mensen
„Veel
zwijgen oorlogs
ervaringen dood
Godsdienstvrijheid ligt in
verlengde van dienst aan God
Eerbied
COMMENTAAR
JT £cidóc6outcwit
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CetdoeSomxmt
ZATERDAG 4 MEI 1991 PAGIN/
Bijna 10.000 minder
gereformeerden
LEUSDEN Het aantal leden van de Gerefor
meerde Kerken in Nederland is in 1990 gedaald
met bijna 10.000 leden. Het kerkgenootschap
telde per 1 januari 1991 officieel 784.463 leden.
Met de vermindering van het aantal leden
wordt de trend van de afgelopen tien jaar voor
gezet. De afneming van het ledental leidt niet
tot een vermindering van de inkomsten van de
kerk. zo blijkt uit de nieuwste statistische gege
vens. De gereformeerden gaven in 1989 ruim
237 miljoen gulden voor het kerkelijk werk, 4
miljoen meer dan het jaar daarvoor. De stijging
is vooral zichtbaar bij de vaste vrijwillige bij
dragen, zoals onder meer via de actie Kerkba
lans: 3 miljoen gulden meer. De gemiddelde
vaste vrijwillige bijdrage voor het kerkewerk
per lid steeg van 176 gulden naar 180 gulden.
Door te twijfelen
komen wij tot de
waarheid
Universitaire opleiding geestelijke verzorging
GRONINGEN De Rijksuniversiteit Groningen begint
per 1 september 1991 met een doctoraalopleiding geestelij
ke verzorging, als afstudeervariant binnen het doctoraal
godgeleerdheid. De universiteit is daarmee de eerste in ons
land met een wetenschappelijke opleiding voor geestelijk
verzorgers.
De decaan van de faculteit godgeleerdheid, prof.dr. G.P.
Luttikhuizen, verwacht dat de nieuwe opleiding, die zich
voorlopig alleen richt op de geestelijke verzorging in de ge
zondheidszorg, jaarlijks zo'n tien tot twintig studenten zal
trekken.
Het idee om een dergelijke opleiding te beginnen komt na
een pleidooi van de Nationale Ziekenhuisraad (NZR) voor
een wetenschappelijke vorming van geestelijke verzorgers
en een verzoek van de vereniging van geestelijke verzor
gers. De Groningse universiteit vindt het voor de taakuit
oefening en de identiteit van de geestelijke verzorger van
belang dat hij een adequate wetenschappelijke vorming en-
opleiding heeft genoten. De faculteit godgeleerdheid werkt
voor het nieuwe initiatief nauw samen met de faculteit der
geneeskunde.
„Wereldraad moet niet
alleen met Vaticaan spreken"
UTRECHT De Acht Mei Beweging vindt het on
juist dat de Wereldraad van Kerken het Vaticaan een
vetorecht toekent bij de keuze van zijn rooms-katho-
lieke gesprekspartners. Zo wordt tekort gedaan aan
de vele bewegingen in de RK kerkdie geen kerkelij
ke goedkeuring hebben, maar wel zeer veel katholie
ken vertegenwoordigen, heeft voorzitter W. Stael-
Merkx aan secretaris-generaal dr. Emilio Castro van
de Wereldraad geschreven. De beweging reageert
daarmee op een oproep van de Amerikaanse feminis
tische theologe Rosemary Ruether, die deze kwestie
bij een aantal progressieve katholieke groeperingen
in de Verenigde Staten, Engeland en Nederland aan
hangig heeft gemaakt. De Wereldraad beschouwt de
Vaticaanse Congregatie voor de Eenheid onder de
Christenen als zijn rooms-katholieke gesprekspart
ner. De Wereldraad wil ook dat het Vaticaan katho
lieke gesprekspartners voor de raad „keurt".
door Marinus van der Berg
Een lezeres die me schreef
heeft mij nog eens weer aan het
denken gezet over: 'eerbied
voor je ouders.'
Het is niet de eerste keer dat ik
op een indringende wijze de
ervaringen hoor van, met name
vrouwen en een enkele keer een
man, die tot in hun meest
persoonlijke intimiteit zijn
geschonden.
Ik heb er waarschijnlijk
nauwelijks enig idee van wat het
is om door een van de ouders
misbruikt te zijn, om incest-
slachtoffer te zijn. De
ontmoetingen met hen die mij
hierover hebben verteld,
hebben me wel meer laten
aanvoelen hoe verwoestend en
vernederend dit kan zijn.
Machtsmisbruik door ouders in
relatie tot kinderen richt een
niet te onderschatten vernieling
aan. Allereerst vernieling van
gezond zelfrespect, maar ook
vernieling van vertrouwen in
relaties, in andere mensen. Ik
ben me er de laatste jaren ook
bewuster van geworden dat in
de geloofsverkondiging er te
éénzijdig is gesproken over
eerbied voor de ouders.
Eerbied kan ten diepste nooit
worden afgedwongen of
worden opgelegd, maar eerbied
is wat je ontvangt als je ook
eerbied-waard bent. Meer
ouders, dan dat we tot voor kort
wisten, blijken eerbied
geschonden te hebben en dus
niet eerbiedwaardig te zijn.
Dat is een schokkend gegeven.
Uit de gesprekken met
slachtoffers die in hun
persoonlijke intimiteit zijn
geschonden, is me ook duidelijk
geworden dat het bijzonder
moeilijk is om met je ervaring, je
pijn, naar buiten toe te komen.
Nog moeilijker is het om deze
ervaring in gesprek te brengen
met de pleger van incest, de
ouder. Toch kan dat
noodzakelijk zijn om zelf te
overleven. Het is bekend dat
sommige mensen die tot
zelfdoding komen
incestslachtoffer zijn. Het kan
dus levens-noodzakelijk zijn om
je ouders pijn aan te doen als
gevolg van de pijn die jou is
aangedaan. Met je verhaal, dat
soms zolang verborgen is
gebleven en als een tijdbom in
je heeft getikt naar buiten
komen, is bijzonder moeilijk. Je
loopt het risico om te stuiten op
een muur van ongeloof,
ontkenning, woede en zelfs
uitstoting. Ballingschap.
Slachtoffers hebben niet zelden
schuldgevoelens nadat zij naar
buiten zijn getreden. Die
schuldgevoelens zijn als de
boeien die een onschuldige
gevangene vastbinden en
belemmeren om vrij te worden.
Incest-slachtoffers hebben
directe en onomwonden steun
nodig.
Het ontbreekt ook in kerkelijke
kring soms aan moed om dit
lijden duidelijk ter sprake te
brengen. De godsdienst heeft
helaas soms de indruk gewekt
dat zij meer aan de kant van de
daders stond dan aan de kant
van de slachtoffers. Het is ook
bijzonder pijnlijk om te lezen
dat de briefschrijfster niet meer
gegroet wordt door de pastor
sinds zij hem haar verhaal heeft
verteld.
Is dat onmacht of verlegenheid?
Ik heb er behoefte aan om er
voor te pleiten dat we ons
vanuit het pastoraat zeer
serieus verdiepen in deze pijn.
Ik noem daarom ook het boekje
'Pastoraat en incest'
uitgegeven bij Gooi en Sticht te
Hilversum. Een verslag van een
studiedag voor pastores. Ik wil
er ook op attent maken dat er
goede professionele
hulpverlening bestaat voor
incestslachtoffers. Waar
wenselijk wil ik voor wie hulp
zoeken in alle anonimiteit graag
bemiddelen of een eerste
luisterend oor zijn. De lezeres
die me heeft geschreven heeft
mijn besef versterkt van de
eenzaamheid en de pijn van hen
die geen eerbied hebben
ondervonden waar wel eerbied
verwacht mag worden.
NAALDWIJK Leo Ge-
leijnse (nu 63 jaar oud)
was nog een kind toen hij
tijdens de .Tweede We
reldoorlog in een Jappen
kamp in Indonesië ernstig
werd mishandeld. De
wonden op zijn lichaam
verdwenen grotendeels,
maar de psychische pijn
bleef. Niets hielp, psychia
ters niet, de kerk niet. De
kentering begon toen Ge-
leijnse in contact kwam
met de hervormde predi
kant ds. Gerrit Jan Loor,
destijds in Hasselt. Nog
steeds is Geleijnse niet
vergeten wat de Japan
ners hem hebben aange
daan. Toch kwam het
slachtoffer van de oorlog
tot het besef dat hij zijn
vijand moest vergeven.
Met dat doel bracht hij onlangs
zelfs een bezoek aan Japan.
Ds. Loor (43), sinds zesenhalf
jaar predikant in Naaldwijk,
maakte van dichtbij de ont
wikkeling van haat naar ver
geving mee die zich in Ge
leijnse voltrok. In 1978 komt
de jonge predikant Loor in
aanraking met Leo Geleijnse,
die toen ten einde raad was.
Nachtmerries, waarin hij tel
kens weer ziet hoe de kamp
beul een knuppel op zijn rug
kapotslaat, maken normaal
functioneren onmogelijk. De
haat tegen de Japannners die
hij jarenlang heeft weten te
verdringen, komt in alle he
vigheid terug en richt zich te
gen de mensen in zijn omge
ving. Ook angst houdt hem zo
zeer in de greep, dat hij zich
constant bedreigd voelt.
Het huwelijk van Geleijnse
blijkt hiertegen niet bestand
en loopt op de klippen. Na de
scheiding ziet hij zijn kinderen
niet meer. Zijn baan als vor
mingswerker raakt hij kwijt.
De ellende is compleet.
Al rondzwervend zoekt hij
wanhopig naar steun. In de
kerk heeft hij echter het ge
voel tegen een muur op te lo
pen, de verhalen over verge
ving van de vijand wil hij niet
horen. Vanwege afschuwelijke
ervaringen met de hervormde
kerk, waarover Geleijnse ver
der niet wil uitweiden, breekt
hij met het geloof. Diverse
vormen van therapie mogen
ook niet baten. Op een bepaald
moment komt Geleijnse in een
opvangcentrum in Hasselt te
recht. De jonge predikant
Loor, die in het Overijsselse
dorp zijn eerste standplaats
had, bezocht dit opvangcen
trum regelmatig. Hij probeert
met het oorlogsslachtoffer te
praten. Geleijnse: „Ik kon hem
wel wégkijken. Na mijn nare
ervaringen moest ik niets van
hem hebben. Alles wat met
het geloof te maken had
scheerde ik over een kam". Al
snel beseft Geleijnse dat ds.
Loor anders is, dat hij open
staat voor de problemen waar
mee het oorlogsslachtoffer
worstelt. „Hij werd een klank
bord, iemand die er gewoon
altijd voor mij was", zegt Ge
leijnse. Het feit dat de dominee
tegenover Geleijnse schuld be
lijdt voor wat de hervormde
kerk hem aandeed, opent de
weg naar een innig contact.
Vanaf die tijd gaat het evange
lie steeds meer voor hem bete
kenen.
Genezing
In de jaren die volgen nemen
de haatgevoelens van Geleijn
se geleidelijk aan af. Door zijn
ontmoetingen met een Zuida-
frikaanse evangelist in 1978,
een jonge Japanse vrouw in
1985, en zijn bezoeken aan Is
raël komt hij tot het inzicht
dat er maar één manier is om
te genezen van het kamptrau
ma, en dat is via vergeving en
verzoening. Niet alleen ds.
Loor, maar ook de vermaarde
1
1
Ds. G.J. Loor
FOTO: m. Ü8SS&
STEPHEN
EVENHUIS HtËSSSSl
professor Bastiaanse van het
Centrum 1940-1945 spelen een
belangrijke rol in dat proces.
Vier jaar geleden zette Leo
Geleijnse de stap van zijn le
ven door in Amsterdam een
ontmoeting te regelen met de
aartsbisschop van Tokio. De
man, die enige jaren voordien
vergeving had gevraagd aan
alle slachtoffers van de Japan
se oorlogsmisdrijven. Geleijnse
vergeeft, maar weet dat er
maar één plaats op de wereld
is waar dat optimaal kan ge
beuren: in Japan. In augustus
1990 is het zover. Geleijnse
vertrekt op uitnodiging van de
aartsbisschop naar Japan.
Daar is hij eregast op de 45ste
Hirosjima-herd.enking. In het
land van de rijzende zon zet
Leo Geleijnse zijn angst- en
haatgevoelens definitief om in
begrip en verzoening.
Het geld voor de reis naar Ja
pan werd bijeengebracht door
christenen, die volledig achter
het initiatief van Geleijnse
stonden. Iemand uit Naald
wijk, de gemeente waar Loor
nu zesenhalf jaar predikant is,
stelde een groot deel van het
geld beschikbaar dat Leo Ge
leijnse nodig had om naar Ja
pan te gaan. In de Westlandse
gemeente begonnen de plan
nen voor de grote reis te leven
nadat de dominee Geleijnse
had uitgenodigd voor het hou
den van een lezing.
Contact
Ondanks het feit dat Leo Ge
leijnse in het Friese dorp Eng-
wierum woont en ds. Loor in
Naaldwijk, onderhouden ze
het contact. Als het aan Ge
leijnse ligt, blijft dat altijd zo.
Voor hem is de dominee een
vriend voor het leven. „Het is
mede door hem dat ik me
steeds sterker ben gaan voe
len. Nog altijd kan ik het niet
geloven waartoe ik nu in staat
ben terwijl ik ooit een wrak
was". Bescheiden als hij is,
verwondert het ds. Loor tot op
de dag van vandaag waarom
Geleijnse juist hem deelgenoot
maakte van zijn problematiek.
„Ik ben na ^de oorlog geboren
en kon dus op dit gebied geen
ervaringen met hem uitwisse
len." Wel had de predikant
een sterke affiniteit met Israël
en het Joodse volk, ook slacht
offer van de verschrikkingen
van de oorlog.
Hoe goed de predikant Leo
Geleijnse ook heeft kunnen
helpen, wat de problemen
rond de scheiding betreft
stond hij machteloos. De predi
kant heeft wel contact met de
ex-vrouw van Geleijnse, maar
dit heeft tot nu toe niets opge
leverd. Zij weigert elk contact
en ook de kinderen die inmid
dels volwassen zijn, blijven bij
hun weigering dat ze hun va
der niet meer willen zien.
Taboe
Ds. Loor heeft zich naar aan
leiding van het verhaal van
Geleijnse niet speciaal toege
legd op de begeleiding van In
dische oorlogsslachtoffers. „Er
rust bij de meeste Indische
mensen zo'n taboe op het pra
ten over de oorlog. Veel men
sen willen er niet aan herin
nerd worden. Bovendien heb
je specialisten op dat gebied".
Terugkijkend op wat er met
Leo Geleijnse is gebeurd, zegt
ds. Loor: „Leo heeft zijn nek
uit durven steken, in tegen
stelling tot vele andere men
sen die het verleden doodzwij
gen. Dat zie ik als zeer positief,
mede omdat het anderen tot
nadenken stemt".
NOTITIE VOOR NATIONALE HERDENKING:
DEN HAAG Gods
dienstvrijheid in christelij
ke zin komt voort uit de
dienst aan God, namelijk
als het waken over het
recht van de vreemdeling.
Dat betoogt de gereformeerde
ethicus prof dr. G. Manen-
schijn uit Kampen. Hij schreef
op verzoek van het Nationaal
Comité 4 en 5 mei een notitie
over het thema van de vrij
heid van godsdienst en levens
overtuiging. Het is het eerste
thema in een serie over de
grondrechten van de mens.
Manenschijn zegt dat gods
dienstvrijheid niet een gunst
is, maar een recht. Men hoeft
niet aan de overheid toestem
ming te vragen om zijn gods
dienst te belijden en na te le
ven, maar ook omgekeerd: de
overheid heeft niet het recht
iemand daarin te belemmeren.
Vrijheid betekent hier: het
recht op niet-inmenging.
De in ons land heersende
godsdienstvrijheid waardoor
christenen, joden en moslims
hun godsdienst kunnen bele
ven, is er niet 'zomaar', ze is in
haar liberale stand van zaken
de vrucht van een eeuwenlan
ge ontwikkeling.
De godsdienstvrijheid hangt
zowel historisch als principieel
samen met de scheiding tussen
kerk en staat. Die scheiding
betekent geen onverschillig
heid van de kant van de over
heid, maar vooral dat voor de
staat alle godsdiensten en le
vensovertuigingen gelijke
rechten en plichten hebben.
De ethicus constateert dat de
godsdienstvrijheid grenzen
heeft; ze wordt ingeperkt door
de wetten die in ons land gel-
Prof. dr. G. Manenschijn.
den. In naam van de gods
dienst kan men niet het recht
eisen onder en boven de wet
te leven. Een godsdienst bij
voorbeeld die de gelovigen zou
verplichten tot discriminatie,
komt in strijd met artikel 1
van de Grondwet: 'Allen die
zich in Nederland bevinden,
worden in gelijke gevallen ge
lijk behandeld. Discriminatie
wegens godsdienst, levens
overtuiging, politieke gezind
heid, ras, geslacht of op welke
grond dan ook, is niet toege
staan.'
In artikel 6 komen rechten en
plichten aan de orde in ver
band met de vrijheid van
godsdienst. Tussen beide arti
kelen kunnen spanningen ont
staan, constateert de hoogle
raar. Een helder voorbeeld is
het feit dat vrouwen in de
Rooms-Katholieke Kerk geen
priester kunnen worden en in
behoudende protestantse ker
ken geen predikant. Is dit een
FOTO: PERS UNIE
geval van discriminatie? Som
migen vinden van wel; de be
treffende kerken echter beroe
pen zich op de godsdienstvrij
heid van artikel 6.
De godsdienstvrijheid kan, al
dus Manenschijn, worden gele
gitimeerd vanuit de staat als
ook vanuit de kerken. Die le
gitimatie valt verschillend uit.
De staat bemoeit zich wat be
treft de godsdienstvrijheid niet
met de waarheid van het ge
loof, maar om de waardigheid
van de menselijke persoon.
Voor kerken is godsdienstvrij
heid veel meer dan het zich
tot niets verplichtende 'dul
den' van minderheden met
hun godsdienstige 'eigenaar
digheden.' Ook meer dan een
neutrale overheid. Het is niet
iets negatiefs, eerder is iets po
sitiefs: het erkennen en be
vechten van het recht van de
vreemdelingen.
„Theologisch gezien gaat het
in godsdienstvrijheid niet om
gunsten, maar om rechten. We
gunnen de vreemdelingen niet
iets en we géven ze niet iets,
maar we waken over hun
rechten, wetende dat de dienst
aan de Here ons daartoe ver
plicht. Als Hij in het midden
staat, komen de vreemdelin
gen nooit in de marge te-
„Het erkennen van het recht
van de vreemdelingen bete
kent echter altijd erkenning
van het recht om anders te
zijn en anders te geloven. Dat
recht berust niet op een of an
dere gelijkenis met het chris
tendom. Dan zou onze gods
dienst de norm worden en niet
God zelf. Dan kregen alleen
diegenen de meeste ruimte die
het dichtst bij ons staan".
„Theologisch is dat niet te
rechtvaardigen. Theologisch'' is
er maar één rechtvaardiging:
de dienst aan God en het wa
ken over het recht van de
vreemdelingen liggen in el-
kaars verlengde. Pas dat is
godsdienst in christelijke zin",
aldus prof. Manenschijn.
Het Nationaal Comité heeft
aan de Raad van Kerken ge
vraagd te bevorderen dat in de
kerkdiensten van morgen de
thematiek van de vrijheid van
godsdienst en levensovertui
ging aan de orde wordt ge
steld. De Nederlandse Her
vormde Kerk heeft aan dit
verzoek gehoor gegeven door
middel van een brief aan haar
kerkeraden en predikanten.
Bij die brief voegde het be
stuur van de kerk een deel
van de notitie van prof. Ma
nenschijn. De r.-k. bisschop
pensynode liet in dit kader on
langs een notitie verschijnen
over de thematiek. Daarin
wordt onder meer geconclu
deerd dat de vrijheid van
godsdienst en levensovertui
ging de hoeksteen is voor de
mensenrechten
Vertaalde werken
Rudolf Steiner in
ambitieus project
AMSTERDAM Een gebeur
tenis van grote betekenis. Zo
omschreef de oud-hoogleraar
B. Lievegoed uit Zeist gisteren
de presentatie van de eerste
delen uit de 'Steiner-bilio-
theek', een ambitieus project
waarin vertalingen van 48
werken van de Oostenrijkse
filosoof en pedagoog Rudolf
Steiner (1861 - 1925) worden
uitgegeven. Steiner is de
grondlegger van de antroposo
fie. Lievegoed, een van de be
kendste antroposofen van ons
land, zei dat veel mensen ken
nismaken met alleen de resul
taten van de geestesweten
schap, bijvoorbeeld via de
Vrije Scholen, de biologisch-
dynamische landbouw of via
de geneeskunst van de antro
posofen, maar dat grondslag
en methode van de antroposo
fie voor velen onbekend blijft.
Dat feit hangt samen met de
omstandigheid dat de werken
van Steiner moeilijk toeganke
lijk zijn, omdat ze zijn geschre
ven in Duits van decennia ge
leden. Bovendien is een deel
van zijn werk vakwetenschap-
pelijk. Dat laatste geldt bij
voorbeeld voor het boek:
'Waarheid en wetenschap',
waarin Steiner zich in filoso
fisch jargon verzet tegen het
denken van Kant. Het Stei-
ner-project beoogt een repre
sentatieve selectie uit het zeer
omvangrijke Steiner-oeuvre
uit te brengen voor 'heden
daagse Nederlandse lezers'.
Er zijn sinds vandaag drie boe
ken te krijgen. In 'Waarheid
en wetenschap' probeert Stei
ner aan te geven hoe de ken
nistheorie sinds Kant eenzijdig
materialistisch is geworden en
hoe de antroposofie een alter
natief biedt. De methode voor
het verkrijgen van geesteswe
tenschappelijk inzicht in de
dingen beschrijft Steiner in
'De weg tot inzicht in de hoge
re werelden', dat gisteren als
tweede deel in het Steiner-
project verscheen. Het derde
deel is 'Algemene menskunde
als basis voor de pedagogie' en
omvat voordrachten over het
Vrije School-onderwijs.
Dodenherdenking
A.LS vandaag de vlaggen halfstok hangen, zullen bij
Nederlanders heel concrete herinneringen boven komen
de oorlogsjaren. Voor deze mensen kan de dodenherdenk
een emotioneel moment zijn. Want al doet de tijd pijnli
herinneringen vervagen, de littekens verdwijnen nooit. V
een groeiende groep Nederlanders is de herdenking ech
een verwijzing naar iets waarover ze in de verhalen hebl
gehoord en waarover ze hebben gelezen, maar wat ze
niet hebben meegemaakt. Naarmate het aantal Nederland
dat de oorlog wel heeft meegemaakt kleiner wordt, zal
karakter van de herdenking anders worden. Uiteinde
komt er een tijdstip waarop niemand in Nederland nog 1
zeggen: 'Ik heb de oorlog meegemaakt'.
De vraag kan opkomen, gelet op deze feiten, of en in hl
verre het karakter van de dodenherdenking de verwijzl
naar de Tweede Wereldoorlog zou moeten overstijgen. In fj
te is die vraag al beantwoord; het Nationale Comité 4 e»
mei heeft immers aandacht gevraagd voor de grondrecht
van mensen. De jongere generaties krijgen daardoor de k$
,de actualiteit van de oorlog in de wereld te beleven roncty
een herdenking die in haar concrete aanleiding voor h
niet zo goed invoelbaar is. De recente gebeurtenissen in K
wayt en in Irak hebben in het algemeen gesproken;
voor deze generaties Nederlanders wellicht een emotionef
betekenis dan de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorl
VEEL oudere Nederlanders beleven vanavond moeilij
momenten; de littekens laten zich dan immers nadrukkel
voelen. En er zijn helaas ook mensen voor wie het elke
herdenkingsdag is; voor hen is de oorlog gewoon doorgeg
De strijd die zij strijden is die tegen het trauma van wri
geweld of van verscheurend verdriet. De beste manier
als Nederlands volk deze oorlogsslachtoffers tegemoet te tl
den, is te laten zien dat de herdenking vanavond niet zom;
een traditie is. Het gaat er om de slachtoffers en onszelf)
laten zien dat de strijd van toen óók tot gevolg heeft g
dat mensen van nu niet willen geloven in de mythe
macht en geweld, of in die van het 'beter zijn' dan ander*
Zo krijgt het moment van herdenken het perspectief van
toekomst.
Encycliek
Het Westen zou licht in de verleiding kunnen komen zich
zelf rijk te noemen nu de situatie in Oost-Europa ten hem.
schreiend is. En het Westen zou zich intellectueel de bete|
kunnen achten, waar de economie van de voormalige Conl
con-landen volledig bankroet is. Paus Johannes Paulus
heeft voor die hoogmoedige gedachten gewaarschuwd in z|
nieuwe encycliek 'Centesimus annus' waarin hij ingaat op
val van de marxistische regimes in Oost-Europa. Het Westu
moet die niet beschouwen als een eenzijdige overwinniif
waarschuwt hij. Weliswaar biedt de vrije markt de beste g
rantie op een redelijke produktie van goederen, maar het
allerminst vanzelfsprekend dat die goederen ook eerlijk wc
den verdeeld.
Het is verademend dat de paus een evenwichtige afwegia
van het westerse systeem probeert te geven, waarin 'win j
niet langer als besmet woord wordt gemeden, maar juist a
stimulans kan gelden voor het welzijn van mensen. Maar y
andere kant van de medaille is dat ongebreideld consumptfj
me kan worden tot 'een web van valse en oppervlakki
verlangens, die het de mens onmogelijk maken aan zijn 1:
doeling te beantwoorden'. Het is tekenend voor het doordr
ven van de westerse economie, dat dit geluid steeds mind
wordt gehoord. Dat het al te gemakkelijk vanzelfsprekei
wordt gevonden dat talloze mensen voor de economie zijn i
geschreven, dat mensen weggesaneerd worden omdat
winsten gehaald moeten worden.
Uitgave: Westerpers bv (behorende tot Sijthoff Pers bv).
Kantoor: Apothekersdijk 34, Lelden.
Telefoon: 071 -122 244.
Telefax: 071 -134 941.
Postbus 11, 2300 AA Leiden.
Hoofdkantoor: Koopmansstraat 9, 2288 BC Rijswijk.
Telefoon: 070-3190 933.
Telefax: 070-3906 717.
Postadres: Postbus 9, 2501 CA Den Haag
Directeur/hoofdredacteur: J. Leune.
Adjunct-hoofdredacteur: J. Timmers.
Chef-redacteur G.- J. Onvtee.
Secretariaat directie/hoofdredactie (tel. 070 - 3190 80!
Omgeving Leiden (tel. 071 - 144 048): K. van Herpen (chef), F. Buurman,
R. Koldenhof, M. Kroft, T. Pieters.
Sport Leiden e.o. (tel. 071-144 049): K. v
Kunst/rtv (tel. 070 - 3190 834): K. van Wees (chef), G. Ansems, B. Jansma,
H. Piët.
Geestelijk leven (tel. 070 - 3190 835): L. Kooistra, drs. P van Velthoven.
Foto (tel. 070 - 3190 838): M. Konvallnka (chef), S. Evenhuis, S. Pieterse.
Redactie-secretaresse (tel. 070 - 3190 819): T. Kors.
De Leidse Courant maakt verder gebruik van dè diensten van:
- freelance-medewerkers en -correspondenten in zijn verspreidingsgebied;
- de parlementaire redactie en de nieuwsdienst van de Stichting Pers Unie, e
redactioneel samenwerkingsverband van negen regionale kranten In Nederla
en België. De algemene verslaggevers van Pers Unie zijn drs. K. Swiers en
M. van de Ven. De parlementaire redactie bestaat uit R. In 't Hout (chef), H. Bij-
leveld, D, Hofland, P. Koopman en D. van Rietschoten.
- het Algemeen Nederlands Persbureau en buitenlandse persbureaus;
- de volgende correspondenten In het buitenland: S. Akkerman (Praag),
drs. D. J. van den Bergh (Peking), drs. H. Botje (Tunis), A. Courant (Athene),
R. Hasselerharm (Johannesburg), T. Heard (Kaapstad), drs. A. Heering (Rome),
B. van Huët (Parijs), M. de Koninck (Washington), H. Kultert (Nieuw Delhi),
F. Lindenkamp (Sao Paulo), R. Simons (Londen), drs. R. Vunderlnk (Moskou),
W. Werkman (Jeruzalem), E. Winkels (Barcelona), G. van Wljland (Belgrado),
F. Wijnands (Bonn), J. Wijnen (Brussel).
De Leidse Courant heeft als lid van de Stichting Pers Unie de exclusieve vertaai
en publicatierechten van The Times en The Sunday Times of London. Vertaal
ster: M. de Cocq.
in 08.30 tot 17.00 u
i 18.00 tot 19.00 uu
Abonnementsprijzen (inclusief 6% btw)
Bij automatische betaling:
per maand 25,70
per kwartaal 76,60
per jaar 294,30
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 - 122 244.
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941.
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk 070 - 3902 702.
Bankiers
AMRO BANK NV 473 575 515
POSTBANK NV 663 050