p
1
li
inal
Ie
;,Elke nachtdienst is slecht en onnatuurlijk"
et rijtuig herleeft
ZATERDAG 18 MEI 1991 PAGINA 29
>ROF. RIETVELD ONDERZOEKT GEVECHT TEGEN DE KLOK:
IET RA JANSSEN
jIDEN - Elke dag opnieuw le-
beft de mens een gevecht tegen de
ik. En een dag duurt altijd pre-
s 24 uur, geen seconde langer,
n seconde korter. Maar wonder-
genoeg maakt de biologische
jk van de mens altijd een cyclus
Iger dan 24 uur.
fe biologische klok is ook verantwoor-
stfijk voor het verschijnsel 'ochtend-
jns' en 'avondmens'. Een ochtend-
kis zit 's morgens vroeg al met een
duklend humeur achter zijn bureau,
lar om op volle toeren de dag te be-
Inen. Zijn collega daarentegen, een
bndmens, moet nog arriveren. Net op
)nd ploft deze met een gezicht als een
fwurm neer op zijn stoel en hij is ze-
het eerste uur niet aanspreekbaar.
yt soortdeling is niet gebaseerd op
„ujsoonlijke voorkeuren of karakterei-
jschappen, maar wordt gereguleerd
labr onze lichamelijke wekker,
tea
lfwijking
cnifessor W. Rietveld, fysioloog aan de
ksuniversiteit Leiden, gaat binnen-
ft samen met een Russische collega
pstijnkevers de ruimte inschieten om
i meer aan de weet te komen over het
fiende fenomeen van deze geheimzin-
p, schijnbaar onzichtbare hand die
eel invloed heeft op ons levenspa-
bn. „De biologische klok is niet iets
jgs, maar is heel tastbaar en aanwijs-
jr", verduidelijkt Rietveld. In het
)fd, in het centrale zenuwstelsel, on-
aan de hypothalamus, blijken twee
jepjes zenuwcellen te zitten, de zoge-
imde suprachiasmatische kernen,
pze cellen vormen samen een netwerk
het 24-uurs signaal afgeeft. Dit or-
h is dus verantwoordelijk voor de
b en nachtsturing van allerlei rit-
h".
ar waarom loopt onze biologische
k niet gewoon netjes 24 uur? „Inder-
Sd, op het eerste gezicht zou men zeg-
dat een rondje van 24 uur optimaal
Iet lijkt vreemd, maar dat is nou net
zo!", vervolgt Rietveld. „In vijf mil-
l jaar ontwikkelde het eerste primitie-
P> even zich onder invloed van het om-
iende milieu tot het huidige planten-
(gWierenrijk. Biologische ritmen van eb
jékvloed, van maanstanden, van seizoe-
Ifj, van dag en nacht, zie je terugko-
/rn bij al het leven op aarde. Als je een
j of mens bijvoorbeeld in een grot
*^er de grond stopt, geïsoleerd van al-
■rai natuurlijke ritmen, kun je de afwij-
*1 die de biologische klok maakt ten
s* chte van de tijdsindeling meten. Die
ode van afwijking is griezelig con-
m t. Ik heb met ratten geëxperimen-
1 en dan zie je dat hun biologische
r zo eng nauwkeurig loopt, dat je ze
kunnen inruilen voor een digitaal
)ciale signalen
Dr de mens geldt dat zijn natuurlijke
ophe altijd in meer of mindere mate
■lcf r boven afwijkt. Op de een of andere
nier moeten we ons daarom zodanig
3n passen dat we toch elke dag 'uitko-
rch' in 24 uur. Rietveld: „Dit betekent
roj) we keer op keer gesynchroniseerd,
esteld, moeten worden. Als je klok
ijkt moet je hem gelijk zetten. En nu
t ik terug op die 24 uur. Als een wek-
L precies 24 uur moet lopen, heb je
e controle-mechanismen nodig. Eén
r het geval hij sneller loopt en één
het geval hij trager loopt. Hier zit
i de clou. Omdat de mens altijd maar
r één kant afwijkt, heeft hij voldoen-
Rechts: Professor
W. Rietveld,
fysioloog aan de
Rijksuniversiteit
Leiden, gaat
binnenkort samen
met een Russische
collega
woestijnkevers de
ruimte inschieten
om nog meer aan
de weet te komen
over de biologische
klok, die zoveel
invloed heeft op
het levenspatroon
van mens en dier.
Onder: Tijdens
hun twee weken
durende ruimtereis
krijgen de
woestijnkevers
slechts een paar
havermoutvlokjes
te eten, wat
voldoende is.
U FOTO'S: MILAN
KONVALINKA
de aan één controle-mechanisme. We
vermoeden dat er vroeger dieren zijn ge
weest waarvan de biologische klok exact
24 uur liep. Maar simpelweg omdat ze
moesten beschikken over twee controle
mechanismen zaten ze te ingewikkeld in
elkaar en zijn daarom uitgestorven".
Maar hoe zetten we onze bioklok nu ge
lijk? „Vergelijk het met een slechte wek
ker. Die wekker kun je elke dag gebrui
ken als je hem gelijk zet. Dat doe je met
je handen. Verschillende signalen zorgen
voor het corrigeren van de biologische
klok. Bij de meeste dieren is dat bijna al
tijd de afwisseling van licht en donker.
De mens heeft veel meer signalen tot
zijn beschikking om zijn wekkertje gelijk
te zetten. Eigenlijk alles wat regelmaat
heeft. Arbeid en rust, maaltijden, lawaai
's morgens van voorbijrijdende auto's.
Al deze regelmatige signalen zijn in staat
je ritme te veranderen. Licht en donker
ook, maar sociale signalen zijn voor de
mens het belangrijkste".
Woestijnkevers
Waarom stuurt Rietveld juist woestijn
kevers het heelal in, en niet sprinkhanen
of kakkerlakken? „Ten eerste beschikt
deze kever over een biologische klok die
ongeveer hetzelfde werkt als die bij de
mens. Omdat dit beestje wat zijn biolo
gische ritme betreft niet ver van de men
sen afstaat, kun je gevonden resultaten
gebruiken om dingen bij de mens te ver
klaren. Een andere reden is - de naam
geeft het al een beetje aan - dat deze
diertjes geweldig goed tegen barre om
standigheden bestand zijn. Ze leven in
onherbergzame woestijnen in het zuid
oosten van de Sovjetunie. Om een idee
te geven van hun taaiheid: met een heel
klein beetje voedsel, slechts een paar
grassprietjes, kunnen woestijnkevers het
bijna een jaar lang zonder water uithou
den. En vloeistof toedienen in de ruimte
is uiterst lastig. Tijdens hun twee weken
durènde tocht krijgen de kevers slechts
een paar havermoutvlokjes te eten, wat
voldoende is. Bovendien zijn deze ke
vers zeker niet miezerig: ruim vijf centi
meter. Metingen verrichten is dan mak
kelijker dan bij een minuscuul fruitvlieg-
je", aldus Rietveld.
Hoewel er al veel bekend is over het
functioneren van onze lichamelijke wek
ker voegt het ruimte-experiment een ex
tra dimensie toe aan de onderzoeken tot
dusverre. „Tot nu toe isoleerden we die
ren of mensen slechts van het dag/nacht
ritme door ze bijvoorbeeld onder de
grond te stoppen. Nu valt nog een extra
element weg, de zwaartekracht". Riet
veld geeft toe dat dit laatste aspect eigen
lijk berust op puur wetenschappelijke
nieuwsgierigheid en slechts van triviaal
belang is voor praktische toepassingen.
„De wereld gaat niet op zijn kop staan
als we straks meer weten wat er met de
bioklok van astronauten gebeurt als ze
bijvoorbeeld een lange reis naar Mars
maken". Maar los hiervan moeten de
woestijnkevers ook een bijdrage leveren
aan nog openstaande vragen over de
mysterieuze werking van onze biologi
sche klok.
Dagdieren
Zo zijn wetenschappers het nog steeds
niet met elkaar eens of ontregeling van
het menselijke ritme, bijvoorbeeld door
het werken in nachtdiensten, nu wel of
niet schadelijk is voor de gezondheid.
„Wetenschappelijk gezien ligt het bewijs
hiervoor nog niet onomstotelijk op tafel.
Er zijn proeven gedaan met bananevlieg-
jes waaruit blijkt dat bij levenslange ont
regeling van hun biologische ritme hun
levensduur met maar liefst 25 procent
wordt bekort. Maar niemand werkt na
tuurlijk zijn hele leven in nachtdiensten,
en ook factoren zoals stress zijn van in
vloed".
„Gevoelsmatig zeg ik, elke nachtdienst
is per definitie slecht, is onnatuurlijk.
Wij zijn dagdieren en blijven dagdieren.
Dus als we 's nachts werken doen we iets
vreselijk onnatuurlijks. De belangrijkste
signalen waarmee je jezelf corrigeert val
len weg omdat andere mensen om je
heen wel in het oude patroon leven. Als
jouw ritme niet precies 24 uur is en dat
van jouw omgeving is dat wel, wandel je
elke dag als het ware over de tijd heen.
Als je dagelijks een rondje van 25 uur
maakt, schuif je zo elke dag een uur op.
Dat betekent na twaalf dagen, dat je
twaalf uur uit fase bent, dus klaar wak
ker bent op een tijdstip dat de meeste
mensen gaan slapen. Kortom, je krijgt
een conflict in al die synchronisaties en
het gevolg is dat je wel degelijk ontregeld
raakt".
Heel simpel zou men kunnen stellen dat
een nachtdienst draaien net zoiets is als
een transatlantische vlucht maken. Be
halve de groep nachtwerkers zouden dan
ook luchtvaartpersoneel en zakenmen
sen risico lopen. „Dat ligt toch net iets
anders", weet prof. Rietveld. „Want wat
doe je dan: je haalt je eigen bioklok uit
Europa en zet die in de VS. Je zit dan
ongeveer zeven uur verkeerd, maar na
een week ben je weer keurig op schema.
Als ik naar Amerika vlieg, staat alles om
me heen op een ander, nieuw, tijdsche
ma. Zit ik hier in de nachtdienst, dan is-
slechts een gedeelte omgeschakeld op
een ander tijdschema, namelijk ikzelf.
Dit conflict is veel ingrijpender en het
synchronisatieproces bijna onmogelijk".
Activiteitspiek
De laatste jaren staat de zogenaamde
lichttherapie in de belangstelling. Men
sen met zogenaamde winterdepressies
blijken baat te vinden bij toediening van
een dosis licht. „Rond de maand no
vember zie je dat veel mensen depressief
worden en in de lente weer opknappen.
De bioklok is ook hier de schuldige. De
dagen worden korter in de herfst en de
biologische klok van de mens kan de
verandering in de lengte van de dag en
de nacht niet bijbenen. We hebben na
tuurlijk wel kunstlicht, maar dat signaal
is niet sterk genoeg. Wat je bioklok be
treft zit je dan gewoon in het donker.
Door mensen met winterdepressies nu
met extra fel licht extra te belichten, zet
je hun uit koers geraakte wekker weer
goed. En via de woestijnkevers willen we
meer informatie krijgen voor toepassin
gen van deze lichttherapie. Over deze
vrij nieuwe behandeling werd in het be
gin nogal lacherig gedaan. Maar het
werkt wel degelijk. Trouwens, het is be
wezen dat hoe noordelijker je komt, hoe
meer mensen lijden aan winterdepres
sies".
De kevers zijn ook bijzonder geschikt
om meer inzicht te krijgen in het feno
meen ochtend- en avondmens. In de na
tuur zitten de dieren bijna altijd onder
de grond. Alleen bij de ochtend- en
avondschemering steken ze even hun
kop boven het zand. Maar binnen een
groep van soortgenoten zijn er kevers
die alleen in de ochtend actief zijn, al
leen in de avond of in beide perioden.
„Dat mensen vroeg op de dag of pas la
ter op hun best zijn, komt door de varia
tie waarin hun bioklok afwijkt van de
24-uurs klok. Ochtendmensen zitten
dichter bij de 24 uur dan avondmensen.
Als je klok maar een klein beetje afwijkt,
is dat gemakkelijker, dan ben je vrij snel
op peil. En ochtendmensen zijn vreselijk
snel op peil. Die staan om zes uur al te
springen naast hun bed, klaar wakker.
Als een klok veel meer afwijkt, duurt het
veel langer om hem gelijk te zetten. Dat
is de verklaring. We wijken allemaal af,
alleen de ochtendmensen minder, dus
die zijn sneller gesynchroniseerd. Omdat
de woestijnkevers zo'n grote variatie in
activiteitspieken vertonen en bij de
mens ook sprake is van verschillende ac
tiviteitspieken, hopen we meer aan de
weet te komen over dit verschijnsel".
Spilfunctie
Het lijkt wel of de biologische klok bijna
ons hele lichaam beheerst en bestuurt,
zonder dat we dit in de gaten hebben.
We associëren te vet eten bijvoorbeeld
wel met een verhoogde kans op hartaan-
doeningen, maar bij slaapstoornissen
denken we niet zo gauw aan een versto
ring van onze biologische klok. Na het
keverexperiment weten we waarschijn
lijk meer, hebben we meer antwoorden
op vragen.
Rietveld: „Als je op verschillende tijden
een ander mens bent, werken genees
middelen dan ook anders op verschillen
de tijdstippen? Er zijn al experimenten
gedaan met bepaalde medicijnen tegen
kanker. De medicijnen breken de tumor
cellen af, maar als nare bijkomstigheid
ook gezonde cellen. Proeven hebben al
uitgewezen dat toediening op het juiste
moment een gunstige invloed heeft op
de werking van die medicijnen. De af
braak van de gezonde cellen is dan mini
maal. Het is in de praktijk nog niet goed
uitvoerbaar, maar het toont wel aan wat
een belangrijke spilfunctie het biologi
sche ritme in het menselijk lichaam in
neemt".
|ERT DIPHOORN
cieto AVEREEST - Het rijtuig
leeft. Er worden volop nieuwe
aakt. Aan de lopende band
is. Maar toen Stolk zich 25 jaar
:den bekwaamde als rijtuigma-
werd hij door iedereen zonder,
keren voor gek verklaard. Hij
zijn vrouw restaureren nu voor
hinten uit de hele wereld. De op-
icht die hen op dit ogenblik het
nsiefste bezig houdt, moet 'de
oiste koets van de wereld wor-
|i'. Hun Duitse klant, een gefor
ceerd verzamelaar, heeft het uit-
ikkelijk bevolen,
ftien jaar geleden trouwden ze. Mar,
^van dezelfde landelijke rij vereniging,
p al gauw net zo 'gek' als haar echtge-
ït. Hij vermoedt, dat zij het nu zelfs
.larder te pakken heeft. Toen een zwa-
Ttorm het dak van hun boerderij in
d Avereest afrukte, vloog zij naar de
[kplaats om te zien hoe het met de
Juigen was. Speciaal met haar eigen
hvielige, voorname ponycar, oer-Hol-
ds, van Geesink uit Weesp. Ze heeft
al jaren van liefdevol restauratiewerk
eezitten. Hij: „Dat was belangrijker dan
en! hele huis". Zij: „Het huis was verze-
jnJd, maar onvervangbare rijtuigen kun
jiiet verzekeren".
t begon allemaal in de jaren vijftig,
tteraam, de deftige wijk Hillegers-
Ie"
■g. Stolk senior was groenteman; hij
n. In '50
Tiende met paard en wagen.
qild hij het voor gezien en ging boeren.
iBergschenhoek, dicht bij Rotterdam.
nam zijn liefde voor het paard en de
gen mee naar zijn nieuwe bedrijf. Zijn
>n nam de liefde voor het paard en de
gen over. Hij raakte zodoende kind
aan huis bij wagenmaker Jan van Peet.
Die bekeerde hem voorgoed tot het al
oude ambacht. Al Van Peets machines
staan nu in de werkplaatsen in Oud
Avereest, waar de Stolks zich een jaar of
acht geleden vestigden.
Hij zegt: „Het is een misverstand te den
ken, dat alles handwerk is. De rijtuigma
kers werken al ontzettend lang met ma
chines. We hebben laatst een prachtige
serie foto's gezien. Studebaker, Amerika.
Daar maakten ze rijtuigen aan de lopen
de band, zoals nu auto's. Dat was aan
het begin van de eeuw. Later zijn ze op
auto's overgegaan; nu bestaat het merk
niet meer".
Kolenvuur
De technieken van toen beoefenen de
Stolks nu nog, en zo nauwgezet moge
lijk. Een combinatie van hand- en ma-
chinewerk. Dat loopt fifty-fifty. Ze richt
ten zelfs een smidse in. Met kolenvuur.
Het domein van hem. „Kolenvuur
schijnt toch beter te zijn dat gas, heb ik
me laten vertellen". Dus koos hij daar
voor, terwijl hij bij oude vaklui te rade
ging om de verdere kneepjes te leren van
het smidsvak. „We doen zoveel mogelijk
alles zelf'.
Zij specialiseerde zich bijvoorbeeld in
het schilderswerk: lakken, spuiten, voor
al biezen trekken. Strakke lijnen op glan
zend zwart. Soms een simpel enkelvou
dig lijntje. „Dat doe je in anderhalve
dag, misschien". Soms een dubbel of
driedubbel patroon, dat een ijselijk
strakke hand vergt. „Niet roken, niet
drinken, zorgen dat je goed uitgerust
bent als je eraan begint, en dan niet ge
stoord worden. Als ik daar mee bezig
ben, moeten ze niet bij me aankomen",
zegt ze.
Er zijn rijtuigen bij, waar alleen het bie
zen al twee, drie weken werk kost. Zij:
„Het idee is, dat je veel met hout werkt,
maar eigenlijk is dat nog geen twintig,
dertig procent. Je hebt leer, je hebt het
smeedwerk, de bekleding. Bekleding kost
vaak enorm veel tijd en moeite. Er zijn
stoffen gebruikt die je niet meer kan
krijgen, of nauwelijks. Je moet zoeken
naar iets wat er zo dicht mogelijk bij
komt. Soms moet je het laten maken".
Ze zijn nog niet zo lang geleden aan een
adres gekomen, waar ze het kostbare
band kunnen betrekken waarmee de be
kleding van rijke rijtuigen is afgezet.
Perfectie
Het hoeft niet, bezweren ze. Maar ge
bruik liever niets dan iets onechts. Ze
hebben niets tegen concurrenten, want
Stolks orderportefeuille is voor jaren ge
vuld. Ze hebben wel iets tegen Jan-boe-
ren-fluitjes werk. Zij zegt: „Zelf nemen
we werk aan. We spreken met de op
drachtgever af, hoe ver we kunnen gaan,
we maken een prijs af, en daar doen we
het voor. Maar wij hebben de neiging al
tijd verder te gaan. We willen voor ons
zelf weten, hoe ver we het uiteindelijk
kunnen. En dan ben je ai gauw een paar
honderd uur langer bezig dan je rekende.
Maar daar lig ik niet van wakker".
Zo 'worstelen' ze op dit ogenblik met de
kunst van het leerbewerken. Het leidde
tot een prachtkap op een landauer, die
de helft van zijn restauratie intussen is
gepasseerd. Hij zit achter de naaimachi
ne. Voor het leer en de bekleding. Zij is
bezig met het hout. Net zoals het uit
komt.
Ze zegt: „Het moet perfect zijn en het
moet historisch verantwoord zijn. Als
dat niet lukt, beginnen we er met aan.
Als een opdrachtgever dat niet wil, dan
weigeren we de opdracht. Dat komt ook
voor".
Hij laat even de taxateur om de hoek
kijken: „Het gaat niet om ons, maar om
het vak. Als je ondeskundig laat restau
reren, ben je je geld in elk geval kwijt.
Koop iets voor een paar duizend, laat
het goed restaureren, en het is meer
waard: vaak meer dan restauratie kost.
Maar tienduizend gulden voor slecht
werk levert een rijtuig op dat niks meer
waard is, of in elk geval minder dan
waarvoor je het kocht".
Het ligt in zijn aard vertegenwoordigers
het erf af te briesen, als ze hem het
nieuwste zoveel-componentensnufje ko
men aanbieden om 'hout te repareren'.
„Hout repareren, dan k£n helemaal niet.
Je repareert niks, je stopt spul in een gat.
Dus ze hoeven hier met aan te komen
met de opmerking: 'Vervangen jullie dan
kapot hout? Dat hoeft toch niet?'. Ja, dat
hoeft wel".
Het echtpaar tikt op een arreslee. Met
veel kapot hout. Maar het is zichtbaar
een héél mooi exemplaar. Hij staat hoog
op de lijst van zaken die ze graag zouden
aanpakken, maar waar ze voorlopig niet
aan toekomen. Net zo min als aan de
Willy Jeep uit 1942. Zijn liefhebberij.
Even een ander soort restauratie. Ze
hebben al lang weer geen tijd gehad om
er mee verder te gaan.
Authentiek
Eerst wacht dat, wat het 'mooiste rijtuig
van de wereld' moet worden. Het is een
soort postkoets, maar dan voor particu
lier gebruik. Een reiswagen voor het hele
gezin. Rijke families gingen er eertijds
mee op. stap. Je kan erin zitten en erop.
Er is véél bagageruimte. De wereld telt
nog slechts één ander 'prachtig gerestau
reerd' exemplaar. In de werkplaatsen
van Stolk (natuurlijk ook zelf gebouwd)
moet het tweede worden herboren. Hij is
al tot in de kleinste onderdelen uit el
kaar gehaald. De veren zelfs blad voor
De zeldzame Skeleton
Gig met Mar op de bok,
die op restauratie wacht:
„Een hoogwaardig
verzamelexemplaar".
FOTO: GEORGE NUSMEIJER
blad, zoals trouwens vaker gebeurt. Het
rijtuig is inmiddels in de groei. Het staat
in de grondverf, als dat tenminste niet al
te oneerbiedig is gezegd voor uren poets
en schuurwerk, tot er geen rimpeltje
meer op het oppervlak ligt.
Toch is hij nog niet eens halverwege de
vervolmaking. Ze weten zelfs nog niet,
hoe hij er precies zal uitzien. Want be
halve handwerk is er ook speurwerk no
dig. Veel praten met anderen. „Soms zit
je uren aan de telefoon om erachter te
komen, hoe iets in elkaar heeft gezeten.
Dat hoort erbij. Je moet nooit denken,
dat je het weet. Hoe verder we gaan, hoe
meer we erachter komen, dat we eigen
lijk maar heel weinig weten".
Want hoe moeten ze precies die maho
niehouten pakkisten maken die in de
koets horen? Welk soort beslag moet
erop? Zoek het maar uit. De opdrachtge
ver verwacht, dat het authentiek zal zijn.
De Stolks: „Aan het andere exemplaar
dat er nog is hebben we wat dat betreft
niets. Daar zaten rieten manden in..."
Gewone mensen
Het zal dus nog duren, alvorens de we
reld kan oordelen of 'de mooiste koets
ter wereld' in de kop van Overijssel is
gerestaureerd.
Daar wachten voorts nog een deftig rij
tuig uit de Belgische koninklijke stallen.
Een aantal mooie vehikels van rijke
heren, nu van verzamelaars, en een van
de laatste aanwinsten, een zeldzaamheid:
de Skeleton Gig, een hoge, heel ranke
tweewieler. Discreet noemen ze ander
maal geen bedragen.
Doet niet ter zake, vinden ze: „Iedereen
kan een rijtuig hebben als hij er liefheb
berij in heeft. We hebben ook veel gewo
ne mensen onder de klanten. Je hebt
mensen, die zetten hem het liefst in de
kamer".
'EeidóetBou/umt1