„Nederland had geen
trek in 'n Duitser"
Europa '92 houdt met kleine taalgebieden geen rekening
HUWELIJK
BEATRIX
EN CLAUS
WEKTE VEEL
WEERSTAND
■EeicUcSoma/nt
In het midden van de jaren
zestig, zo'n twintig jaar na
de bevrijding, had menige
Nederlander geen trek in
een Duitser als gemaal
van prinses Beatrix. De
discussies over Claus von
Amsberg laaiden hoog op,
er kwamen handtekenin
genacties en veel vooraan
staande burgers riepen dat
dit huwelijk een schande
was voor het koninkrijk.
Tijdens de voltrekking in
Amsterdam werden er
zelfs rookbommen ge
gooid. Nederland was ver
ontwaardigd. Morgen is
het precies vijfentwintig
jaar geleden dat Het Hu
welijk werd gesloten. Hoe
kijken de tegenstanders
van destijds nu aan tegen
hun protesten van toen?
ZATERDAG 9 MAART 1991 PAGINA 26
Terwijl binnen zich de huwelijksplechtig
heid voltrok, vielen buiten de rookbom
men. FOTO: ANP
DEN HAAG - Wat bewoog in
1965 de bewoonster van het statige
Stadhouderskadepand nr. 145 in
Amsterdam om op een zondagoch
tend het stoepje voor haar huis te
schrobben? Doctorandus Dieuwke
Idske Eringa, nu 80 jaar oud, weet
het nog precies: „In de oorlog was
ik altijd bezig te boenen. Zo koelde
ik mijn ingehouden woede". Het
najaar van 1965 bracht genoeg on
verteerbare emoties teweeg bij de
lerares Frans om opnieuw flink te
gaan boenen. Want met de heer
Claus von Amsberg was 'een gevoel
van onbehagen' in haar leven geko
men.
Op maandag 28 juni 1965 had prinses
Beatrix haar Duitse verloofde via de te
levisie aan het Nederlandse volk gepre
senteerd. Het volk werd overrompeld.
Eringa dacht in die tijd: „Deze man
heeft een Wehrmachtsuniform gedragen;
daar werd nauwelijks bij stilgestaan. Ich
habe es nicht gewusst, zei hij zelf. Dit
kan niet, wat moeten we doen?, vroeg ik
me af'.
Nu, vijfentwintig jaar na het onvermij
delijke huwelijk, is ze er kort over. „De
toestand is totaal veranderd. Beatrix
heeft zich ontwikkeld tot een heel be
hoorlijke koningin en Claus tot een heel
behoorlijke prins-gemaal. Het is goed
uitgepakt. Destijds, toch nog zo kort na
de bevrijding, had Nederland geen trek
in een Duitser. Die gevoelens zaten heel
diep, dat is denk ik de verklaring. Meer
wil ik er liever niet meer over zeggen".
Dieuwke Eringa was niet de enige die
zich in die dagen kwaad maakte. Van
alle kanten kwamen teleurgestelde, ver
ontwaardigde en woedende Nederlan
ders aangerend. In juli, toen Claus von
Amsberg zich voorbereidde op goodwill-
bezoeken aan diverse plaatsen in de pro
vincie, kreeg het onbehagen vorm. On
der leiding van Eringa ontstond het co
mité 'Verzoekschrift Staten-Generaal',
met als doel Het Huwelijk te verhinde
ren.
Niet aanvaardbaar
Mensen werden opgeroepen hun handte
kening te zetten, omdat „de heer Von
Amsberg voor het Nederlandse Volk
niet aanvaardbaar is als prins-gemaal.
De gevoelens van een belangrijk deel
van het volk zijn in ernstige mate ge
kwetst. Van de velen die reeds hun in
stemming met het verzoekschrift betuig
den noemen wij:Volgt een waslijst
met namen.
Noemen wij: Simon Carmiggelt, prof.
dr. G. Lieftinck, Renate Rubinstein; felle
tegenstanders, allen inmiddels overle
den. Vele anderen zijn niet meer te vin
den. Desondanks maakte Rubinstein en
kele jaren geleden heel duidelijk hoe de
geesten waren veranderd. Zij schreef
nota bene een boekje over Willem-
Alexander, de eerste zoon uit het huwe
lijk dat zij eerder had afgekeurd.
Noemen wij: drs. Ed van Thijn. In de ja
ren zestig voorzitter van de Amsterdam
se PvdA-fractie, nu burgemeester van de
hoofdstad. Hij is niet te bereiken. Voor
lichter Noortje van Oostveen - „Heeft
Van Thijn echt getekend? Ik dacht dat
hij er alleen tegen was dat het huwelijk
in Amsterdam werd gesloten" - wil wel
een poging wagen om hem. desnoods
maar een paar minuten, aan de telefoon
te krijgen. Enkele dagen later meldt ze
dat het helaas niet kan doorgaan: „De
burgemeester heeft het ontzettend druk
en hij kan het zich niet herinneren. Ter
wijl hij toch altijd een heel goed geheu
gen heeft".
Haatgevoelens
De advertentie die het comité aan een
aantal dagbladen had aangeboden, werd
slechts twee maal geplaatst: in Het Vrije
Volk en Het Parool. De kranten die de
advertentie weigerden vonden over het
algemeen dat het om onbeheerste haat
gevoelens ging die men niet wilde bevor
deren. „De toenadering van de volken is
belangrijker", oordeelde een hoofdredac
teur.
In tien dagen kwamen er vijfduizend
brieven binnen bij het comité. Uit alle
lagen van de bevolking borrelde het ver
zet op. Niet verwerkt oorlogsleed, zorg
om het koningshuis, intellectuelenhaat,
een heel scala van gevoelens ontlaadde
zich. Mensen die bij het zetten van hun
handtekening in huilen uitbarstten en
vertelden hoeveel familieleden ze in de
oorlog waren kwijtgeraakt. Claus zou
nooit duidelijk hebben uitgesproken dat
het nationaal-soci&lisme voor hem een
volstrekt onaanvaardbare zaak is. Bo
vendien vond men dat hij te oud was
om zich nog in te leven in de Neder
landse leefwijze, omdat die nogal enige
spreiding kende, van Willem Drees tot
Jan Cremer. Het ging om een klein per
centage van de bevolking dat tegen het
huwelijk was, maar bij elkaar waren het
toch nog altijd vele tienduizenden men
sen.
De emoties zijn vervlogen; wie er nu
naar wordt gevraagd, herinnert het zich
niet eens of wil het zich niet herinneren.
Een gevoel van schaamte, omdat nu nie
mand meer vindt dat Claus niet kan?
Guus Vleugel, in de jaren zestig tekst
schrijver voor cabaret Lurelei van Jaspe-
rina de Jong en Eric Herfst, is een van
de weinigen die zich er niet voor
schaamt. Hij schreef toen het liedje
'Arme Ouwe', dat werd gezongen door
Ed van Thijn. Tegen het huwelijk van Beatrix en Claus. Hij heeft toch een goed geheu
gen. Maar dat, nee dat kan hij zich niet herinneren. FOTO: DIJKSTRA
Guus Vleugel, in de jaren zestig tekstschrijver voor het Lurelei-cabaret, is een van de
weinigen die er voor uitkomt dat hij indertijd tegen Het Huwelijk was. FOTO: SP
Gerard Cox („de jonge Cox, kun je je
dat voorstellen?"). Een provo is tegen
het huwelijk, maar de koningin lijkt toe
vallig erg op zijn moeder. Hij is tegen,
maar met tegenzin. Er dreigde een kort
.geding omdat monarchisten het liedje
beledigend vonden voor toen nog konin
gin Juliana, maar dat werd ingetrokken.
Vleugel, momenteel medewerker van het
weekblad HP/De Tijd: „Er was een relle
rig sfeertje in die tijd en daar voelde je je
als jong type wel toe aangetrokken. Het
was de tijd van die vervelende kabinet
ten-Biesheuvel en -De Jong. Saaie, stoffi
ge toestanden. Het koningshuis symboli
seerde dat establishment en daar had je
toen een hekel aan. Ik ook. En Duitsers
stonden in die periode bovendien nog
heel erg voor alles wat verkeerd was. Ik
vind het heel gewoon dat ik daar tegen
was, dat ik meedeed".
„Nu ligt de zaak heel anders. Ik ben niet
anti-koningshuis. Beatrix is een heel leu
ke koningin. Het heeft met de ontwikke
lingen te maken, er is zo ontzettend veel
veranderd in die vijfentwintig jaar.
Daarom denk ik ook dat veel mensen
niet meer weten hoe het toen zat. Er is
nu een boekje uit van ene meneer Van
der Berg dat anti-monarchie is. Dat slaat
nergens op, het is er de tijd helemaal
niet voor. Als de monarchie het goed
doet, ga ik niet zeuren".
DICK HOFLAND
'NEDERLAND EN VLAANDEREN WORDEN CULTUREEL EEN DORRE VLAKTE'
Hoe was het ook alweer met
het Nederlands als 'dialect in
een verenigd Europa'? Eind vo
rig jaar roerde Het Comité Bui
tenlands Cultureel Beleid in
Amsterdam de trom over dit
vermeende schrikbeeld en over
de bedreigde cultuur van kleine
landen in het algemeen. Sinds
dien werd niets meer van het
comité vernomen. Dat betekent
niet dat de leden zich aan ledig
heid hebben overgegeven met
als alibi dat er tóch niets aan de
ontwikkelingen te doen is. Inte
gendeel, laat de Paul Beugels,
initiatiefnemer en comitélid,
weten. Beugels houdt staande
dat alarmfase één voor het cul
tuurklimaat niet overdreven is.
Gloedvol betoogt hij dat het be
waken van de eigen taal en cul
tuur gewenst is. „Taal is het le
venssap van de cultuur, je moet
er eh geen Fremdkörper in
toelaten".
AMSTERDAM - Er zijn intussen
nieuwe initiatieven ontplooid door
Het Comité Buitenlands Cultureel
Beleid om de gevreesde eenheids
worst, die Europa '92 zal fabrice
ren, te voorkomen. Zo staat er een
ontwerp op stapel voor een culture
le paragraaf in het Verdrag van
Rome.
Het cultuur-comité heeft er verder voor
gezorgd dat vijf vooraanstaande Vlamin
gen, onder wie twee oud-ministers, tot
zijn rijen zijn toegetreden. Daarmee is
het een Nederlands-Vlaams comité ge
worden. De reden voor deze stap is dat
het comité zich voor de hele Nederland
stalige cultuurgemeenschap wil inzetten.
Daar wordt dus Vlaanderen nadrukke
lijk bij gerekend. Tijdens de presentatie
van een manifest in Amsterdam (in het
Vlaams Cultureel Centrum) werd door
het comité haarfijn uitgelegd dat er per
saldo 21 miljoen mensen zijn die Neder
lands spreken.
In politiek Nederland heeft het comité
alleen bij minister D'Ancona een gewil
lig oor gevonden voor zijn streven. Mi
nister Van den Broek van buitenlandse
zaken en staatssecretaris Dankert lopen
niet warm voor de verdediging van het
erfgoed van kleine staten. Maar in België
hebben Dewael van cultuur en premier
Martens weer wel onverkort hun steun
aan het comité toegezegd.
De bezorgdheid voor het behoud van de
cultuur van de kleine leden van de Eu-
ropse familie heeft te maken met een
naar verwachting eenzijdige benadering
van kunst en cultuur door de Europese
Commissie. Kunst en cultuur komen,
vrezen Beugels en zijn mede-comitéle
den, straks net als andere goederen en
diensten op een economische markt te
recht. Een van de negatieve effecten
daarvan, voorspelt hij, is één hoog Euro
pees btw-tarief voor culturele evenemen
ten en dat zal de nekslag voor de klein
schalige produkties zijn, die nu eenmaal
in kleine gebieden als Nederland en
Vlaanderen bestaan.
Onbetaalbaar
„De cultuur wordt hier gesubsidieerd en
gesteund door een laag belastingtarief.
Als dat tarief zo hoog wordt als nu het
geval is in de grote landen om ons heen,
worden theater- en muziekuitvoeringen
onbetaalbaar voor de meeste mensen",
voorspelt hij. Beugels schetst een cultu
reel dor laagland, kaal gemaaid door een
eensoortig belastingbeleid voor de hele
Europese Gemeenschap.
Een ander punt inzake de beschutte sfeer
waarin cultuur in een land als Nederland
gedijt zijn de subsidies die aan kunste
naars hier te lande worden verstrekt.
Het comité vreest dat kunstenaars uit
deze contreien dan nog maar met weinig
of helemaal geen subsidie gesteund zul
len worden, omdat in een verenigd Eu
ropa subsidies aan de 'eigen' kunste
naars als discriminerend voor de buiten
landse kunstenaars zullen worden be
schouwd.
Buitenlandse kunstenaars zullen zich
kunnen werpen op de subsidies die hier
worden verstrekt, voorspelt Beugels. Dat
Nederlandse kunstenaars hetzelfde in
het buitenland kunnen doen gaat vol
gens hem niet op. „In de meeste landen
kent men ons soort fondsen en subsidie
systemen niet en verder wordt de spoe
ling wel erg dun met al die kunstenaars
en die paar fondsen", werpt hij tegen.
Vrije markt
De angst van het comité voor cultureel
verlies heeft ook te maken met het af
brokkelen van de betekenis van het Ne
derlands. Dat zou onder meer kunnen
gebeuren als de vaste boekenprijs ver
valt omdat er in een grenzenloos Europa
slechts boeken zullen mogen worden
verkocht voor een prijs die volgens het
vrije-marktprincipe tot stand komt.
De vaste boekenprijs garandeert voor
uitgevers in ons land en andere kleine
taalgebieden, een zekere hoeveelheid in
komsten. Zou de kunstmatig hooggehou
den prijs wegvallen, dan zal de ene na de
andere uitgever ophouden met het pro
duceren van boeken die niet tot absolute
bestsellers gerekend kunnen worden.
Veel Nederlandstalig werk dat nu nog
verschijnt zal gedoemd zijn om onuitge
geven te blijven meent het comité.
Dit aspect (het wegvallen van oorspron
kelijk Nederlandstalig werk) en het feit
dat het Nederlands binnen een Europa
tot de kleine talen hoort, roept het beeld
van een tot verdwijning gedoemd com
municatiemiddel op, waar ruim twintig
miljoen Nederlanders en Vlamingen
zich nu nog dagelijks van bedienen.
Daar komt nog bij, zegt Beugels, dat Ne
derlanders hun eigen taal toch al niet die
aandacht geven die zij verdient. Hij be
schimpt 'turbotaal' en de woorden die
op radio en televisie bij het verslaan van
allerlei evenementen worden gebezigd.
Vooral sportverslaggevers stoten, vindt
hij, bij het becommentariëren van wed
strijden kreten uit in plaats van zinnen.
Taalarmoede
„Voor de kwaliteit en instandhouding
van het Nederlands en voor de mensen
die toch al weinig en meestal ook nog
slecht taalonderwijs hebben gehad, is dat
desastreus. Taalarmoede en taalver-
schraling knagen dan ook aan onze cul
turele eigenheid", aldus Beugels.
Binnen de kring van taalwetenschappers
wordt genuanceerd gedacht over het
spookbeeld van één Europese taalge
meenschap. In Elseviers Weekblad van
24 november vorig jaar zegt een van de
sympathisanten van het culturele comi
té, prof. dr. H. van den Bergh, dat het
'juist zo mooi' is als het Nederlands en
alle andere kleine talen verdwijnen en
opgaan in iets als 'het Europees'. „Het
zou een onzinnige versnippering beteke
nen om alle talen in stand te houden.
Het Nederlands zal als streektaal blijven
bestaan net als het Fries."
Deze uitspraken en die van de schrijver
W.F. Hermans („Nederlands wordt over
dertig jaar alleen nog gesproken in de
keuken en de kroeg") zijn Beugels
zijn mede-comiteleden een gruwel. Beu
gels zegt: „Dit soort elitaire grappen
duidt op intellectuele gemakzucht en een
doorgeschoten Madurodam-complex. Je
mag toch verwachten dat een taal die
het achthonderd jaar heeft uitgehouden,
als cultureel uitdrukkingsmiddel ook in
de toekomst reden van bestaan heeft?
Hoe moeten de mensen in deze gebieden
behoorlijk met elkaar communiceren als
de taal er niet meer is? En wat gebeurt er
met onze nationale identiteit, waar Ne
derlanders toch al mee worstelen".
Dat het in het Nederlands wemelt van
de buitenlandse woorden is voor Beugels
geen reden om de Europese sluizen dan
maar open te zetten, opdat er een soort
Esperanto ontstaat waarmee iedereen
zich in Europa zal kunnen redden. „Dat
kan en moet niet, een taal bestaat bij de
gratie van expressies die betrekking heb
ben op de geschiedenis, op de cultuur
van een van een land, op het karakter
van een volk. Met taal breng je precies
je ideeën, gedachten en gevoelens over.
Taal is het levenssap van de cultuur, we
moeten taal zo zuiver mogelijk houden,
eh geen Fremdkörper toelaten, ik
weet er niet zo gauw een ander woord
voor".