tl, Batavia haalt geen peper, maar wel rijkdommen binnen VOC-schip zo goed als klaar ZATERDAG 4 MEI 1991 1 inal Ie In Lelystad wordt de laatste hand gelegd aan de bouw van de Batavia, een van de enorme schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Dat was een bloeiende zeventiende-eeuwse handelsonderneming die enorme winsten uit de specerijenhandel haalde. Die handel mag ter ziele zijn, niet de Hollandse koopmansgeest van weleer. Met de Batavia wordt eeuwen later toch weer geld gemaakt, niet met peper maar met het schip op zich. De stichting die het project heeft opgezet heeft ingezien dat oude schepen een enorme aantrekkingskracht op mensen uitoefenen. Een schip als de Batavia, dat tijdens zijn eerste reis verging, spreekt tot de verbeelding. In plaats van in specerijen wordt nu in toerisme gehandeld. En dus liggen ook vandaag de dag kapers voor de kust. Het VOC- schip Amsterdam liep net iets eerder van stapel en pronkt als grote publiekstrekker bij het Scheepvaartmuseum in de hoofdstad. Maar Lelystad is vast van plan de concurrentie ver achter zich te laten. Zeker nu op de Bataviawerf de kiel is gelegd voor een replica van de Zeven Provinciën, het vlaggeschip van Michiel de Ruyter. De mast steekt fier omhoog, maar het zal toch nog even duren voor de Batavia vaarklaar is. LELYSTAD - Als een brok tastba re geschiedenis ligt de Batavia daar op de rede van Lelystad. En als een gids van de Stichting 'Nederland bouwt VOC-Retourschip' de be zoeker door de ruimen leidt, raakt het eikenhouten inwendige van het gevaarte tot leven en worden de zeelieden en soldaten die meevoe ren bijna zichtbaar. Het kan raar lopen in de wereld. De oor spronkelijke Batavia was bedoeld voor het vergaren van rijkdommen, in casu het vervoeren vap peper, nootmuskaat en alle andere specerijen die de Holland se koopmansgeest uit 'Indië' haalde. Het schip verging (tijdens de eerste reis al) en peper wordt aj lang met enorme par tijen tegelijk, met door olie-energie aan gedreven schepen van overzee gehaald. En toch blijkt met een zeventiende eeuws schip nu nog geld te worden ver diend. Niet met de lading, maar met hetschip op zich. Duizenden mensen zijn in Lelystad al naar de bouw en het gestadige verrijzen van de nagemaakte Batavia gaan kijken. Dat betekent kassa: toegang tot de bouwplaats en het schip kost een tientje per persoon. Er zijn vo rig jaar tweehonderdduizend bezoekers komen opdraven. Het bouwen van het schip blijkt zo lucratief, dat het ooit ge sponsorde (door transportbedrijf Ned- lloyd uit Rotterdam) project zichzelf kan bedruipen. Een aanzwellend legioen sup porters (bijna dertigduizend intussen) van het scheepsbouwproject stort jaar lijks een vast bedrag, waarmee een vrij kaart voor het hele jaar verkregen kan worden. Een ongeëvenaard staaltje han delsgeest, waar de rest van Europa die 'vermaledijde Hollanders' (zoals het ge schiedboek vermeldt) in de zeventiende eeuw ook al zo om benijdde. Zeven jaar Nog even en de Batavia kiest, na een bouwtijd van zeven jaar (de kiel werd in 1985 in Lelystad gelegd) het ruime sop, net zoals haar illustere voorganger vier eeuwen geleden dat in Amsterdam deed. Het schip gaat dan door met geld verdie nen voor de stichting, als decor voor films, met promotie-activiteiten, kortom al die twintigste-eeuwse zaken waar de Heeren Zeventien (dat college zou nu een raad van bestuur genoemd worden) nooit van gedroomd kunnen hebben. Een van de eerste officiële reisdoelen van de Batavia wordt Barcelona, waar het VOC-schip de Olympische Spelen in 1992 luister bijzet. De bouw van het VOC-schip nadert nu echt z'n voltooiing. Volgend jaar wordt het te water gelaten en kort daarna zal het de zeeën moeten gaan bevaren. Een groot aantal potentiële bemanningsleden heeft zich inmiddels voor de toekomsti ge zeereizen gemeld. De stichting kan al uit drie gezagvoerders kiezen. Met tweehonderdduizend bezoekers per jaar is de Batavia-in-aanbouw een toeris tische trekpleister geworden die tot de grootste in Nederland hoort en die gelei delijk aan ook steeds meer buitenlanders trekt. De stichting wakkert het toeristi sche vuurtje aan door de media handig te bespelen. Er wordt regelmatig over de Batavia geschreven en de tv bericht ook geregeld over het project. De scheepsbouw in Lelystad ^:ou te kort gedaan worden als 'kermisattractie', want daar is het schip, als materieel ge worden bron van maritieme historie, te interessant voor. Menig schoolmeester De Batavia krijgt een zeer kleurig boegbeeld. zou zijn slaapverwekkende geschiedenis les in de ruimen van de Batavia tot een sprankelende gebeurtenis kunnen ma ken. Zeven provinciën De vraag is wat de stichting gaat doen als het schip eenmaal het ruime sop heeft gekozen. Dan ontstaat er in Lely stad een gat in de toeristische business die de Bataviawerf intussen is geworden. Maar de vrees voor stilte op de werf is ongegrond. De toeristische melkkoe, die de Batavia tot nu toe blijkt te zijn, wordt opgevolgd door de bouw van de Zeven Provinciën. Dat was een zeventiende- eeuwse oorlogsbodem, vlaggeschip van Michiel de Ruyter en ooit betrokken bij roemruchte veldslagen. Dat spreekt, denkt de stichting, zo mogelijk nog meer tot de verbeelding van het publiek. De kiel van het oorlogsschip is al gelegd, een nieuwtje dat gids Jaap Waterham zogenaamd stiekem laat vallen, maar dat bedoeld is om de aandacht van het pu bliek warm te houden. Maar intussen gaat de afbouw van de Batavia gaat nog even door. Als het schip in 1992 te water wordt gelaten kan teruggeblikt worden op een bouwtijd van zeven jaar, die de termijn die daar vroeger voor stond ruim overschrijdt. Er is in de huidige eeuw, die sneller heet te zijn, veel en veel meer tijd en geld in de bouw van het houten schip gestoken dan destijds nodig was, vertelt Water ham, tijdens een rondleiding over het terrein buiten. Je ziet daar een groot aantal nijvere timmerlieden in de weer. Het langzame bouwtempo ligt niet aan de ijver van de twintigste-eeuwse men sen die de Batavia helpen herrijzen, maar meer aan de beroerde sociale om standigheden van de werfarbeiders van vier eeuwen geleden. Die moesten de klus in acht maanden klaren, wat impli ceerde dat er zeven dagen per week moest worden gewerkt. „Verder was de houten scheepsbouw toen een specialis me, er werden ontzettend veel schepen gebouwd, dus er was veel professionele kennis voorhanden. Wij hebben bijna alle vakbekwaamheden hier moeten ont wikkelen. Verder was het vroeger zo dat allerlei onderdelen van zo'n schip bij FOTO'S: PERS UNIE toeleveringsbedrijven werden besteld. Wij hebben alles hier op de werf zelf moeten maken". Een gevolg van deze gang van zaken is dat de scheepsbouwers op de Bataviawerf ter plekke het vak van timmerman hebben geleerd. En aangeland bij de mensen die schepen bouwden, glijden we langzaam naar vier eeuwen geleden, naar Amsterdam, waar op de Peperwerf de bouw van de oor spronkelijke Batavia in 1629 werd gerea liseerd. In het goed gedocumenteerde boek 'De Batavia' van Eric Leijenaar, staat dat het schip er een uit een serie van nogal revolutionaire ontwerpen was. Tot dan toe waren er niet zulke masto donten gebouwd op de Nederlandse wer ven. De Batavia werd in de maten van totaal 56,6 meter lengte en 10,6 meter De scheepsbouwers hebben zich, werkend aan het schip, allerlei vergeten ambachte lijke vaardigheden moeten eigen maken. breedte opgetrokken. Dat was veel groter dan voorgaande handelsschepen. De VOC liet grotere schepen bouwen om meer specerijen te kunnen vervoeren. Het schip op de Lelystadse werf telt nog al wat openingen voor kanonnen. Wie het geschiedenisboek over de periode rond de Batavia er op naslaat, begrijpt beter waarom het schip zo zwaar bewa pend werd. Buitengaats stikte het des tijds van de zeerovers. Al dichtbij huis, vanuit Duinkerken, werd de zee onveilig gemaakt. Maar de houten wanden van het Lely stadse wonder gaan pas echt leven voor wie kennis neemt van de bizarre tocht die het schip op zijn eerste en tevens laatste reis naar 'Indië' heeft gemaakt. De rijke specerij kusten werden nooit be reikt want de Batavia liep, door obstruc tie van een misdadige schipper, vast op de scherpe rotsen van de westkust van Australië. Eigenlijk is de trip die het schip heeft ge maakt een aaneenrijging van bizarre avonturen, die tenslotte in een bloedig drama zijn geëindigd. Bloedig, niet door de onstuimige elementen maar door de criminele figuren die het VOC-schip be volkten. In het boek van Leijenaar wordt met naam en toenaam beschreven wie de hoofdpersonen in het scheepsdra- ma waren. Zo'n boek is haast onmisbaar bij een be zoek aan de bouwplaats in Lelystad, het schip blijft anders uitsluitend een feno meen van handvaardigheid. Aardig is het te lezen hoezeer het aan boord van het VOC-schip aan comfort ontbrak, een zeereis was haast levensbedreigend. De bemanning bestond uit het schuim van de maatschappij. Als je nergens voor deugde dan moest je maar naar zee. On danks het feit dat de armoede in de ze ventiende eeuw groot was (er werd zelfs op grote schaal honger geleden) lukte het de VOC met moeite om genoeg matro zen bij elkaar te krijgen. Die geringe ani mo had te maken met de hardheid van het zeemansbestaan. Er braken vaak ziekten onder de bemanning uit tijdens .zo'n reis vanwege de slechte hygiënische omstandigheden en de geringe mogelijk heden tot bescherming tegen kou en warmte. De enige reden om met een VOC-schip naar de oost te gaan met was voor het gemiddelde bemanningslid het aanlokkelijke vooruitzicht van de ver werving van een 'inlandse' vrouw. De auteur van het boek, De Batavia, Eric Leijenaar, heeft zich op een respec tabele hoeveelheid bronnen gebaseerd bij het vermelden van allerlei curieuze feiten. Achterin het boek worden zelfs Engelse en Australische geschiedkundige werken opgevoerd. Het boek is te koop bij het winkeltje van de werf in Lelystad, net als tal van ande re boekwerken, voor niet geringe prijzen overigens. Ook voor deze verkoop geldt dat die de kas van het project moeten spekken. 'fofclóC Souxcwvt"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 32