Nieuwe geneesmiddelen
op zoek naar een kwaal
Het einde van
de klederdracht
nadert
andere
publiek voor
haute
couture
VSOP
GEZOND EN WEL £eidoe(3ou/ta/nt woensdag 17 april 1991 pagiM
Het einde van de klederdracht in ons land is nabij.
Nog hooguit enkele tientallen jaren en de kleding,
die eeuwenlang het beeld van talloze steden en dor
pen mede heeft bepaald, zal nog slechts te vinden zijn
in het museum en op braderieën. Al vijftien jaar gele
den werd de laatste klederdracht in het Friese stadje
Hindeloopen afgelegd. Vorig jaar overleed de laatste
inwoonster van het Zeeuwsch-Vlaamse Axel die nog
in het traditionele kostuum door het leven ging. In
Marken en Volendam zal de dracht misschien nog
twintig jaar bestaan. Alleen in Staphorst zal de kle
derdracht nog naar schatting twee generaties, zo'n
vijftig jaar, deel uitmaken van het dagelijkse leven.
Maar dan is het ook daar voorbij.
Ook de Scheveningse klederdracht wordt schaars. Een Sche-
veningse kreeg op de boulevard al eens de vraag: „Hebt u
zich verkleed?".
Voor NOS-journaliste
Pauline Broekema was
het een soort: Nu kan het
nog, straks is er niemand
meer die klederdracht
draagt. Als ik een boek
wil schrijven over kle
derdracht, de draagsters,
hun doen en denken,
moet ik snel zijn. Het
kreeg de titel 'Nooit in
burger' en is de weerslag
van veertien interviews
van wat je oneerbiedig
'de laatsten der Mohika
nen' zou kunnen noe-
A1 jarenlang is Pauline Broe
kema min of meer gefasci
neerd door klederdracht.
Maar was er voor het eerst
bewust mee in aanraking ge
komen tijdens het begin van
haar journalistieke loopbaan
bij een krant in Meppel. Op
de markt zag ze daar gere
geld vrouwen in de traditio
nele kledij uit de naburige
dorpen Staphorst en Rou-
veen. Ook daarna ontmoette
Pauline nog verscheidene ke
ren vrouwen van dit 'uitster
vende ras'.
Op een middag, ergens vorig
jaar, pakte Pauline de tele
foon en belde enkele ge
meentehuizen met de vraag
of ze vrouwen kenden die
over de klederdracht en het
dragen ervan konden vertel
len. Geen vrouwen, die hun
verhaal 'wel even' zouden
doen. „Nee, ik wilde juist
vrouwen hebben die beschei
den waren en er eigenlijk
nooit over spraken. Ik wilde
horen hoe het is om er nog in
te lopen en hoe het is om de
laatste te zijn".
Openhartig
De gesprekken met de vrou
wen duurden veelal uren
lang, waren diepgravend en
openhartig. Niet alleen over
de klederdracht, maar ook
over hun leven, hun doen en
denken.
Mannen en kinderen komen
in het boek niet voor. „Hal
verwege had dat wat de
mannen betreft misschien
nog best gekund; met oudere
kinderen en de vraag waar
om ook zii voor de kleder
dracht hadden gekozen, lag
het moeilijker. Die kinderen
waren veelal diepgelovig en
wilden niet praten. Uiteinde
lijk heb ik het alleen op de
vrouwen gehouden, dat was
wat uitgebalanceerder. Bo
vendien dacht ik, laten die
vrouwen, die ogenschijnlijk
niks te zeggen hebben, soms
menen dat ze dom zijn of
geen schokkende dingen
hebben meegemaakt, hun
verhaal maar eens doen. En
wat je dan krijgt zijn verha
len waarvan je denkt:
dom geen schokkende
dingen meemaken Het te
gendeel is waar".
„Niks te vertellen hebben,
denk ik dan als ik die Janne
tje Heinen uit Spakenburg-
Bunschoten hoor praten
Zeggen dat je niet zo veel
hersens hebtmaar als je ze
dan over het leven hoort pra
ten, merk je gewoon dat ze
over heel veel dingen heel
lang hebben nagedacht".
Uren praten
„Vaak kostte het uren praten
voor je er doorkwam. Dat
gold bijvoorbeeld voor Stap
horst, hoewel dat in eerste
instantie ook aan het dialect
lag, dat voor buitenstaanders
nogal moeilijk is. Maar zoals
die Lijsje Roo uiteindelijk
sprak over de polio van des
tijds, waarvan ze gelooft dat
vrijwel iedereen zich daar nu
tegen zou laten inenten
En over de zondagse kerk
gang, wat in haar ogen vaak
een gewoonte is, omdat het
nu eenmaal zo hoortIk
vind het heel moedig dat ze
die dingen zegt. Heel open
hartig".
„Ik vond", zegt Pauline
Broekema, „het ook heel op
vallend dat sommige vrou
wen dingen beschijven waar
van men tegenwoordig soms
geneigd is te zeggen: ach,
daar ging men vroeger veel
gemakkelijker mee om. Over
leven en dood. Maar als je
dan het verhaal van Neeltje
Sombroek uit Volendam
hoort. Die is twintig maal in
verwachting geweest. Eerst
kreeg ze drie miskramen en
haar derde kind ging na acht
dagen dood. Toen ze uit het
ziekenhuis kwam was het al
begraven. Het is een last die
ze haar hele leven mee
draagt, het blijft haar achter
volgen".
Klederdracht, vroeger zo gewoon, is straks alleen nog te zien in musea en op braderieën.
„Of die twee oude vrouwen
in Rijssen. Diepgelovig. Over
de dood wilden ze niet pra
ten: 'Dat kunnen maar we
beter niet doen', zeiden ze.
Voor hen was die dood iets
heel angstigs. Ze wéten dat ze
niet vlekkeloos hebben ge
leefd. Maar het verbaasde me
dat ze met een permanente
angst zaten van: hoe zal het
straks jgaanEn Marretje
Mets uit Urk: haar vader is
op zee ternauwernood aan de
dood ontsnapt. Dat zijn al
met al heel schokkende erva
ringen".
Wat Pauline opviel was de
overeenkomst tussen de
vrouwen. „Voor geen van
hen was het dragen van die
klederdracht iets bijzonders.
Ze zijn allemaal heel trots op
de dracht. En ook iedereen
wilde de kinderen er in laten
lopen. Maar, met uitzonde
ring van Staphorst, dat is hen
niet gelukt. Het geeft die
vrouwen ook een statusge-
voel, die dracht. Het is iets
van henzelf, iets waardoor ze
zich altijd hebben kunnen
onderscheiden. Vergeet niet,
de man was vaak weg, op zee
bijvoorbeeld, het hele gezin
draaide om de vrouwen.
Maar tegelijkertijd beseffen
ze heel goed dat zij de laat
sten in een rij zijn, die de
klederdracht nog dragen en
dat het hier en daar zelfs al
een onbekend fenomeen aan
het worden is. In Schevenin-
gen bijvoorbeeld, aldus Jaco-
ba Pronk, overkwam het
haar en een vriendin al eens
dat ze op de boulevard liepen
en de vraag hoorden: „Hebt u
zich verkleed?".
„Ook voor andere plaatsen
gold dat vrouwen in kleder
dracht tot een bepaalde leef
tijd geen uitzondering waren,
tot er echter invloeden van
buiten kwamen. In Staphorst
bijvoorbeeld: ging een man in
dienst, dan ging hij ook uit de
klederdracht. En een meisje
dat 's zomers gewone burger
kleren aantrok, hield die ook
's winters aan. Toch geloof
ik niet dat die vrouwen daar
moeite mee hebben. Het
hoort erbij. Hanneke van Zu-
them, de kostumconservator
van het Openlucht Museum
vertelde me eens dat de kle
derdracht altijd verandert.
En dat zie je ook. Het is zelfs
niet meer ongewoon wan
neer die vrouwen een katoe
nen stof uit India gebruiken.
Zolang het motief maar past.
En wat dacht je van dingen
als make-up, lipstick, ritsen
in plaats van moeilijke strik
ken en spelden, vrouwen in
Spakenburg, die met een
helm op op de brommer rij
den Die verandering is
ook te zien aan de rouw. Er
zijn vrouwen, die tot hun ei
gen dood in de rouwkleding
blijven lopen en niet meer
hun mooie kleren aantrek
ken. En dat terwijl ze heel
pronkerig zijn. Heel pronke
rig, ja. Hun mooie kleren la
ten ze maar wat graag zien.
Maar ik zeg al, de kleder
dracht verandert steeds. Nu
is de verandering in de kle
derdracht waarschijnlijk dat
het verdwijnt. En de vrou
wen zelfEen vrouw als
Lijsje Roo uit Staphorst, die
vindt het heel normaal, heel
vanzelfsprekend. Dat is nu
eenmaal zo, zegt ze".
HENDRI BELTMAN
Nooit in Burger, door Pauli
ne Broekema, uitgeverij
BZZTöH, Den Haag. ISBN
90-6291-598-1, prijs:25
PARIJS Gianne Versace
mag dan zeggen dat 'chic'
voor kleren een vies woord is
en dat het stomvervelend
overkomt als iemand er 'stijl
vol' uitziet (zelf maakte hij
voor de zomer de schitterend
ste leotards in kakatoekleu-
ren, bijeengeveegd uit het pa
let van de exotische papegaai-
enverenpracht), feit blijft dat
de 'couture' uit de eersteklas
huizen lange tijd mikte op
mensen van stand, wier plaats
nu echter is ingenomen door
diegenen die hun geld niet
uit familie-erfenissen hebben
verkregen, maar zelf hebben
verdiend.
Sinds de Engelsman Charles Fre
deric Worth zijn domicilie in Pa
rijs koos, werd deze stad het Mek
ka voor de groep die zich in Ne
derland graag 'OSM' (Ons Soort
Mensen noemt. Anderen noemen
ze 'ballen' of 'dure kak'. Maar zo'n
jaar of tien geleden, zo meldt de
Times, is de couture uit dit exclu
sieve wereldje gestapt. Ontwer
pers, zo suggereert dit gezagheb
bende Engelse dagblad in zijn mo
dekolom, tonen hun creaties te
genwoordig voor 'Nieuwe Rijken',
zoals bijvoorbeeld Ivana Trump en
filmster Joan Collins.
Beursspeculan ten
De klanten van tegenwoordig zijn
echtgenotes van beursspeculanten,
die goed geboerd hebben in onroe
rend goed, ijzer of olie. Of het zijn
mensen die succes hebben op de
planken. Maar zelfs mevrouw
Trump wordt wat zuiniger. „Ze
koopt wat minder pakjes van een
halve ton of bejuweelde jasjes van
een hele ton", aldus de Times.
Overigens wordt er in een jaar
maar heel weinig 'couture' echt
verkocht. Twee- tot drieduizend
klanten. En misschien zelfs zijn
het er maar duizend.
„Soms worden peperdure stukken
voor een gala-avond uitgeleend
voor eenmalig gebruik. Bijvoor
beeld aan een filmactrice uit Hol
lywood ter gelegenheid van de Os
caruitreiking. Ondanks deze ver-
Niet alleen de modellen op modeshows veranderen. Het publiek van nu is
evenmin te vergelijken met dat van tien jaar geleden. foto: ap
popularisering van de couture,
vroeger feitelijk alleen weggelegd
voor prinsessen en echtgenotes
van oliesjeiks, is Marie Helène Ba
ronesse de Rotschild nog altijd op
de Parijse shows aanwezig, maar
ook zijn er nu de echtgenotes van
politici zoals Madame Pompidou
en Bernadette Chirac.
„Of deze dames later een 'vendeu-
se' aanschieten om een ontwerp te
passen, laat zich niet voorspellen",
aldus de Times.
Adel
Vrouwen met een hoge functie in
regeringskringen, koninginnen en
vrouwelijke hoge ambtenaren lo
pen niet snel in opzichtige creaties,
leotards of babydolls. De couture
moet het ook niet hebben van de
internationale adel (die bovendien
meestal te weinig geld heeft voor
modieuze uitspattingen); het zijn
de vrouwen met een uitermate
ruime beurs (die niet uit familie
erfgoed dik en rond is geworden),
die de stoelen op de eerste rijen
van de shows bezetten. Erg afhan
kelijk zijn de couturiers van de
modeverslagen in de krant. Aan
delen in Yves St. Laurent, het eer
ste Huis dat op de Parijse beurs in
aandelen verhandelbaar is, zakken
of stijgen als gevolg van de recen
sies die ze na de show van de mo
deredacties krijgen. Velen zijn ge
komen, weinigen uitverkoren.
Slechts twintig modehuizen met
grote namen staan geboekt als ac
tieve leden van het 'Chambre Syn
dicate de la Haute Couture Pari-
siènne'. Daar zijn, volgens de Ti
mes, thans drie namen bij geko
men: Valentino, Gianni Versace
en Mila Schön, zodat hun aantal is
gestegen tot 23.
TINY FRANCIS
Er staan nieuwe geneesmid
delen op stapel die zoals
dat altijd heet zeer veelbe
lovend zijn. „Het kan haast
niet anders of zij zullen op
het podium van de genees
kunde van de jaren negentig
in een hoofdrol voor het
voetlicht treden", juichte de
internist B Löwenberg on
langs ietwat omslachtig in het
Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde van vier weken
terug. In hetzelfde vakblad
beschreven deskundigen bij
na likkebaardend de talloze
mogelijkheden van deze nieu
we medicijnen.
In 1953 ontrafelden twee briljante
jonge onderzoekers, Watson en
Crick, het raadsel van de erfelijk
heid. Elke levende cel of die nu
van mens, dier of bacterie is
draagt een volledig receptenboek
met zich mee waarin precies staat
beschreven wat hij moet doen, wat
hij moet worden of wat hij moet
maken. Een maagcel slaat dat
boek op bij het hoofdstuk 'alles
over het bereiden van maagzuur'
en maakt maagzuur, een spuugcel
maakt op die manier spuug en een
bacterie maakt aldus zijn gif. Al
die recepten staan afgedrukt in
een groot molecuul in de kern van
de cel, het DNA-molecuul, de che
mische drager van onze erfelijk
heid. Welnu. In de jaren zeventig
ontdekte men een truc waardoor
men hele pagina's uit dat recepten
boek kan herschrijven. Door met
wat chemische hocus-pocus het
DNA-molecuul veranderen, ofwel
te 'recombineren', kan men bacte
riën nu elke natuurlijke stof laten
maken die men maar wil. Endorfi-
ne bijvoorbeeld. Toen de toenmali
ge sjah zich daarmee liet behande
len moest het nog uit hectoliters
donorbloed worden gepuurd en de
prijs was navenant. Tegenwoordig
maken bacterieri het in elke ge
wenste hoeveelheid aan.
Met dit endorfine zijn we beland
bij het onderwerp van dit stukje,
de nieuwe geneesmidddelen. En
dorfine is een van de talloze zoge
heten cytokines, natuurlijke stof
fen die in het lichaam boodschap
pen doorgeven aan andere li
chaamscellen. In 1966 ontdekten
onderzoekers in Australië en Is
raël dat beenmergcellen, de produ
centen van al onze cellen in het
bloed, sterk beginnen te groeien in
aanwezigheid van vocht uit de li
chaamsweefsels. Dat was theore
tisch natuurlijk heel interessant,
maar deze vondst zou nooit uit het
laboratorium zijn gekomen als
men die stimulerende stoffen in
'dat vocht niet in grote hoeveelhe
den had kunnen produceren met
bacteriën waarvan het DNA is
veranderd. Dat kan nu wel, zodat
men uitgebreid proeven met die
spullen heeft kunnen nemen, en
belangrijker, er is nu ook voldoen
de om er een patiënt mee te be
handelen. Alleen weet men niet
goed waartegen precies, want de
mogelijkheden van deze nieuwe
medicijnen lijken onuitputtelijk.
Wat is het geval? In het beenmerg
worden dagelijks 100 miljard witte
bloedcellen, 200 miljard rode
bloedcellen en 200 miljard bloed-
plaatjes geproduceerd. De rode cel
len vervoeren zuurstof, de witte
gaan vreemde binnendringers te
lijf en beschermen ons tegen infec
ties, en de bloedplaatjes zorgen er
voor dat ons bloed stolt. Welnu. De
produktie en de werking van deze
cellen staan onder invloed van
deze cytokines. Interferon is er
een van, en verder de vele inter-
leukines, erythropoëtine en stoffen
met afkortingen als GM- CSF of
M-CSF. Met deze middelen zou de
behandelende arts de produktie en
werking van deze of gene bloedcel
als een marionet kunnen bespelen.
Dit zal, zo voorspellen diverse des
kundigen, onder meer kunnen lei
den tot een belangrijke verbete
ring in de behandeling van kan
ker.
Bijvoorbeeld. Kanker wordt
naast opereren al jarenlang be
handeld met bestraling en chemo
therapie. Straling en chemothera
pie pakken de sneldelende kan
kercellen aan, maar ook alle ande
re sneldelende cellen zoals haar
cellen, zaadcellen, maar ook de
cellen in het beenmerg die miljar
den bloedcellen per dag produce
ren. Een bijwerking van deze be
handeling is dus een vermindering
van de aanmaak van bloedcellen.
Daarom moet men geregeld stop
pen met kuren en mag de dosis
niet al te hoog zijn. Een aantal van
die cytokines (zoals G-CSF of GM-
CSF) zou die levensgevaarlijke bij
werking kunnen tegengaan. Je zou
dan niet met de kuur hoeven stop
pen, of zelfs de dosis aanmerkelijk
kunnen verhogen. Dit heeft men
bij de behandeling van borstkan
ker al uitgeprobeerd. Normaal
slaat de standaardbehandeling bij
40 tot 60 procent van de patiënten
aan, maar voegt men er cytokines
bij en verdubbelt men de dosis,
dan stijgt dat percentage tot 90
procent. Dat is hoopgevend, al zal
de tijd ons moeten leren of dit ook
tot betere overlevingskansen leidt.
Zo heb je diverse kankers, zoals
van prostaat of borst, die berucht
zijn om hun uitzaaiingen in de bot
ten. Die uitzaaiingen drukken de
bloedproducerende bloedcellen
weg met bloedarmoede (te weinig
rode bloedcellen), infectieneiging
(te weinig witte bloedcellen) of
bloedingsneiging (te weinig bloed
plaatjes) tot gevolg. Men zou met
enkele gerichte cytokines de pro
duktie van de resterende bloed
producerende cellen kunnen sti
muleren en daarmee veel ellende
kunnen wegnemen. Of leukemie,
het kwaadaardig woekeren van
witte bloedcellen. Met cytokines
letterlijk 'celbewegers' zou men
deze cellen nog sneller kunnen la
ten delen zodat ze nog gevoeliger
worden voor chemotherapie. Een
andere mogelijkheid is om deze
primitieve cellen met cytokines te
dwingen om uit te rijpen waarna
ze zich niet of nauwelijks meer
kunnen delen. De resultaten van
de huidige behandeling van leuke
mie, beenmergtransplantatie, zou
den waarschijnlijk ook aanmerke
lijk kunnen verbeteren, wanneer
men het nieuwe getransplanteerde
beenmerg met cytokines zou sti
muleren. Zo is er meer, veel meer.
Heel spectaculair zijn de pogingen
om de witte bloedcellen met cyto
kines zo af te richten dat ze kan
kercellen rechtstreeks aanpakken.
Wat hiervan te denken? Veelbelo
vende middelen, zo leert de medi
sche geschiedenis, maken lang niet
altijd hun belofte waar. De onder
zoekers verkennen nu aarzelend
de doolhof van de cytokines. Ze
zullen al rondlopend ongetwijfeld
verkeerde wegen inslaan, maar ze
weten wel bijna absoluut zeker dat
ze zich in de juiste doolhof bevin
den en wie zoekt zal vinden.
door Joke Forceville-Van R01
Persoonlijke aandacht bil
de medische professie is 1
Bob van Zijderveld
Misschien vergaat het men
krantelezer als mij. Nog gi'
vijf minuten zit ik in mijn
avondblad gedoken of ik 1
geïrriteerd omdat ik al wa
over zogeheten letterwooii
Wat zouden die nu weer
betekenenWaarvan zijn I
letters de afkorting? Nee. I t
natuurlijk niet met
aanduidingen als ANWB e
EHBO. Daar ben ik al sindi
jeugd mee vertrouwd. Mat
overvloed aan afkortingen
letters, bijvoorbeeld uit del A
van de sociale wetgeving tail
in terna tionale organisa f/esjijf
bederft wel eens mijn lce^ag,
Want dikwijls moet ik op ^je]
Of in mijn geheugen (hoe
dat ook al weer) of naar h
exemplaar van het 'an
woordenboek met afkortirtlïl
dat een vriendin me onlang
cadeau heeft gedaan, maagei
nu natuurlijk nèt weer nieq
onder handbereik ligt.
Ik hoop, lieve lezers, dat li 1
uw gemoedsrust met de it
afkorting van hierboven n
stoor. Dit letterwoord is ve
belangrijk om er zo maar Jen
voorbij te gaan. De heren nel
u moeten zich niet laten d
verschalken. Ik zou de scltbi
kunnen wekken dat ik me ra
een boom wilde opzetten <n t
verrukkelijke oude cognacrla
Maar, dat is inderdaad slee O]
schijn. VSOP betekent hie:
heel anders. laj
Ik wil u graag over de juii
jaar geworden vereniging sli
deze naam wat meer vert&e
Het is de Vereniging 1 li
Samenwerkende Ouder- et
Patiënten-organisatie die atel
overkoepelend orgaan staal
35 (u leest het goed: 35)
belangenorganisaties die m I
erfelijke en aangeboren I
afwijkingen te maken heb,-*
Het doel van deze organisi
de gezondheidszorg dichtei
de ouders te brengen. Speu -■
bij die ouders ook aansA I
ouders die met vragen
over mogelijke erfelijke
aandoeningen. Mensen
bijvoorbeeld die voorlichtir1*
wensen, vragen hebben of',&<
bepaalde handicaps voorkadi
of beperkt kunnen worden'.jQ
in ons land namelijk heel 'e€
deskundigheid, maar velen -r
weten niet hoe die te vinde
VSOP tracht kloven et
dienaangaande te overbrugt i
Het is daarbij bepaald n ie tic
bedoeling mensen te betutt v
of voor te schrijven wat ht,Ql
houding moet zijn. Welke 1
zij eventueel zouden moetd c
maken als ze zich bijvoorbfi
afvragen of ze in principe gi:
gezond kind kunnen k
verwachten, of dat hun Je
misschien problemen te waf
staan, als ze tot zwangersc
overgaan. j
Het lustrumcongres van ctóar
VSOP 'Keuzen, geen kans
dat op 27 oktober van het luj
jaar gehouden is, heeft lg
duidelijke uitspraken gedaL
inzake erfelijkheidsonderzt|f
bescherming van privacy, j
therapie en gen-manipulat4^
Het uitgevaardigd 'Ethischlq;
Manifest' vermeldt onder r,n
„Ieder mens ongeboren, w
of volwassen, gehandicapt 1 v
niet is waardevol en dn
van menselijke waarden". |e,
verder: „De overheid diehij
te gaan van de N,
beschermwaardigheid van ie.
leven vanaf het vroegste j" r
stadium". En nog: „Ieder njj
heeft recht op optimale zofa
hulpverlening".
Viermaal per jaar geeft de
Vereniging een nieuwsbrié, g
'Erfo' uit. Men heeft in Ba\lr
ook een schat aan materia
het informatie- en rt
documentatiecentrum. Dat
materiaal kan geraadpleegd^ .c
worden, maar veel ervan ^rf
men ook bestellen. Het is
aanwezig in de vorm van
brochures, informatiebladen
boeken, een poster, U
videobanden, lespakketten.
Mensen die klem zitten mé
vragen over erfelijkheid ol\
contact zoeken met 'lotgeni
kunnen zich melden via dt
Erfolijn (02154-14500). EI
Bob van Zijderveld, directer
Sociaal Pedagogische Dien$i]
de zwakzinnigenzorg te 1.
Haarlem, is bij de oprichting
deze organisatie destijds i
betrokken geweest. Hij wijt\
erop dat naast de technisclkn
hier ook de emotionele aspi
in kaart worden gebracht. >e<
Aandacht voor de persoonlfr
erfelijkheidsproblemen en L
aangeboren afwijkingen adn
van fundamenteel belang. 1
de informatie aan de oudenk
schooljeugd bericht ik u eetti
volgende keer. iti
Voor nadere inlichtingen: st
Lt.Gen. van Heutzlaan 6, 3\
JA Baarn. ite