder druk". De cursusleider signaleert over het alge meen tevredenheid na de cursus. Resul taten die daadwerkelijk zijn geboekt kan hij niet geven. „Het is toch maar één dag in een mensenleven. Het seminar kan mensen op de goede weg helpen. Maar het ligt vaak aan de situatie of ze daadwerkelijk iets kunnen doen. Soms gaat het om collega's met wie ze al jaren omgaan. Maar degene die morgen be gint, heeft het meeste kans op succes", relativeert hij. Hij raadt de deelnemers ook aan om meteen de agenda te trek ken. Om tot de aanval over te gaan. Woensdag Kees, donderdag Piet en vrij dag Ans, bijvoorbeeld. Hetgeen vals ge grinnik in de zaal tot gevolg heeft. Tevreden? Ja, reageert het hoofd verzor ging van een verzorgingstehuis. Ze legt uit dat een aantal personeelsleden niet gelukkig is met de hiërarchie. Een groep je wil zelf uitmaken wat de regels zijn en wie de verantwoording heeft. „Dat kan natuurlijk niet. Daarvoor hebben we re geltjes in de cao. Anders zou het maar een ratjetoe worden". De poging de macht over te nemen mislukte. Maar Mensen vertellen hun mening nu ook aan hun baas. Nederlanders zijn lastig en zullen alleen maar lastiger worden, meent psycholoog L. Meijs. Steeds meer mensen roepen wat ze denken en vinden. Dat komt omdat de automatische hiërarchie is weggevallen. FOTO: ANP achter haar rug om werd gekonkeld en gestookt. Op het moment dat er handte keningenacties werden gehouden, lag de uitnodiging voor het seminar op haar bureau. Met als resultaat dat ze nu goede handvatten heeft om het oproer aan te pakken. En zelf heeft ze er ook van ge leerd. „Ik praat te vlug voor een ander. Ik moet vaker zwijgen". Ook bij andere mensen zijn de ogen geopend. Zo ont dekte een tentoonstellingsarchitect dat de kenmerken van een alweter uitste kend op hem toepasbaar zijn. De praktijk Het optimisme na afloop van de bijeen komst is groot. Maar hoe het seminar uitpakt in de praktijk valt over het alge meen tegen. Opleider H. Groenen van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf Am sterdam heeft een jaar later slechts „een paar pluspuntjes" gebruikt. Niet zozeer om lastige mensen aan te pakken, maar als steun bij zijn werk als trainer. „Ik zat er ook meer om wat van de ingredieifcch te pikken. Zo jat ik overal wat voor R. Ebbers, directeur van het postkant^ Amsterdam Oost, vertelt dat hij bil weinig van het seminar in dc prak^n heeft gebracht. Hij ging anderhalf L n geleden weg met goede voornem^' y maar het was te druk op z'n werk. [e gc kwam gewoon niets van. Ik had een|0gr. leidingsmedewerker meegenomen |ngei het seminar wat zou uitwerken, njjtste ook daar heb ik niets van teruggeziefen de organisatie". Zo'n één-dags-seminar is gedoemd )|ger mislukken, vindt R. Diekstra, hooglef ^ai sociale aspecten van de klinische te - chologie aan de Leidse universiteit. L' is tevens mede-auteur van het boek 'j ven met moeilijke mensen'. „Als je (,g 0 lastige personen wil leren omgaan, njg V( zo'n trainingsprogramma in ieder g^ar worden uitgesmeerd over een langereftjoh riode. Van de mensen die deelneijncje moet een profiel worden gemaakt oii-eg^ kijken in hoeverre hun persoonlijk^ problemen in relaties veroorzaakt, Lm dat niet gebeurt, is dat een fout vanLrtj{ ergste soort". Lj Hij barst in een sarcastisch lachje u%dei hij hoort hoe lastige mensen in zes tM worden ingedeeld. Lastig? Ten opzit van wie?, vraagt hij. Om het vervolg) tot „eenzijdig amerikanistisch gehanikp a is bij te veroordelen. Het ene kind ene persoon wel lastig, maar bij iei anders zo mak als een lammetje, gf" hij met een voorbeeld aan dat typojpe' alleen in relatie met hun omgeving ij nen worden gedefinieerd. „Nu krij|,sP' dat de mensen na afloop van het sr®rc nar naar huis gaan om eens te kij?ar hoeveel dictators ze om zich heen Ij, rc ben. En om die ook maar meteen aal" e pakken", zegt hij. Bijna welt medelir met de slachtoffers op. h ja. rii :i in 1 wijfels ,obl' /aar Het nut van het seminar ziet Diel^V niet in. Hij vertelt dat het effect aa zo'n training nooit is vastgesteld. ,X\évt voor het personeel is het aardig oil eens een dagje uit te zijn. Maar ikEjj.- ernstige twijfels over het effect op^ omgang met anderen". Lj Hoe groot het aantal lastige mensefujS( Nederland is, weet hij niet. Hoeveel L blemen dat veroorzaakt ook niet. )rdei middel van een enquête wordt dat L er uitgezocht. Want wetenschappelijk i me niet veel van bekend. Wel zijn er Anf kaanse onderzoeken. Daarin staatLj0 één op de acht mensen lastig is. Ma|t zj dat ook voor Nederland geldt, is nof^ e vraag. ££idóe6ou*a/nt ZATERDAG 8 JUNI 1991 PAGINA 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 26