Burgeroorlog' ook op ïoegoslavische school 1 II inal Ie Veerbericht kan niet veel beter Nauwgezet volgen de Joegoslaven in ons land al het nieuws over de onlusten in hun geboorteland. De drang naar autonomie en zelfbeschikking in de deelrepublie ken en de weer opgelaaide tegenstellingen tussen de vol ken heeft er toe geleid dat Joegoslavië op de rand van een burgeroorlog staat. Gelukkig weten de Joegoslaven in Nederland het hoofd koel te houden, maar hun be zorgdheid is er niet minder om. Zeker nu het dreigende uiteenvallen van Joegoslavië ook hier al praktische ge volgen heeft gehad. Zo dreigt de Joegoslavische school in Rotterdam op min of meer dezelfde manier te desinte greren omdat Kroatische ouders hun kinderen massaal thuis houden en zelfs een eigen school hebben opgericht. „Geen politiek op school", zeggen alle betrokkenen met grote stelligheid. Maar ongewild is het daar toch van ge komen en winnen de emoties het soms van het gezonde verstand. ZATERDAG 18 MEI 1991 PAGINA 33 npTTERDAM - Het kost Renate n tpsen duidelijk moeite over de ge- urtenissen bij haar op school te iten. Als coördinator - zeg maar ecteur - van de Joegoslavische d%ool Wladimir Nazor in Rotter- atn maakte ze eind vorig jaar van aa r nabij mee hoe de sfeer te lij had onder de spanningen tus- met name Servische en Kroati- ,1e leerlingen en leraren. Niet dat sprake was van lijfelijk geweld, lar schelden of doodzwijgen kan ns net zo hard aankomen als klap. Misschien nog wel har- weet Dosen uit ervaring. licj aantal leerlingen van Wladimir Na- dat elke zaterdag onderwijs op vrij- lige basis verzorgt voor Joegoslavische deren van 6 tot 18 jaar, zakte bij het hn van het schooljaar in één klap van naar 350. Een snelle daling waarvan dreinde nog niet in zicht is. Met name latische ouders houden hun kinderen is of hebben de overstap gemaakt naar in oktober opgerichte Kroatische tol. Maar ook bij de Servische groepe- is de roep om een eigen school hier laar al hoorbaar. Als je in Joegoslavië jrJt uit- en opkomen voor je eigen iden- - je eigen taal en cultuur - moet dat ook in Nederland kunnen, is de ge- te. irom is het niet verwonderlijk dat het [bestaan van de Joegoslavische iol op het spel staat. Een situatie die |k oploopt met de op handen zijnde integratie van het moederland. Daar nt nog bij dat de gemeente Rotterdam, 'de school subsidieert in het kader van OET-regeling (Onderwijs in Eigen ontslag heeft aangekondigd voor :n van de twintig leraren vanwege de ig van het leerlingenaantal. Renate :n maakt zich dan ook grote zorgen de toekomst van de school, haar opluchting is de sfeer sinds en- maanden wel weer een stuk beter. :n verwondert zich er eigenlijk ook dat het destijds zover kon komen, ir heeft er wel een verklaring voor. ben er tegen om op school politiek te ijven. Maar als op een gegeven mo- t de emoties mee gaan spelen, is dat s niet meer te scheiden. Wat dat be is het hier een pure afspiegeling van tuatie in Joegoslavië". een joegoslavië de problemen op Wladimir Nazor ei- jj'k hand in hand lopen met de poli ontwikkelingen in Joegoslavië blijkt uit het verhaal van Tomislav Bicanic Gaardingen, die binnen de nog jonge itische Kulturele Vereniging één van jprichters was van de Kroatische ol. Hij stelt nadrukkelijk niet tegen ndere Joegoslavische volken te zijn. voegt er meteen strijdvaardig aan Joegoslavië bestaat niet, noch zoiets en Joegoslavische taal", ens Bicanic zijn vooral de taallessen e Joegoslavische school een bron van iis. Er wordt, zoals dat volgens de ïële subsidieregeling heet, les gegeven :t Servo-Kroatisch. Maar volgens Bi- bestaat het Servo-Kroatisch als taal naai niet en gaat het om twee ver lende talen, hoewel de Serven en iten elkaar wel kunnen verstaan, gelijk het met de verhouding ms-Nederlands of in mindere mate i-Nederlands", verduidelijkt hij. De ming Servo-Kroatisch (een taal met varianten) was voor het communis- e bewind een mooie manier om de eenheid van de verschillende volken be nadrukken. In de praktijk wordt echter tijdens de lessen Servisch of Kroatisch gesproken, al naar gelang de herkomst van de do cent. „Maar zeventig procent van de do centen was Servisch, terwijl de kinderen voor zeventig procent Kroatisch waren. Daardoor kwamen ze vaak thuis met de verkeerde woorden en uitdrukkingen", schetst Bicanic zijn bezwaren. Maar de taal is niet het enige dat de Kroatische ouders stoort. Nu de demo cratische ontwikkelingen in Joegoslavië doorzetten, getuige bijvoorbeeld de onaf hankelijke verkiezingen die in alle deelre publieken zijn gehouden, wordt de Joego slavische school, en met name de inhoud van de lessen, steeds meer als een onpret tige erfenis van het oude regime gezien. Bicanic wijst op de politieke indoctrina tie: bijvoorbeeld de overmatige aandacht voor de Partizanenstrijd tijdens de ge schiedenisles. En hij is nog steeds wan trouwig. Ook in de richting van de am bassade die de inhoud van de lessen voor een groot deel bepaalt. Dat de Kroatische gemeenschap in Ne derland (5000 zielen) pas nu, na hier al zoveel jaren te wonen, aandacht opeist voor de eigen taal en cultuur, verklaart Bicanic als volgt: „Wij zijn hier in de ja ren zeventig gekomen als Joegoslaven en tot gisteren is dat zo gebleven. Met de rechten die we als Kroatisch volk hebben, zijn we nooit naar buiten getreden, want we waren ons bewust van de consequen ties. Bang dat we niet meer terug zouden kunnen naar Joegoslavië of dat het regi me onze familieleden daar zou straffen". Het aantal leerlingen van Wladimir Nazordat elke zaterdag onderwijs op vrijwillige basis verzorgt voor Joegoslavische kinderen van 6 tot 18 jaarzakte bij het begin van het schooljaar in één klap van 725 naar 350. FOTO'S: CORNË SPARIDAENS Kroatisch voor subsidie in aanmerking en is er een klein subsidiestroompje voor het Albanees. Maar als mensen IGoatisch of Servisch onderwijs willen opzetten, moet dat particulier worden gefinan cierd". Discriminatie Voor Bicanic is dat standpunt moeilijk te verteren. Hij zegt het zelfs als discrimina tie te voelen dat de Rotterdamse wethou der van onderwijs ooit in een brief liet weten alleen met de ambassade te willen onderhandelen, zolang Joegoslavië nog als land bestaat. „Ik kan me wel voorsteh len dat Nederlanders zo denken", zegt hij daar na lang aarzelen over, „maar nu we zo ver zijn gekomen gaan we niet meer verder als Joegoslaven", voegt hij er bijna vertwijfeld aan toe. „Wij verwachten sub sidie te krijgen. En als het niet van de ge meente is dan misschien van de staatsse cretaris van onderwijs. We hebben wat dal betreft vertrouwen in het Nederland se democratische systeem. De overheid moet geen geld geven aan systemen, maar juist aan mensen. Wij leven hier nu twin tig jaar met onze kinderen en wij hebben hier rechten. Niet het Joegoslavische sy steem". Bicanic heeft zijn hoop gericht op de bemoeienis van de Kroatische staatsscretaris van onderwijs, die begin januari een bezoek aan zijn school bracht en ook met haar ambtgenoot J. Wallage een onderhoud had. Misschien dat de re gering het Kroatisch als officiële taal gaat erkennen, hoopt hij. Intussen heeft drs. Zwalf niet stilgezeten en een plan bedacht dat voor een groot deel tegemoet komt aan de bezwaren te gen de Joegoslavische school. Volgens hem zou de school (en daarmee het bud get) moeten worden opgedeeld in vier studierichtingen: Kroatisch, Servisch, Servo-Kroatisch en Albanees. Al dan niet onder de paraplu van Wladimir Nazor. Renate Dosen heeft het voorstel al met open armen ontvangen. Het zou waar schijnlijk de redding van haar school be tekenen. Bicanic is voorzichtig positief over het voorstel, hoewel hij er niet voor voelt onder de noemer Joegoslavische school door te gaan en voor een defini tieve reactie eerst nog met zijn achter ban wil overleggen. Hoe de toekomst van Wladimir Nazor er ook uit zal zien, over één ding zijn de gesprekspartners het met elkaar eens: de afloop van de et nische onlusten in Joegoslavië zal bepa lend zijn voor de toekomst van het on derwijs. „Valt Joegoslavië uit elkaar, dan gebeurt hetzelfde met de Joegoslavische school", voorspelt Renate Dosen. Renate Dosen, zelf ook Kroatische, heeft best begrip voor de opstelling van Bica nic. Ook zij is zich bewust van de com munistische erfenis, maar vertelt dat ze momenteel in samenwerking met de ge meente bezig is met de herziening van het lesmateriaal. Maar ze begrijpt niet waarom iemand niet èn Joegoslavisch èn Kroatisch, Servisch of Sloveens kan zijn. „Een Fries is toch ook een Nederlander? Ik ben Kroatische, maar voel me ook Joegoslavische". Voor Tomislav Bicanic gaat dat te ver. „Ik weet dat het Kroatische volk al der tien eeuwen bestaat. Maar Joegoslavië be staat pas zeventig jaar en de laatste vijftig jaar hebben wij situaties gehad zoals in de Sovjetunie, waarbij we als één volk werden gezien met één cultuur. Dat was allemaal maar doctrine". Een kijkje in een van de klassen van de Joegoslavische school Wladimir Nazor in Rotterdam. Officieel wordt er les gegeven in het Servo-Kroatisch. Maar volgens kritische Joegoslaven bestaat die taal helemaal niet en gaat het om twee verschillende talen, hoewel de Serven en Kroaten elkaar wel kunnen verstaan. Dat de gemeente Rotterdam, subsidiever strekker en bevoegd gezag, zoals dat offi cieel heet, nu met de nodige vragen zit, is duidelijk. Want wat moet er gebeuren als de Kroatische school subsidie gaat aan vragen? En stel dat er ook nog eens een Servische of Sloveense school van de grond komt die een officiële status wil? Volgens drs. M.C. Zwalf van de dienst onderwijs is subsidiëring van de Kroati sche school voorlopig uitgesloten. „Hoe wel het volstrekt verklaarbaar is dat men een eigen school heeft opgericht", zegt hij. In haar argumentatie gaat de gemeente nog uit van de oude situatie. „De realiteit is nu eenmaal dat er een Joegoslavië is en dat er verdragen zijn tussen dat land en de Nederlandse regering. Volgens de ver dragen komt het onderwijs in het Servo- iTEOROLOOG BENGTSSON: „WETENSCHAPPELIJKE GRENZEN IN ZICHT" 1ANS BOSSCHER GENINGEN - Twee mannen met hun luchtballon in ht weer terecht. Na enkele da- duiken ze weer op uit mist en ite bewolking. Eén van de twee igt aan een voorbijganger op de ld: „Waar zijn we?" „In de it", luidt het stellige antwoord, it moet een meteoroloog zijn", de ballonvaarder. „Hoe kom aarbij?", wil z'n reisgenoot we- „Wel, de informatie is vol- kt juist, maar ik heb er hele- 1 niets aan". grapje doet regelmatig de ronde in ;en van meteorologen. Deze week het ook weer op tijdens het congres 'ageningen waarmee Meteo Consult vijfde verjaardag vierde. Meteo •uit, dat geleid wordt door Harry n, is een particuliere onderneming al van afnemers voorziet van weers- vens. nformatie die weermannen verstrek- ïs onderwerp van menige klaagzang, onclusie is vaak, dat je niks aan die jkn hebt, want ze zitten er altijd it; je kunt maar beter op je likdoorn an. S de afgelopen decennia voor tiental- niljarden geïnvesteerd in het verbe- i van de weersvoorspellingen. Com- jrnetwerken zijn voortdurend uitge- kl en verbeterd, speciale satellieten lin een baan om de aarde gebracht let aantal meetstations op schepen en pet land is enorm gestegen. Toch is lelke dag weer een sport om te kijken of Erwin Kroll, Jan Pelleboer, Hans de Jong, Harry Otten en hun minder be kende collega's het goed gezien hebben. Die investeringen hebben echter wel de gelijk wat opgeleverd. Pro/, dr. L. Bengt- sson van het Internationaal Meteorolo gisch Instituut in Zweden en tot vorig jaar directeur van het Europese Weer- centrum in het Engelse Reading, maakte in Wageningen duidelijk dat alleen al de verbetering van de computertechnologie de betrouwbaarheid van weersvoorspel lingen aanmerkelijk heeft verbeterd. Zo is de snelheid waarmee computers bere keningen kunnen uitvoeren met een fac tor miljoen vergroot sinds het begin van de jaren '50. Samen met de.andere ont wikkelingen heeft dit ertoe geleid dat een voorspelling die nu voor vijf dagen wordt gegeven even betrouwbaar is als veertig jaar geleden een voorspelling voor één dag. „Het is nog mogelijk de voorspellingen tot vijf dagen te verbeteren", stelde Ben- gtsson. „Zowel bij de ontwikkeling van software als bij hardware zijn de grenzen nog niet bereikt, maar ze komen wel in zicht. Van groot belang is dat de gege vens efficiënter verzameld en verwerkt worden. Voor perioden van meer dan vijf dagen blijven de instabiliteiten te groot en de samenhangen te ingewik keld". Volgens Bengtsson zijn meer ge: detailleerde voorspellingen mogelijk bij zowel ingrijpende weersverschijnselen als tropische stormen als neerslag en wolken. Orkaankracht De computersystemen kunnen nog zo geavanceerd zijn, er gaat nog regelmatig iets fout. In oktober '87 interpreteerden meteorologen in Groot-Brittannië de ge gevens niet goed, waardoor de bevolking van Zuid-Engeland volkomen verrast werd door een storm met orkaankracht. En als de informatie wel juist is, maar niet op de bestemde plaats komt, schiet de man in de straat ook weinig op met al die high-tech. De recente ramp in Bangladesh heeft dat weer eens genade loos aangetoond. Uit verslagen van jour nalisten die in het rampgebied zijn, blijkt dat competentiestrijd tussen over heidsdiensten ertoe leidde dat pas enkele uren voor de cycloon de kust bereikte een waarschuwing uitging. Te laat voor de bevolking om nog een veilig heenko men te zoeken. Bengtsson erkende het knelpunt. Hij be pleitte daarom een systeem van infor- matiedoorgifte zoals dat in China werkt. Het systeem heeft veel weg van een tele foonpiramide, waarbij waarschuwingen vanaf centraal niveau doorgespeeld wor den aan iedereen die het aangaat. Een goedkoop en simpel systeem. Maar van het nut ervan zijn kennelijk nog niet alle regeringen overtuigd. Speculeren Voor de informatievoorziening over dreigende rampen blijven instituten als het KNMI onmisbaar, zo stelde prof. dr.ir. H. Tennekes. „In de volgende eeuw zullen publieke meteorologische instellingen (al dan niet opgegaan in gro tere, Europese organisaties, red.) zich richten op onderzoek, infrastructuur, kli maatcontrole en rampensignalering". Tennekes is van mening dat meteorolo gen momenteel te veel nadruk leggen op weersvoorspellingen. Door de grote aan dacht voor dit lucratieve onderdeel van de wetenschap dreigen meteorologen on Satellietfoto van een alles verwoestende orkaan. voldoende aan andere taken toe te ko men. „Klimaatveranderingen (als gevolg van de overmatige uitstoot van kool dioxide in het Westen en ontbossing in de Derde Wereld, red.) zijn de laatste tijd nogal populair. Maar de gegevens ontbreken om daar werkelijk iets over te kunnen zeggen". Juist vanwege dit soort onderzoek blij ven publieke instituten als het KNMI bestaan, voorspelde Tennekes. Particu liere bedrijven als Meteo Consult zijn immers gericht op korte-termijn-activi- teiten die geld opbrengen. Met het voor spellen. van weer lukt dat. Langdurig on derzoek naar de gevolgen van het broei kaseffect is echter geen bezigheid waar mee een bedrijf draaiende kan worden gehouden. „Verdere commercialisering van de me teorologie is dan ook onwenselijk, want dat brengt de dienstverlening in gevaar. Weersvoorspellingen zijn niet de bulk van ons werk", betoogde Tennekes voor een gehoor dat gekomen was voor het verjaardagsfeestje van Meteo Consult. Om de pret nog verder te drukken voeg de de KNMI-directeur eraan toe: „Ook als de samenleving ingrijpend verandert onder invloed van milieuverval, kli maatveranderingen en ombouw van de economie om een duurzame ontwikke ling mogelijk te maken - dus als junk food en soft drinks zijn verdwenen - zullen publieke meteorologische institu ten nog steeds bestaan". £oidóc ScHwont1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 33