Tijden zijn veranderd, maar stof blijft 1 mal Ie Spectaculaire lente in Burgers' Bush ZATERDAG 16 MAART 1991 PAGINA 28 en, want anders gaan ze er dwars door heen". Behoedzaam speurend trekken wij voort door de jungle. Wensing staat telkens stil, wijst me op bijzondere planten, pis sebedden, tropische miljoenpoten. Maakt me fluisterend attent op een broedende kroonduif („de eerste keer") en andere vreemde vogels. „Kijk, daar loopt een Javaanse haan. Het is een oer woudbewoner, net als onze kip oor spronkelijk. Hij is nog alleen, maar bij goed gedrag krijgt-ie een hennetje. We willen even afwachten of hij de boel niet te veel loskrabt". Wat verderop aait hij een kanjer van een rups over haren en stekels. Zorgeloos. Het beest doet zich ruggelings tegoed aan een boomblad. Op de grond eronder valt een regiment rooie mieren een tak aan. We doordringen de rimboe steeds die per. Wensing legt uit: „De lianen zijn de kroon op het werk. Wc zijn nog volop in opbouw. We hebben drie generaties bo men aangeplant: pioniers, secundair bos en primair bos. De pioniers zijn hele vlugge groeiers. Het is voornamelijk vul- hout. Die moet je dus vooral tijdig snoeien om de beide minder hard groei ende generaties niet te laten verstikken. De lianen komen in de laatste fase voor al aan bod. Over een jaar of vijf. Dan liggen ze als een deken over de bomen en remmen ze de boomgroei. Een soort biologische handrem. Dat scheelt ons straks heel veel snoeiwerk". En dan komen de apen? „Al eerder. In het najaar willen we de saki introduceren, een Zuidamerikaans aapje. De vegetatie is dan zover dat de hogere takken 'm kunnen dragen. Moge lijk dat er later nog wat andere soorten bij komen. Op de bodem voegen we ook telkens nieuwe soorten toe. Dit jaar komt de kantjil erbij, een Indisch dwerg hert". Lichaamsvocht Al druppelt het lichaamsvocht gestaag. Wensing geeft toe, dat Burgers' Bush nog steeds geen echt regenwoud is. „Maar het lijkt er toch al verdraaid veel op. We hadden hier laatst bezoek van een groep tropische bosbouwers. Mensen dus uit de praktijk van de tropen. Ze zeiden al lemaal: 'ik ruik hier iets terug van m'n werkplek'. Ik vind ook dat hier al een oerwoudsfeertje hangt. Het is onvoor stelbaar hoe enthousiast de bezoekers re ageren. Vooral over de natuurbeleving die ze hier meemaken. Sommigen zie je hier elke dag, die volgen het hele proces op de voet". Tussen het gebladerte ontwaar ik een al leenstaande vrouw. Ze staat toegewijd gebogen bij een piepklein gaatje in een soort grot. „Een Wageningse studente die het vlieggedrag van bijen bestudeert. Ze zitten in die grot, een vroeger dieren verblijf. Daar hebben we vlieggaatjes in gemaakt. -Ze probeert een schakeltje in het ecosysteem uit te zoeken". Over boomstammen in een moeras wan kelen we donker Afrika binnen, ons vastklampend aan een touwrailing. „Hier lag vroeger een namaak-krokodil in, maar die hebben we weggehaald. Het leek te echt. We hebben nu trouwens echte kaaimannen. Die zien we zo nog". Hij krijgt haast („ik heb straks een ver gadering") en voert me via de aardvar- kens-met-jongen gezwind naar 'de hoog- ste waterval van Nederland'. Het geval behoeft nog wat groene aankleding maar klatert imposant op de rotsen. In een poel aan de voet liggen wat kaai mannen roerloos lui te wezen, hun dage lijkse portie dooie kuikens reeds geruime tijd achter de kiezen. „Ze hebben hun territoria ook al verdeeld. Moet je ko men als ze daarmee bezig zijn. Een en brullende bluf'. Amerikaanse spin LEI In Zuid-Amerika blijft hij staan bij een boom. ,Hé, die is behoorlijk aangetasi door luis." Waarop hij haast verlustigd laat volgen: „Die gaan we met roofmij- ten en sluipwespen bewerken." Hij wijst me op een Amerikaanse spin 'die zelfs kleine vogeltjes kan vangen'. De griezel is ver genoeg verwijderd om niet aan angst en huiver ten prooi te val len. „We willen de mensen uiteraard niet afschrikken. We hebben hier bij voorbeeld ook geen slangen". Na een blik op een snelgroeiende balsa- boom („een pionier") verwijlen we nog23 even bij de rivier, met uitzicht op een a Baileybrug en een boswinkeltje, dat zo te zien door Coca-Cola gesponsord wordt.*"1 Op het water drijven tientallen kroppen sla die door een logge, sierlijk zwem mende zeekoe te grazen worden geno men. In het restaurant ten afscheid zegt hij „U hebt gemerkt, dat hier geen natuur-woc lijk evenwicht heerst. Dat is tegelijk hetgiê fascinerende en uitdagende. Je kunt arij nooit spreken van een compleet sy steem. Je moet altijd ruimte hebben om corrigerende maatregelen te nemen. Zopen past het omtrekken van gezonde bomen geheel in het scenario. Op de bodem kan dan een kruidenvegetatie ontstaan, dooie boom is een soort voor allerlei groeisels. Ter verrijking het systeem". Ik vertel hem de vlinders te hebben mist. „Klopt. We hebbe vlinder, maar dat is een meeste vlinders zijn we Die kunnen zich niet door de korte dagen in de die importeren we weer". Genietend vertelt hij van zijn van de biologie naar de „Ik lees elke dag als een blijven. Het is machtig werk om bush op te bouwen. Dit kan alleen overleven dank zij een gezonde conservatisme en voorzichtigheid, griezelig, omdat het theoretisch ken morgen afgelopen kan zijn, d of andere onbeheersbare ziekte". Hoe reageren de bezoekers? „Razend enthousiast over het Je hebt er natuurlijk die er zen, maar de meesten nemen de tijd. moet hier zelf de planten en dieren dekken. Wie dat doet krijgt er heel voldoening voor terug. Tot nu toe Burgers' Bush uniek in de wereld. In VS heb je wel wat dierenparken met dak erover, maar wat wij hebben is een totaal andere benadering, is de natuur nog spectaculair, dat ren de bezoekers". HOMME ZIN EN ONZIN VAN DE GROTE SCHOONMAAK In Burgers' Bush is de lente dagelijks te zien en te horen. Aan de uitbundige groei van de bamboe, maar ook aan het bluffende paargedrag van de kaaimannen. We maak ten een tocht door de Arnhemse jungle aan de hand van Joep Wensing (41), de bewaarder van een wankel even wicht. „Morgen kan het afgelopen zijn". ONTDEKKINGSTOCHT DOOR DE ARNHEMSE RIMBOE ARNHEM - Ik sluit m'n ogen, houd me doof voor de reusachtige warmeluchtblazer en waan me in het tropisch regenwoud. Het is nog winter. In het spoor van Joep Wen sing, bioloog te Arnhem, worstel ik mij wissend door het warme, klam me Burgers' Bush. Wensing heeft geen kapmes bij zich. Niet nodig, klinkt het zelfverzekerd. „We heb ben hier net grootscheeps gekapt. Zo'n honderd bomen geveld". Ik mis de schemer, de plastic overkoepe ling van anderhalf hectare woud valt in volle omvang te bewonderen, maar daar mag ik niet moeilijk over doen. „Het groeit hier binnen een maand weer zo goed als dicht. Als je goed luistert kun je het horen groeien". Dat laatste bedoelt Joep Wensing niet helemaal als grapje. „Neem de bamboe, die groeit als een gek. Toch wel een decimeter per dag". Anders dan in de tropen met hun gelijke dag-nachtritme is het duidelijk lente in Burgers' Bush. De bomen en planten ontwaken uit hun winterslaap en schie ten het aanzwellende licht tegemoet. In -het voorbijgaan doet een tropische jas mijn alreeds een poging ons te bedwel men. Ook de dieren roeren zich. Terwijl we behoedzaam een wilde beek over glibberen, scheert een neushoornvogel met machtige vleugelslag over de boom toppen en brult een kikker ons verwij tend achterna. „Ja, de padden en kikkers beginnen alweer te roepen. Moet je op een zomeravond komen, dan word je op èen oorverdovend concert getracteerd. Dan zitten hele groepen mensen op het terras te genieten." Drie continenten Midden in in dit decor voor Camel-ad vertenties legt Joep Wensing uit dat Bur- 0 FOTO: PERS UNIE V VI leuk een verkleedkist met oude jurken kj en hoeden ook kan zijn, als de inhoud L niet regelmatig gebruikt wordt, is luch- 0 ten en af en toe wassen beslist noodzake- lijk. De mottenplaag van enkele jaren geleden heeft ook veel mensen aan het y denken gezet. Milieu ir U Nu de milieu-eisen strenger worden is\ ook een vergelijking van schoonmaak- middelen noodzakelijker geworden dan ooit. Op gebeurde dat ook dertig jaar ge- p leden al. Er is gebleken, dat het voorK vele vrouwen volstrekt onbekend gebied tl is. Mevrouw Van Reenen: „Wie vraagt bij het kopen van een stofzuiger deze even aan te zetten om het geluidsniveau te testen of kijkt naar het materiaal enj*1 de prijs van de stofzak?". Docenten schoonmaakonderhoud zijnr' ten aanzien van groothuishoudens aan-|'r zienlijk strenger in hun eisen dan in hetd| geval van de particuliere huizen. Dage-lIT lijks onderhoud is een persoonlij kei»- kwestie, zo meent mevrouw Van Ref;lr nen. „Verwijder het vuil dat je stoort",jjj zo vindt ze, „en dat zal dus voor ieder-h een verschillend liggen. Wel is het nood-jn zakelijk daarnaast rekening te houden! met kort en lang periodiek onderhoud,! bijvoorbeeld eens per twee weken ramen1 zemen, en eens per half jaar een kast uit halen". jj JANTINE J. DE BOER n Bioloog Joep Wensing, de bouwer van Burgers' Bush: „Het is fascinerend en uitdagend". FOTO: PERS UNIE gers' Bush de regenwouden van drie continenten omspant:» Azië, Afrika en Amerika. We bevinden ons in het Azia tische deel, zoals aan de wassende rijst plantjes op een sawah te zien is. Zonder aandrang bekent hij zijn angsten bij het wankele evenwicht van zijn eigenhandig samengestelde woud. Hij heeft er soms nachtmerries van. „Word ik gillend wak ker dat rupsen of bladluizen de hele bush kaal vreten. Je bent voortdurend alert op plagen. Die probeer je te voor komen door een uitgekiende variatie van planten en dieren. Dat lukt goed tot nu toe. Ons grootste probleem is om de kleine beestjes in stand te houden: insec ten, vlinders, vogels, hagedissen. Ander zijds moet je elke opkomende plaag di rect bestrijden. We balanceren binnen hele enge grenzen". We passeren een gevelde bananeboom met de groene vruchten er nog aan. „Al het kap- en snoeiwerk laten we liggen. Het is hier een gesloten systeem. Met die bananen zouden we de gorilla's en oli fanten in het park kunnen verwennen, maar dat doen we met opzet niet. Geen vrucht gaat de hal uit. Alles gaat terug in de kringloop. Je moet de rupsen en mie ren ook wat gunnen. Op hun beurt zijn die weer voedsel voor de vogels". Groene knokpartij Ik ben eigenlijk iets te vroeg, want de grote groene knokpartij begint halverwe ge maart pas goed. „Dan krijg je de uit braak van bloemen en scheuten, dan verandert het hier met de dag. Sommige bomen groeien vijf, zes meter in een half jaar. Die zitten om de haverklap klem tegen het dak en dan moet je weer snoei- Ook dit was vroeger een vertrouwd beeld: om schudden het beddegoed uit. DEN HAAG - „Maak tevoren een indeling van het werk en wissel zware dagen af met dagen waarop lichte voorbereidende werkzaamhe den worden gedaan. Kijk alvorens met de schoonmaak te beginnen uw werkmateriaal na. We beginnen boven in het huis om niet steeds met emmers, teilen en stofdoeken, met rommel die weggegooid en kleedjes die geklopt moeten wor den, door het reeds schoongemaak te deel van het huis te moeten lo pen". Die raadgevingen kregen huisvrouwen veertig jaar geleden te horen. Grote schoonmaak is geen mode meer. De dwangmatige handelingen in het voor jaar, waarbij kachels werden gedoofd, schoongemaakt en gepotlood, dekens en gordijnen werden gewassen, meubelbe kleding werd gereinigd en behang ver nieuwd, behoren tot het verleden. Niet langer behoeft het gezin in de kou te zit ten, omdat de schoonmaak nu eenmaal voor de paasdagen achter de rug moest zijn. Die traditie is trouwens ouder dan de tijd van onze grootouders. Het be hoort tot het joodse religieuze erfgoed om voor Pesach het huis gereinigd te hebben. Vroeger rook het hele huis naar zeep en boenwas, de maaltijden waren zo een voudig mogelijk en de kamers die schoon waren mochten nauwelijks betre- met een hoofddoekje FOTO: ANP Kamers in het internaat van 'Rollecate' werden door studentes schoongehouden. den worden. In een reactie daarop heeft de volgende generatie het schoonmaken vaak helemaal maar laten zitten. Gelei delijk komt er weer wat waardering voor het huishoudelijk werk. Toch staat het vak zelfs in het beroepsonderwijs niet hoog meer aangeschreven. Het groot huishouden, waarbij gedacht moet wor den aan schoonmaakbedrijven en civiele diensten van verzorgings- en verpleeg huizen, maakt daarentegen een bloeipe riode door. T raditie Het blijft belangrijk ten minste eenmaal per jaar alles in huis van zijn plaats te halen en voor honderd procent te reini gen. Ondanks centrale verwarming en synthetische kleding blijft er het gevaar van ongedierte, zoals motten en spin nen, terwijl de schoonmaak dé gelegen heid is om overbodige rommel op te rui men, zo menen enkele oud-docenten van Rollecate, een voormalige opleiding tot landbouwhuishoudlerares. Mevrouw W. van Reenen is oud-direc trice van deze opleiding. Zij heeft tot voor kort huishoudonderwijs op diverse niveaus ontwikkeld en gedoceerd, van groothuishouding tot cursussen voor huisvrouwen. Het fenomeen grote schoonmaak verklaart zij onder meer uit het feit, dat de slechts door kachels ge stookte huizen in de winter te koud wa ren om meer dan de hoogstnoodzakelij ke bezigheden buiten de woonkamer te verrichten. Vandaar de uitbarsting van energie in het voorjaar. Ongedierte Grootste belang van deze poetswoede echter was en is nu nog, dat een huis re gelmatig schoongemaakt wordt wil men ongedierte voorkomen. Schoonmaken in één lange sessie van vermoeiende dagen is echter niet de methode die werd aan geleerd. „Het belangrijkste was bij het landbouwhuishoudonderwijs en is dat ook bij de nieuwe opleidingen toegepaste huishoudwetenschappen, dat de studen ten leerden een werkplan te maken", zegt ze. En een collega vult aan: „De praktijk van de schoonmaak werd vroe ger door de toekomstige leraressen huis houdonderwijs praktisch geoefend in de kamers van het internaat, dat indertijd aan de opleiding was verbonden. Leer lingen woonden intern, de directrice had een eigen appartement met keuken en badkamer, zodat alle werkzaamheden daar uitgevoerd konden worden. Het schema van de ene dag kasten uithalen, de andere dag gordijnen wassen en een derde dag meubels in de was zetten, de den wij met een klas in groepsverband in één dag. Maar alles kwam aan bod". Op het belang van het uithalen van kle renkasten, het behandelen met insecten- werende middelen en het witten of be hangen van kastwanden werd evenzeer de nadruk gelegd als op het opbergen van de winterkleding. De folder van de Commissie voor Huishoudelijke Gezins voorlichting uit de jaren veertig/vijftig zegt het zó: „De kleren moeten volko men schoon zijn. Geen vlek mag er in blijven en geen vettige kraag of stoffige naad. Ook de kist, koffer of doos moet schoon zijn en alle kieren goed dicht ge plakt. We leggen er nieuwe kranten in en dan laag om laag een kledingstuk in kranten, welke wij nog kunnen besproei en met insectendodend middel". Boenv»>ls Huishoudelijk werk is in deze tijd on dergewaardeerd, zo menen de oud-do centes. Schoonmaakonderhoud is bij de opleidingen verdeeld over diverse vak ken, naast schoonmaakonderhoud ook scheikunde, management en economie. Ook op lager- of middelbaar beroepsni veau is het vak minder belangrijk gewor den. Mevrouw Van Reenen meent dat huishouden wordt onderschat, het is niet iets dat je vanzelf kunt. Wie de verhalen hoort over zelf boenwas maken, afhan kelijk van de houtsoort van de meubels, vergelijken van schoonmaakmiddelen en toepassingen daarvan, van ramen zemen met ammonia in het water tegen vet in de keuken of met spiritus tegen de aan slag van kachel of open haard, realiseert zich dat huishoudonderhoud gevarieer der en misschien ook moeilijker is dan men dacht. Huishoudleraressen van de oude stem pel betreuren het eigenlijk dat het hand werk, en in elk geval de waardering voor dat handwerk, vrijwel is verdwenen. Het nut er van staat naar hun mening echter nog regelrecht overeind. Alleen, aldus mevrouw Van Reenen, het is niet meer nodig of gewenst een schoonmaak achter elkaar af te maken. „Je kunt veel beter een karweitje aan pakken als je er zin in of tijd voor hebt, of als het weer zich er voor leent. Maar noteer wel wat je hebt gedaan en wat be slist nog aan de orde moet komen. Ook voor werkende vrouwen en mannen moet er af en toe tijd afgenomen worden om een kast uit te ruimen, een koffer na te kijken, Ideding te laten reinigen, boe kenkasten te stoffen, gordijnen te was sen. Bij verwaarlozing van het onder houd zal men met schade en schande wijs worden, en die schade kan wel eens groter zijn dan men zich realiseert". Of het een gevolg is van luchtvervuiling of van de minder zorgvuldige wijze van huishouden, het is wel een feit dat het aantal kinderen met cara - ademha lingsmoeilijkheden - de laatste jaren drastisch is toegenomen. Daarom heeft mevrouw Van Reenen een studente on derzoek latén doen op kleuterscholen. De conclusie was, dat er veel oude ma trasjes, kussens of kleedjes op scholen aanwezig zijn die wellicht beter verwij derd zouden kunnen worden. Hetzelfde geldt misschien voor huishoudens. Hoe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 28