n tru^k i |ezag steunt in eerste op het verstand eskundigheid op veiligheidsgebied vooral op preekstoel 4$i -r„ QeidócQowuvnt Derde Wereld niet aan lot overlaten vL: De avonden Sr ^NIE ZATERDAG 18 MEI 1991 PAGINA 9 =IN 'T HOUT Bkjj een k°ning zit de we- eel eenvoudig in elkaar: mensen zijn onder Dit zinnetje uit het Bri 'Le Petit Prince' van ff JSxupéry schoot in ge in toen vorige week op pvisie werd getoond hoe JC| Lubbers weer eens alle -kdsvoorschriften aan Zatlap lapte. De premier en heel bijzondere opvat- 1 hebben over wie wel en [et de wet moet naleven. legon allemaal drie jaar n, toen het tweede kabi- Lbbers besloot de maxi- jielheid op de autosnel- 1 te verhogen van 100 120 kilometer per uur. kritiek in de Tweede r, vooral van de milieu- jrmers. Minister Kort- wmkltes van justitie verde- zich door te zeggen dat hard op overtreding van juwe maxima gecontro- lou worden. Ook bij 121 iter per uur zou men on- iS, ipelijk op de bon worden 1- gerd, zodat de gemiddel- ilheid op de wegen om- iu gaan. 'erslaggever van het Al- In Dagblad wilde weten ministers zelf zich aan égel hielden. Hij huurde en posteerde zich I zaterdagochtend bij het an Lubbers, van wie hij et Zpat deze 's middags in richt moest zijn, op een sstatie van het CDA. pet zijn Duitse sportwa- ;on de verslaggever de ERThzende dienst-BMW van 0-4ps nauwelijks bijhouden. ;ruit detail was dat de pre- an! aan de lunch in Maas- j vertelde dat de tocht 'eiz( het westen van het iee,tweehonderd kilometer) :oorjiiet zo zwaar was als jge van zijn disgenoten |n. Nee, dat zal wel niet phauffeur het gaspedaal a 180 km/uur indrukt. i 519de enige rs bleek niet de enige ilaatste die veel te hard pok minister Korthals i zelf, minister Smit- J nota bene belast met strlrsveiligheid, en minis- eetman bleken Grand- jureurs als chauffeurs te ft. Het toenmalige PPR- rlid Lankhorst (nu |Links) stelde dit kwalij- jjedrag aan de kaak in élement. Korthals Altes 3e plechtig beterschap, ftbinet had de afspraak kt dat de ministeriële eurs zich voortaan stipt wettelijke regels zou- [uden. 22niet heus dus. Een jaar 9betrapte het Algemeen 11ld premier Lubbers we- 10! op veel te hard rijden, jiinister Van den Broek van buitenlandse zaken was de klos. Nu was het de PvdA'er Castricum, toen nog in de op positie, die het gedrag van de bewindslieden aan de orde stelde in de Tweede Kamer. Weer beloofde de regering dat het niet meer zou gebeuren. En waarachtig, de prestaties van de ministeriële chauffeurs bleven geruime tijd buiten de media. Maar of hun rijgedrag werkelijk veranderd was, valt te betwijfelen. De eerste de beste keer dat weer een ploegje journalisten een test uitvoerde, bleek het weer helemaal mis. Nu was het de TROS die ten behoeve van het programma Crime Time wilde weten of de minis ters zelf zich iets aantrekken van de nieuwe regel dat bij een overtreding van de snel heidslimiet met meer dan vijf tig kilometer per uur de auto van de betrokkene in beslag genomen kan worden. Tot de boosdoeners behoorde weer..premier Lubbers. Te rugkerend van de Dodenher denking op de Dam werd hij door zijn chauffeur met 80 km/uur door de bebouwde kom gereden, met 155 km/uur over de snelweg en met 117 km/uur over de provinciale weg tussen Berkel-Rodenrijs en het vliegveld Zestienhoven, waar het inmiddels donker was geworden en vrij hard re gende, en waar 80 km/uur het maximum is. Defensieminister Ter Beek maakte het nog bonter. Op weg van Den Haag naar huis belandde hij op de provinciale weg tussen Zwolle en zijn woonplaats Coevorden. Daar waande hij zich kennelijk on bespied, want hij liet zijn chauffeur 120 en soms zelfs 160 rijden. Ook op deze weg is 80 de hoogst toegestane snel heid. Als er een politiewagen in de buurt was geweest, had de minister de rest van zijn reis te voet kunnen maken. Routineus Wat er vervolgens gebeurde, laat zich raden. Peter Lank horst, inmiddels van Groen Links, bracht de zaak in de Tweede Kamer en wilde We ten wat minister Hirsch Ballin van justitie en minister Maij van verkeer en waterstaat er van vonden. Routineus ant woordde Hirsch Ballin dat ie dere Nederlander, of hij nu bewindsman of chauffeur was, zich aan de maximumsnelheid moet houden. Minister Maij was het daar uiteraard mee eens, maar zij verwierp toch het voorstel van Lankhorst om de ministeriële auto's te voor zien van een snelheidsbegren zer. Zelfs premier Lubbers blijft nog gevrijwaard van zo'n mechaniekje. Opvallend was het lacherige sfeertje waarmee het stellen en beantwoorden van de vra gen was omgeven. De D66'er Wolffensperger ergerde zich daar aan. Er viel niets te la chen, vond hij, daar was de zaak veel te ernstig voor. „Dit gedrag kan gewoon niet!" riep de Democraat. De grote frac ties CDA, PvdA en VVD haal den de schouders op. Wat maakte die rare Wolffensper ger zich toch druk. Dit onder werp was toch niet de moeite om een woord aan vuil te ma ken. De PvdA'er Castricum kwam weliswaar uit zijn bank je, maar alleen om te proteste ren tegen de suggestie van Hirsch Ballin dat het uiteinde lijk toch niet de ministers zelf maar hun chauffeurs waren die te hard hadden gereden. Als vertegenwoordiger van de arbeidersklasse kon Castricum dat natuurlijk niet laten passe ren. De sociaal-democraat reali seerde zich kennelijk niet dat er nog heel andere belangen werden vertrapt. Want hoe wil deze regering ooit een mentaliteitsverandering bij de burgers bewerkstelligen ten aanzien van milieu en ver keersveiligheid, als de minis ters zelf zich geen zier aan trekken van de wettelijke li mieten en de Tweede Kamer dat gniffelend over zoveel stoutigheid door de vingers ziet. Denkt men in Den Haag nu werkelijk dat ook maar één burger onder de indruk is van het quasi beknorrende ge mompel van minister Hirsch Ballin? Welnee, de gemiddelde automobilist ziet alleen het ge drag van Lubbers en Ter Beek en concludeert dat hij dus ook zijn eigen gaspedaal best nog wat verder kan indrukken. Mondig Net als de absolute monarch in 'Le Petit Prince', die heerst over een één-persoonsplaneet- je, hebben de hedendaagse Ne derlandse heersers geen on derdanen. De tijden dat de hoge heren alleen maar een bevel behoefden uit te vaardi gen om gehoorzaamd te wor den, zijn voorgoed voorbij. De onderdaan van toen is de mon dige burger van nu geworden, die er niet over piekert een wet na te leven die door de wetgevers zelf lacherig met voeten wordt getreden. Misschien dat de ministers van het derde kabinet-Lubbers 'Le Petit Prince' ook nog eens ter hand kunnen nemen. Laten ze dan pagina 31 opslaan, waar de koning zijn kleine bezoeker de volgende vraag stelt: - Als ik een generaal het bevel gaf van de ene bloem naar de ander te fladderen en als die generaal het bevel dan niet uitvoerde, wie zou dan onge lijk hebben? Hij of ik? Na tuurlijk U, zei de kleine prins zonder aarzelen. - Juist, men moet van nie mand méér eisen dat hij geven kan. Gezag steunt in de eerste plaats op verstand. (Rik in 't Hout is chef van onze parlementaire redactie) Het CD JA is deze week in actie gekomen tegen mogelijke ver dere bezuinigingen op de begroting voor ontwikkelingssamen werking, nu er ook binnen het CDA steeds meer stemmen op gaan die vinden dat de opvang van asielzoekers en de huk) aan Oost-Europa betaald moeten worden. De actie van het CD JA heeft de steun van onder meer de vier medefinancieringsorgani saties, die deels met geld van de overheid projecten steunen in de Derde Wereld. te leven als in die rodeo-we reld; er moet zo stevig bezui nigd worden dat iedere minis ter in ziin collega wel een te genstander moet vermoeden. Naar buiten toe een en al be grip voor elkaar; de priem on der de tafel verbergend. Minister Pronk kent dat spel, maar zelfs hij heeft het er moeilijk mee. Voor het eerst sinds vele jaren wordt er ge loerd op zijn tot nu toe steeds groeiende begroting. In de af gelopen jaren was er onder zijn zadel al heel wat vervui ling weggeschoven; geld voor de opvang van de asielzoekers, hulp aan vluchtende Kurden of aan hongerlijdende Mosko- vieten. Maar Pronk deed het verend, zoals een goed ruiter dat gewend is. Rampjaar Er was ook nog steeds een pot 'noodhulp'. Maar daarvan is in dit „rampjaar" al na vijf maanden twee derde uitgege ven. Pronk daarover: „het is erger dan in andere jaren en dus moeten we een deel van de normale hulpverlening ge bruiken voor die noodhulp, waardoor we zullen moeten te rugkomen van een aantal be loften voor hulp aan ontwik kelingslanden". De minister staat met een droeve lijst in zijn hand: Afri ka: 27 miljoen mensen be- Minister Pronk voor ontwik kelingssamenwerking moet bezuinigen. Hij verzet zich „met de hakken in het zand", maar geroutineerde cowboys weten dat zoiets maar even helpt tegen een wild geworden paard. Als het paard wil win nen wint-ie; tenzij anderen de cowboy te hulp schieten. Ge lukkig beginnen de helpers zich om de veelgeplaagde mi nister te scharen. Medefinancierings-organisa- ties, gesteund door het Neder lands maatschappelijk patroon dat zich al vele jaren inzet voor mensen in de Derde We reld, wierpen de eerste lasso's uit, die het paard voor even in bedwang houden. Een voorge nomen bezuiniging van liefst zo'n dikke twintig procent kon ermee worden voorkomen. Maar èn de minister èn zijn helpers weten dat de drift om de landshuishouding weer ge zond te maken daarmee niet is bedwongen. Het is in de rodeo-wereld, waar de laatste cowboys van het Wilde Westen samen ko men, niet ongebruikelijk el- kaars paard zo te „prikkelen", dat zelfs de bedreven ruiter met zijn gezicht in het zand gaat. Het kabinet-Lubbers lijkt dreigd met de hongerdood; Bangladesh: rond 150.000 do den, tien miljoen daklozen, vier miljoen met hongerdood bedreigd; Peru en andere La- tijnsamerikaanse landen: cho- lera-epidemie; miljoenen vluchtelingen in de wereld, dreigende milieurampen in tropische metropolen; bevol kingsexplosies; aids-epidemiën die hele bevolkingen bedrei gen; toenemende schuldenlas ten. Je komt een krantepagina tekort om het achter elkaar op Als Pronk met die lijst zwaait, kijken zijn collega's snel de andere kant op. Wat niet ziet dat niet deert. Anderhalf pro cent van het netto-nationaal inkomen vinden die andere cowboys teveel van het goede. Als wij moeten dokken, kan hij het ook, lijken ze, geïnspi reerd door een flinke dosis broodnijd, te denken. Alleen als lastige luizen in hun pels, zoals de jongeren van het CD JA, wat al te luidruchtig van zich laten horen, is er even iets van irritatie. Maar niet voor lang, want van hun hoofd en opperambtenaren hebben de dames en heren in de rodeo-arena spiekbriefjes meegekregen, waarop al reke ning is gehouden met het inle veren door Pronk. En daar hebben ze zich, als goede ma nagers aan te houden. Opinie Pronk heeft het dus moeilijk dezer dagen. Alleen de publie ke opninie kan hem helpen. Daarom komen de vier mede financieringsorganisaties, on der wie de grote katholieke CEBEMO, in het geweer; daarom laat het CD JA van zich horen. En ook daarom is de steun aan inzamelingsacties voor noodhulp aan rampen in de Derde Wereld zo belang rijk. Hoe groter die steun, des te nadrukkelijker wordt on derstreept dat de Nederlandse samenleving zich, in tegenstel ling tot haar regering, zelfs in toenemende mate inzet voor die armen. De acties van ka tholieke organisaties en parti culiere giften alleen al lever den in 1990 rond 280 miljoen op; als je dat bedrag afzet te gen de meer dan 160 miljoen die CEBEMO in datzelfde jaar via het rijksbudget aan struc turele ontwikkelingssamen werking kon besteden, moet je wel vaststellen dat de overheid niet echt iets bijzonders pres teert. In een rodeo-gevecht is er veel theater, omdat het publiek sensatie wil zien. En het pu bliek is er koning. In de rodeo van de ploeg-Lubbers zijn het louter de cowboys die het spel bepalen. Wat het publiek ook duidelijk maakt, er moet be zuinigd worden, ook op Ont wikkelingssamenwerking. De anderhalve procent van het netto nationaal inkomen voor ontwikkelingssamenwerking vinden de cowboys teveel. Er lijkt nog maar één manier mogelijk om de gevaarlijke be dreiging van afslanking van ontwikkelingsgelden te ontlo pen. Naar het voorbeeld van zoveel organisaties, betrokken bij ontwikkelingssamenwer king, en naar het voorbeeld van het CD JA, zou duidelijk moeten worden gemaakt dat Nederland de armen en ont rechten van de Derde Wereld niet in de steek mag laten. (Arnold Fortuin is hoofd voor lichting en p.r. van CEBEMO.) MATEMAN aand vóór het uitbreken Golfoorlog heb ik op. Maats een beschouwing éven die naar ach- plijkt een goede in- ng 'is geweest van het gebeurde. In nogal wat n is toen op dat verhaal rËjeerd. Aanvankelijk kri- 'Jfragend, na het uitbre- an de vijandelijkheden jvinjsd-instemmend. Veel- •329e vraag: Hoe kwam u tot élyse? fitwoord is simpel. Ook it in de politiek moet je j als op andere terreinen jet leven, niet laten lei- t wensdenken, illusies a-[dromerij, maar uitgaan 'n zakelijke verzameling arde gegevens. dat laatste in Nederland, _ame ten aanzien van de rkwesties, niet gemakke- iaar al te veel lijkt in ons le deskundigheid op vei- Serfsgebied vooral terug te ft te zijn op de preek- ,waar menig geestelijke ft grootst mogelijke onbe- jerdheid, en vaak zonder feitenkennis, de schare iend toespreekt, hier uitdrukkelijk niet idikanten over één kam u Zo mocht ik ten tijde Iraakse raketaanvalïen jaël een preek beluiste- waarin dankbaarheid uitgesproken over het it het Nederlandse jon net Nederlandse raket- iren, die in de uren van logste gevaar de heilige iruzalem met inzet van :ven kwamen bescher- 'e betrokken predikant lir genoeg om voluit te ïen, dat het niet aan [elegen had dat Neder- over die raketten be- inei Jinkbaar ik indertijd kamerlid werd, ging mijn interesse al uit naar defensie. De door mij al tijd zeer bewonderde Herman Wisselink, in mijn ogen het prototype van een échte volks vertegenwoordiger, (avond aan avond op sjouw in hét land, luisterend naar mensen, een geweldig spreker, een fijn mens), ontraadde mij dit: „Het is ondankbaar werk. Het kost veel inspanning en veel men sen zijn bij voorbaat tegen je". Nu had hem dat niet afge schrikt, dus liet ik mij ook niet afschrikken. Zijn hoogste doel was niet om populaire verha len te houden. Hij maakte zich zelfs druk om de civiele ver dediging, waar in de Haagse politiek altijd wat lachterig over werd en wordt gedaan. „Als er ooit een echte ramp uitbreekt, zal blijken dat mijn werk zinvol is geweest", zei hij altijd. Als anderen stijlvol gin gen lunchen, bleef hij op zijn kamer werken. Al telefone rend probeerde hij erachter te komen of de ambulances wel paraat waren, of de comman do-centra nu eindelijk klaar waren en hoe het zat met de rampenplannen van de over heid. Nog zie ik hem zitten achter zijn buro, de meege brachte boterhammetjes op peuzelend, want tijd is geld en er was nog zoveel te doen. Dreigingen De Golfoorlog heeft in elk ge val afgerekend met veel luch tige nonchalance en intellec tuele betweterij rond het the ma defensie. Ook anno 1990 zijn er nog vele militaire drei gingen, soms bekend, soms uit geheel onverwachte hoek. De Defensienota van het huidige kabinet wijst daar terecht op. Het kenmerk van dreigingen is dat je ze niet altijd tevoren kent. Élk militair conflict ver loopt anders dan verwacht en de afloop staat nooit bij voor baat vast. Nu het overwicht van de grote mogendheden wat teruggelo pen is, komt er helaas .v Nederlandse militairen met Patriot-luchtafweergeschut in actie tijdens de Golfoorlog. ruimte voor alle mogelijke re gionale conflicten en oorlogen. Een land als het onze, dat duurzame vrede wil op de ge hele aarde, moet daarom be reid zijn om mensenrechten, vrede en democratie overal ter wereld te helpen verdedigen. Daarom hebben wij in het Midden-Oosten militairen, als waarnemers, als scheidsrech ters, als politie-agenten, als hulpverleners. En als dat niet voldoende is, zijn wij ook be reid met inzet van harde hand (P-16's, fregatten, onderzeebo ten, mariniers) tussenbeide te komen. Wie had ooit kunnen denken dat nog voor het Christendom, ontstaan in Is raël, z'n tweede millenium zou hebben afgerond, zeer gemoti veerde, hoog opgeleide Neder landse jongens schouder-aan- schouder naast hun joodse col lega's gingen staan om een arabische dictator te weer staan? Plicht Wie Nederlandse jongens op basis van vrijwillig heid hun leven laat inzet ten, heeft als samenleving de plicht om hen met het best be schikbare materieel uit te rus ten. Zij zetten het kostbaarste dus de plicht om hen het beste mee te geven. Ook dat is kost baar maar best op te brengen door een bevolking, die zo fier-onafhankelijk en vrij heidsgezind is als het Neder landse. Wie almaar denkt dat er voor al op veiligheid beknibbeld moet worden, en dat je vooral daardoor populair zou worden, miskent ae ware aard van de Nederlander. Juist ons volk is bereid, mits de zin ervan dui delijk wordt gemaakt, op te komen voor medemensen in nood. Dat wordt steeds op- FOTO: ANP nieuw bewezen in allerlei ac ties en in onze bovenmatige inspanning bij de ontwikke lingshulp. Die bereidheid be staat ook ten aanzien van vrede, veiligheid en defensie. Ook dat is een les van de Golf oorlog. Alleen wie zijn stem in het internationale koor kracht kan bijzetten, wordt gehoord. Het trieste is dat er allerlei on zekerheden en risico's bijko men in de huidige wereld. Weliswaar is er op dit moment een relatieve ontspanning tus sen Sovjetunie en de rest van de wereld, maar dit kan mor gen al weer anders zijn. Zoals een Russisch ambassadeur on langs in het buitenland tegen mij zei: „Ik weet niet wie er morgen de baas is in het Kremlin. Laat staan, dat ik weet, welke politiek hij zal voeren". Geen wanhoop De militaire capaciteiten van de Sovjetunie zijn nog steeds geweldig groot en ze proberen nu al weer om onder de ont wapeningsakkoorden uit te komen (door overplaatsing van tanks achter de Oeral en een snellere opbouw van hun marine). Reden van wanhoop? Geenszins. Dit fs een tijd voor onvermoede kansen op vrede. Maar ook een tijd van onbere kenbare risico's. Het is daarom zaak waakzaam te blijven. En om onze defensie dus niet te verslonzen. Het westerse front heeft in Irak gewonnen, mede dank zij onze wapentechnologie. We kunnen er dus uit leren dat die technologie op peil moet blijven en dus ook de bedrij ven waar die technologie ont wikkeld wordt. Niet (alleen) vanwege de werkgelegenheid, noch minder voor het gewin (laat die maar naar de samen leving gaan), maar omdat wij, als alle vreedzame middelen écht zijn uitgeput, niet uitge teld moeten zijn. Die bood schap zullen wij moeten blij ven uitdragen naar al die on frisse lieden, waar ook ter we reld, die ter wille van hun machtspoltieke spelletjes niet op medelevens letten. In de Golfoorlog is het Westen niet te laat begonnen, maar in elk geval te vroeg geëindigd. Vele tienduizenden, onschuldi ge slachtoffers hebben daar voor inmiddels al met hun le ven betaald. Ook dat is een les van de Golfoorlog. W.Mateman is lid van de Tweede Kamer van het CDA) Frits, de hoofdpersoon van deze geschiedenis, was om acht uur thuisgekomen, had Femke een kus op het voorhoofd gegeven, had de avondbladen gelezen en enkele pagina 's eruit gescheurd en had kort voor hij naar bed wilde gaan nog even zijn vriend Hans gebeld. Hans las geen kranten meer, hij maakte er alleen nog reclame voor. „Dus dan weet je niet dat je de populairste politicus van Nederland bent?", had Frits gevraagd. „Daar heb ik toch geen krant voor nodig!", had Hans geschamperd. „Dat weet ik zelf ook wel". Over veel meer hadden ze het eigenlijk niet gehad. Frits trok z'n pyjama aan, poetste z'n tanden, keek in de spiegel en deed wat spraakoefeningen: Llllijssst- trrrèkkèrrrrr". Vervolgens zette hij de wekker op acht uur, gaf Femke weer een kus op het voorhoofd en sliep in. Hij droomde die nacht niet. Toen hij zondagmorgen laat, na een licht ontbijt, voor de televisie ging zitten, zag hij Hans weer. Terwijl Femke de tafel afruimde, vertelde zijn vriend op RTL 4 dat hij wel lijsttrekker van de VVD wilde worden. Frits voelde de spanning groeien. Dit kon niet waar zijn. „Hoe lang is het nou helemaal geleden dat ik bij de statenverkiezingen zo'n mooie uitslag voor m 'n partij heb gehaald?", vroeg Frits zich hardop af. „Ik heb het verval van de VVD toch gestopt, ik heb de partij toch uit het dal gehaald?" „Is er wat?", vroeg Femke. Frits hield zich groot. Neuhniet echt hoor. Hans zegt dat-ie wel lijsttrekker voor ons wil worden. Je weet, ik heb Hans hoog zitten, heel hoog. En het is waar: zijn terugkeer zou de VVD goed doen. Maar ja, ik eh... "Femke zag dat Frits in een mist langs haar heen keek. Ze begreep direct wat er aan de hand was, liep op hem toe en streek door z'n grijze haar. „Dan kun jij het wel schudden hè?", fluisterde ze. Die nacht werd hij om half vier wakker. Wat een ellendige droom dacht Frits, een blik op de wekker werpend. Hij probeerde de beelden te reconstrueren. In zijn slaap had hij gezien dat de VVD- fractiekamer stampvol zat met journalisten. Ze wilden weten of hij niet stiekem zélf Hans had gevraagd zich beschikbaar te stellen als lijsttrekker. En plotseling zag hij opeens zichzelf. Heel vreemd was dat Het grijze haar kleurig gekamd, de donkere wenkbrauwen ietwat opgetrokken, alsof hij verbaasd was. En hij zat niet, nee hij lég. Wat zou dat betekenen? Frits wist het niet en sliep peinzend weer in. En ziedaar, de droom ging verder waar hij was opgehouden. De man met het grijze haar lag in een zwarte doodskist in de hoek van de fractiekamer. Frits keek in de kist en zei: „Daar zitten we mooi mee opgescheept". „Dat hoeft niet", zei opeens een man met een brilletje, die een gedrongener gestalte had dan Frits. Wedden dat ik de begrafenis voor de volgende verkiezingen geregeld kan krijgen?". Frits was weer wakker geworden. Wat gebeurt er met me?", vroeg hij zich af. Langzaam sluimerde hij weer in en trad voor de derde maal de fractiekamer binnen. Er was niemand. Hij liep op de kist toe, keek er in en zag dat het lichaam volledig was bedekt met stembiljetten waarop de initialen H. W. stonden gedrukt. „Wat moet ik doen?" dacht Frits. Wacht even, de televisie, dat kan helpen. Hij liep naar het tv- toestel in een andere hoek van de kamer en knipte het aan. Misschien was er wel een concert te vinden, een toneelstuk wellicht, desnoods Adriaan van Dis. Als het maar afleiding bood. Maar hij zag weer Hans. „Dag Frits zei Hans, „Het wordt woensdagmiddag twee uur. We zetten de kist zolang bij je thuis". Hij was nog niet uitgesproken of er kwamen enkele VVD-kamerleden binnen die de kist op hun schouders namen en hem voorzichtig het gebouw uitdroegen. „Frits keek als verlamd toe. „Ik kan niets doen", dacht hij. „Niets". Hij werd voor de derde keer wakker en stak het licht aan. „Ik moet voortaan voor ik naar bed ga een eindje gaan wandelen dacht hij, „dan slaap ik dieper". Hij nam een douche, keek in de spiegel en zag opnieuw de man met het brilletje. „Llllljsssst- trèèkkkkerrrr", zei Hans. Snel kleedde Frits zich aan en ging naar de huiskamer. „Je bent vanmorgen waarachtig niet laat", zei Femke „Ik wilde vandaag maar eens vroeg opstaan en hard gaan werken antwoordde Frits. Hij keek haar scherp aan. „Want je weet wat ik altijd zeg: in dit leven is alles tijdelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 9