;e rlagen 1,5 -norm jitwikkelingshulp geen haamteloze bezuiniging isisvorming dobbert rond op een oeverloze woordenstroom wie ccidóc sourmit Even van lezers ZATERDAG 8 JUNI 1991 PAGINA 11 WÊ DACHTEW 'ZELF .JE ZEGT 'T MAAR HOOR... rVAN GENNIP rieei debat over de ontwik- in de af- igeh maanden ging het om juzes: bezuinigen, hand- if zelfs verhogen, jelijks bestuur van het leeft getracht in een ikkenresolutie" op de id van 1 juni jongstle- Nederlandse inspan de arme landen in >ld in deze kabinetspe- elk geval veilig te Dat het dagelijks be- :elfdertijd niet wilde met een amendement in feite op neer kwam, de komende vier jaar is extra circa 2,5 mil- 'atrlJan ontwikkelingshulp den gegeven (boven de miljard, waarmee die spost sowieso al misschien iets, waar niet mee eens hoeft te lar dat hoeft toch niet .schaamteloos" beti- worden, zoals in deze iaandag jongstleden ge- Die term heb ik overi- iet gelezen, toen enige )n geleden minister (ontwikkelingssamen- het kabinet voorstel de leningen aan de ont- jngslanden uit zijn be te schrappen. Hij deed te schrapi 22 Azelfde als het dagelijks van het CDA in die Hjolutie bood verder nog 11jital garanties voor de Haring van de leidende I Nederland in de we- 11|i aanzien van de ont- Ingshulp voor deze ge- -|-||kabinetsperiode, die 12fuet had, toen hij de le- pdelen zonder compen- jhrapte. In zijn eerste [•sschap heeft Pronk ANjperspectief voorgehou- 1 t zo om en nabij een Jan de ontwikkelings riet direct uit belasting- 'jefinancierd hoeft te maar gewoon geleend )rden op de kapitaal markt en dan doorgegeven aan de ontwikkelingslanden. Dat blijkt niet te werken. De zeer hoge rente, en het feite lijk faillissement van veel ont wikkelingslanden, waardoor ze hun schuld onmogelijk kun nen aflossen, gaan nu het ef fect krijgen dat de Staat (dat wil zeggen: de begroting voor ontwikkelingssamenwerking) daar voor moet opdraaien. Over enkele jaren gaat er per 1 januari van een begrotings jaar al meer dan ruim 1 mil jard gulden linea recta terug naar de minister van finan ciën. Maar dan heeft zo'n le ning wel twee keer de vastge stelde 1,5-procentnorm voor ontwikkelingssamenwerking (dat wil zegen: 1,5 procent van het netto nationaal inkomen) belast: één keer telde het mee, ofschoon het geen belasting geld was, toen het als lening werd doorgegeven. De optel som van de rentesubsidies en kwijtscheldingen is zeker nog eens goed voor een tweede be lasting van de echte begroting voor ont;wikkelingssamenwer- king. Ingewikkeld, sommigen zeg gen zelfs dat door het kabinet Den Uyl zo met een soort truc de 1,5-procentnorm werd be reikt. De sanering van dit on houdbare systeem is nu door Pronk zelf voorgesteld en hij kan cijfers laten zien, dat over een bepaalde periode die kwa de belasting van de begroting niet alleen wordt gekeerd, maar dat de zuivere stroom van hulp naar de arme landen groterwordt. Als ie voor je huis een huur moet betalen die minstens twee keer zo groot is als moet zijn, kom je snel tot de ontdekking, dat het ver standiger is dat huis dan maar te kopen, ook al betekent dat dat je tijdelijk wat minder geld vrij hebt. Minder geld vrij, maar de consequentie is wel dat inderdaad de hulp daalt tot 1,4 procent. Een technische correctie, die echter op den duur voordelig uitvalt voor de ontwikkelingslanden. Is dat een schaamteloze bezuiniging? In de komende vier jaar stijgt, ondanks deze terugval, de be groting voor ontwikkelingssa menwerking met ruwweg vier miljard gulden, van een 22 miljard in de afgelopen vier jaar samen tot ruim 26 miljard. Dus zelfs dat 'minder geld vrij' is ook maar betrekkelijk. Het dagelijks bestuur heeft niet per se willen afdwingen een ook niet door Pronk gevraag de compensatie van deze tech nische begrotingscorrectie. Als we dat strikt meten aan de 1,5- procentnorm, dan moet er in de komende vier jaar circa 2,5 miljard gulden extra aan di recte belastingoverdracht naar de ontwikkelingslanden gaan. En dat voor een maatregel die zichzelf op termijn terugbe taalt. Het zou, gegeven de ar moede in de wereld, erg mooi zijn als dit had gekund, maar de vraag is of deze nieuwe ruimte toch op den duur in onze samenleving niet zoveel vragen zou oproepen dat de gehele hulp onder druk komt te staan: het Nederlandse ge drag is eenzaam en helaas neemt de geneigdheid van an dere landen om hulp te geven eerder af dan toe. Maar er dreigde in de afgelo pen maanden iets heel anders: de wassende stroom asielzoe kers uit Oost-Europa maar ook uit ontwikkelingslanden zal binnenkort al meer dan een miljard gulden gaan kosten. Er gingen stemmen op om net zo als vroeger (en dat deden we al vanaf de Vietnamese boot vluchtelingen) een groter deel van die opvang ten laste van de ontwikkelingshulp te bren gen. Misschien wel zo'n vijf honderd miljoen tot een mil jard. En er gingen nog andere stemmen op: we moeten toch meer, veel meer, aan Midden- en Oost-Europa doen. De ar moede is veel groter dan de vervalste communistische sta tistieken ons deden geloven, en vroeger, zelfs onder Den Uyl en Pronk gaven we toch ook na de Anjerrevolutie hulp aan een land als Portugal! Mis schien moesten we onze hulp tot zo'n driehonderd miljoen per jaar opvoeren, en als we dat nu ook eens... Het dagelijks bestuur van het CDA heeft in de bewuste reso lutie gezegd: handen af van de begroting met alles wat geen echte ontwikkelingshulp is, niet alleen voor het komend jaar, maar voor de hele kabi netsperiode. Dat betekent wel dat over een periode van vier jaar tenminste 3,5 miljard ex tra uitgaven gedaan moeten worden, die zo zit het leven bij onze staatsschuld nu een maal in elkaar moeten gaan ten koste van andere uit gaven. Die garantie, die opho ging en versterking met zand zakken rond de dijk van ont wikkelingssamenwerking heeft het dagelijks bestuur willen aanbrengen. Hulp aan de armste landen moet een ijk- punt blijven voor het sociale beleid van het CDA. Het is buitengewoon verheugend dat binnen het CDA als het ware een referendum is gehouden over de hoogte van de ontwik kelingshulp en de mate van solidariteit. Dat danken wij vooral aan de jongeren. In het jaar, waarin we dagelijks ge confronteerd worden met wat extreme armoede betekent, in het jaar ook, waarin gezagvol le stemmen zeggen, dat de so ciale kwestie niet is opgelost, maar meer dan ooit op wereld schaal bestaat, zou het immo reel zijn op ontwikkelingshulp te gaan bezuinigen. Een verhoging van die hulp en daar komt het op neer, als we het schrappen van de leningen compenseren met echte belastinggelden is op zich verdedigbaar. Maar dat vereist een breed en diep de bat in onze samenleving. Ver hoging van de ontwikkelings hulp is- in de huidige situatie belastingverhoging. Tegenover de sympathiebetuigingen voor wereldwijde solidariteit staan helaas veel signalen dat de Ne derlands bevolking de collec tieve lastendruk meer dan ge noeg vindt. Daarom is het ook zo belangrijk dat de particulie re acties voor ontwikkelings hulp en noodhulp een royale respons krijgen: direct voor het doel, maar ook als teken, dat de Nederlandse samenle ving niet moe is, als het op so lidariteit aan komt. Het debat binnen het CDA heeft de vei ligstelling van de ontwikke lingshulp opgeleverd. Dat het dagelijks bestuur niet heeft willen meegaan met een voor stel voor verhoging is niet „schaamteloos", maar gegeven de stand van de rijksbegroting een begrijpelijke afweging. Het grote voordeel van dit de bat is wel, dat het een begin kan worden van een nieuw gesprek over onze bijdragen aan de verschillende vragen om solidariteit vanuit het bui tenland. Waar kunnen de armste landen op rekenen? Maar wat is ons antwoord in deze jaren op de urgente vraag vanuit Midden-Europa om echt in dat Europese huis te mogen intrekken? Hoe gaan wij de wereldwijde milieupro blematiek te lijf en wat wordt de plaats van de vreemdeling in ons midden? De optelsom van die antwoorden zal ver over de 1,5 procent heen schie ten, maar dat antwoord be paalt dan ook niet alleen wat we voor onze naaste over heb ben, maar ook wat de toe komst van de wereldsamenle ving ons waard is. (J.J.A.M. van Gennip is direc teur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.) |AN RIETSCHOTEN I. ex* ïAAG Enkele ja- sleden spuide een Bveigerespecteerd poli commentator van ).n. [andelsblad in een rd artikel zijn hap over de oever- d die sommige ka- jatten kenmerkt. tiling van nationale •Divjemde hij dat. us inmiddels journalist maar ware hij nog in foenst geweest dan zou de afgelopen weken d, jfeld groen en geel nerVgeërgerd aan het ma- Bbat over de invoering jasisvorming, het nieu- iderwijssysteem voor ji van twaalf tot vijf- Terecht. De plenaire over dit onderwerp iaatssecretaris Wallage ^eede Kamer heeft in- lal 23 uur in beslag ge- 3>||waarvan alleen al de voerders Her mes and.: de Camp er zes voor 'lening namen) en nog nd niet in zicht. Zelfs de GPV'er Gert Schutte, een rasparlementariër voor wie geen débat teveel lijkt, werd het deze week te gortig. Geïrriteerd wees hij erop dat de kamercommissie voor on derwijs voorafgaande aan het 'echte' debat ook al zeer uit voerig met de staatssecretaris over diens plannen had gebak keleid. Zes uur en veertig mi nuten om precies te zijn. Waarom werd dan nu toch elke regel uit het Wetsontwerp Basisvorming opnieuw uiten treuren herkauwd? Natuurlijk, het gaat om een belangrijk wetsvoorstel met een voorge schiedenis van ruim twintig jaar, zo erkende Schutte, maar hij voegde daar onmiddellijk een stelling aan toe die het waard zou zijn op de deur van elk kamerlid te worden gespij kerd: het gewicht van een zaak hoeft niet te worden af gemeten aan de uren spreek tijd. Zo, die zat. Weliswaar moet worden gevreesd dat Schutte's woorden niet lang zullen be klijven, maar het kan nooit kwaad van tijd tot tijd flink de gesel te halen pver de breed sprakigheid en het geworstel op de vierkante millimeter waar politici zich zo vaak aan schuldig maken. In de slijtage slag over de basisvorming draagt staatssecretaris Wallage een deel van die schuld, hoe wel voor hem ook verzachten de omstandigheden kunnen worden aangevoerd. Hij had van het begin af aan duidelij ker moeten antwoorden op de vele tientallen vragen die van uit de Kamer op hem waren afgevuurd. Nu draaide hij nog te lang om diverse potten hete brij heen. Een recht-toe-recht- aan-benadering had echter het risico met zich meegebracht dat het tegenspartelende CDA nog verder de gordijnen in Pluim Anderzijds verdient de PvdA- staatssecretaris een pluim voor de enthousiaste wijze waarop hij zijn wetsontwerp verdedig de. Het idee van de basisvor ming is ook een geestdriftig pleidooi waard. Het gaat uit van een simpel, idealistisch concept, dat in feite al aan het begin van de zeventiger jaren in sociaal-democratische kring is uitgedacht: alle kinderen (voor zover niet verstandelijk gehandicapt) volgen na de ba sisschool drie jaar lang hetzelf de onderwijsprogramma. Gedurende die periode wor den ze onderwezen in veertien vakken, waartoe niet alleen de traditionele leergebieden ho ren (zoals Nederlands, Engels, aardrijkskunde, biologie, wis kunde etc.) maar ook onder werpen als techniek, informa tica en muziek. Zo leert straks iedereen, jongen of meisje, toe komstige winkelier of profes sor in de dop, hoe een automo tor in elkaar zit, wat je alle maal met een computer kunt doen en wie Johann Sebastian Bach was. Aldus voorzien van een stevi ge ondergrond aan kennis en vaardigheden kunnen de kin deren na de basisvorming kie zen welk onderwijspad zij ver der willen bewandelen: gym nasium, mavo, havo, vwo of een beroepsopleiding. In de ja ren zeventig zat het idee van de basisvorming nog verpakt in een nieuwe schoolsoort. Ie dereen zou na de basisschool naar de 'middenschool' gaan, bleek echter om politieke en organisatorische redenen on haalbaar. Vandaar dat nu de bestaande schoolsoorten zijn gehandhaafd. Een gymnasium blijft een gymnasium en een lts blijft een lts. Maar de leer lingen krijgen er in de eerste jaren wel allemaal dezelfde opleiding. En als al die school soorten nu maar zoveel moge lijk met elkaar gaan samen werken (zoals nu al veelvuldig het geval is in scholengemeen schappen) kan ieder kind na Schifting Zoals gezegd, het lijkt allemaal vrij simpel. In de praktijk zit ten er echter nogal wat haken en ogen aan. Hoe nobel de ge dachte ook moge zijn om elk kind dezelfde geestelijke basis bagage mee te geven, een feit blijft dat niet ieder kind de zelfde capaciteiten heeft. Chantal vindt de leerstof een fluitje van een cent, maar Pa trick heeft het er knap moei lijk mee. Mehmet is een kei in wiskunde, maar Fatima haalt er de ene onvoldoende na de andere voor. Uiteraard zag Wallage dat ook in. Zijn oplossing voor dit pro bleem was: differentiatie. An ders gezegd: de scholen mogen op den duur best een schifting maken tussen vlugge en lang zame leerlingen. Zo kan het gebeuren dat Saskia zich de basisvorming al in twee jaar eigen maakt en dat Roy er drie of (bij hoge uitzondering) zelfs vier jaar over doet. Bo vendien kan de school de 'vrij besteedbare lesuren' tijdens de basisvorming gebruiken om een meisje als Saskia, dat rijp lijkt voor het gymnasium, al vast de grondbeginselen van Grieks en Latijn bij te brengen en Roy voor te bereiden op een functie als machinebank werker Toch vond het CDA dit alle maal nog niet goed genoeg. De christen-democraat Ad Her mes, oud-staatssecretaris van onderwijs, maakte met een enorme omhaal van woorden duidelijk dat zijn fractie de scholen nóg meer vrijheid wil geven om de basisvorming naar eigen goeddunken in het vat te gieten. Wat hem betreft zou de basisvorming door alle scholen over vier jaar mogen worden uitgesmeerd. Ook de VVD wilde meer vrijheid, maar dan juist de andere kant op. Als het aan de liberaal Franssen ligt, moeten de veer tien vakken er het liefst bin nen twee jaar worden inge ramd. Drie jaar, de gemiddelde maximum. Bovendien vindt Franssen dat Wallage moet af zien van zijn voornemen om de basisvorming al op 1 augus tus 1993 in te voeren. De scho len zijn er nog lang niet klaar voor, zo luidt zijn redenering. Er is echter geen enkele ande re fractie die hem daarin volgt. Gelukkig is het CDA inmid dels. ten halve gekeerd. Her mes heeft zijn vrijheidseisen wat afgezwakt en daarmee de weg vrijgemaakt voor een compromis. Het zoveelste, want het Wetsontwerp Basis vorming wordt in onderwijs kringen al sinds de indiening ervan spottend aangeduid als „een compromis van een com promis van een compromis". Het is te hopen dat Kamer en staatssecretaris in de eindfase van het debat niet opnieuw verzeild raken in een welles- nietes-discussie over punten en komma's. Er is genoeg ge praat. Het wordt de hoogste tijd dat de scholen eindelijk eens een helder en overtui gend 'ja' vanaf het Binnenhof horen. Wallage formuleerde het woensdagavond nog tref fender. Volgens hem hangt in de Kamer rond de basisvor ming nog steeds een sfeer van 'pijnlijke onvermijdelijkheid'. Zoiets van: het moet dan in vredesnaam maar. „Dat is na tuurlijk niet bevorderlijk voor de motivatie van de scholen", aldus de bewindsman. Ware woorden. Wie de kwali teit van het onderwijs en de toekomst van Nederland ter harte gaat, houdt nu op met zeuren en zet leerkrachten en schoolbesturen zo gauw moge lijk aan het werk om er iets moois van te maken. (Dick van Rietschoten is parle mentair redacteur van deze krant.) Brieven graag kort duidelijk geschreven r-'-d.i 1t'-'h'-Tidt ::i l'i rei.hl voor ingezonden stukken in te korten. tellers er et: triest natuurlijk dat (richt van de overval beder van een veron- l-jarig meisje, die be- van het geld om de te betalen. Maar idenerend kan men fagen of het wel ver- om met zoveel geld it te lopen. Er zijn in toch wel genoeg mo- n om zonder risico te verrichten. ieghuizen leisa over „vermogen- ld. bij verpleeghuizen. en die daar verblijven iet dikwijls zelf niet fct is alleen in het be- i de familie, die daar- •hien nog wat geld in hebben. Maar de tussen verzorging- teghuis is momenteel *ng. Omdat plaatsing jleeghuis een schier :e zaak is blijven de aar in het verzor- met wat extra hulp. moeten zo goed jhele inkomen afdra- |er via de AWBZ pre- 5 en daardoor Jzijn ontstaan is na- !M zo maar dat zal in wet rechtgetrokken moeten worden. G. Boeren, LEIDSCHENDAM. Statiegeld Heel begrijpelijk.dat de niet zo heel grote winkeliers ernstig bezwaar hebben tegen uitbrei ding van het assortiment ver pakkingen met statiegeld. Het betreft immers een maatregel, welke gunstig en noodzakelijk is voor het milieu en dus voor het algemeen belang. Dat dientengevolge genoemde middenstanders met welhaast ondraaglijke kostenvergrotin- gen geconfronteerd zouden worden, zou wat al te gortig zijn. Ook in deze aangelegenheid zou uitkomst gebracht kunnen worden door 'milieu-depots' in wijken en buurten, panden, waar alle statiegeld-materiaal ingeleverd kan, zo niet moet, worden; alsmede uiteraard an der glas, zodat de huidige hin derlijke glasbakken van het trottoir kunnen verdwijnen; en niet te vergeten oud papier; oud papier, dat momenteel zo overvloedig aangevoerd wordt, dat het waardeloos schijnt te zijn, maar dat dit waarschijnlijk niet zou hoeven te zijn, indien het teveel ervan zou worden gebruikt als brandstof voor energiecentra les. flessen is voor veel winkeliers een probleem, ten mineu-aepoi zou uiixamsi Buitenlandse zaken Voor 1940 was Nederland poli tiek gesproken een 'neutraal' land en een minister van bui tenlandse zaken had een ge makkelijke taak te vervullen. Na 1940 veranderde dit door de Tweede Wereldoorlog en een minister van buitenlandse zaken heeft sindsdien een als maar zwaardere portefeuille. Het ministerschap van BZ dient te worden bekleed door iemand met een grote voor kennis op cultureel gebied wat betreft volkenkunde. Hij moet de geaardheid van volken kennen. Dit is niet het geval. De benoeming van een minis ter van BZ is een partijpolitie ke keuze en meer niet. Onze huidige minister van BZ is de trouwe bondgenoot van de VS en volgt daarom de lijn van Bush en Baker. Het mode woord 'democratie' is voor de Amerikaanse president zalig makend te recht of ten on rechte en zijn minister van buitenlandse zaken ijvert zon der kennis van zaken voor een oplossing van de Palestijnse kwestie. Onze minister van BZ volgt minister Baker in diens Palestijnse politiek en volgt de Amerikaanse president in diens ijveren voor democratie. Hieruit is nu een conflict gebo ren tussen premier Lubbers en de minister van BZ. Laatstge noemde wil Suriname met Ne derlandse militaire hulp red den voor de democratie en onze premier is hierop tegen. Naar mijn mening heeft onze premier gelijk. Het ligt in de aard van de bewoners van zui delijke landen zich door een 'leider' te laten regeren en het ligt in de aard van de bewo ners van noordelijke landen om door democratische in spraak mee te regeren. Dien tengevolge stemdén in Surina me meer mensen voor Bouter- se dan verwacht. De minister van BZ wil nu desnoods een Nederlands militair ingrijpen in Suriname om dit laatste te verhinderen. Dit besluit is een gevolg van onkunde. Dr. W.J.A. Visser, DEN HAAG. (ADVERTENTIE) optiek 's-Gravenhage L v Moefdefvoort 135 i. Hoytemastrut 107 IFr. Hsndnklaan 242 Haulflraat 19 Naamgeving „Zo, dat schiet lekker op, jongens. We hoeven er nog maar twee". Voorzitter Annemarie Jorritsma van de Werkgroep Naamgeving van de Tweede Kamer der Staten- Generaal keek vrolijk de tafel rond. Als hel een beetje mee zat was haar clubje binnen een half uurtje klaar met het vernoemen van een aantal zaaltjes in de nieuwbouw van de Kamer aan het Spui in Den Haag. ,,Dan hebben we hier een voorstel van de PvdA", ging Jorritsma verder. „Die hebben Suze Groeneweg voorgedragen. Een goeie keus, dacht ik". De andere leden van de Werkgroep knikten instemmend. Wat kon er tegen zijn om de naam van deze strijdbare vrouw te doen voortleven? Hoe luiden de voorwaarden ook weer? O ja, niet meer politiek actief, een belangrijke staat van dienst en oud-lid van de Tweede Kamer. Welnu, Suze Groeneweg leefde van 1875 tot 1940, was onderwijzeres te Rotterdam en maakte haar entree in de politiek als propagandiste van de SDAP. Voor die partij was zij lid van de gemeenteraad van Rotterdam en vervolgens van de Staten van Zuid- Holland. In 1918 werd zij -als eerste vrouw- gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Zij behield die functie maar liefst negentien jaar. „De Suze Groenewegzaal dus. Aldus besloten concludeerde voorzitter Annemarie Jorritsma tevreden. Dan komen we bij de laatste kandidaat...vervolgde zij, „...voorgedragen door één van de kleine fracties. Hé, deze naam ligt iets moeilijker, dunkt mij". Het volslanke liberale kamerlid keek peinzend over haar leesbril. Wat vind jij ervan, Bert". De corpulente substituut- griffier van de Kamer, ook al lid van de VVD, keek eveneens wat twijfelend. „Ik weet het niet", zei hij, over zijn gladde snorretje strijkend. Enerzijds is er natuurlijk heel wat tegen hem in te brengen, maar anderzijds is het wel verschrikkelijk lang geleden Waar zeuren jullie toch over?", vroeg een derde lid van de commissie. „Toch niet weer over die artikelen van hem in dat rare krantje? Okay, die getuigden niet bepaald van een democratische gezindheid en ze waren vaak ook nogal vulgair. Maar dat kun je hem nu niet echt meer kwalijk nemen? Die artikelen móest hij nu eenmaal schrijven. Hij was toch immers hoofdredacteur van dat blaadje?". „Ja. maar was er ook niet iets anders?", informeerde Annemarie Jorritsma. „Een boekje of zo, waarin hij een aantal kameraden zwart maakte, die daarna uit de partij werden gestoten?". „Zeker", zei de vorige spreker. „Maar ook dat deed hij op bevel van zijn leider! Hij kon niet anders' „Ja maar denk je niet", mompelde Jorritsma, „dat we er last mee krijgen? De pers zal het niet pikken. Die weten heus nog wel dat zijn partij hardstikke fout was. Denk aan hun houding tijdens de bezetting van Midden- en Oost-Europa. Volgens hen was dat notabene een geoorloofde inmenging". Haar medelid wuifde ook dat bezwaar weg. Ben je gek, joh! Natuurlijk zal er hier en daar wel een fanatieke journalist zijn die zich dat herinnert en bezwaar maakt. Nou en? Daar liggen wij niet wakker van. Dat gedoe over vroeger, daar moeten we toch nu eindelijk eens mee ophouden". „Zou het geen oplossing zijn, als we niet zijn volledige naam maar een afkorting gebruiken?", stelde een vierde lid van de werkgroep voor. Als journalist had hij zich een bepaalde faam verworven met spitsvondige opmerkingen tijdens de vrijdagse persconferenties van de minister-presiden t. „Nee", reageerde Annemarie Jorritsma prompt. „De M-zaal zeker... dan gaan ze nog denken dat ae Kamer zich laat sponsoren door de melk fabrikanten. Niet dat ik daar als VVD'er iets op tegen zou hebben, maar Wim Deetman zou het minder leuk vinden. Nee, als we het doen, moeten we het beestje maar bij de naam noemen. Dan maar gewoon de Anton Mussert-... eh. ik bedoel de Marcus Bakkerkamer".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 11