WêêSê Fabrikant bindt strijd aan met 'zadelpijn' Gezond en wel £eidóa<2owumt MïMÊËxê Nieuw merk kleding overspoelt Benelux Risico's in de tropen: zowel onderschat als overdreven MAANDAG 6 MEI 1991 PAGINA 11 JTÏIjoen Nederlanders ^hebben last van zadelpijn Een werkgroep van de Technische Universiteit in Delft verraste fietsend Nederland onlangs met de resultaten van een ionderzoek, 'waaruit bleek dat een groot deel van de enthousiaste nationale peddelaars een beurs zitvlak en Uit onze krant van 19 april. pijnlijke ledemati 'ledematen overhoudt aan langere fietstochtjes. Daarbij hebben vooral mannen nogal specifieke klachten die, aldus de grote onderzoeker is een ondeugdelijk zadel als oorzaak hebben. Leppers Fabrieken in Dieren wil er wat aan doen. voor wie/renners^0 Zade"eS,er Van Leppers: een 90ed 2adel is 9™°ne fietsers belangrijker dan FOTO: RON NAGTZAAM aic9-7i?nitJ]aCh,jeS Slapen en h!el wat abonnees van onze krant kiezen een dag lang het zadel als zitplaats om weer mee te doen aan de sportieve Sijthoff Fietsdag 1991. FOTO: MILAN KINVALINKA Vanuit de klassieke produk- tiehallen van Leppers Fa brieken in Dieren worden jaarlijks met veel vakman schap meer dan een miljoen radels op de markt gebracht. In binnen- en buitenland, zelfs tot in Taiwan en Japan toe kom je ze tegen. Daarmee mag Leppers zich de grootste zadelfabrikant van Neder land, en misschien zelfs van de hele wereld, noemen. Je leiding van de zadelfa- iriek blijkt het grote brein te jijn achter een onderzoek iaar 'zadelpijn' van Neder- andse fietsers, dat het afge- ppen jaar is uitgevoerd door een werkgroep van TU Delft en dat een paar weken gele den met veel fanfare naar buiten kwam. „We wilden weten hoe het is gesteld met het welbevinden van de Ne derlanders op de fiets", ver klaart directeur R. Keulen senior vrolijk. Hij verbergt zijn hoop niet dat het onder zoek uiteindelijk zal leiden tot aankopen door de consu ment van betere zadels, en dus tot een nog hogere omzet (nu 17 miljoen) van Leppers. „Waarom zouden we daar schijnheilig over doen?", zegt Keulen nuchter. „Je bent als bedrijf altijd op zoek naar verbetering, van produktie én omzet. Tenslotte moeten al die tientallen mensen die hier werken ook een goede boterham verdienen". Houdingen Bij Leppers worden vijf ver schillende soorten zadels ver vaardigd, voor mannen en vrouwen, die geschikt zijn voor drie grondhoudingen op verschillende soorten fietsen: de racehouding, de sporthou- ding en de zogenoemde 'com- forthouding'. Van de eerste naar de laatste houding gere kend komt de (toer)fietser steeds meer rechtop te zitten, en neemt het gewicht op het zadel dus toe. „Een wielrenner staat half op zijn fiets, terwijl een modale fietser geheel zit. Dat bete kent dat het belang van een goed zadel, het liefst mét ve ren, dan steeds groter wordt", aldus Rudy Keulen junior, verkoopmanager van het bedrijf. Hoe het ideale zadel eruit ziet? Keulen senior: „Dat is heel moeilijk te zeggen. Een stoel is individueel, een zadel is dat ook. Je kunt wel vast stellen dat vrouwen een kor ter en breder zadel nodig hebben dan mannen, omdat hun bekken breder is. Maar hoe zacht of hard moet het dan zijn? Een leren zadel is meer aan te bevelen dan een zadel van kunststof, want leer ademt en vormt zich als het ware naar het zitvlak van de fietser. Op een kunst stofzadel is er bij een lange rit veel warmte-ontwikke- ling en daar krijgen mensen last van". Een gemiddeld leren zadel blijkt al gauw zeven tientjes te kosten. Beslist niet veel, vindt Leppers-baas Keulen. „Het vreemde is dat bij de bouw van een fiets in Neder land het zadel in alle opzich ten vaak het sluitstuk is. Pro duceren ze een prachtige fiets en dan wordt er niet zel den nog even een zadel van inferieure kwaliteit aan toe gevoegd". „Daarom zeggen wij tegen de fabrikanten: verkoop de fiet sen maar met een 'dummy- zadel' en laat de klanten bij de rijwielhandelaar zelf een echt goed zadel uitzoeken. Dan kan tevens de gewenste afstand tussen het zadel en het frame goed worden be paald. Wij hebben daar vijf jaar geleden een speciale 'za deltester' voor ontwikkeld. Die staat inmiddels bij zo'n vijfhonderd handelaren in de winkel" Over de zadels van Leppers wiegen de zitvlakken heen en weer van meisjes en .jon gens, dames en heren uit heel Nederland, landen in Europa (onder meer Spanje, Frank rijk en Oostenrijk) en zelfs uit uit Japan en Taiwan, waar Leppers binnenkort te vinden is op een internatio nale exportbeurs. Heel trots is het bedrijf op de jongste grote order: het leve ren van zadels voor de 60.000 fietsen van het tot de ver beelding sprekende Zwitserse leger, dat zich kan verplaat sen in alle hoeken en gaten van de majestueuze bergen. ..Op die Zwitserse fietsen zit ten tegenwoordig zeven ver snellingen", glimlacht Keu len senior vergenoegd. „Daarmee kunnen ze in ze ven uur alle punten van het land bereiken". Waarna hij geamuseerd laat volgen: „Ho pelijk komt daar nooit oorlog en blijven ze fietsen" Ook vanuit legerkringen in Duits land en Israël komen er te kenen dat zadels van Lep pers nuttig worden geacht onder het gevoelige achter werk van fietsende recruten. Keulen: „Ach, wie weet wat er nog allemaal op ons af komt. We zijn een bedrijf in beweging. Daarom hebben we die werkgroep van de TU Delft ook gevraagd dat on derzoek te doen onder fiet sers". Hij benadrukt dat Lep pers Fabrieken beslist niet zal pogen de werkgroep bij zijn bevindingen te beïnvloe den. „Het enige dat we wil len is inspiratie, voor het ma ken van nóg betere en juiste re zadels". f-shirt van het nieuw in Nederland geïntroduceerde Jack 'Brunswick', 100% katoen 480 gulden. Twill Amerikaanse merk -'Lucky Strike', 100% katoen 59 broek 179 gulden. Flanel shirt: 181,50 gulden, julden. Overshirt, model 'Worker' 181,50 gulden', lack: 100% wol 249,50 gulden. Jeans 179 gulden. I doQ,. honderdprocent TINY FRANCIS vervüte virgin wol red plaid (ook wol), charmois mole skin, chambray. Zo'n vest heeft een suède kraag en plakken op de ellebogen ('el bow patches'). De broeken zijn ge maakt in basis 5 pocketmodel, met voering tot aan het bovenbeen en als étemi jeans met ge voerde tailleband en leren biezen langs de zakken. Elke broek is voor zien van een koper en 'bulls eye' van Lucky Strike. De labels van de kle ding zijn origineel: wie bij de aankoop de bijgevoegde ant woordkaart invult en opstuurt, kan een LSC label ont vangen met zijn naam erop gebor- duurd. Pull 'Convertible', 100% wol 297 gulden. Bulls eye De Haagse zaak denim (jeans) 149,50 gulden. Echte Amerikaanse 'Recessionin de kleding voor jong en ouder. Vlamingstraat en in Laan 6/8 is een van de zaken, die dere verkooppunten zijn te vinden de kleren in augustus gaat verko- in Eindhoven, Arnhem en Maas pen. Eigenaar Jan van Ommeren tricht. Het is de bedoeling de kle- (39): „Het zijn kleren voor jonge ding door heel Nederland af te zet- mensen die hard werken. Ook ten. De prijzen voor broeken lig- voor de student. Als ,zijn toelage gen rond de 169 gulden en de tops tenminste hoog genoeg is...Ver- van 180 tot 480 gulden. Nederland krijgt er een nieuw kle iing merk bij. De kledingbranche \oor mannen heeft het 'Lucky itrike Trade Mark' voor het jersf in 1870 geregistreerd in de rerenigde Staten door rechten lieten te veroveren. Dat betekent lat een heel nieuwe collectie, ge produceerd door het Nederlandse ledrijf LS Quality Garments BV, p het punt staat de Benelux te Werspoelen. Je collectie, waarvan de uitleve- ing in juli en augustus officieel tegint, is bedoeld voor de winter tan 1991/92 en kan nu al worden tekeken in een showroom te Sit- 'ard, Industriestraat 10. liet gaat om stoere buitenkleding Ioals zeemansjassen, outfits voor juï/j/ers die een maaimachine be wenen en woudlopers. Een typisch Amerikaanse buitenkleding dus, toe het ook goed doet op de cam- pus of in de blokhut. De thema's Pijn uitgevoerd in denim, katoen, gabardine, 'army-twill, wol, leer, wed nappa, suède in traditionele peuren als blauw, bruin, beige, ïroen, oker en bordeaux. De con sequente kleurstelling maakt het mogelijk alle stuks gemakkelijk te tombineren. De ontwerpen ver schillen van verlengbare jagers'- jassen met kraag en capuchon tot pn met even over de heup vallen de, gevoerde jacks, waaronder zit dan een pull met V- psis of col. dan wel een vest van Nederland loopt binnenkort weer leeg en we gaan verder weg dan ooit te voren. „Het aantal aanvra gen voor inenting is de laatste ja ren gigantisch gestegen", zegt de Nijmeegse GGD-arts Joep van Baars. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek kan bevestigen dat steeds meer mensen voor va kantie naar de tropen gaan. Daar zijn enige risico's voor de gezond heid aan verbonden. Die risico's, zo schrijft de tropenarts Steven Smits, worden dikwijls onderschat, maar misschien nog vaker over dreven. Wat een land als Nederland zo» ge zond maakt zijn simpele zaken als schoon water,' riolering, een volle maag en een volle portemonnee. Bovendien is iedereen hier ingeënt tegen van alles en nog wat. Voor ons zijn dat vanzelfsprekende za ken, maar zet je een paar flinke stappen buiten het veilige Europa dan kom je al die vanzelfspreken de zaken steeds minder vaak te gen. Ziekten die hier niet eens zo lang geleden heersten zoals po lio, cholera, tyfus en ook malaria heersen, in het ene tropische gebied meer dan in het andere, nog met ijzeren hand. In de tropen loop je dus een sportief risico om ziek te worden. Een deskundige op het gebied van infectieziekten, professor J. Huisman, opende zijn artikel uit 1982 over dit onderwerp daarom met het volgende gedich tje. Dat ging uit het Engels ver taald zo: „Kom naar het Carna val in Rio. Bezoek zonnig Noord- Afrika. Bekijk de Taj Mahal bij maanlicht. En kom ziek thuis". Daar is wel wat tegen te doen. Op de eerste plaats kan men zich, al vorens af te reizen, laten inenten tegen diverse infectieziekten. Het volledige 'tropenpakket' bestaat uit inenting tegen difterie, tetanus, polio (samen DTP), cholera, buik- tyfus, gele koorts en eventueel ook tegen hepatitis B en hersenvlies ontsteking. Een spuitje met gam- ma-globuline geeft passieve be scherming tegen Hepatitis A (de 'gewone' geelzucht) en tegen mala ria kan men pillen slikken. Wie tegen wat moet worden beschermd hangt van een aantal zaken af. Het maakt uit naar welk land je pre cies gaat en ook hoe je precies reist, want gewone vakantiegan gers die in comfortabele hotels vertoeven lopen stukken minder kans op ziekte dan mensen die maandenlang en in primitieve om standigheden in de tropen verblij ven. Voor informatie en inenting kan men bij de huisarts terecht, maar de instantie die bij uitstek op de hoogte is van deze toch wat in gewikkelde materie is de plaatse lijke Gemeentelijke Geneeskundi ge Dienst ofwel GGD. Omdat som mige vaccinaties enige tijd nodig hebben om 'aan te slaan' is het verstandig om zo'n vijf weken van te voren contact met huisarts of GGD op te nemen. Maar daarmee is men er nog niet. In de tropen zijn schoon water en riolering een schaars goed, en van een Keuringsdienst van Waren hebben ze nooit gehoord. Vele tro- penbewoners lopen daarom rond met darminfecties. Hun ontlasting komt met de virussen, bacteriën en wat al niet in het oppervlakte water terecht en vandaar weer in het drinkwater. Bovendien ge bruikt men menselijke faecaliën nogal eens voor de bemesting van groenten. Kortom. Wie onbekom merd het plaatselijke water drinkt, de groenten niet eerst terdege wast, het voedsel niet eerst goed bakt of doorkookt, het fruit niet pelt en op straat aangeboden etenswaren nuttigt, loopt geheid een darminfectie op. Een darmin fectie en dan met name 'gewo ne' reizigersdiarree is lang niet altijd te voorkomen, maar met deze maatregelen kan men het ri sico op deze en andere darminfec ties aanmerkelijk verkleinen. Iets dergelijks geldt ook voor malaria. De pillen tegen malaria bieden he laas geen volledige bescherming, en daarom is het nodig dat men 's avonds en 's nachts de muskie ten met insektenwerende middel tjes, muskietennet of volledig ge dekte kleding (lange mouwen, lan ge broek) van het lijf houdt. Helpt dat allemaal? Een paar jaar geleden publiceerden een aantal medewerkers van de afdeling in fectieziekten van het academisch ziekenhuis in Leiden een artikel over het nut van inenting en voor lichting ter voorkoming van infec tieziekten bij reizigers naar de tro pen. In de praktijk doen zich hier bij een aahtal problemen voor, zo schrijven ze. Het aantal infectie ziekten waartegen kan worden in geënt is beperkt, en bovendien werken niet alle vaccins even goed. Zo geeft het cholera vaccin maar vijftig procent bescherming en ook het vaccin tegen tyfus is niet zo effectief als men zou wen sen. Dat onderstreept nog eens het belang van een goede hygiëne. Verder kunnen de antimalaria-pil len de reiziger niet gegarandeerd beschermen tegen deze ziekte. De onderzoekers hadden 84 reizigers opgespoord die voordat ze op reis gingen in het Leidse ziekenhuis waren ingeënt en voorzien van medische goede raad. Wat bleek? Iets minder dan de helft van alle reizigers had tijdens de reis ten minste één lichamelijke klacht ge had. In de meeste gevallen ging het om reizigersdiarree. Van die 84 hadden elf na thuiskomst nog klachten. Korte reizen leverden duidelijk minder ziekten op dan lange reizen (langer dan 9 weken) en hoe onhygiënischer de omstan digheden hoe meer kans op ziekte. Twee reizigers hadden in Afrika malaria opgelopen en van die twee had de een wel pillen geslikt en de tweede had ze niet geheel volgens voorschrift ingenomen. Opmerke lijk was dat slechts veertig procent de adviezen ter harte had geno men. „Samenvattend kan worden gesteld", zo schrijven de onderzoe kers, „dat ondanks intensieve voorlichting onzerzijds en redelij ke opvolging van de adviezen door de reizigers in dit onderzoek van beperkte omvang een aanzienlijk aantal ziektegevallen naar voren komt". Het Koninklijk Instituut voor de Tropen geeft al sinds jaar een dag een boekje uit over de ziekten die de tropenreiziger kunnen belagen. „Hoe blijf ik gezond in de tropen" heet het, en dit boekje is buitenge woon informatief, klein en dus handig mee te nemen, in gewone mensentaal geschreven en goed koop (7,50 gulden) bovendien. „Wat is malaria precies en hoe kun je die ziekte voorkomen? Waarom krijg je in de tropen zo vaak diarree? Wat is amoebendy- senterie? Hoe gevaarlijk zijn aller lei tropische wormen, slangen en ander ongedierte? Hoe groot is de kans op tropische ziekte; hoe kom je eraan en hoe kom je eraf?" Op al die vragen geeft het boekje ade- kwaat antwoord. S.P. Smits: „Hoe blijf ik gezond in de tropen". In de boekhandel verkrijgbaar, of te bestellen bij het Koninklijk Instituut voor de tropen, tel 020-5688272 door Joke Forceville-Van Rotium MYSTERIE Mysterie, kind, mysterie is 't, al wat gij ziet of hoort. Guido Gezelle 'Over leren geloven in een nieuwe tijd' heb ik in Opstap (nr. 3-'90) -werkschrift voor geloofvorming- een boeiende bijdrage gelezen van de godsdienstpedagoge dr. Trees Andree. Het is een goede zaak. dat gezaghebbende mensen zich intensief bezighouden met de vraag, hoe.te geloven in onze tijd. Het is immers belangrijk dat wij vormen vinden waarmee we van onze persoonlijke gelovige houding kunnen getuigen èn mededelen aan de jongeren, die wij zo graag onze geloofsschat willen doorgeven. Maar dat kan nu eenmaal niet, zoals Godfried Bomans al langgeleden treffend onder woorden heeft gebracht, door een ongeopend pakketje door te geven. In bedoeld artikel wordt mijns inziens terecht ervan uitgegaan dat geloven in feite een heel gewoon alledaags en voor iedereen levensnoodzakelijk proces is. Vanouds is ons dat al voorgehouden: geloven is aannemen op gezag van een ander. Als aardige voorbeelden lezen we hier dat wij volwassenen evenmin als jongeren kunnen leven als we niet geloven, in de betrouwbaarheid van de huizen waarin we wonen, in het feit dat ons leidingwater voldoet aan de eisen die men in verband met de drinkbaarheid mag stellen, in de verkeersvaardigheid van onze medeweggebruikers. Daarin geloven wij dat is: daarop vertrouwen wij. Dat is het soort geloven waarvan hier wordt gezegd dat het voorafgaat om ons geloven in godsdienstige of christelijke zin te verstaan. In dat laatste zijn twee elementen te onderkennen: geloven in religieuze en geloven in godsdienstige zin. Onder dat eerste wordt begrepen: het geraakt worden door het besef dat de mens, iedere mens. is opgenomen in het geheel van Een Groter Verband. Geloven in godsdienstige zin. de tweede dus. ligt gebed in de traditie. Daarbinnen durven we vertrouwvol ons over te geven aan dat Groter Verband en daarin krijgt die overgave ook gestalte. Allerwegen ontmoeten we in onze dagen een nieuw denkmodel. Dat van eenheid en synthese; op vele levensgebieden. In de politieke ontwikkelingen kunnen we dat nieuwe aanwijzen. In de wetenschappen, met name de natuurwetenschappen, wordt tegenwoordig duidelijk gemaakt dat in de kosmos niet de materie maar de geest primair is. We moeten, aldus Trees Andree, de tekenen van deze nieuwe tijd leren verstaan. Zij noemt daarvan onder meer: mondigheid, zelfverantwoordelijkheid en mondiaal besef, hang naar gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping, democratisering. En ik lees daarbij ook als teken van het nieuwe, de poging om het alternatieve te trachten te begrijpen, naast wat bij traditie onze cultuur is geweest In dit artikel in Opstap spitst de auteur haar betoog toe op de vraag hoe wij de jongere generatie kunnen helpen en leren te geloven. Uit onderzoek is bijvoorbeeld bekend dat maai 1/3 van de jongeren meent dat er zoiets als een hogere macht bestaat, en ook 1/3 dat er leven is door de dood heen. Fundamenteel daarbij is, dat we jonge mensen laten zien dat al het veranderende en nieuwe past in Gods heilshandelen en dat het daaruit voortkomt. En als we ons nu even beperken tot onszelf, de volwassenen, dan betekent dit dat wii zelf naar die nieuwe geloofshouding moeten evolueren Dat kan inhouden: afscheid nemen van het vertrouwde, grenzen doorbreken, nieuwe wegen bewandelen. In de optie van dr. Andree hebben de christelijke kerken al te lang gemeend, dat zij alleen weten hoe de God van de bijbel zich openbaart. Ze is er van overtuigd dat er veel geleerd kan en moet worden van de ervaring die vele mensen met God hebben. Ze citeert daarbij Teilhard de Chardin: „De toekomst ligt in de hand van hen die de generaties van morgén geldige reden kunnen geven om te leven en te hopen En als we mogen aannemen waarom zouden we daar ook aan twijfelen? dat geloofsoverdracht in wezen 'vertellen van verhalenis dan moeten we voor onze eigen (gods-lervaring dun en uitkomen én luisteren naar de indrukwekkende verhalen die anderen daaromtrent vertellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 11