)e wereldgeschiedenis als avontuur
!en gewoon volk dat raar in elkaar zit
De rol van het dier
loor de eeuwen heen
Lenny Kr a vi tz geeft
zich verder bloot
'A a iOEKEN EN PLATEN
CeicbeSouocvnt
ZATERDAG 6 APRIL 1991 PAGINA 9
»rman Pleij: „Het Nederlandse on-
hagen", uitgave Prometheus. Prijs
ÏSCHOU WIN GEN VAN HERMAN PLEIJ OVER ONZE VOLKSAARD
Ir is geen volk ter aarde, dat
gewoon gevonden wil wor-
n als het onze. We willen
en helden, en als ze er onge-
erkt zijn dan dienen ze te
celleren in gewoonheid. En
n heldenverering kan al he-
maal geen sprake zijn. Doe
aar gewoon, dan doe je al
k genoeg".
:ze uitspraak is van Herman
Pleij, die het over onze volks
cultuur en ons volkskarakter
heeft in het boekje, waar deze
zinnen in te lezen zijn: 'Het
Nederlandse onbehagen'. Vijf
tien beschouwingen door een
kenner van de oudere litera
tuur van onze taal, die zich
niet laat ringeloren door tradi
ties en gevestigde opvattingen.
Pleij is een onafhankelijk en
soms grenzeloos wild cultuur
filosoof, die zich nu eens bezig
houdt met een heel andere dis
cipline dan zijnvak. Hij is
kenner van de middeleeuwen,
maar laat hier zijn gedachten
gaan over het Nederland van
nu. En dat is heel verhelde
rend en inspirerend. Het boek
je staat vol opmerkelijke uit
spraken, waar je echt even bij
hoort stil te staan. Als je landje
je tenminste een beetje lief is
en als je een beetje wilt weten
waar je in woont en vertoeft.
Ik citeer maar iets uit het
tweede artikel, dat ingaat op
de vraag: „Is Nederland le
lijk?" Pleij schrijft daar: „Bin
nenkort is heel Nederland
verbouwd tot één uitgestrekt
Madurodam, opgevrolijkt met
hier en daar een palm en een
exotische koe. Aan dat land
schap is immers toch niets te
bederven. Laten we er dan het
beste maar van maken".
Nee, kun je als lezer vaststel
len, Pleij is helemaal niet zo
maar gelukkig in de Neder
landse Dapperstraat. Hij legt
dat nog even uit door een ver
gelijking met Denemarken te
maken, maar dan komt het
echte werk. 'Oorlogskinderen'
is een prachtige tekening van
een generatie die alles weet
van de tobberij die leven heet.
Deze generatie is altijd een on
vindbare plaats en onhaalbaar
succes aan het zoeken. Dat is
een heel treffende observatie
van Pleij. Daarbij sluit zijn
verhaal over de ondefinieerba
re, maar niet weg te denken
„moffenhaat" van Nederlan
ders van deze generatie,
prachtig aan.
Door de heel persoonlijke,
vaak eigenzinnige en tot te
genspraak uitlokkende opstel
ling van Pleij en door zijn
prachtige formuleringen, is
„Het Nederlandse onbehagen"
een erg mooi staaltje van es
sayistiek en uitdaging van de
lezer tot creativiteit en den
ken.
JAN VERSTAPPEN
186.50
102.40
164 50
iimpeji, 24 augustus 79. Het is
iet, veel te heet voor een
oege zomerochtend. Dan
jorklieft een heftige schok de
andend hete lucht, gevolgd
een donderslag. De ver-
100.10 jstenje bewoners van Pom-
iji zien hoe de Vesuvius zich
lent en vele roodgloeiende
icnbrokken op de stad neer-
Jen. Daarna valt de as, die
in ogen, mond en longen
53.504 ilt. Sommigen verstoppen
in het verste en diepste
e van hun atrium. Ande-
trachten te vluchten, te
ichten naar de zee die zo
chtbij is... Slechts weinigen
15 00 tkomen.
73 80 ak bij de haven van Nuceria
obeert een familie de stad te
rlaten. Moeders trachten
inhopig hun kinderen te
dden; een slaaf loopt naast
n, terwijl hij zich vergeefs
et een dakpan probeert te
schermen. Genadeloos hoopt
as zich op, reikt tot de ra-
;n van de huizen, blokkeert
deuren. Al gauw komt de
boven de daken uit...
igst en ontzetting gesmoord
de dood; mens en dier, ge
lid in hun laatste beweging,
iren terug tot stof.
a 24 augustus 79 spreken de
iten al snel voor zich: Pom-
:ji is van de aardbodem weg-
yaagd. En op de opgehoogde
ond die door het lava-gehal-
afkomstig uit de vulkaan
Ktra vruchtbaar is, groeien na
tijd gras en wijnranken,
waar eerder huizen, ge-
?n en straten waren. De
eren die de akkers bewer-
n zijn de naam van de stad
vlug vergeten en duiden de
ogte in het landschap aan
jet La Civita, de stad. Zo
taff de streek eeuwenlang he-
Len. Tot 1763 om precies te
zij" Dan wordt bij opgravin-
;gen een inscriptie gevonden
aarop de oude naam Pompeji
ijkt.
1961, bijna tweeduizend jaar
de ramp, graaft archeoloog
aiuri de in 79 wegvluchtende
milie op. De slaaf houdt nog
eeds de dakpan vast die hem
et heeft beschermd; vrouw
kinderen liggen hand in
De mens gestold in zijn laatste beweging.
hand. Een man heeft niet wil
len opgeven: hij doet, steunend
op zijn rechter hand, een laat
ste poging op te staan om zijn
vrouw en kinderen te kunnen
Dat zo veel eeuwen na het
verdwijnen van Pompeji nog
zo'n enorme schat aan gege
vens over de bewoners te ach
terhalen is, is mede te danken
aan de jonge archeoloog Giu
seppe Fiorelli. Hij krijgt in
1860 van de Italiaande koning
Victor-Emmanuel II de op
dracht de opgravingen in
Piompeji systematisch aan te
pakken. Daarvoor is er jaren
op onverantwoorde manieren
in de ruries gegraven. Fiorelli
ontwikkelt een techniek om
de lichamen van de slachtof
fers van de ramp zichtbaar te
maken. De hete vulkanische
as is na de ramp in 79 om de
lichamen van mensen -en die
ren gestold en heeft precies
hun vormen aangenomen. Tot
in de kleinste plooi van hun
kleding en de kleinste span
ning van de spieren. Door alle
resten in de holtes in de lava
massa te verbranden en er
daarna gips in te gieten krij
gen de gipsafgietsels precies
dezelfde vorm als de slachtof
fers. Door tenslotte de lavares-
ten rond de gipsafgietsels weg
te kappen ontstaan duidelijke
beelden van heel veel mensen,
dieren en dingen die op die
hete dag in augustus 79 Pom
peji voorgoed als laatste rust
plaats kregen.
Serie
Pompeji, bedolven stad, is een
pas verschenen deeltje uit de
Pharos-reeks van uitgeverij
Fibula. Het is een van de Zes
boeken uit de serie die nu in
de boekhandel ligt. De vijf an
dere delen gaan over de Ama
zone, de indianen van Noord
Amerika, de geschiedenis van
het schrift, het oude Egypte en
de Vikingen. Meer afleverin
gen staan op het programma.
Binnenkort verschijnen boek
jes over Marco Polo en het
oude Rome. Een volgend vier
tal zal gewijd zijn aan fosielen,
heksen, Alexander de Grote
en Mohamed.
Uitgeverij Fibula (onderdeel
van Unieboek) drukt van elk
deel tienduizend exemplaren
die tot nu toe goed verkocht
worden. Er bestaat een goede
hoop dat de serie in de loop
van de komende jaren aan
merkelijk uitgebreid kan wor
den. Er is voorraad voldoende.
De serie wordt namelijk ge
maakt in samenwerking met
de Franse uitgeverij Gallimard
die in de afgelopen herfst het
honderdste deel uitbracht.
Daarbij zijn ook levensbe
schrijvingen van musici die
niet in het Nederlands zullen
verschijnen. Voor de andere
delen, allemaal op het gebied
van de geschiedenis heeft de
Nederlandse uitgever wel be
langstelling. Fibula heeft zich
contractueel verplicht min
stens zes deeltjes per jaar uit te
brengen.
De serie van Gallimard is niet
alleen in Frankrijk en Neder
land een succes. Andere lan
den die meedoen aan het pro
ject zijn Duitsland, Spanje,
België, Japan, Griekenland,
Groot Brittannië, de Verenig
de Steten, de Scandinavische
landen, Hongarije en Italië.
Door deze enorme belangstel
ling kunnen de boeken die ge
heel in kleur zijn uitgevoerd,
redelijk geprijsd worden. De
kleurenplaten worden voor
alle talen tegelijk gedrukt en
alleen de zwarte drukvorm
voor de verschillende teksten,
verschilt per t
Alle tot nu toe verschenen de
len zijn even zovele bewijzen
dat geschiedenis opgediend
kan worden als een spannend
verhaal. De boekjes (160 pagi
na's dik) puilen uit van de in
formatie en veelzeggende il
lustraties. Ze lezen weg als
spannende thrillers en zijn
stuk voor stuk uitstekend ge
schikt voor het maken van
werkstukken voor middelbare
scholieren.
Spannende verhalen over de
strooptochten van de Vikingen
tegen het christelijke westen
en de manier waarop zij hun
beruchte schepen bouwden.
De rovers van de koningsgra
ven in de piramiden van
Egypte. De vertaling van de
Egyptische lettertekens die pas
mogelijk werd toen een lege
rofficier van Napoleon die op
expeditie was in Egypte, bij
bouwwerkzaamheden voor
een fort de steen van Rosette
vond. De steen vertoonde in
scripties in drie talen waaron
der Grieks dat toen al leesbaar
was. Door het Grieks te verge
lijken met de Egyptische hiër
oglyfen werd in korte tijd de
inhoud van talloze teksten in
graven en andere overblijfse
len uit het oude Egypte duide
lijk. Daarmee werd oneindig
meer bekend over de geschie
denis van het land.
Het schrift, een van de midde
len waardoor mensen afspra
ken kunnen maken en over
eenkomsten kunnen sluiten,
heeft haar eigen geschiedenis.
Zonder geschreven teksten
zou het geheugen van de
mensheid van korte duur zijn
en afhankelijk van mondeling
door gegeven berichten.
Het droevige verhaal over de
indianen van Noord Amerika.
In 1492, voor de komst van de
blanken naar het werelddeel,
bezaten zij honderd procent
van het continent. In 1820 was
dat grondbezit al bijna tot de
helft terug gelopen, in 1860
was het minder dan tien pro
cent. Nu leven nog een hand
jevol nazaten van die oude in
dianen in reservaten die in to
taal nog geen procent van het
Noord Amerikaanse grondge
bied uitmaken. Ze hebben zich
niet zonder meer overgegeven;
in het boek in de Pharos reeks
wordt hun heldhaftige weer
stand adem-benemend be
schreven.
Veel jonger is de geschiedbe-
schrijving over de Amazone in
Zuid Amerika. Maar wel heel
belangrijk voor de westerse
wereld. In het stroomgebied
van deze enorme rivier maak
ten Europeanen voor het eerst
kennis met rubber, onmisbaar
onderdeel voor de eerste fiet
sen en automobielen. In het
stroomgebied heerstte dan ook
geruime tijd een geweldige
rubberkoorts. De vondst van
rubber maakte het voor de
heer Goodyear mogelijk een
wereldimperium te stichten en
het stelde de Ierse veearts
Dunlop in staat luchtbanden te
maken voor de driewieler van
zijn zoontje. Ook de naam van
de Fransman Michelin komen
we in huidige samenleving
nog regelmatig tegen.Hij
maakte met Zuidamerikaans
rubber in 1892 de eerste af
neembare band maakte.
De geschiedenis als avontuur.
De delen in de Pharosreeks
van Fibula zijn er goed voor.
JAN VAN KOOTEN
tilh Thomas, Het verlangen naar
natuur, uitg. Agon, 432 blz.,
M.50-
lensen onderhouden een
lerkwaardige liefdesrelatie
iet de natuur. Ze houden -er-
aar als dat zo uitkomt
loet de natuur wijken voor
idere. liefdes. Met inzet van
eel bezorgdheid over de te-
torgang van de natuur wordt
iprobeerd er zo veel mogelijk
an te redden. Tegelijkertijd
logen wegenbouwers, fabrie-
en en recreatie-ondernemers
natuur naar de filistij-
en helpen. De moderne, van
natuur los geraakte mens,
omt er niet uit. In zijn boek
'erlangen naar de natuur' be-
hrijft de Britse historicus
eith Thomas op schitterende
vijze hoe de relatie tussen
nens en natuur is veranderd
nds 1500. „In de praktijk be-
Jelden de meeste mensen na-
uurlijk hun geloof in het pri-
ïaat van de menselijke belan-
!en, zelfs als zij de gevolgen
an de materiële vooruitgang
oor de natuur betreurden",
oncludeert Thomas, om er
ven verderop aan toe te voe-
en: „Er bestond een groeiend
onflict tussen de nieuwe ge-
oeligheden (voor de natuur,
ed.) en de materiële grondsla-
|en van de menselijke samen
ging. Een mengeling van
«mpromissen en verheimelij-
ing heeft tot dusverre ver
anderd dat het noodzakelijk
"erd dit conflict helemaal op
isn. Men zou kunnen
eggen dat het een van de te
enstellingen is waarop de mo-
erne samenleving is gegrond-
est."
Indergeschikt
'oe anders was dat in de zes-
ende eeuw. Toen kwam men
gewoon voor uit dat dieren
planten ondergeschikt aan
basta. De waarde van planten
en dieren werd bepaald door
hun nut voor de mens. Dit uit
gangspunt leidde tot, voor de
lezer uit de twintigste eeuw,
vermakelijke misvattingen. Zo
vond de geleerde Francis Ba
con, dat het bestiaal was als
mensen lang haar hadden.
„Beesten zijn hariger dan
mensen en wilden meer 'dan
beschaafde lieden." Een dief
stal die 's nachts gepleegd
werd, werd erger gevonden
dan een bij klaarlichte dag,
want de nacht is de tijd dat
dieren op zoek gaan naar hun
prooi. De filosoof Descartes
meende dat dieren slechts au
tomaten of" machines waren,
die de prachtigste handelingen
konden verrichten, maar niet
in staat waren te praten of te
redeneren.
De positie als despoot maakte
het mogelijk dat mensen op
'beestachtige' wijze met dieren
konden omgaan. Gevechten
tussen dieren waren zeer ge
waardeerde vormen van ver
maak. In Groot-Brittannië was
vooral het bullebijten populair.
Bij dat vermaak werden hon
den losgelaten op een stier die
aan een boom was vastgebon
den. Een wreed spektakel, zo
blijkt uit Thomas' beschrij
ving. „De hond ging dan op de
neus van de stier af, waarbij
hij vaak de oren of stukken
huid afscheurde, terwijl de
stier probeerde de hond in het
publiek te smijten." In plaats
van een stier werden ook das
sen, apen, muilezels en paar
den gebruikt.
W eerzin wekkend
Niet minder weerzinwekkend
was de stiereloop. Daarbij wer
den bij een stier de oren en de
staart afgehakt, z'n lijf werd
ingesmeerd met zeep en z'n
neus volgeblazen met peper.
Vervolgens werd hij losgelaten
en ging het volk achter hem
aan in een massale jachtpartij.
Andere vormen van dieren
mishandeling waren wedstrij
den in het afbijten van de kop
van levende kippen, hanenge
vechten, hondengevechten, en
gevechten tussen honden en
beren.
Het martelen van beesten
werd kinderen al met de pap
lepel ingegeven. Op de Latijn
se scholen was bijvoorbeeld
het haneknuppelen erg ge
liefd. Op de dag voor aswoens-
dag werd een haan aan een
paal gebonden of tot zijn nek
ingegraven, en mochten jon
gens er met stokken naar gooi
en tot het dier dood was. Maar
ook buiten schooltijd gebeurde
één en ander. Ze joegen eek-
'hoorns op, vingen vogels en
staken ze de ogen uit, bonden
flessen of pannen aan hondes
taarten en bliezen kikkers op.
Het was wreedheid uit onver
schilligheid, schrijft Thomas.
„Voor de meeste mensen vie
len dieren buiten het morele
referentiekader."
Troeteldier
Desondanks deed het troetel
dier al z'n- intrede. Honden en
paarden liepen daarbij voorop.
De liefde voor deze beesten
ging zo ver, dat ze regelmatig
mee gingen naar de kerk. In
de achttiende eeuw komen
ook huiskatten op grote schaal
voor. Maar men hield ook
lammeren, hazen, muizen,
padden, egels, vleermuizen,
apen, otters, konijnen en eek
hoorns als troeteldier.
Troeteldieren ziin een typisch
produkt van de verstedelij
king, zegt Thomas. „Het ironi
sche is dat juist door klein
schalige flats zonder tuin het
houden van een huisdier
wordt aangemoedigd. Gesteri
liseerd, afgezonderd en ge
woonlijk beroofd van contac
ten met soortgenoten wordt
het troeteldier een schepping
van de manier van leven van
zijn baas, en het feit dat zoveel
mensen het nodig vinden een
afhankelijk dier te onderhou
den om aan alle emoties toe te
komen, zegt iets over de ato
mistische maatschappij waarin
wij leven."
Het jaarlijkse ritueel in de Spaanse stad Pamplona, waarbij stieren door een menigte mensen
wordt opgejaagd.
De toename van de troeteldie
ren zorgde ervoor dat de nieu
we inzichten van de intelli
gentsia over de natuur in bre
de kringen voet aan de grond
kreeg. In de 17e en 18e eeuw
kwamen geleerden langzaam
maar zeker tot het inzicht dat
de natuur eigen waarden bezit;
ze beschouwden de natuur niet
langer als een bron van nuttig
heden voor de mens. Voor de
definitieve onttroning van de
mens als heerser over de na
tuur zorgde Darwin, toen hij
in 1825 zijn evolutieleer publi
ceerde.
Tuinieren
Verstedelijking zorgde er dus
voor dat mensen anders naar
de natuur gingen kijken. Be
halve dieren, werden ook bo
men en bloemen meer en
meer gezien als iets waarde
vols. Welgestelde stedelingen
legden prachtige landgoederen
aan buiten de stad, terwijl hun
minder bedeelde medemens
zich massaal op het tuinieren
stortte. Natuurreservaten ver
loren hun angstaanjagende ka
rakter en werden 'kathedralen
van de moderne tijd'. Natuur
beschermingsorganisaties de
den hun intrede.
De nieuwe houding ten aan
zien van de natuur stelde de
mens wel voor enkele dilem
ma's. Bevolkings- en wel
vaartsgroei bracht met zich
mee dat er geen einde kwam
aan de ontginning van 'woeste'
gronden. Het ongemakkelijke
gevoel over het doden van die
ren voor de consumptie werd
opgelost door slachthuizen te
onttrekken aan het oog en die
ren als vormloze stukken vlees
op tafel te brengen; in het ver
leden was het gebruikelijk om
varkens, kalveren, hazen en
konijnen met kop en al op te
dienen. Met dit soort dilem
ma's worstelt de mens nog
steeds, stelt Thomas. Oplossin
gen worden uit de weggegaan.
„Naar de gevolgen ervan kun
nen we slechts gissen".
Thomas heeft een prachtig
boek geschreven, waarin hij
veel inzicht verschaft over de
relatie tussen mens en natuur.
De veranderingen in die rela
tie verbindt hij helder met an
dere ontwikkelingen in de sa
menleving. Hij heeft een on
voorstelbare hoeveelheid
bronnenmateriaal verwerkt;
het notenapparaat telt niet
minder dan 95 pagina's. Het
enige bezwaar dat een Neder
landse lezer zou kunnen heb
ben, is dat Thomas zich tot
Groot-Brittannië heeft be
perkt. Het Britse eiland ver
toont echter grote overeen
komsten met de Nederlanden:
nergens ter wereld worden zo
veel huisdieren gehouden als
in deze twee landen en ner
gens wordt er met zoveel lief
de in de tuin gewerkt.
FRANS BOSSCHER
Wat goed is, komt snel. Het
gezegde lijkt Lenny Kra-
vitz op het lijf geschreven.
Anderhalf jaar geleden
dook hij bij wijze van spre
ken uit het niets op en zijn
Let Love Rule was wat mij
betreft moeiteloos dé de-
buut-cd van 1989. Vorig
jaar schitterde hij ook nog
eens op Torhout/Werchter
en na zo'n overrompelende
start kun je alleen maar
hopen dat-ie z'n kop er bij
houdt. Dat is met de twee
de cd Mama Said (Virgin
261 326) gelukt, hoewel
echtgenote Lisa Bonet roet
in het eten leek te gooien.
Lenny zingt immers vooral
over relatie-perikelen en
droeg de cd ook op aan
Lisa. De ultieme liefdes
verklaring?
Kravitz werd aan de hand
van zijn debuut vooral ver
geleken met John Lennon
en Curtis Mayfield en er is
weinig reden om daar nu
van af te stappen. Wie de
bijna tranentrekkende bal
lad Stand By My Woman
of het radeloze All I Ever
Wanted hoort, moet bijna
de indruk hebben dat Len
non nog onder ons is. Dat
is ook nu het sterke punt
van Kravitz: hij leeft zich
dermate in zijn songs in,
dat je snel de neiging krijgt
met hem mee te voelen.
Lennon bewerkstelligde
hetzelfde effect.
De bewondering, die Len
ny afdwingt door ziin ziel
bloot te leggen, wordt ech
ter een beetje in toom ge
houden door het gegeven,
dat Mama Said muzikaal
wat minder boeiend is dan
zijn voorganger. Er staat
een onodige reprise op van
het openingsnummer
Fields Of Joy en verder
wat belegen liedjes met
weinig diepgang, zoals It
Ain't Over Till It's Over en
The Difference Is Why.
Daar staan hoogtepunten
als de funky single Always
On The Run en het mee
slepende What The Fuck
Are We Saying? tegenover.
Er valt dus nog een hoop te
genieten, maar ik kan me
niet aan de indruk onttrek
ken dat Lenny wat zoe
kende is. En niet alleen
naar Lisa.
Green
Na alle terechte opwinding
rond het schitterende al
bum White Soul is Green
nu weer terug bij af. De
mini-cd Bittersweet (Mega-
disc MDC 7880) laat weinig
meer horen van de fiere,
aan sixties referende gi
taarpop, waarmee deze
band uit Chicago furore
maakte. In plaats daarvan
volgt het de favorieten ta
melijk klakkeloos, zonder
een spoortje van de eigen-
FOTO: PR
zinnigheid, die Green zich
op White Soul eigen maak
te. In het titelnummer
klinkt zanger Jeff Lescher
bijna als Mink DeVille en
de Kinks klinken ook nog
een beetje door (in Maybe
U R Right). Maar de mees
te tracks ontberen de span
ning en integriteit, die de
liedjes van Green even
charmant als gewild maak
ten. Zodat je na vijf num
mers volop begrip kunt op
brengen voor het feit dat
het hier slechts een mini-
cd betreft.
Oranje boven
We sluiten deze week af
met een rondje door eigen
land. En constateren dan
met enige pijn dat de nieu
we band The Pilgrims ook
al geen uitzondering vormt
op de regel dat het gros
van de Nederlandse bands
altijd zo vreselijk Neder
lands klinkt. De debuut-cd
Once To Everything (Co
lumbia 468054) van The
Pilgrims lijkt in eerste in
stantie een kennismaking
met een opvallend volwas
sen band, die latin, rock en
een gezonde dosis soul sa
mensmelt tot een standvas
tig geluid. Maar gaandeweg
worden de nummers steeds
saaier en blijkt de band on
danks de ervaring van
drummer Leon Klaasse
(ex-Sweet d'Buster en Po-
werplay) en Engelse pro
ducer Mike Pela (engineer
bij Sade en Fine Young
Cannibals) vooral in melo
dieus opzicht en qua uit
straling tekort te schieten.
Ook een onderbreking in
de vorm van twee swin
gende instrumentale per
cussiestukken kan de ba
lans niet doen omslaan.
Nee, dan De Dijk. Klinkt
natuurlijk .óók heel Neder
lands, maar vooral omdat
ze in die taal zingen. En
dat doen ze heel goed. De
Dijk bewijst op ieder al
bum (en op ieder podium!)
weer dat stomende r&b en
doorleefde ballads niet
voorbehouden zijn aan bui
tenlandse acts. Niks geen
kneuterigheid, maar mu
ziek met een ongekende
vuurkracht en inspiratie.
De band biedt de laatste ja
ren weinig vernieuwings
drang, maar dat hoeft ook
niet, want je krijgt er im
mers Nooit Genoeg (Mer
cury 848 533) van.
Met muziek, die het mid
den houdt tussen Brabant
se leut en Hollandse onder-
broekenlol, doet Bertus
Staigerpaip een niet geheel
kansloze aanval op de tot
dusverre schier onaantast
bare positie van Normaal.
Dialect, humor, drank, mo
toren en vrouwen, de over
eenkomsten liggen voor
het oprapen. Bertus en co.
hebben, zoals we van de
single Rits al wisten, een
voorliefde voor covers en
op Brabants (Te) Bont
(Mercury 848 305) halen ze
dan ook flink uit. De mu
ziek van The Osmonds'
Crazy Horses stond model
voor een liedje, waarin ze
het opnemen voor de (ex-
)burgemeesters van Smal-
lingerland en Hoogeveen
en ook Don't Look Back
van Peter Tosh en Mick
Jagger heeft nu een Bra
bantse uitvoering, Ik Zie
Geen Zwart, Ik Zie Geen
Wit. Toegegeven, de melig
heid druipt er van af, maar
da's op z'n tijd ook wel es
leut... eh, leuk.
GERT MEIJER