E
Paul Schomaker laat 'buikje
wegsnijden in privé-kliniek
New Age mode voor mannen
De geprogrammeerde dood
GEZOND EN WEL
CeidóaQowia/nt
MAANDAG 4 MAART 1991 PAGINA
Voor het weghalen van tatouages, rimpels en an
dere cosmetische of esthetische behandelingen ver
goeden de ziekenfondsen sinds 1 januari geen cent
meer. De meeste particuliere ziektekostenverzeke
raars waren daar al eerder toe overgegaan. Maar
er zijn uitzonderingen. Flaporen bijvoorbeeld. Met
het rechtzetten daarvan kan een chirurg een eind
maken aan wat beschouwd wordt als blijvend psy
chisch lijden. Een facelift valt daar weer niet on
der. Cosmetische plastische chirurgie wordt meest
al niet vergoed, tenzij de afwijking lichamelijke of
psychische klachten met zich brengt die met zo'n
behandeling verholpen kunnen worden. In het
laatste geval moet er soms zelfs een psychiater aan
te pas komen. De behandeling moet dan vaak wel
gebeuren door artsen en in ziekenhuizen waarmee
het ziekenfonds een contract heeft en die niet bui
ten de regio liggen, althans in principe. Door de
binding aan contractpartners en jaarbudgetten is
het voor ziekenfondsen veelal niet aantrekkelijk
om hun patiënten elders goedkoper te laten behan
delen.
'ALS EEN VORST BEHANDELD EN NOG GOEDKOPER OOK'
De lift was in onderhoud die
mooie zomerdag. Paul Scho
maker (215 pond zwaar en
174 centimeter lang) nam
welgemoed de trap naar de
zesde verdieping van zijn
kantoor. „Als een jonge jon
gen", zegt hij achteraf. Boven
gearriveerd stond de opspo
ringsambtenaar naar adem te
snakken. Dat was normaal,
maar die vlammende pijn in
zijn borst niet.
Overwerkt, oordeelde zijn
huisarts en verwees hem met
een meewarige blik op zijn
omvang naar het ziekenhuis,
vergezeld van de raad om
wat minder ruig te leven. „Ik
had als eenling in een re
cherche-organisatie een ra-
zenddrukke baan. M'n werk
is m'n hobby, ik keek niet op
uren. Ik at onregelmatig en
veel zogezegd uit de muur of
kantine, kortom ik pleegde
roofbouw op m'n lichaam",
bekent de 49-jarige Schoma
ker. „Gek genoeg was m'n
cholesterolgehalte boven ver
wachting goed en ook m'n
cardiogram was prima. Wel
wees een foto uit dat ik veel
te veel bindweefsel rond m'n
hart had zitten. Hartvervet-
ting dus".
Afslanken was de boodschap.
Met hulp van een diëtiste
kwam hij tot 97 kilo. Maar hij
bleef zitten met een 'vet-
schort', dat hij plastisch aan
duidt met „ik had hier zo'n
buik hangen, weet je wel".
Zijn huisarts vond dat hij die
vetkwab beter operatief kon
laten verwijderen.
Is dat medisch noodzakelijk
of valt zo'n ingreep onder de
categorie 'schoonheidsbehan
deling' was de vraag. Scho
maker: „De ziekenfondsen
hebben de cosmetische ingre
pen uit de verzekering
moeten halen. Nou was ik
particulier verzekerd maar
ook daar zij wilden mijn ope
ratie niet vergoeden. Ik ging
in beroep en moest gekeurd
worden door hun medisch
adviseur. Die man wierp één
blik op m'n blote bast en zei:
„Kleedt u zich maar weer
aan het moet. Medische indi
catie. Dus het werd vergoed.
Ik blij 'natuurlijk, want de
kosten liegen d'r niet'om".
Bij het dichtsbijzijnde zieken
huis kon hij pas over een half
jaar geholpen worden. En hij
moest op zeven ligdagen re
kenen. „Akkoord, zeiden ze
bij m'n verzekering, maar
waarom laat u zich niet hel
pen in een particuliere kli
niek. We hebben erg goeie
contacten met de kliniek van
dr. Boekhoff in Valkenburg.
Die is gespecialiseerd in plas
tische chirurgie. Bovendien
kunt u daar snel terecht, in
elk geval op een tijdstip dat
het u uitkomt. U gaat er een
dagje heen ter kennismaking
en maakt een afspraak voor
de operatie. Als u geholpen
bent wordt u verzorgd in het
dichtstbijzijnde viersterren-
hotel. Na twee, drie dagen
bent u weer thuis".
Het mes sneed aan twee kan
ten, want de ingreep in Val
kenburg bleek een stuk goed
koper dus ook aantrekkelijk
voor de verzekeraar.
Geestdrift
„Je weet niet wat je mee
maakt in zo'n particuliere
kliniek", getuigt Schomaker
in onverholen geestdrift.
„We kwamen daar in Val
kenburg aan, m'n vrouw en
ik, in een heel mooi heren
huis, een soort landgoed.
Onze jassen werden aange
pakt door de vrouw van dok
ter Boekhoff. Ze is daar tele
foniste-receptioniste. Wat
wilt u drinken, koffie, thee?
Even daarna kwam haar
man ons zelf ophalen en liet
ons de kliniek zien. Wanneer
wilt u? Aanstaande maandag,
akkoord".
„Hij legde precies uit wat er
allemaal ging gebeuren.
Maandag doen we dan wat
onderzoeken, en op dinsdag
komt u hiér terug en laten
we u anderhalf, twee uur sla
pen. Als u dan wakker wordt
bent u verlost van uw vet
laag".
Het liep perfect. Op de be
wuste maandag betrokken
Schomaker en zijn vrouw
(„ook voor haar werd alles
vergoed") een kamer in hotel
Tummers. Vervolgens ging
hij even langs de plaatselijke
apotheek om zijn eigen
(voorgeschreven) geneesmi-
delen te halen: narcose- en
pijnbestrijdingsmiddelen. Te
rug in het hotel aan het diner
dwarrelde de romantiek uit
de lucht: sneeuw. „We voel
den ons op vakantie".
De volgende dag liep hij
nuchter naar de kliniek, een
paar deurtjes verder. Zijn
vrouw Ans ontbeet in het ho
tel alvorens zich in het Maas
trichtse winkelcentrum te
storten.
„Rond drie uur zou ze weer
terug zijn in het hotel om mij
op te vangen. De operatie
verliep probleemloos. De
dokter heeft twee emmertjes
vet weggesneden. Dat was
ergens nog lachen. Trou
wens, die hele sfeer daar was
aangenaam. Iedereen laat
zich bij de voornaam noe
men, ook dé narcotiseur, al
heb ik die maar even gezien.
Na een oppepinjectie hebben
ze me per auto naar het hotel
vervoerd, met een verpleeg
ster ernaast. Ik had er geen
pijn aan. Het was vier treed-
jes de trap op naar m'n ka
mer. 's Avonds om tien uur
kwam chirurg Boekhoff nog
even langs voor controle.
Heel soepel allemaal. Van het
hotel kregen we nog een
schaaltje met een fruitcock-
tail".
Controle
„De volgende morgen na het
ontbijt ging ik in een soort
corset naar de kliniek. Het
ziet er keurig netjes uit, zei
dokter Boekhoff, ik wens u
een goeie thuisreis en over
Weidewandeling in (links) oudrose tweedelig pak bij groenachtige laarzen. Rechts (zittend op het hek) een bruine broek bij een
stralend geel jasje over een bruinachtige mouwloze pullover. Het hemd is geel-beige. (Peter van Holland, zomercollectie 1991).
FOTO: PR
kwaliteitsbewust. Kiest zijn
natuurlijke kleuren. Van azuurblauw
tot het lila-grijs van een zee onder een
storm-depressie. Van zand en paars tot
aard tin ten en het terracotta van de da
ken langs de Arno. Zijn colbert en broe
ken zijn vaak van cool wool, linnen, ka
toen of mengingen daarvan. De model
lering is tamelijk eenvoudig; de revers
opvallend soms in contrastkleur, ge
plooid of afgewerkt met fantasiestiksels.
Geen snelle mode-omwenteling, maar
in de vorm van langzaam op het zand
uitrollende golfjes, die uitkabbelen maar
wel aandacht vragen. De nadruk ligt op
soft-finish, soepele stoffen, koel en 'spi
ritueel' van tint. Oranje maakt plaats
voor stralend geel. Groen weerspiegelt
de aandacht voor het milieu, ,,dat met
jezelf begint', aldus de wederkerende
vermaning op de buis.In elk geval zal
de mannenmode straks een ohafhanke-
lijk beeld tonen, waarin ook plaats is
voor dessins als Runen-tekens, grote
bloemvormen of grootbeeld-portretten
van 'fans' op hemden. Ook vesten ('gi
lets') worden weer gedragen. Motiefjes
als kleine bloemetjes en Deauville im
pressies naar Monet doen van zich spre
ken. Zonnetekens behoren bij de new
age, (ook geldend voor het zich graag ei
gentijds kledende mannendom) evenals
ni-tech sferen en zelfs metallic. Arabi
sche hoofdshawls zullen niemand ver
bazen, al draagt de gemiddelde man die
niet in de Kalverstraat maar eventueel
wel aan de Franse Rivièra. Free and
easy is de leus! Sportief voor koplopers
zijn een soort bodysuit (rood/zwart) met
lange pijpjes en een boothals. Samen
met een bodywarmer of een los, open
vallend jasje staat zoiets best leuk. Men
Korte broek, grootbeeld T-shirt, los ka
toenen jasje met diep ingezette bollende
mouwen.
FOTO: PR
bedenke wel, dat we het nu hebben
over de uitschieters. De doorsnee man is
al gelukkig en bevrijd in bijvoorbeeld
een groene blazer met blauwe strepen
naar het motief van de loper in een lig
stoel. Zo'n jasje kan worden gecomple
teerd met een zwart-wit horizontaal ge
streept kraagloos tricot hemd, zoals Jas-
Lichtblauw linnen pak met vest (van
Gils).
per Conran die in zijn (Engelse) collec
tie maakt.
Ook heel mooi is een zwarte coltrui on
der een zwart-wit gestreept jacket.
Hoofdzaak blijft kleur. De thema's zul
len op individuele wijze worden geko
zen en gedragen.
TINY FRANCIS
tien dagen kunnen de hech
tingen eruit. Van de week
moet ik weer naar Valken
burg voor de laatste controle.
Meteen daarna ga ik weer
aan het werk. Ietsje kalmer
aan dan wat ik gewend was,
ik krijg een kleiner rayon.
Moet je nagaan, als ik op het
gewone ziekenhuis had ge
wacht, had ik nu nog een
paar maanden naar het be
hang kunnen staren".
Behalve de operatiekosten
(vier mille) betaalde zijn ver
zekering 440 gulden hotel
kosten en rond 800 gulden
reiskosten. „Een stuk goed
koper dan in het ziekenhuis.
En volgens mijn huisarts ziet
mijn buikwond er heel netjes
uit".
Terugkijkend zegt hij: „Aan
dit geval kun je zien hoe je in
de medische sfeer kunt be
zuinigen. Ik begrijp dan ook
heel goed waarom die parti
culiere klinieken het zo goed
doen. Die hele sfeer daar, de
manier waarop ze daar met
patiënten omgaan. We zijn
als een vorst behandeld en
nog goedkoper ook. Op onze
controledag was er een meis
je van dertien aan flaporen
geholpen. Ze had een gedicht
gemaakt voor de dokter.
Boekhoff las het voor in ons
bijzijn. Ik verwacht van u
ook wat, meneer Schomaker,
krijg je dan als plaagstootje te
horen. Zo'n sfeer vind je toch
nergens in een ziekenhuis?"
Hij weegt nu nog 90 kilo en
wil naar 85.
„Ik eet gezonder. Ik ben ge
kapt met koffie, daar dronk
ik sloten van. Ik drink alleen
nog maar thee. Ik voel me er
lekker bij. Het enige nadeel
is dat je broek nu van je kont
zakt. Maar ik ben blij dat ik
die overbodige huidplooi
kwijt ben. Je schaamde je in
feite voor je figuur".
HOMME KROL
Waarom we eigenlijk dood
gaan, en waarom geen mens
ouder kan worden dan 115
jaar, houdt al sinds onheuge
lijke tijden de wetenschap
pelijke wereld verdeeld. Er
zijn wetenschappelijke opti
misten die geloven dat men
sen in de verre toekomst zo
oud kunnen worden als Met-
husalem. Anderen denken
dat de Dood geen stap zal
verzetten: 115 jaar is de ab
solute grens en niemand
komt daar over heen, wat er
ook gebeurt.
Bij de bevruchting, op dag
één van ons bestaan, zijn we
een hele eicel groot. Uit die
ene eicel ontstaat door
voortdurende celdeling een
volwassen lichaam, opge
bouwd uit 12 biljoen
schrijve 12 000 000 000 000
lichaamscellen. We zijn
dus een klont cellen, maar
dan wel een georganiseerde
klont. Je zou het lichaam
kunnen beschouwen als een
cellenstaat met 12 biljoen
onderdanen. Dat maakt de
vraag naar wat onze dood
veroorzaakt al een stuk in
gewikkelder. Gaan we dood
omdat de cellenstaat organi
satorisch uit elkaar valt, of is
de dood het onvermijdelijke
gevolg van een massale
sterfte onder zijn cel-onder
danen?
In 1912 meende de experi
mentele chirurg en Nobel
prijswinnaar Alexis Carrel
te kunnen bewijzen dat li
chaamscellen het eeuwige
leven hebben. Dat deed hij
door met enige wetenschap
pelijke hocus pocus cellen
van een kippe-embryo tot
eindeloze celdeling aan te
zetten. Na tien jaar beston
den die cellen nog en boven
dien waren ze zich nog
steeds ijverig aan het delen.
Van al die cellen, zo schreef
een Newyorkse krant in
1922, zou je een kip kunnen
maken, zo reusachtig dat hij
met een stap de Atlantische
Oceaan zou kunnen overste
ken. Veertig jaar later, in
1962, kwamen Hayflick en
Moorhëad door een beroemd
experiment tot geheel ande
re conclusies. Zij brachten
verschillende typen li
chaamscel aan de kweek, en
wat ze ook probeerden, na
50 keer delen stierven alle
kweken af. Het leven van
celweefsel is dus eindig. In
tussen was ook duidelijk ge
worden dat de eeuwig le
vende cellen van Carrel tij
dens de kweek grote veran
deringen hadden ondergaan.
Ze begonnen steeds meer op
kankercellen te lijken, en
dat zijn, zoals iedereen weet,
geen gewone en in elk geval
geen gezonde cellen.
De moraal van dat verhaal
is dit. Ook als vandaag alle
ziekten zouden worden afge
schaft, en alle ongelukken
zouden kunnen worden
voorkomen, dan zou je nog
dood gaan. Want op een ge
geven moment geven de cel
len er de brui aan en dan ga
je bij wijze van spreken ge
zond dood. Maar daar is iets
raars mee. Waarom leven
eendagsvliegen hooguit een
dag of wat, worden muizen
niet ouder dan hooguit twee
jaar, chimpansees niet ouder
dan een jaar of 55, en is de
uiterste levensspanne van de
mens 115 jaar? Het enige
verschil tussen de cellen van
al deze soorten is het ver
schil in erfelijke informatie
in de cel. Bovendien is die
maximale levensduur voor
elke levende soort merk
waardig constant. Mensen
leven tegenwoordig wel ge
middeld langer, maar de al-
leroudsten van nu worden
niet of nauwelijks ouder dan
de alleroudsten van toen. Zo
werd het record van ene
Geert Boomgaard, die in
1899 op ruim 109-jarige leef
tijd overleed, pas 89 jaar la
ter, in 1988, gebroken.
Dat alles wijst er op dat de
dood een erfelijke eigen
schap is. In de drager van
onze erfelijkheid, het DNA
in de chromosomen, staat
naast allerlei boodschappen
van hoe we moeten worden,
hoe groot, welke kleur ogen,
van welk geslacht ook de
boodschap: „Nu is het welle
tjes." Veroudering en de
daarop volgende dood zitten
volgens die opvatting in
onze erfelijkheid voorgepro
grammeerd. Een vreemde
zaak eigenlijk. Want de evo
lutietheorie beweert dat on
gunstige eigenschappen
(aanleg voor ziekte, aange
boren gebreken) door na
tuurlijke selectie vanzelf
verdwijnen. Want, zo zei
Darwin al, de sterkste over
leeft. Nu kun je veroudering
en de voorgeprogrammeerde
dood moeilijk een gunstige
eigenschap noemen. Welke
bedoeling heeft de natuur
dan met die onvermijdelijke
veroudering? Geen enkele
bedoeling, zegt de veroude-
ringsdeskundige J. Vijg.
Vroeger, en in de Derde We
reld nog steeds, gingen men
sen voortijdig dood aan ziek
te, honger, oorlog en gebrek.
Aan veroudering kwamen
ze meestal niet toe. Het kan
goéd zijn dat wat op jeugdige
leeftijd een gunstige erfelij
ke eigenschap is, op latere
leeftijd negatief uitpakt. In
dat geval is veroudering een
toevallig bijprodukt van de
natuurlijke selectie.
Maar er is ook een andere
theorie. Die zegt dat de li
chaamscel, bij de een sneller
dan de ander, uiteindelijk
omkomt in zijn eigen afval
stoffen. Die stoffen bescha
digen het DNA, de drager
van onze erfelijkheid in elke
cel. Dus niks erfelijkheid, en
niks voorgeprogrammeerde
dood. Als je er maar voor
zorgt dat je de hoeveelheid
afvalstoffen in het lichaam
beperkt, door bijvoorbeeld
niet te roken en verstandig
te eten, dan kun je ook de
grenzen van het leven ver
leggen. Daar valt wat voor
te zeggen. Het is steeds dui
delijker geworden dat zoge
heten radicalen, chemisch
zeer actieve stoffen, onher
stelbare schade in de cellen
kunnen aanrichten. Het aar
dige is nu dat het onder
scheid tussen beide theo
rieën aan het vervagen is.
Het blijkt dat wij een aange
boren reparatiesysteem be
zitten dat deze aangerichte
en onvermijdelijke schade
aan het DNA kan herstellen.
Onze weerstand tegen de op
rukkende veroudering en
onvermijdelijke celdood
blijkt dan toch weer erfelijk
te zijn bepaald.
Praktische gevolgen heeft al
deze kennis nog niet. Er
wordt druk onderzoek ge
daan naar geneesmiddelen
die de agressief om zich
heen slaande radicalen kun
nen temmen. Primitieve
beestjes heeft men met gen
therapie waarover wij vo
rige week schreven een
langer leven kunnen geven.
Zo leefde het beestje met de
exotische naam Caenorhab-
ditis elegans de helft langer
nadat men de erfelijkheid
ervan had veranderd. Zou
dat ook met de mens kun
nen? „Waarom zou het
niet?", schreef Vijg in het
Tijdschrift voor Gerontolo
gie van een half jaar gele
den. Op lange termijn is dat
niet ondenkbaar. Dat zou
het hoogtepunt zijn van de
biomedische wetenschap:
„De complete uitbanning
van veroudering en verou-
deringsziekten door geneti
sche manipulatie". Toe
komstmuziek natuurlijk.
Voorlopig heeft Heinrich
Heine gelijk. In een van zijn
zeldzame sombere buien
schreef hij anderhalve eeuw
geleden: „Het leven is een
ziekte, de hele wpreld een
hospitaal en de dood is onze
arts".
door Joke Forceville-Van Rossum 1.
In het klein
°irt1
|èl
In gezelschap, op een
verjaardag, een receptie
bijvoorbeeld, kun je de emotI
soms hoog zien en horen
oplaaien. Wie heeft er niet z
eigen persoonlijke visie op h
oorlogsgebeuren in de Golf? I
Wie meent niet zijn uil een r
valk te zijn; het allerbeste tel
weten wat gedaan, wat
moet worden? Een
merkwaardige tegenstelling li
eigenlijk, want ook degene q
het hardst roept dat de oorlaj
moet worden voortgezet om J
eind te maken aan duivelse
krachten die onschuldige
mensen tot slachtoffer makeI
ook die mensen wensen de
vrede. En wie zegt dat ze
ongelijk hebben met de hoojc^
dat duivelse krachten worde
opgeruimd?
Wie onder ons kan nog
uitmaken wat een
gerechtvaardigde oorlog is?
Ouderen onder ons, zij die aOT
den lijve hebben geleden onl
oologsgeweld het meest, zijnny
misschien voor een heel levjat,
beschadigd geweest door dat$eft
geweld; lichamelijk en jke!
geestelijk. Zodanig datmen |eft
nooit meer helemaal van kist
genezen is. Weg met de vija\l0p
denken zij beslist. Ten kostejem
van heel veel desnoods. [n
We worden er moedeloos vqrgs
als we de beelden van jat
verwoesting en vernietiging^^
zien. En we vragen ons jie j
verbijsterd af: is dit de rem eins
Intussen neemt het gewone Mee
leven allang weer zijn gangh r
Nou ja, gewoon... In materier,rd
opzicht ervaart menigeen ctyiU<
kwade terugslag van de (dei
Golfoorlog. Psychologisch [>f j
bezien wordt, dat schreven jn 1
al, schade aan menige al
mensenziel toegebracht. En k.
geestelijke zin is de oorlog <fesi<
vijand van veel idealen en si
wensen voor een menswaaiy, s
samenleven op onze planeet ve
aarde. Het vijand-denken I
oefent, ook als het om klein,
verbanden gaat, zijn ge vaar A
in vloed uit.
Tegenstellingen, politieke
houdingen verscherpen en
verstarren. De (EN
verdraagzaamheid wordt hiiairij
en daar zwaar op de proefkste
gesteld. Moeten we onze ladr
emoties in deze dan maar inde
uitleven? De ander, dat wil\ i
zeggen: hij die anders denk\nsc
verketteren en om de oren .00'
slaan met ónze kijk op het jhrr
oorlogsgebeuren. Hem zo oo wi
tot vijand verklaren? Bitter[lop
merkt men soms op dat hethac
oorlog niet helpt beëindigen? c
men op eigen klein gebied Ivee
vrede sticht. Nee, een gebakt i
van vergeving, van edelmoi
onderling de strijdbijl begral
helpt ons inderdaad niet
genezen van de oorlog. Heij7\
wordt niet eens opgemerkt.p
Voorpaginanieuws is het r -
allerminst en in een
informatierubriek over de
Oorlog op de televisie kom ill 1
niet aan bod.
Toch geldt het, vanuit
vooroorlogse Nederlandse jógu;
heel bekende adagium: iur
Verbeter de wereld, begin Lm
jezelf, nog elke dag. Wie d^rcj
bij huis de onderlinge vredig
dient, wie haar sticht daar 2
ze dreigt te verkommeren, jve]
zinvol, vredelievend bezig. L
ieder van ons wat dit betró
zijn eigen straatje schoonveL
wordt het aardig ontspann
wandelen in Nederlands
dreven. Laat niemand nu
suggereren dat deze
voorstelling van zaken
kinderlijk, naïef of erg
onvolwassen is. Niet voor A I
wordt ons in de bijbel j^-"
voorgehouden: Als gij niet L j-j
als kinderen, zult gij het rij^
der hemelen niet binnenga
Bovendien, soms valt het
volwassenen, op als wij j j
kinderen in hun onderlinge
reageren gadeslaan, hoe Ln
edelmoedig zij kunnen zijn?
Daar kunnen wij nog veeiL
leren. Zo gemakkelijk als Q]
lijkt is die opdracht niet. F
In onze naaste omgeving
verdraagzaam blijven, ookL^
vooral als we op essentiëlet
punten met onze buurman^
mening verschillen, is
allesbehalve eenvoudig. Ml
het is wèl de weg ten 7eve|m
eigenlijk is het de enige g<Ltr
naar een leefbare wereld. L j.
Kunnen wij werkelijk hel&er
geen invloed uitoefenen ojU
(wereld-)vrede? Dat is nogLg
maar de vraag. Het is al g[
een alibi, als we ons
verontschuldigen met die jj
opvatting: wij kunnen er i
niets aan doen. Stel je nu
voor: als elke Nederlander
vrede zou stichten in het J
dan hadden we alvast eeopR]
vredelievend land. Zou dav
geen indruk maken verdeh
We moesten maar on verw
beginnen: vrede stichten c
eigen leefplek. Ik ga het jan
proberen. Doe U mee? Wijt
volgt?
u