leer dan duizend pagina's ol kritiek op Lou de Jong EG trekt 140 milj oen uit voor Bangladesh ulporganisaties hebben leerd van overstromingen CeidócGotruuit 'aATSTE DEEL VAN KONINKRIJK DER NEDERLANDEN' Top Gorbatsjov-Bush „zeker deze zomer" tri genland Genland MAANDAG 13 MEI 1991 PAGINA 5 en regering, beter samen "itituud of h\j die feheimun- er^/ kunnen fry pen (ADVERTENTIE) MILIEU VRIENDELIJK VERZOEK AAN ALLE BEZITTERS VAN EEN "TENEN-POLSBAND". De Tcnex Elbow Shock Absorber polsband is bij het afdanken een zeer milieu onvriendelijk produki: bij de afvalverwerking ervan komen grote hoeveelheden kwik vrij. V&D heeft dit artikel daarom ogenblikkelijk uit de verkoop genomen Mocht u reeds in het bezit zijn van de polsband, dan ontvangt u tot en met 30 juni 1991 op vertoon van de kassabon en bij inlevering van de armband uw geld terug Als u de polsband nu wilt blijven gebruiken en later bij ons wilt inleveren, dan kan dat ook V&D zorgt voor een milieu-veilige verwerking VROOMSDREESMANN WASHINGTON ïn een interview met het Amerikaanse tele visiestation ABC heeft een woordvoerder van Sovjetpresident Michail Gorbatsjov gezegd dat „zeker deze zomer" een topont moeting zal plaatshebben tussen Gorabtsjov en de Amerikaanse president George Bush. Woordvoerder Gregor Grigoriov zei nog geen precieze datum te hebben. Bush stelde tijdens de Golfoor log een bezoek aan Moskou uit. Er waren ook problemen over twee ontwapeningsverdragen, het START- en CFE-verdrag. Het CFE-verdrag is al getekend maar Washington zegt dat de Sov jetunie het schendt. CE EN WISKE (Vervolg van de voorpagina) LUXEMBURG/DHAKA De ministers van finan ciën van de EG hebben in Luxemburg besloten 140 miljoen gulden uit te trek ken voor hulp aan het door overstromingen ge troffen Bangladesh. Maar omdat de hulppot van de Gemeenschap leeg is, gaan de twaalf lidstaten dit geld zelf op tafel bren gen. Het Nederlandse aandeel is ongeveer acht miljoen gulden. Volgens minister van finan ciën Wim Kok gaat het om een principebesluit. Vandaag zullen de ministers van bui tenlandse zaken de overeen komst hoogstwaarschijnlijk be krachtigen. Zes districten in het noordoos ten en oosten van Bangladesh zijn inmiddels getroffen door nieuwe overstroming. Door aanhoudende hevige regen zijn rivieren buiten hun oevers getreden. Meer dan half mil joen mensen zouden ingesloten zijn door het water. Weerkun digen waarschuwden voor nieuwe wervelstormen. De premier van het buurland India, Chandra Shekhar, heeft het rampgebied gisteren be zocht en beloofd zoveel heli kopters te sturen als Bangla desh nodig heeft voor de hul poperatie. Tot nu toe heeft In dia zes helikopters en 5,5 mil joen dollar aan hulpgoederen gegeven. Shekhar beloofde ook rijst te sturen. In Dhaka is ook een dertigtal Amerikaanse mariniers aangekomen. Zij vormen de voorhoede van en kele duizenden mariniers. Het Witte Huis heeft bekendge maakt dat de amfibie-eenheid die naar Bangladesh wordt ge stuurd vijf helikopters mee neemt voor de distributie van voedsel en medicijnen. Italië heeft vier helikopters naar het rampgebied gezonden. lav, kesjUE VAN DE VEN aud °P1RDAM De rlening in het door I stormen en over igen geteisterde liesh komt goed op 5articuliere organi- (eerdere rampen. leners die afgelopen le zijn teruggekomen sjladesh zijn lovend loodhulp in het ramp- 'olgens Geoffrey Sal- de Novib heeft men 'an de fouten in '87 en driekwart van het ■stroomde en de hulp- veel steken liet val- een gebrek aan coör- issen regering en par iorganisaties én tussen irganisaties onderling, immige rampgebieden van hulp en kregen de jen dubbel portie. Een unysteem van samenwer kt deze onnodige fou- le%omen. Salkeld: „Alle ies zijn verenigd in ?n [B, die het rampgebied aliren heeft onderver deeld. Elke sector kan reke nen op een team van hulpor ganisaties waarvan er één de leiding heeft. De hulpverle ners keren om de zoveel dagen terug naar het coördinerende bureau van ADAB in Dhaka om verslag uit te doen. De taakverdeling tussen regering en particuliere hulporganisa ties verloopt via de Bengaalse minister van volksgezond heid". Salkeld noemt het sy steem een grote stap voor waarts. Of de samenwerking ook vruchten afwerpt, blijkt pas over een maand. Dodenland De hulpverlening wordt be lemmerd door het aanhoudend slechte weer. Desalniettemin is er volgens projektmedewerk- ster F. Siert van Mensen in Nood voldoende voedselnood- hulp ter plekke. Wel is er be hoefte aan een speciaal soort landbouwplastic en aan tenten. Volgens Siert moet de hulp verlening zich vooral richten op de kustgebieden omdat de eilanden „leeg" zijn. „Niemand is er nog geweest want er durft niemand heen te gaan". Siert bezocht een gedeelte van de kust waar vóór de ramp on geveer vijfduizend mensen woonden en werkten en waar van er nog geen honderd over zijn. „Het is een niemandsland, een dodenland, waar plotse ling een enorme stilte heerst". De vernietigende springvloed zal haar sporen nog lang nala ten. Op de grond in de kustge bieden wordt normaal rijst verbouwd, maar door het zou te water dat de aarde heeft overspoeld, zal de grond waar schijnlijk niet meer kunnen worden gebruikt voor rijstpro- duktie en heeft de toch al arme bevolking geen uitzicht op inkomsten. En armoede is de schuld van alle ellende. Salkeld: „Natuurlijk moeten er meer schuilplaatsen en dijken komen om de bevolking te be schermen tegen overstromin gen, want de mensen blijven de komende vijfentwintig jaar nog wel in schamele hutjes op gevaarlijke plekken wonen. Maar de uiteindelijke oplos sing moet gezocht worden in sociaal-economische systemen: mensen zouden niet zo moeten hoeven te wonen". Overbevolking Salkeld weet alles van over stromingen. Als schooljongen ging hij in '53 in Engeland met de collectebus rond voor de slachtoffers van de waters noodramp in Nederland en sinds hij in '74 voet zette in Bangladesh heeft hij de ene na de andere overstroming 'mee gemaakt'. In zeventien jaar tijd is de bevolking gegroeid van 17 naar 115 miljoen inwo ners en leeft het gros onder de armoedegrens. „Als Bangla desh nu getroffen zou worden door de cycloon van '74, dan zouden er geen tweehonderd duizend doden te betreuren zijn, maar miljoenen"^ Maar het is volgens de medewerker van de Novib niet juist om de problematiek in Bangladesh terug te brengen tot het pro bleem van de overbevolking. „De eerste slachtoffers bij een overstroming zijn de armsten, die laag wonen en in slechte woningen. Zij leven van dag tot dag en bezitten zó weinig, dat zij vreselijke risico's ne men. Wanneer de regering minder geld zou besteden aan wapens en de landheren hun winsten in economische activi teiten zouden investeren in plaats van in dure woonwijken in Dhaka, dan zouden deze mensen hier niet hoeven te wonen". Zolang de schrijnende armoe de blijft bestaan, hebben ande re maatregelen weinig of geen zin. Zo is het communicatie netwerk in Bangladesh de af- Overlevenden van de cycloon op het eiland Hatiya smeken om voedsel. Artsen vrezen dat de getergde bevolking binnenkort even eens het risiso loopt te worden getroffen door een cholera-epidemie. gelopen jaren aanmerkelijk verbeterd, maar desondanks reageerden slechts bitter wei nig mensen op de radioberich ten die reeds dagen tevoren waarschuwden voor overstro mingen. „Veel mensen nege ren de waarschuwingen omdat ze weten dat er niet voldoende schuilplaatsen zijn. Bovendien durven mensen hun schamele bezittingen niet achter te la ten. De laatste tijd is een aan tal keren loos alarm geweest en vonden mensen bij terug komst hun daken gestolen". HET WITTE WIEF lengte van dagen zal 'Het Koninkrijk der Ne- rfen in de Tweede Wereldoorlog' van dr. L. de ils het belangrijkste naslagwerk fungeren voor Sode 1940-'45. Hoewel hijzelf nooit heeft gepre- ird het laatste woord te hebben, lijken veel van hclusies dermate stellig, dat er nauwelijks ruimte tvijfel blijft. In het vandaag verschenen deel 14, les', komen vooral de critici aan het woord. De vas zelf niet bij de selectie betrokken. Het werk ijamengesteld door een onafhankelijke commissie, lek bevat een overzicht van wat De Jong in de jaren allemaal heeft losgemaakt. de hedendaagse discussies als het ware in de vlucht wordt verwerkt". deel 14 van 'Het Konink- lerlanden in de Tweede Jog, eindredactie J.Th.M. Romijn, SDU Uitgeverij, 1112 pagina's, prijs HORLINGS tenbng gaat in op kri- h%engt soms noodza- ^XJ correcties aan en jtsfö weer nieuwe re- luspp. Gaat deze histo- et 2 kruisbestuiving ,de dan kan de reeks !j®!jelijk met deel 12 3t^n, maar wordt het t jstfacto oorlogskro- loifaarin een deel van ier, één van de meest Qlijke critici van het rji dr L. de Jong. S FOTO'S: PR Dat voorspelde in 1974 de journalist Paul van 't Veer. Zijn postume gelijk (hij over leed in 1979) blijkt vandaag, nu 'Reacties' is verschenen; deel 14 van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog'. In 'Reacties' komen de discussies aan de orde die het werk heeft losge maakt. Binnen de begelei dingsgroep kreeg De Jong soms, zoals hij dat zelf in een interview uitdrukte, „van mijn geleerde meelezers op mijn donder en heb ik ingezien dat er niet veel deugde van wat ik aanvankelijk op papier had gezet". Dagbladen en vaktijd schriften veegden regelmatig de vloer met hem aan Perso nen, organisaties, en zelfs een speciaal uit protest opgericht 'Comité Geschiedkundig Eer herstel Nederlandsch-Indië' tekenden protest aan tegen zijn verslag. „Door al die kriti sche stemmen op te nemen", verklaarde De Jong het initia tief voor dit allerlaatste deel, „hoop ik het nageslacht te waarschuwen: dit zijn nou wel de opinies van die geschied schrijver De Jong geweest, maar in diezelfde tijd zijn op bepaalde punten andere opi nies geuit. Hier heb je ze". Hij heeft gelijk: van andere opinies blijkt niet veel in zijn werk. Rode draad door de kri tieken heen is het feit dat De Jong zijn conclusies meestal met grote stelligheid neer Dr. L. de Jong en dr. B. Sijes bij de persconferentie ter gelegen heid van de verschijning van deel I in 1969. schreef en weinig ruimte voor twijfel overliet. Hij droeg de verantwoordelijkheid; hij be paalde de inhoud. Bewust zag hij af van de verwerking van nieuwe gegevens of interpre taties, omdat geschiedenis per definitie nooit 'af' is. Wat dat betreft komt 'Reacties' als mosterd na de maaltijd. Deel 14 bevat tal van afwij kende meningen over een enorme hoeveelheid onder werpen. Maar wie bij De Jong op zoek gaat naar details over een bepaalde gebeurtenis wordt daar niet naar verwezen en zal trouwens niet gauw in de verleiding komen diens uit voerige 'waarheid' te laten vertroebelen door er ook nog andere opinies bij te halen. De laatste aanvulling op 'Het Ko ninkrijk' heeft dan ook vooral een wetenschappelijke beteke- Meelezers Elk concept-deel van 'Het Ko ninkrijk' werd voorgelegd aan een 'begeleidingsgroep', die tot taak had onbarmhartig kritiek te leveren. In 'Reacties' wordt een overzicht gegeven van de soms zeer emotionele discus sies. Eén van de 'meelezers' van het eerste deel, 'Voorspel', zette de toon: „Aan de tekst valt wel goed op te merken dat de schrijver van joods-soci alistische huize is". Aan de grote publieke discus sies, over bijvoorbeeld het bas taardkind van prins Hendrik, gingen heftige debatten voor af. Wat betreft ons koloniale verleden bleven meningsver schillen bestaan met twee le den van de commissie en maakte De Jong in zijn voor woord van deel 11A melding van de afwijkende opinie. Tenslotte maakte KNIL-kolo- nel b.d. C.A. Heshusius zich zó woedend over het feit dat De Jong in hoofdstuk 7 van deel 12 Nederlandse militairen van oorlogsmisdrijven in Indië be schuldigde, dat hij het strikt vertrouwelijke concept in de openbaarheid gooide. Uit de discussies blijkt dat De Jong zich niet gemakkelijk tot tekstwijzigingen liet bewegen. Regelmatig werd De Jong ver weten dat hij op de stoel van de rechter ging zitten. „Te vaak schrijft hij voor welke emoties de lezer dient te voe len in plaats van ze op te roe pen", stelde de socioloog A. de Swaan vast. Kritiek van De Jong op perso nen kwam vaak als een boe merang terug. Het meest ge bruikte argument werd het al lerbitterste verwoord door mr. L. Einthoven, lid van het Driemanschap dat de Neder landse Unie bestuurde: „Je kunt niet over de oorlog mee praten als je in een schuilkel der in Londen hebt gezeten en geen enkel risico hebt gelopen. Zo'n werk moet worden geschreven door een historicus die het zelf heeft meegemaakt, niet door iemand die 'm uit angst heeft gesmeerd en zich in Engeland ook niet heeft op gegeven voor de strijdkrach ten om te helpen het vader land en zijn eigen geloofsgeno ten te bevrijden". Elders in het boek wordt meermalen gewe Bij de verschijning van deel 12 in 1988 kan de auteur de 26 boeken die zijn serie telt, nog net omvatten. zen op de consequentie: als De Jong was gebleven, dan had hij waarschijnlijk de oorlog niet overleefd. Eén van de meest opmerkelij ke critici was Vrij Nederland- journalist Jan Rogier. Hij overleed in 1986. Als een ter riër beet hij zich in de ge schiedschrijver vast. In elk nieuw deel vond hij bewijzen voor zijn stelling dat De Jong bevooroordeeld, partijdig, ijdel en kortzichtig was. Over zijn portret van Wilhelmina schreef hij: „Het is bijna pot sierlijk deze auteur meer dan twintig jaar na haar abdikatie en zeven jaar na haar dood als een achtergebleven hoveling geknield te zien voor de ma jesteit". De Jong trok zich te rechte kritiek overigens soms terdege aan. Een aantal op merkingen van Rogier waren aanleiding voor grondige cor recties. Prins Hendrik „De Jong heeft een neiging tot sensatie", constateerde prof. dr. I.J Brugmans, de enige die alle delen heeft 'meegelezen', in een interview bij de afslui ting van het werk. Hij doelde op de publiciteit over de bas taardzoon van prins Hendrik, waar de pers zich na het ver schijnen van deel 9 gretig op had gestort. De Jong hield vol het verhaal als onmisbaar on derdeel te zien van zijn stre ven oud-commissaris van poli tie F. van 't Sant, 'vertrouwd medewerker in particuliere aangelegenheiden' van konin gin Wilhelmina, van alle blaam te zuiveren. Het verzet begreep niets van zijn nauwe banden met de vorstin en was er van overtuigd dat hij een verrader was. In het deel over Londen be toogde De Jong dat Van 't Sant in 1920 een belangrijke rol had gespeeld bij het oplos sen van een huwelijkscrisis tussen Wilhelmina en Hen drik. Buitenechtelijke escapa des van de prins hadden geleid tot pogingen de vorstin te chanteren. Van 't Sant werd ingeschakeld om de schanda len af te wenden, maar dat lukte niet in het geval van een 'Elisabeth le Roi', die aan haar relatie met Hendrik een zoon tje, 'Henry', had overgehou den. Weliswaar was het vader schap erkend door de Neder landse gezant in Brussel, die onder de bekoring van Elisa beth was geraakt, maar hij overleed in 1927 en de vrouw dreigde een schandaal te ver oorzaken. Van 't Sant zorgde er toen voor dat ze 47.000 kreeg (nu rond een half mil joen gulden) om naar de VS te emigreren. De begeleidingscommissie zat met het verhaal in de maag. Verschillende 'meelezers' vroegen zich af wiens belang met publicatie was gebaat. De Jong hield vol: als hij zou zwichten voor Juliana, zou hij discrimineren tegen anderen. In de publiciteit kwam als be langrijkste punt bovendrijven dat de bewijsvoering van De Jong uiterst pover was. De schrijver A. den Doolaard, col lega van De Jong bij Radio Oranje, stelde vast: „Verwon derd was ik ook over zijn po gingen om het besmeurde bla zoen van de dubieuze figuur Van 't Sant zoveel mogelijk schoon te poetsen. In het Lon- dense milieu heeft Van 't Sant zich veel vijanden gemaakt door het gespioneer voor de koningin, die hem inlichtingen liet verzamelen buiten haar ministers om, zijn intriges en zijn gelaster (maar dit altijd onder vier ogen)". De Jong hield - 'hooghartig', schreef De Tijd - aan zijn versie vast. Reacties 'Reacties' maakt duidelijk dat 'Het Koninkrijk' werd ge schreven in een veranderende wereld. De eerste delen ver schenen voor een generatie die de oorlog aan den lijve had er varen en soms emotioneel rea geerde omdat de 'eigen waar heid' was verdraaid of be schuldigingen persoonlijk wer den aangetrokken. Daarna groeide er afstand. De Tweede Wereldoorlog werd meer en meer geschiedenis; het voet stuk waarop De Jong was ge zet werd steeds kleiner. Hij blijkt bepaald niet. zoals her haaldelijk werd gevreesd, het 'laatste woord' te hebben ge sproken. Jonge historici zien zijn boeken vooral als naslag werk; een basis voor verdere studie. 'Het Koninkrijk' heeft allerminst belemmerend ge werkt op de verschijning van nieuwe publicaties over de Tweede Wereldoorlog. Uit deel 14 blijkt dat het werk van dr. L. de Jong, alle loftui tingen ten spijt, allerminst on omstreden is. De 'geschied schrijver van het Koninkrijk' heeft fundamentele kritiek toch wel erg vaak voor ken nisgeving aangenomen. Het is denkbaar dat de discussie over sommige onderwerpen op nieuw zal oplaaien. In deel 14 passeren tientallen grote en kleine affaires de revue. Tal van bijdragen lagen jarenlang in het vergeetboek te beschim melen, maar kunnen nu op nieuw de aandacht trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 5