„Iedereen wil er normaal uitzien" HK1N GIN AL PLUS EN TOCH /VI IN 2000 GULDEN. PLASTISCH CHIRURGEN: GEEN WONDERDOKTERS: Medische rekenmeesters JSEZONDEN WEL Seid^aQowumt DONDERDAG 2 MEI 1991 PAGINA 6 ^Aanbieding van de week: een nieuwe neus, Iin precies de juiste kleur en vorm. Sommigen dro men van zo'n aanbod, jmaar neuzen, oren, bor- jsten en billen zijn niet in reen winkel te koop. Jij gmoet het doen met je ei- fcgen exemplaren. En de rplastisch chirurg dan? IHeeft die geen handeltje (jin fraaie lichaamsdelen? fOf is dat alleen voor rij- kelui's kindertjes wegge legd? -Plastische chirurgie is beslist -■geen luxe. Dat zal iedere arts 'je meteen duidelijk maken. Het is dan ook niet alleen voor bekende Nederlanders uitgevonden. „Het gaat om "normale mensen, met norma le wensen. De patiënten wil len niet mooi zijn, ze willen er normaal uitzien, net als -anderen", legt dr. A. Mole naar, plastisch chirurg met een privékliniek in Arnhem, Iuit. Hij en nog twee andere collega's die op dit terrein werkzaam zijn denken daar nagenoeg hetzelfde over. Aan rdeze chirurgie zijn fraaie naamkaartjes gehangen als ^plastisch, cosmetisch, recon- 1 struerend en esthetisch. „Het /is moeilijk om het verschil ■\uit te leggen", zegt zijn colle- vga dr. R. Dijkstra uit Zwolle. j,,Een reconstruerende opera tie is bijvoorbeeld de hazelip. eJë helpt iemand van een aan- Sgeboren afwijking af". Hij dgeeft ter verduidelijking nog deen voorbeeldje. „Grote bor- (Sten verkleinen kun je een icosmetische operatie noemen, ^rnaar het meisje kan er ook blast en pijn van hebben, met \)sporten bijvoorbeeld. Dan g,kan opereren noodzakelijk li blijken. Door je uiterlijk kun d je in een uitzonderingspositie gkomen. Dat je wordt nagest- s^aard en niet meer op straat ndurft". ziBaby hWie bepaalt of een operatie sinodig is? Dijkstra: „De pa- (Itiënt zelf moet aangeven of vhij last heeft van zijn uiter- Plijk. De chirurg kan daarna h zeggen of opereren zinvol is. sl Ouders die met een baby met v flaporen komen, sturen we n terug, totdat het kind zelf nkan bepalen of het er last dvan heeft. Wat de één vrese- plijke flaporen vindt, vindt de gander beschaafde oortjes. En b een operatie is toch even ver- De wijze waarop de Amerikaanse popster Cher in de loop der jaren recon struerend en cosmetisch onder het mes is geweest, heeft destijds het nodige opzien gebaard. Links een 1976,er velend. Het kind moet er ge woon zelf achter staan, het moet dit voor z'n 'nieuwe ui terlijk' over hebben". „De mensen moeten geen wonderen van ons verwach ten', legt de derde chirurg dr. J.B. Storm van Leeuwen uit. „Er wordt vaak gedacht dat wij een litteken kunnen weg halen. Maar het enige dat wij doen, is het onopvallend ma ken: het lelijke litteken ver vangen door een minder le lijk exemplaar. Wij moeten immers altijd een nieuw litte ken maken. Mensen die te veel verwachten, helpen we meteen uit de droom, dan valt het eindresultaat nooit tegen. Goed voorlichten is heel belangrijk. Twijfelaars moeten eerst maar eens goed nadenken. Je moet het echt zelf willen en niet je omge ving.' Plastisch chirurgen kunnen weigeren een operatie uit te voeren. Dijkstra: „Als een meisje per fecte borsten kleiner of gro ter wil hebben, gaat ze maar naar een andere arts. Het ge beurt weieens dat iemand verontwaardigd weggaat, maar opereren is nooit zon der risico en ik wil aardig heid aan dit vak houden. Bij een puur cosmetische opera tie voel ik me niet zo nuttig". Molenaar weigert ook 'vrij veel': „Ongeveer vijftig pro cent. Inderdaad mensen met te hoge verwachtingen of met meer problemen dan een bobbeltje op de neus. Met dat bobbeltje komen ze bij mij. Maar als ik merk dat er een ander probleem achter zit, moet dat eerst maar eens worden uitgezocht. Anders staan ze zo voor een volgende operatie op de stoep, want het probleem is namelijk niet weg". Plastische chirurgie is de laatste tijd nogal in. Mole naar: „Vroeger wist men niet dat het bestond of men vond zo'n operatie overdreven". Dijkstra: „Ons vak is veel in de publiciteit en dan zie je ook dat de vraag toeneemt. Ik doe dit werk al twintig jaar en in die tijd is het aan tal plastisch chirurgen meer dan verdubbeld. Aangeboren afwijkingen zijn er altijd al geweest natuurlijk, dus de operaties daarvan ook, maar de puur cosmetische behan delingen nemen toe". „Toch vertellen sommige pa tiënten nog steeds niet dat ze naar een plastisch chirurg taan", is de ervaring van torm van Leeuwen. „En deze reactie is eveneens heel typerend: niemand ziet dat ik geopereerd ben, maar ik wel en dat is precies wat ik be doelde!' Hazelippen Voorbeelden van plastische chirurgie zijn: het corrigeren van aangeboren afwijkingen als hazelippen en flaporen en de gevolgen van een ongeluk (littekens en brandwonden) 'wegwerken'. De nieuwe technieken hebben deze me dische tak enorm geholpen. Door microchirurgie (opere ren onder een microscoop) kunnen zenuwen, bloedvaten en spieren aan elkaar wor den gehecht. Huid of spieren kunnen zo worden verplaatst en een (afgerukte) hand kan aan de arm worden terugge zet. De meest voorkomende operaties in de leeftijdsgroep tot 20 jaar zijn: hazelippen sluiten, flaporen recht zetten en borstverkleiningen. Een klein deel van deze operaties gebeurt in de polikliniek, de gemiddelde ziekenhuisop name duurt een weekje. De ziekenfondsen en verze keringen helpen bij het beta len van de rekening van een plastisch chirurg. Om een idee te krijgen wat dergelijke operaties kosten twee voor beelden: voor dik tweedui zend gulden ben je van ie fla poren af en voor een borst- verkleining ben je zesdui zend gulden kwijt. Deze prij zen zijn inclusief ziekenhuis opname en narcose. Sinds 1 januari willen zie kenfondsen niet meer op draaien voor de kosten van puur cosmetische operaties. Borstvergrotingen, facelifts en het weghalen van tatoea ges moeten uit eigen zak worden betaald. Patiënten en plastisch chirurgen betreuren dat. Dr. Molenaar: „De mensen met een laag inkomen wor den er weer de dupe van. Zo wordt plastische chirurgie wèl iets voor rijke mensen en dat is het beslist niet. Ik vind het jammer dat er zo weinig begrip voor is". JACQUELINE VISSER Voor de Peugeot 309 Plus vragen we u even met ons mee te rekenen. Er valt namelijk nogal wat op te tellen bij deze auto. Allemaal plussen die u straks op de weg, maar ook daarnaast, heel wat plezier zullen bezorgen. De grootste plus zit 'm in het totaal. Want u krijgt 2000 gulden voordeel op een nogal complete reeks aan accessoires. 309 XL 1.4 (3-drs) cat.prijs 24.995,- M ^ruitewisser/sproeicr achter M ^handgrepen achter met klcdinghaak M uitklapbare achterzijruiten (3-drs) opbergvakken achterpanelen (3-drs) M f in lendenen verstelbare bestuurdersstoel M y complete bedrading naar luid- sprekersinbouwruimte achter M f intervalschakeling op ruitewissers vóór M ^verlichting bagageruimte ymjff elektronische toerentcller Cat .prijs extra's 27.275 309 Plus (3-drs) tijdelijk egelbare astrumentenbordverlichting met de wielkasten toe beklede bagageruimte uxe stof beklede portierpanelcn tchterspoiler (dieselversie) De Peugeot 309 Plus (3- of 5- deurs) is voorzien van een pittige 1.4 injectiemotor met 3-weg kata lysator en lambda-sonde of een 1.9 dieselmotor. Beide uiterst zuinig en stil. Bovendien kunt u rekenen op 'n 5- vcrsnellingsbak, gelaagde voorruit, diagonaal gescheiden remsysteem en een kooiconstructie. Een fantastische aanbieding dus, waarbij haast is geboden. Want het voordeel is groot, maar de voor raad is beperkt. Kom dus snel bij ons langs in de showroom voor een proefrit. U bent van harte welkom. PEUGEOT 3Q9 Ongehoord goed. Uw voordeel /crlichting dashboardkastje HAZERSWOUDE-DORP, AUTOBEDRIJF BOS HAZERSW0UDE B.V., DORPSSTRAAT 13, TEL: 01728-9234. HILLEGOM, B.V. SCH00NDERBEEK, OLIVIER VAN NOORDSTRAAT 8, TEL: 02520-18253. LEIDEN, AUTO LEITH0N, OEGSTGEESTERWEG175, TEL.: 071-212911. NOORDWIJKERHOUT, B.V. SCH00NDERBEEK, HERENWEG 236, TEL: 02523-72859. BU| SASSENHEIM, AUTOMOBIELBEDRIJF J. FAAS B.V., OUDE HAVEN 7, TEL: 02522-12922. I PEUGEOT. DYNAMISCH OP WEG. Broadstreet in Londen werd hon derdvijftig jaar geleden geteisterd door een cholera-epidemie. Dat was niets bijzonders, want cholera kwam vaak voor. Wel bijzonder was, dat een arts, John Snow, op toen tamelijk originele wijze achter de oorzaak van die epidemie kwam en een methode vond om de epide mie letterlijk in de kiem te smoren. Hij bestudeerde de watervoorzie ning van de wijk door huis aan huis de herkomst van het drinkwa ter vast te leggen. Wat bleek? De meeste slachtoffers dronken water uit de pomp van een waterleiding bedrijf dat het water uit de Theems betrok. Omdat toen heel Londen onbekommerd zijn behoefte recht streeks in de Theems loosde, lag de conclusie voor de hand. Snow deed het voorstel om voortaan het drinkwater te halen uit het stroom- opwaartse gebied van de Theems. Dat hielp. Snow's ontdekking was om meer redenen heel bijzonder. Op de eer ste plaats bewees hij als eerste dat de ziekte verband hield met ver ontreinigd drinkwater. De onont koombare conclusie uit die ontdek king was dat schoon drinkwater de ziekte effectief kon voorkomen. Dat was des te opmerkelijker om dat de ziektekiem zelf de 'vibrio cholerae asiaticae' pas dertig jaar later, in 1883, door Robert Koch zou worden ontdekt. Maar het al leropmerkelijkst nog was de me thode. Snow's ontdekking was een medische vondst van de eerste orde. Snow geldt als de aartsvader van de epidemiologie, de leer die bestudeert hoe een ziekte zich on der de mensen verspreidt. Cijfertjes Een merkwaardig vak. Epidemiolo gen proberen de medische werke lijkheid in cijfertjes te vangen en krijgen nooit en patiënt te zien. Wat heeft dat voor nut? Neem nu de hevige debatten die de afgelopen vijftien jaar binnen en buiten de medische vakbladen zijn uitgevochten. Om maar wat te noe men. Lopen mensen die in de buurt van kerncentrales wonen meer kans op kanker? Krijg je hartin farct door te veel stress, te weinig beweging of te veel en te vet eten? Krijg je van passief roken longkan ker? De gewone arts moet daar het ant woord op schuldig blijven, want hij ziet te weinig patiënten om een conclusie te kunnen trekken. Per soonlijke ervaring is weinig be trouwbaar. Iedereen weet dat ro ken en overmatig drinken slecht is. Maar hoe vaak hoor je niet het ver haal over die oudoom, die rokend een schoorsteen en drinkend als een heel café moeiteloos de leeftijd der sterken haalde? Nou dan. Een epidemioloog is van dat soort verhalen niet onder de indruk. Hij bekijkt niet het lot van die ene pa tiënt, maar gaat het lot na van soms wel honderdduizenden mensen te gelijk. Dan blijkt ineens dat onder de duizenden slachtoffers aan long kanker 90 procent bij leven een ta melijk zware pijp heeft gerookt. Die rokende en hevig drinkende oudoom bestaat, maar dat zegt niks. Zo had je jaren geleden in Amster dam een 'fietsfreak' die 'voor de kick' vanuit een zijstraat plotseling en blindelings een drukke ver keersader placht over te steken. Uit het feit dat die man het in de Haag se Post kon navertellen, zal nie mand de conclusie trekken dat dit een veilige manier van oversteken is. En zo is het met roken ook. Je hoeft als roker geen longkanker te krijgen, maar èls je rookt, dan trek je uit de Loterij van Leven en Dood negen maal zoveel dodelijke lootjes als een niet-roker. Dit is een typische epidemiologische conclu sie. Verkeerde conclusies Een gewone arts kan uit individue le behandeling wellicht de verkeer de conclusies trekken. Een epide mioloog heeft een ander standpunt. Hij doet vanachter zijn bureau als het ware een stapje achteruit. Hij bekijkt het hele medische bos, maar is niet geïnteresseerd in de bomen. Hij is de boekhouder van het medische bedrijf. Borstvoeding, zo blijkt uit onder zoek bij tweehonderd vrouwen, feeft geen bescherming tegen orstkanker. Beweging blijkt wel degelijk te beschermen tegen hart en vaatziekten. Een aardige conclu sie uit een recent onderzoek is dat het nooit te laat is om wat aan je gezondheid te doen. Als ie na een medisch lui leven op pakweg het vijftigste levensjaar 'gezond' gaat doen, dan heb je na een paar jaar net zoveel kans op leven als wie dan ook. En zo is er meer. Veel door Joke Forceville-Van Rossum ONMACHT Blijf maar roepen! Niemand geeft antwoord. Is er één uit de hemel je toevlucht... Job, 5,1 De afgelopen weken werd mij nogal eens de vraag gesteld waarom ik op mijn plekje in de krant niet eens mijn zegje heb gedaan over het afschuwelijk probleem van de op de vlucht gejaagde ontheemde Koerden. Soms hadden die vragen een ondertoon van verwondering, vaker van een zekere verontwaardiging. Was ik te lal om standpunt te bepalen en daarvan te getuigen? Nee, dat moet men mij toch maar niet van betichten. Ik heb eerst afgewacht. Toegegeven, dat was dan wel met groeiend ongeduld en steeds sterker wordende gevoelens van boosheid. Toch ben ik, eerlijk gezegd, het meest vervuld geweest van onmacht. Wie onder ons trouwens niet? In het eigenlijke Golfconflict en zeker gedurende de korte periode van de grondoorlog, heb •ik met bewondering de beheersing van de Amerikaanse president gadegeslagen. Een beheersing waar blijkbaar zo'n uitstraling van uitging, dat hij erin is geslaagd haar over te dragen op de bewoners van Israël. Voor ons was het nogal gemakkelijk toekijken hoe de bewoners van dat kleine land hun kalmte niet verloren onder alle scudaanvallen en het verdriet en de angst bleven dulden zonder te reageren met tegenactie. Maar toen een week of wat geleden door de pers werd gemeld dat de Koerden de grote zorg en aandacht van Bush weliswaar bléven gevangen houden, maar erbij stond dat de president een weekend naar zijn buitenverblijf was vertrokken om daar te gaan vissen, kreeg ik het gevoel mijn vertrouwen in de man te verliezen. Natuurlijk, ook hij moest onder alle druk op de been blijven en enige afstand nemen van de problemen kon ook betekenen dat er nieuwe oplossingen zouden komen bovendrijven. En ik begon ook te beseffen dat we niet alles tot de verantwoording van één man kunnen rekenen. Hij handelt in opdracht van vele anderen. Hij alleen kan de wereld, ook de Koerden niet redden. Wij dragen collectief schuld. Wij, die onszelf beschaafde volkeren noemen. Die landen en volken in cultuur hebben gebracht, die economische systemen hebben uitgedacht om onze landen op een hoog peil van welvaart te brengen. Maar, als onze broeders en zusters elders vluchten voor een allesvernietigende vijand, als ze met vele kleine kinderen en oude mensen van honger en kou, omkomen in een onherbergzaam gebied staan wij er handenwrijvend bij. vegen onze tranen weg, pakken ons chequeboek om een flink bedrag over te maken en gaan over tot de orde van de dag. Wij, beschaafde volkeren, blijken met zijn allen nog niet eens in staat om op verantwoorde wijzen onze hulpverlening te doen verlopen. Ik weet ook niet zomaar hoe het 1 beter georganiseerd had kunnen worden. Maar ik kon wel op i mijn tien vingers natellen dat voedseldropping voor j uitgehongerde vluchtelingen i niet de meest verstandige manier van helpen zou zijn. Welke moeder, vader zou niet vechtend met zijn naasten trachten iets te bemachtigen voor de hongerende kinderen? Het is zeer ten onrechte als wij ons daarover verontwaardigd tonen. Is zoiets niet een gevecht 1 op leven en dood? Uit lijfsbehoud. Beschaamd, wanhopig voel ik me onder zulke taferelen. Vervuld van onvoorstelbaar onmachtsgevoel. Ik weel wel dat er niets verandert als ik er van wakker lig. Nog niet als alle f Nederlanders er niet meer van slapen kunnen. Maar als Job klaagt, dat niemand antwoord geeft, roept hij om mensen die hem nabij willen zijn in zijn smart. En als de Koerden tevergeefs smeken om hulp is dat wèl onze collectieve verantwoordelijkheid. Voor mi] is het althans duidelijk geworden, dat de algemene l politiek van 'geen-immenging- met-andermans-zakenhaar 1 grenzen heeft. Ten koste van zulk verschrikkelijk menselijk leed mag een dergelijk principe niet worden gehandhaafd. I Als vogels bij een olieramp 1 liefdevol worden opgespoord en a verzorgd, als we met velen zoif, r ervoor hebben dat bepaalde diersoorten niet uitsterven en we daarvoor maatregelen v nemen, dan zijn we er toch f zeker ook gezamenlijk fc verantwoordelijk voor dat g effectieve hulp wordt geboden h aan diegenen die als minder dan g vee de vernietiging worden g ingedreven. Ik voel me g onmachtig, en schaam mij s behorend tot een 'beschaafd' b volk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 6