n
tru^k
i
|ezag steunt in eerste
op het verstand
eskundigheid op veiligheidsgebied vooral op preekstoel
4$i
-r„
QeidócQowuvnt
Derde Wereld niet aan lot overlaten
vL:
De avonden
Sr
^NIE
ZATERDAG 18 MEI 1991 PAGINA 9
=IN 'T HOUT
Bkjj een k°ning zit de we-
eel eenvoudig in elkaar:
mensen zijn onder
Dit zinnetje uit het
Bri 'Le Petit Prince' van
ff JSxupéry schoot in ge
in toen vorige week op
pvisie werd getoond hoe
JC| Lubbers weer eens alle
-kdsvoorschriften aan
Zatlap lapte. De premier
en heel bijzondere opvat-
1 hebben over wie wel en
[et de wet moet naleven.
legon allemaal drie jaar
n, toen het tweede kabi-
Lbbers besloot de maxi-
jielheid op de autosnel-
1 te verhogen van 100
120 kilometer per uur.
kritiek in de Tweede
r, vooral van de milieu-
jrmers. Minister Kort-
wmkltes van justitie verde-
zich door te zeggen dat
hard op overtreding van
juwe maxima gecontro-
lou worden. Ook bij 121
iter per uur zou men on-
iS, ipelijk op de bon worden
1- gerd, zodat de gemiddel-
ilheid op de wegen om-
iu gaan.
'erslaggever van het Al-
In Dagblad wilde weten
ministers zelf zich aan
égel hielden. Hij huurde
en posteerde zich
I zaterdagochtend bij het
an Lubbers, van wie hij
et Zpat deze 's middags in
richt moest zijn, op een
sstatie van het CDA.
pet zijn Duitse sportwa-
;on de verslaggever de
ERThzende dienst-BMW van
0-4ps nauwelijks bijhouden.
;ruit detail was dat de pre-
an! aan de lunch in Maas-
j vertelde dat de tocht
'eiz( het westen van het
iee,tweehonderd kilometer)
:oorjiiet zo zwaar was als
jge van zijn disgenoten
|n. Nee, dat zal wel niet
phauffeur het gaspedaal
a 180 km/uur indrukt.
i
519de enige
rs bleek niet de enige
ilaatste die veel te hard
pok minister Korthals
i zelf, minister Smit-
J nota bene belast met
strlrsveiligheid, en minis-
eetman bleken Grand-
jureurs als chauffeurs te
ft. Het toenmalige PPR-
rlid Lankhorst (nu
|Links) stelde dit kwalij-
jjedrag aan de kaak in
élement. Korthals Altes
3e plechtig beterschap,
ftbinet had de afspraak
kt dat de ministeriële
eurs zich voortaan stipt
wettelijke regels zou-
[uden.
22niet heus dus. Een jaar
9betrapte het Algemeen
11ld premier Lubbers we-
10! op veel te hard rijden,
jiinister Van den Broek
van buitenlandse zaken was de
klos. Nu was het de PvdA'er
Castricum, toen nog in de op
positie, die het gedrag van de
bewindslieden aan de orde
stelde in de Tweede Kamer.
Weer beloofde de regering dat
het niet meer zou gebeuren.
En waarachtig, de prestaties
van de ministeriële chauffeurs
bleven geruime tijd buiten de
media. Maar of hun rijgedrag
werkelijk veranderd was, valt
te betwijfelen.
De eerste de beste keer dat
weer een ploegje journalisten
een test uitvoerde, bleek het
weer helemaal mis. Nu was
het de TROS die ten behoeve
van het programma Crime
Time wilde weten of de minis
ters zelf zich iets aantrekken
van de nieuwe regel dat bij
een overtreding van de snel
heidslimiet met meer dan vijf
tig kilometer per uur de auto
van de betrokkene in beslag
genomen kan worden.
Tot de boosdoeners behoorde
weer..premier Lubbers. Te
rugkerend van de Dodenher
denking op de Dam werd hij
door zijn chauffeur met 80
km/uur door de bebouwde
kom gereden, met 155 km/uur
over de snelweg en met 117
km/uur over de provinciale
weg tussen Berkel-Rodenrijs
en het vliegveld Zestienhoven,
waar het inmiddels donker
was geworden en vrij hard re
gende, en waar 80 km/uur het
maximum is.
Defensieminister Ter Beek
maakte het nog bonter. Op
weg van Den Haag naar huis
belandde hij op de provinciale
weg tussen Zwolle en zijn
woonplaats Coevorden. Daar
waande hij zich kennelijk on
bespied, want hij liet zijn
chauffeur 120 en soms zelfs
160 rijden. Ook op deze weg is
80 de hoogst toegestane snel
heid. Als er een politiewagen
in de buurt was geweest, had
de minister de rest van zijn
reis te voet kunnen maken.
Routineus
Wat er vervolgens gebeurde,
laat zich raden. Peter Lank
horst, inmiddels van Groen
Links, bracht de zaak in de
Tweede Kamer en wilde We
ten wat minister Hirsch Ballin
van justitie en minister Maij
van verkeer en waterstaat er
van vonden. Routineus ant
woordde Hirsch Ballin dat ie
dere Nederlander, of hij nu
bewindsman of chauffeur was,
zich aan de maximumsnelheid
moet houden. Minister Maij
was het daar uiteraard mee
eens, maar zij verwierp toch
het voorstel van Lankhorst om
de ministeriële auto's te voor
zien van een snelheidsbegren
zer. Zelfs premier Lubbers
blijft nog gevrijwaard van zo'n
mechaniekje.
Opvallend was het lacherige
sfeertje waarmee het stellen
en beantwoorden van de vra
gen was omgeven. De D66'er
Wolffensperger ergerde zich
daar aan. Er viel niets te la
chen, vond hij, daar was de
zaak veel te ernstig voor. „Dit
gedrag kan gewoon niet!" riep
de Democraat. De grote frac
ties CDA, PvdA en VVD haal
den de schouders op. Wat
maakte die rare Wolffensper
ger zich toch druk. Dit onder
werp was toch niet de moeite
om een woord aan vuil te ma
ken. De PvdA'er Castricum
kwam weliswaar uit zijn bank
je, maar alleen om te proteste
ren tegen de suggestie van
Hirsch Ballin dat het uiteinde
lijk toch niet de ministers zelf
maar hun chauffeurs waren
die te hard hadden gereden.
Als vertegenwoordiger van de
arbeidersklasse kon Castricum
dat natuurlijk niet laten passe
ren.
De sociaal-democraat reali
seerde zich kennelijk niet dat
er nog heel andere belangen
werden vertrapt. Want hoe
wil deze regering ooit een
mentaliteitsverandering bij de
burgers bewerkstelligen ten
aanzien van milieu en ver
keersveiligheid, als de minis
ters zelf zich geen zier aan
trekken van de wettelijke li
mieten en de Tweede Kamer
dat gniffelend over zoveel
stoutigheid door de vingers
ziet. Denkt men in Den Haag
nu werkelijk dat ook maar één
burger onder de indruk is van
het quasi beknorrende ge
mompel van minister Hirsch
Ballin? Welnee, de gemiddelde
automobilist ziet alleen het ge
drag van Lubbers en Ter Beek
en concludeert dat hij dus ook
zijn eigen gaspedaal best nog
wat verder kan indrukken.
Mondig
Net als de absolute monarch in
'Le Petit Prince', die heerst
over een één-persoonsplaneet-
je, hebben de hedendaagse Ne
derlandse heersers geen on
derdanen. De tijden dat de
hoge heren alleen maar een
bevel behoefden uit te vaardi
gen om gehoorzaamd te wor
den, zijn voorgoed voorbij. De
onderdaan van toen is de mon
dige burger van nu geworden,
die er niet over piekert een
wet na te leven die door de
wetgevers zelf lacherig met
voeten wordt getreden.
Misschien dat de ministers van
het derde kabinet-Lubbers 'Le
Petit Prince' ook nog eens ter
hand kunnen nemen. Laten ze
dan pagina 31 opslaan, waar
de koning zijn kleine bezoeker
de volgende vraag stelt:
- Als ik een generaal het bevel
gaf van de ene bloem naar de
ander te fladderen en als die
generaal het bevel dan niet
uitvoerde, wie zou dan onge
lijk hebben? Hij of ik? Na
tuurlijk U, zei de kleine prins
zonder aarzelen.
- Juist, men moet van nie
mand méér eisen dat hij geven
kan. Gezag steunt in de eerste
plaats op verstand.
(Rik in 't Hout is chef van
onze parlementaire redactie)
Het CD JA is deze week in actie gekomen tegen mogelijke ver
dere bezuinigingen op de begroting voor ontwikkelingssamen
werking, nu er ook binnen het CDA steeds meer stemmen op
gaan die vinden dat de opvang van asielzoekers en de huk) aan
Oost-Europa betaald moeten worden. De actie van het CD JA
heeft de steun van onder meer de vier medefinancieringsorgani
saties, die deels met geld van de overheid projecten steunen in
de Derde Wereld.
te leven als in die rodeo-we
reld; er moet zo stevig bezui
nigd worden dat iedere minis
ter in ziin collega wel een te
genstander moet vermoeden.
Naar buiten toe een en al be
grip voor elkaar; de priem on
der de tafel verbergend.
Minister Pronk kent dat spel,
maar zelfs hij heeft het er
moeilijk mee. Voor het eerst
sinds vele jaren wordt er ge
loerd op zijn tot nu toe steeds
groeiende begroting. In de af
gelopen jaren was er onder
zijn zadel al heel wat vervui
ling weggeschoven; geld voor
de opvang van de asielzoekers,
hulp aan vluchtende Kurden
of aan hongerlijdende Mosko-
vieten. Maar Pronk deed het
verend, zoals een goed ruiter
dat gewend is.
Rampjaar
Er was ook nog steeds een pot
'noodhulp'. Maar daarvan is in
dit „rampjaar" al na vijf
maanden twee derde uitgege
ven. Pronk daarover: „het is
erger dan in andere jaren en
dus moeten we een deel van
de normale hulpverlening ge
bruiken voor die noodhulp,
waardoor we zullen moeten te
rugkomen van een aantal be
loften voor hulp aan ontwik
kelingslanden".
De minister staat met een
droeve lijst in zijn hand: Afri
ka: 27 miljoen mensen be-
Minister Pronk voor ontwik
kelingssamenwerking moet
bezuinigen. Hij verzet zich
„met de hakken in het zand",
maar geroutineerde cowboys
weten dat zoiets maar even
helpt tegen een wild geworden
paard. Als het paard wil win
nen wint-ie; tenzij anderen de
cowboy te hulp schieten. Ge
lukkig beginnen de helpers
zich om de veelgeplaagde mi
nister te scharen.
Medefinancierings-organisa-
ties, gesteund door het Neder
lands maatschappelijk patroon
dat zich al vele jaren inzet
voor mensen in de Derde We
reld, wierpen de eerste lasso's
uit, die het paard voor even in
bedwang houden. Een voorge
nomen bezuiniging van liefst
zo'n dikke twintig procent kon
ermee worden voorkomen.
Maar èn de minister èn zijn
helpers weten dat de drift om
de landshuishouding weer ge
zond te maken daarmee niet is
bedwongen.
Het is in de rodeo-wereld,
waar de laatste cowboys van
het Wilde Westen samen ko
men, niet ongebruikelijk el-
kaars paard zo te „prikkelen",
dat zelfs de bedreven ruiter
met zijn gezicht in het zand
gaat. Het kabinet-Lubbers lijkt
dreigd met de hongerdood;
Bangladesh: rond 150.000 do
den, tien miljoen daklozen,
vier miljoen met hongerdood
bedreigd; Peru en andere La-
tijnsamerikaanse landen: cho-
lera-epidemie; miljoenen
vluchtelingen in de wereld,
dreigende milieurampen in
tropische metropolen; bevol
kingsexplosies; aids-epidemiën
die hele bevolkingen bedrei
gen; toenemende schuldenlas
ten. Je komt een krantepagina
tekort om het achter elkaar op
Als Pronk met die lijst zwaait,
kijken zijn collega's snel de
andere kant op. Wat niet ziet
dat niet deert. Anderhalf pro
cent van het netto-nationaal
inkomen vinden die andere
cowboys teveel van het goede.
Als wij moeten dokken, kan
hij het ook, lijken ze, geïnspi
reerd door een flinke dosis
broodnijd, te denken. Alleen
als lastige luizen in hun pels,
zoals de jongeren van het
CD JA, wat al te luidruchtig
van zich laten horen, is er
even iets van irritatie. Maar
niet voor lang, want van hun
hoofd en opperambtenaren
hebben de dames en heren in
de rodeo-arena spiekbriefjes
meegekregen, waarop al reke
ning is gehouden met het inle
veren door Pronk. En daar
hebben ze zich, als goede ma
nagers aan te houden.
Opinie
Pronk heeft het dus moeilijk
dezer dagen. Alleen de publie
ke opninie kan hem helpen.
Daarom komen de vier mede
financieringsorganisaties, on
der wie de grote katholieke
CEBEMO, in het geweer;
daarom laat het CD JA van
zich horen. En ook daarom is
de steun aan inzamelingsacties
voor noodhulp aan rampen in
de Derde Wereld zo belang
rijk. Hoe groter die steun, des
te nadrukkelijker wordt on
derstreept dat de Nederlandse
samenleving zich, in tegenstel
ling tot haar regering, zelfs in
toenemende mate inzet voor
die armen. De acties van ka
tholieke organisaties en parti
culiere giften alleen al lever
den in 1990 rond 280 miljoen
op; als je dat bedrag afzet te
gen de meer dan 160 miljoen
die CEBEMO in datzelfde jaar
via het rijksbudget aan struc
turele ontwikkelingssamen
werking kon besteden, moet je
wel vaststellen dat de overheid
niet echt iets bijzonders pres
teert.
In een rodeo-gevecht is er veel
theater, omdat het publiek
sensatie wil zien. En het pu
bliek is er koning. In de rodeo
van de ploeg-Lubbers zijn het
louter de cowboys die het spel
bepalen. Wat het publiek ook
duidelijk maakt, er moet be
zuinigd worden, ook op Ont
wikkelingssamenwerking. De
anderhalve procent van het
netto nationaal inkomen voor
ontwikkelingssamenwerking
vinden de cowboys teveel.
Er lijkt nog maar één manier
mogelijk om de gevaarlijke be
dreiging van afslanking van
ontwikkelingsgelden te ontlo
pen. Naar het voorbeeld van
zoveel organisaties, betrokken
bij ontwikkelingssamenwer
king, en naar het voorbeeld
van het CD JA, zou duidelijk
moeten worden gemaakt dat
Nederland de armen en ont
rechten van de Derde Wereld
niet in de steek mag laten.
(Arnold Fortuin is hoofd voor
lichting en p.r. van CEBEMO.)
MATEMAN
aand vóór het uitbreken
Golfoorlog heb ik op.
Maats een beschouwing
éven die naar ach-
plijkt een goede in-
ng 'is geweest van het
gebeurde. In nogal wat
n is toen op dat verhaal
rËjeerd. Aanvankelijk kri-
'Jfragend, na het uitbre-
an de vijandelijkheden
jvinjsd-instemmend. Veel-
•329e vraag: Hoe kwam u tot
élyse?
fitwoord is simpel. Ook
it in de politiek moet je
j als op andere terreinen
jet leven, niet laten lei-
t wensdenken, illusies
a-[dromerij, maar uitgaan
'n zakelijke verzameling
arde gegevens.
dat laatste in Nederland,
_ame ten aanzien van de
rkwesties, niet gemakke-
iaar al te veel lijkt in ons
le deskundigheid op vei-
Serfsgebied vooral terug te
ft te zijn op de preek-
,waar menig geestelijke
ft grootst mogelijke onbe-
jerdheid, en vaak zonder
feitenkennis, de schare
iend toespreekt,
hier uitdrukkelijk niet
idikanten over één kam
u Zo mocht ik ten tijde
Iraakse raketaanvalïen
jaël een preek beluiste-
waarin dankbaarheid
uitgesproken over het
it het Nederlandse jon
net Nederlandse raket-
iren, die in de uren van
logste gevaar de heilige
iruzalem met inzet van
:ven kwamen bescher-
'e betrokken predikant
lir genoeg om voluit te
ïen, dat het niet aan
[elegen had dat Neder-
over die raketten be-
inei
Jinkbaar
ik indertijd kamerlid
werd, ging mijn interesse al uit
naar defensie. De door mij al
tijd zeer bewonderde Herman
Wisselink, in mijn ogen het
prototype van een échte volks
vertegenwoordiger, (avond
aan avond op sjouw in hét
land, luisterend naar mensen,
een geweldig spreker, een fijn
mens), ontraadde mij dit: „Het
is ondankbaar werk. Het kost
veel inspanning en veel men
sen zijn bij voorbaat tegen je".
Nu had hem dat niet afge
schrikt, dus liet ik mij ook niet
afschrikken. Zijn hoogste doel
was niet om populaire verha
len te houden. Hij maakte zich
zelfs druk om de civiele ver
dediging, waar in de Haagse
politiek altijd wat lachterig
over werd en wordt gedaan.
„Als er ooit een echte ramp
uitbreekt, zal blijken dat mijn
werk zinvol is geweest", zei hij
altijd. Als anderen stijlvol gin
gen lunchen, bleef hij op zijn
kamer werken. Al telefone
rend probeerde hij erachter te
komen of de ambulances wel
paraat waren, of de comman
do-centra nu eindelijk klaar
waren en hoe het zat met de
rampenplannen van de over
heid. Nog zie ik hem zitten
achter zijn buro, de meege
brachte boterhammetjes op
peuzelend, want tijd is geld en
er was nog zoveel te doen.
Dreigingen
De Golfoorlog heeft in elk ge
val afgerekend met veel luch
tige nonchalance en intellec
tuele betweterij rond het the
ma defensie. Ook anno 1990
zijn er nog vele militaire drei
gingen, soms bekend, soms uit
geheel onverwachte hoek. De
Defensienota van het huidige
kabinet wijst daar terecht op.
Het kenmerk van dreigingen
is dat je ze niet altijd tevoren
kent. Élk militair conflict ver
loopt anders dan verwacht en
de afloop staat nooit bij voor
baat vast.
Nu het overwicht van de grote
mogendheden wat teruggelo
pen is, komt er helaas
.v
Nederlandse militairen met Patriot-luchtafweergeschut in actie tijdens de Golfoorlog.
ruimte voor alle mogelijke re
gionale conflicten en oorlogen.
Een land als het onze, dat
duurzame vrede wil op de ge
hele aarde, moet daarom be
reid zijn om mensenrechten,
vrede en democratie overal ter
wereld te helpen verdedigen.
Daarom hebben wij in het
Midden-Oosten militairen, als
waarnemers, als scheidsrech
ters, als politie-agenten, als
hulpverleners. En als dat niet
voldoende is, zijn wij ook be
reid met inzet van harde hand
(P-16's, fregatten, onderzeebo
ten, mariniers) tussenbeide te
komen. Wie had ooit kunnen
denken dat nog voor het
Christendom, ontstaan in Is
raël, z'n tweede millenium zou
hebben afgerond, zeer gemoti
veerde, hoog opgeleide Neder
landse jongens schouder-aan-
schouder naast hun joodse col
lega's gingen staan om een
arabische dictator te weer
staan?
Plicht
Wie Nederlandse jongens
op basis van vrijwillig
heid hun leven laat inzet
ten, heeft als samenleving de
plicht om hen met het best be
schikbare materieel uit te rus
ten. Zij zetten het kostbaarste
dus de plicht om hen het beste
mee te geven. Ook dat is kost
baar maar best op te brengen
door een bevolking, die zo
fier-onafhankelijk en vrij
heidsgezind is als het Neder
landse.
Wie almaar denkt dat er voor
al op veiligheid beknibbeld
moet worden, en dat je vooral
daardoor populair zou worden,
miskent ae ware aard van de
Nederlander. Juist ons volk is
bereid, mits de zin ervan dui
delijk wordt gemaakt, op te
komen voor medemensen in
nood. Dat wordt steeds op-
FOTO: ANP
nieuw bewezen in allerlei ac
ties en in onze bovenmatige
inspanning bij de ontwikke
lingshulp. Die bereidheid be
staat ook ten aanzien van
vrede, veiligheid en defensie.
Ook dat is een les van de Golf
oorlog. Alleen wie zijn stem in
het internationale koor kracht
kan bijzetten, wordt gehoord.
Het trieste is dat er allerlei on
zekerheden en risico's bijko
men in de huidige wereld.
Weliswaar is er op dit moment
een relatieve ontspanning tus
sen Sovjetunie en de rest van
de wereld, maar dit kan mor
gen al weer anders zijn. Zoals
een Russisch ambassadeur on
langs in het buitenland tegen
mij zei: „Ik weet niet wie er
morgen de baas is in het
Kremlin. Laat staan, dat ik
weet, welke politiek hij zal
voeren".
Geen wanhoop
De militaire capaciteiten van
de Sovjetunie zijn nog steeds
geweldig groot en ze proberen
nu al weer om onder de ont
wapeningsakkoorden uit te
komen (door overplaatsing
van tanks achter de Oeral en
een snellere opbouw van hun
marine). Reden van wanhoop?
Geenszins. Dit fs een tijd voor
onvermoede kansen op vrede.
Maar ook een tijd van onbere
kenbare risico's. Het is daarom
zaak waakzaam te blijven. En
om onze defensie dus niet te
verslonzen.
Het westerse front heeft in
Irak gewonnen, mede dank zij
onze wapentechnologie. We
kunnen er dus uit leren dat
die technologie op peil moet
blijven en dus ook de bedrij
ven waar die technologie ont
wikkeld wordt. Niet (alleen)
vanwege de werkgelegenheid,
noch minder voor het gewin
(laat die maar naar de samen
leving gaan), maar omdat wij,
als alle vreedzame middelen
écht zijn uitgeput, niet uitge
teld moeten zijn. Die bood
schap zullen wij moeten blij
ven uitdragen naar al die on
frisse lieden, waar ook ter we
reld, die ter wille van hun
machtspoltieke spelletjes niet
op medelevens letten.
In de Golfoorlog is het Westen
niet te laat begonnen, maar in
elk geval te vroeg geëindigd.
Vele tienduizenden, onschuldi
ge slachtoffers hebben daar
voor inmiddels al met hun le
ven betaald. Ook dat is een les
van de Golfoorlog.
W.Mateman is lid van de
Tweede Kamer van het CDA)
Frits, de hoofdpersoon van deze
geschiedenis, was om acht uur
thuisgekomen, had Femke een
kus op het voorhoofd gegeven,
had de avondbladen gelezen en
enkele pagina 's eruit gescheurd
en had kort voor hij naar bed
wilde gaan nog even zijn vriend
Hans gebeld. Hans las geen
kranten meer, hij maakte er
alleen nog reclame voor. „Dus
dan weet je niet dat je de
populairste politicus van
Nederland bent?", had Frits
gevraagd. „Daar heb ik toch
geen krant voor nodig!", had
Hans geschamperd. „Dat weet ik
zelf ook wel". Over veel meer
hadden ze het eigenlijk niet
gehad. Frits trok z'n pyjama
aan, poetste z'n tanden, keek in
de spiegel en deed wat
spraakoefeningen: Llllijssst-
trrrèkkèrrrrr". Vervolgens zette
hij de wekker op acht uur, gaf
Femke weer een kus op het
voorhoofd en sliep in. Hij
droomde die nacht niet.
Toen hij zondagmorgen laat, na
een licht ontbijt, voor de
televisie ging zitten, zag hij Hans
weer. Terwijl Femke de tafel
afruimde, vertelde zijn vriend
op RTL 4 dat hij wel lijsttrekker
van de VVD wilde worden.
Frits voelde de spanning
groeien. Dit kon niet waar zijn.
„Hoe lang is het nou helemaal
geleden dat ik bij de
statenverkiezingen zo'n mooie
uitslag voor m 'n partij heb
gehaald?", vroeg Frits zich
hardop af. „Ik heb het verval
van de VVD toch gestopt, ik heb
de partij toch uit het dal
gehaald?" „Is er wat?", vroeg
Femke. Frits hield zich groot.
Neuhniet echt hoor. Hans zegt
dat-ie wel lijsttrekker voor ons
wil worden. Je weet, ik heb
Hans hoog zitten, heel hoog. En
het is waar: zijn terugkeer zou
de VVD goed doen. Maar ja, ik
eh... "Femke zag dat Frits in een
mist langs haar heen keek. Ze
begreep direct wat er aan de
hand was, liep op hem toe en
streek door z'n grijze haar. „Dan
kun jij het wel schudden hè?",
fluisterde ze.
Die nacht werd hij om half vier
wakker. Wat een ellendige
droom dacht Frits, een blik op
de wekker werpend. Hij
probeerde de beelden te
reconstrueren. In zijn slaap had
hij gezien dat de VVD-
fractiekamer stampvol zat met
journalisten. Ze wilden weten of
hij niet stiekem zélf Hans had
gevraagd zich beschikbaar te
stellen als lijsttrekker. En
plotseling zag hij opeens
zichzelf. Heel vreemd was dat
Het grijze haar kleurig gekamd,
de donkere wenkbrauwen
ietwat opgetrokken, alsof hij
verbaasd was. En hij zat niet,
nee hij lég. Wat zou dat
betekenen? Frits wist het niet en
sliep peinzend weer in. En
ziedaar, de droom ging verder
waar hij was opgehouden.
De man met het grijze haar lag
in een zwarte doodskist in de
hoek van de fractiekamer. Frits
keek in de kist en zei: „Daar
zitten we mooi mee
opgescheept". „Dat hoeft niet",
zei opeens een man met een
brilletje, die een gedrongener
gestalte had dan Frits. Wedden
dat ik de begrafenis voor de
volgende verkiezingen geregeld
kan krijgen?".
Frits was weer wakker
geworden. Wat gebeurt er met
me?", vroeg hij zich af.
Langzaam sluimerde hij weer in
en trad voor de derde maal de
fractiekamer binnen. Er was
niemand. Hij liep op de kist toe,
keek er in en zag dat het
lichaam volledig was bedekt met
stembiljetten waarop de initialen
H. W. stonden gedrukt. „Wat
moet ik doen?" dacht Frits.
Wacht even, de televisie, dat
kan helpen. Hij liep naar het tv-
toestel in een andere hoek van
de kamer en knipte het aan.
Misschien was er wel een
concert te vinden, een
toneelstuk wellicht, desnoods
Adriaan van Dis. Als het maar
afleiding bood. Maar hij zag
weer Hans. „Dag Frits zei
Hans, „Het wordt
woensdagmiddag twee uur. We
zetten de kist zolang bij je
thuis". Hij was nog niet
uitgesproken of er kwamen
enkele VVD-kamerleden
binnen die de kist op hun
schouders namen en hem
voorzichtig het gebouw
uitdroegen. „Frits keek als
verlamd toe. „Ik kan niets
doen", dacht hij. „Niets".
Hij werd voor de derde keer
wakker en stak het licht aan.
„Ik moet voortaan voor ik naar
bed ga een eindje gaan
wandelen dacht hij, „dan slaap
ik dieper". Hij nam een douche,
keek in de spiegel en zag
opnieuw de man met het
brilletje. „Llllljsssst-
trèèkkkkerrrr", zei Hans. Snel
kleedde Frits zich aan en ging
naar de huiskamer. „Je bent
vanmorgen waarachtig niet
laat", zei Femke „Ik wilde
vandaag maar eens vroeg
opstaan en hard gaan werken
antwoordde Frits. Hij keek haar
scherp aan. „Want je weet wat
ik altijd zeg: in dit leven is alles
tijdelijk