Tropenmuseum roept het verval een halt toe Castro kiest weg van'socialisme of de dood' £eidócSomo4it' Vertwijfeling DELTAPLAN CULTUURBEHOUD STELT OUDE PRENTEN VEILIG Historisch belang Omkeerbaar HAVANA - Terwijl heel Amerika zich nog steeds bezighoudt met een dictator aan de andere kant van de wereld, is Fidel Castro, de adder in het gras van Amerika's eigen ach tertuin, zich zo te buiten gegaan aan anti-Amerikaanse woede-uit barstingen dat waarnemers in Cuba zich afvragen of de Cubaanse leider nu uiteindelijk door waanzin wordt overmand. Maandenlang bezweert Castro zijn noodlijdende volk al dat hij de weg naar 'het socalisme of de dood' prefereert bo ven bezwijken voor het kwaad van het kapitalisme of het navolgen van de 'plaatselijke fouten' van zijn Oosteuro- pese bondgenoten. „Als ze me zouden vertellen dat 98 procent van het volk niet in de revolutie gelooft zou ik nog doorgaan met vechten", verklaarde hij vorig jaar voordat hij aankondigde dat stieren en ossen het werk van de vervui lende tractoren zouden overnemen. Deze maatregel, niet in de laatste plaats getroffen vanwege de vermindering van goedkope olieleveranties uit de Sovjetu nie, maakt deel uit van wat Castro zijn 'speciale vredestijdperiode' noemt - een soort overlevingsprogramma voor het wetenschappelijk socialisme. Hieronder vallen ook de strenge voedselrantsoene ring en de distributie van honderddui zenden Chinese fietsen als aanvulling op de auto's in de straten van Havana. Slechts korte tijd geleden, toen de gehate 'Yanquis' het vredelievende Iraakse volk nog aan het 'afslachten' waren, zoals Casto het formuleerde, hield hij een anti-Amerikaanse tirade die korte met ten maakte met de specujaties dat de 64- jarige leider misschien bij het partijcon gres later dit jaar een aantal markther- vormingen zou goedkeuren. Het zal het eerste congres zijn sinds Casto in 1959 de macht greep. „Kapitalistische methoden gebruiken? Dat zou dwaas zijn", zei Castro op een bijeenkomst van de Communistische Partij in Havana. „We moeten een vac cin ontwikkelen tegen de waanzin van het kapitalisme". Het kapitalisme was volgens Castro niet in staat gebleken de menselijke en sociale problemen op te lossen. De kapitalistische landen waren een zee van prostitutie, drugsverslaving, sociale vervreemding en armoede. In zijn vertwijfeling en isolatie heeft Ca stro met het politburo zijn toevlucht ge nomen tot steeds excentriekere scena rio's om de overleving van het zuivere socialisme te waarborgen ondanks alle dreigingen van buitenaf en in het land zelf. Hij heeft bezoekers herhaaldelijk verteld dat hij gelooft dat de val van 'het socialisme' in Oost-Europa te wijten was aan de fout ten dele kapitalistische maatregelen toe te laten. „Wanneer je het raam opent, laat je niet alleen frisse lucht binnen, maar ook vliegen", las hij een Chinese bezoeker de les over de fou ten van Peking. Castro's laatste verzinsels zijn de bevor dering van de varken shoederij door ge wone burgers en een plan om het leeu- wedeel van de bevolking naar het platte land te verhuizen, waar de mensen dan hun eigen voedsel moeten verbouwen. „Het merendeel van deze onuitvoerbare plannen is een herhaling van vergelijk bare ideeën uit de onbezonnen jaren zes tig, en toen zijn het spectaculaire mis lukkingen gebleken", aldus Roger Fon taine, voormalig lid van de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Sta ten. „Met uitzondering van het Cam bodja van Pol Pot heeft zelfs de commu nistische wereld nog nooit zoiets ge zien". Castro's grote trots is het ambi tieuze biomedische onderzoeksprogram ma van Cuba. Hij hoopt van Cuba een supermacht op het gebied van zeer gea vanceerde genetische produkten te ma ken. Naast de economische crisis in zijn land sinds de financiële ondersteuning door de Sovjetunie en andere Oosteuropese landen geslonken is tot slechts een frac tie van het vroegere niveau, heeft Castro ZATERDAG 16 MAART 1991 Vorig voorjaar presenteerde minister d'Ancona van wvc het Deltaplan voor het Cultuurbehoud, een ambitieus plan om de vele waardevolle maar aan verval onderhevige objecten van de Nederlandse musea voor het nageslacht te bewaren. Inmiddels beginnen de eerste resultaten van dit miljoenenproject zichtbaar te worden. In het Tropenmuseum in Amsterdam begint binnenkort een expositie van prenten en tekeningen uit eigen bezit, die tot voor kort nauwelijks aan de prullenbak leken te ontkomen. Een verslag van onvervalst Hollands vakmanschap, de naam Deltawerken waardig. het lisch< tduui ind ii was r bee cse o verk] lyn a wee van schadelijke vlekken op de prenten en te- ziel keningen laten we bijvoorbeeld zitten, fd V; Het hoeft niet allemaal blinkend wit te e va zijn. We hebben ook nauwelijks retou- voorc ches aangebracht, alleen als het echt niet erza anders kon. Als we al restaureren zorgen !nng we ervoor dat dat proces ook weer om- and i keerbaar is, dat je de restauratie kunt ag( verwijderen zonder dat er schade aanf het voorwerp ontstaat. De opvattingen over wat je restaureert en hoe je dat doet kunnen over vijftig jaar wel heel anders zijn dan nu. Vandaar dat we nauwkeurig vastleggen hoe we het doen, en ervoor zorgen dat de restauratie weer ongedaan kan worden gemaakt". Conservering brengt overigens, ook zon der restauratie, al genoeg werk met zich mee voor het museumpersoneel. Alle beeldingen worden ontzuurd, afge schermd met zuurvrij vloeipapier en omlijst in een zuurvrij kartonnen passe partout, die voorkomt dat het papier zelf wordt aangeraakt. Verder heerst in het depot een constante luchtvochtigheid van 55 procent en een temperatuur van 19 graden. Als de afbeeldingen tentoon worden gesteld wordt getracht het licht zoveel mogelijk te temperen om verble king tegen te gaan. Speciale schermen voor de ramen moeten voorkomen dat de veilige norm van 50 lux al te veel wordt overschreden. De expositie 'Een nieuw gezicht van een rijk verleden' is de weerslag van de werkzaamheden die de laatste twee jaar in en buiten het museum zijn verricht ter behoud van de collectie. Daarnaast biedt de tentoonstelling ook nog eens een beeld van het Indonesië van lang ge leden, gezien door ogen van mensen die niet beïnvloed waren door foto's, tv of film. Historische beelden van volksge bruiken, vervoersmogelijkheden en 1de- dinggewoonten, waard om nog voor eeu wen bewaard te worden. KOOS VAN WEES Tropenmuseum Amsterdam: 'Een nieuw gezicht van een rijk verleden'. Vanaf za terdag 16 maart tot en met maandag 20 mei. te kampen met een imago-probleem. Eind vorig jaar maakte de Sovjetpers in tieme details over zijn zeer geheime pri- véleven bekend en deze maand komt een in Amerika gepubliceerde biografie in de winkel met nog veel meer onsma kelijke bijzonderheden, waaronder inter- views uit eerste hand met vrouwen die zeggen met hem geslapen te hebben. Volgens een overgelopen medewerker heeft de Cubaanse geheime dienst het ui terste gedaan om de publikatie van 'Guerrillaprins: het nooit eerder vertelde verhaal van Fidel Castro' door Georgje Anne Geyer te voorkomen. Geyer schil dert de 'jefe maximo' af als een man met een manische obsessie voor projecten ter meerdere glorie van hemzelf, in de tradi- kg Hj tie van Nicolae Ceausescu van Roeme- r nië. Zo zou Castro er zijn zinnen op hebben gezet de beste camembert ter we- |de 3 reld te leveren en Cuba volledig on- kruidvrij te maken. 1 CHARLES BREMNER flO (c) The Times Rechts: 'Een Dayak in krijgstenue' is de titel van deze kleurenlithodie op de expositie te zien is. AMSTERDAM - Restaurateur Henny Witteman toont in het de pot van het Tropenmuseum een fraaie gravure van Batavia, voor stellende 'de Schrikkelijke slachting der Chinezen', gedateerd 9 oktober 1740. Een mooie prent, met heel nauwkeurig weergegeven de vele doden die deze slachting, ingegeven door jaloezie op de welvarende po sitie die de Chinezen in Neder- lands-Indië innamen, indertijd kostte. Jammer alleen dat de tand des tijds zo duidelijk zijn sporen heeft nagelaten. Vooral aan de zijkanten van de afbeel ding heeft de verzuring, de grootste be dreiging van het culturele erfgoed op pa pier, weinig meer van het papier overge laten. En die bruine vlekjes, het gevolg van oxydatie van ijzerdeeltjes, doen het ook niet zo goed. Boven, in het expositiegedeelte van het museum, vinden we even later dezelfde prent terug, als onderdeel van de nade rende expositie 'Een nieuw gezicht van een rijk verleden'. Ook deze prent was aangetast, maar daar is weinig meer van te zien. Wel is nog te zien waar de be schadigingen gezeten hebben, maar het is ook nooit de bedoeling geweest de eeuwenoude prent weer als nieuw te ma ken. Conservering, het voorkomen van een verdere achteruitgang van de staat van de prent, staat voorop. De prent kan weer enkele eeuwen mee, hopen de me dewerkers van het museum. De prent van vóór de restauratie en die van daar na komen naast elkaar te hangen op de expositie, die zo'n negentig afbeeldingen omvat. In de collectie van het Tropenmuseum bevindt zich een verzameling van meer dan drieduizend prenten, tekeningen en aquarellen. Twee jaar geleden werd be gonnen met de conservering, nadat eerst een selectie werd gemaakt van welke af beeldingen daar het hardst aan toe wa ren. Inmiddels is bijna een derde van de collectie geconserveerd en zonodig geres taureerd. Kosten: 141.000 gulden, ofwel zevenentachtig gulden per afbeelding. WVC draagt in het kader van het Delta plan de helft van de kosten, het museum zelf de andere helft, en heel wat man kracht. De zéér welkome bijdrage van WVC moet vooral gezien worden in het kader van de documentaire waarde, die de te keningen en prenten vertegenwoordigen. Het gaat voornamelijk om afbeeldingen van het dagelijks leven in Indonesië en Suriname, gemaakt in een tijd waarin nog geen fotografie bestond en waarin grafiek en tekeningen de belangrijkste vi suele bron van overdracht vormden. Koos van Brakel, hoofd van de afdeling collecties van het Tropenmuseum: „Al in de zestiende eeuw werden de reisver slagen van Nederlandse expedities voor zien van getekende kaarten en prenten. Elke wetenschappelijke expeditie telde onder haar leden een aantal vakbekwa me tekenaars of schilders die tot taak hadden alles vast te leggen wat van be lang was. Een andere categorie tekenaars bestond uit tekenvaardige legerofficie ren, regeringsambtenaren, artsen en planters, die vaak gewoon vastlegden wat indruk op hen maakte. Daarnaast had je nog kunstenaars, die, onder de in druk van wat ze hadden gehoord, naar Indonesië en Suriname trokken om het dagelijks leven vast te leggen. Het ni- Links: Deze afbeelding stelt een Hollands jongetje met zijn bediende voor. Onder: Het Chinese kamp nabii de Pin toe kitjil (de kleine poort). FOTO'S: KONINKLIJK INSTITUUT VOORDE TROPEN veau van wat we nu in de collectie heb ben is daardoor heel wisselend, maar er zit geen rommel tussen. Het is allemaal van belang". De grootste bedreiging voor de collectie vormt zoals gezegd de verzuring. Tot het eind van de 18e eeuw werd papier ge maakt uit een pulp van linnen en ka toen, maar in de negentiende eeuw werd dit materiaal vervangen door houtpulp, waaraan harsen en aluin werden toege voegd om er beter op te kunnen schrij ven en tekenen. Helaas bevindt zich in die harsen en aluin een zuur, dat het pa pier langzaam afbreekt. De belangrijkste opgave voor het Tropenmuseum in haar strijd tot behoud van die waardevolle collectie, vormde dan ook het tot stand brengen van die verzuring. De werken werden dus allereerst Ph-neutraal ge maakt, ofwel ontzuurd. Vervolgens wer den de prenten en tekeningen in een soort papierbad gedompeld, waardoor de al aangetaste delen weer keurig van pa pier werden voorzien, „aangevezeld", zoals restaurateur Henny Witteman het noemt. Een taak die werd verricht door het restauratie-atelier van het gemeente archief van Helmond, waar inmiddels een grote expertise op dit gebied is opge bouwd. Maar het was niet alleen de ver zuring die een snelle aanpak van de con servering vereiste. Een andere zaak waar de restaurateurs van het museum tegen aan liepen vormde de inkt op oudere, zeventiende-eeuwse documenten, die zich letterlijk en figuurlijk een weg door het papier vrat. De inkt, gemaakt van galnoten, zakte op sommige documenten gewoon door het papier heen, een fraai gat achterlatend. Ook dat werd een halt toegeroepen, en zonodig gerestaureerd. Lastig was verder dat er zich in bepaalde papiersoorten ijzerdeeltjes bevonden, af komstig van de ijzeren trog waarin de papierpulp was gemalen. Verscheidene tekeningen zijn dan ook bezaaid met tal loze bruine vlekken als gevolg van oxy datie. En daarnaast bleek de mens zelf een flinke bedreiging voor de houdbaar heid van het papier. Tekeningen en prenten werden in het verleden gevou wen, gelijmd en geplakt, met bijna on herstelbare gevolgen. Bijna onherstel baar, want er is weinig wat niet gerepa reerd kan worden, zo lijkt het in het de pot van het museum. Henny Witteman wijst erop dat conser vering van de collectie belangrijker wordt gevonden dan restauratie. „Niet-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 32