1
inal
Ie
„Ik heb niet meer
zo de behoefte
me te etaleren"
„Ik spéél
die man niet,
hij zit
gewoon in me"
RAMSES
SHAFFY
ZONG
FRANK
SINATRA
üeidóa&owumt'
DEN HAAG - „Het zou best in
mijn karakter kunnen liggen, dat ik
altijd meer en beter en verder wil.
Ik geloof dat je dit vak nooit onder
de knie krijgt. En ik weet wel dat
ik een aantal rollen heb gespeeld,
die best de moeite waard zijn,
maar dat maakt mij niet zekerder".
Josée Ruiter zegt het in alle openhartig
heid, zonder een zweem van interessant-
doenerij. Gezeten achter de bloedrood
gelakte tafel in de voorkamer van haar
woning in Den Haag vertelt ze over haar
verbintenis .met het Nationale Toneel.
„Dat ik nu weer bij een vast gezelschap
zit, dat ik regelmatig speel, dat doet me
goed. Beter dan het laatste jaar in mijn
eigen stichting Zeno, waar ik maar 35
keer in een heel seizoen heb gespeeld.
Aan de ene kant groeit mijn zelfvertrou
wen wel, maar ik zit gewoon heel raar in
mekaar. Hoe meer ik 'La Musica' speel,
hoe banger ik word. Omdat ik af en toe
geproefd heb hoe het optimaal gespeeld
moet worden. Elke keer is het maar de
vraag of ik dat optimale weer kan halen.
Er zijn allerlei factoren die je niet van
tevoren in de hand hebt: het kan te ma
ken hebben met je tegenspeler, met je
publiek en met jezelf. Het is en blijft een
angstig avontuur, elke avond weer;
waarbij je finaal de plank mis kunt
slaan. En je krijgt geen revanche meer
voor die toeschouwers op die avond.
Die denken dan dat het zo moet.
Een ding staat vast, zo wil ik niet tot
mijn vijfenzestigste doorgaan. Ik ben
niet een mens, die zijn hele leven alleen
met zichzelf bezig wil zijn. En dat moet
je als actrice. Het is niet zo van: Ha,
leuk weer een rol. Het betekent: weer
door die diepte tot op de bodem van je
eigen emoties gaan. weer door de mod
der. Ik kan het niet op een andere ma
nier. Ik moet vanuit de inhoud van de
tekst door mezelf heen naar die figuur
toe. In zo'n rol zit dan ook een heleboel
van mezelf.
„In 'La Musica' heb ik tweeënhalve
maand al repeterend de therapie binnen
gehaald, omdat het gegeven heel erg
dicht bij mijn privé-situaties kwam. Ik
heb ook een scheiding (van de actrice
Nettie Blanken, red.) achter de rug. Aan
de andere kant ben ik ontzettend geluk
kig met 'La Musica'. Die neem ik dan
maar weer als een pareltje in mijn knap
zak mee".
- Wanneer je het over kan doen. zou je
dan opnieuw actrice willen worden?
„Nee. Al die beweegredenen waarom ik
aan het toneel ben gegaan: het publiek
emotioneel en rationeel te willen verrij
ken; mezelf te vinden; bestaansrecht
voor mezelf te creëren, daar ben ik door
heen gegroeid. Ik heb nu meer de be
hoefte om met andere mensen bezig te
zijn, problemen aan te pakken die niet
zo direct met mijzelf te maken hebben.
Ik heb altijd dokter willen worden. Maar
ik heb een te slechte lagere school gehad,
waardoor ik mijn toelatingsexamen voor
de hbs niet heb gehaald. Toen ben ik
naar de mulo gegaan. Rond mijn veer
tiende, of vijftiende ben ik in kontakt
gekomen met toneel. Toen dacht ik: ja
dat is het! Nee, helemaal niet uit artistie
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1991
„In mijn persoonlijk leven gaat het momenteel heel erg goed en in mijn
werk, ja... Ik zal altijd problemen met het vak blijven houden. Dat bedoel
ik niet tobberig, maar ik vind het gewoon een ontzettend moeilijk vak.
Vooral het afhankelijk zijn van mensen die je moeten begeleiden, die je
vertrouwen moeten geven; die overgave die toch nodig is om goed te kun
nen spelen, dat vind ik gewoon heel erg moeilijk". Aldus Josée Ruiter. Ze
vervult momenteel een glansrol in 'La Musica' van het Nationale Toneel.
Bram van der Vlugt is haar tegenspeler. Een man en een vrouw ontmoe
ten elkaar weer na een echtscheiding. Wordt het lijmen of een definitieve
breuk? Josée Ruiter vindt het zelf een van haar mooiste rollen. Maar toch:
„Ik zou niet tot mijn vijfenzestigste zo door willen gaan". Een gesprek.
JOSEE RUITER SPEELT GLANSROL IN
'LA MUSICA' VAN NATIONALE TONEEL
kerigheid. Ik kom helemaal niet uit zo'n
nest.
Ik weet nu best dat ik talent heb en dat
ik mijn vak versta. Maar dat is niet
meer voldoende om er een extra kick
van te krijgen. Nu moet het onderweg
me echt heel goed aanspreken, zoals in
'La Musica'. Mijn schoonzus vroeg me
laatst, nadat ze 'La Musica' had gezien:
'Is dat niet heel moeilijk om dat alle
maal zo te spelen, met al die mensen er
zo dicht bovenop?'. Ja, heel erg moeilijk.
Ik heb af en toe de neiging om er vanaf
te lopen en te zeggen: 'Laten we er maar
mee stoppen; dit wordt me te privé'.
Mijn exhibitionisme, wat iedere acteur
heeft, dat trekt zich langzamerhand
steeds meer terug. Ik heb niet zozeer
meer de behoefte om me te etaleren, te
bewijzen dat ik een goede actrice ben.
Tot aan mijn dertigste was ik behoorlijk
ambitieus, wat dat betreft. Vroeger deed
ik het als een soort bewijsdrift. Vandaar
dat het ook allemaal zo heftig en geëmo
tioneerd was, omdat ikzelf zo gepassio
neerd ben".
Hondsvermoeiend
Dan als in een plotselinge inval: „Weet
je hoe hondsvermoeiend dit beroep is!
Meestal is het overdag repeteren en 's a -
vonds god weet in welke plaats spelen,
meestal vier tot vijf avonden in de week
en dan pas om een, twee uur in de nacht
thuiskomen. Je komt haast niet aan het
lezen van een boek toe, aan het bijwo
nen van voorstellingen van collega's,
aan het leggen van sociale kontakten. Ei
genlijk past dit beroep niet bij me, bij
mijn wezen. Ik zou veel meer een schrij
ver kunnen zijn, of een schilder, of een
psychiater. Ik kan me heel goed ver
plaatsen in een andere situatie. Deze
herbezinnig heeft ook met mijn leeftijd
te maken. Ik ben net 44 geworden".
- Is regisseren niets voor jou?
„Als aan mij gevraagd zou worden een
regie te doen, zou ik wel ja zeggen. Maar
ze moeten me niet vragen: vanuit welke
toneel-opvatting werk je? Is het regis
seurstoneel, acteurstoneel? Daar weet ik
niet direct een antwoord op. Een intel
lectuele discussie, bijvoorbeeld inhoude
lijk over een stuk, verlies ik altijd. Mijn
intuïtie brengt me een heel eind. Ik ben
absoluut geen dom iemand, maar ik ben
niet belezen. Vooral de mannen bij het
toneel hebben zo'n babbel en zijn daarin
zo sterk. De toneelwereld in ons land is
een paternalistisch gebeuren. De paar
moeders die er rondlopen als regisseur!
Behalve Agaath Witteman bij het Thea
ter van het Oosten is er geen een vrouw
die artistiek directeur is. Ik hoef niet bij
Hans Croiset (artistiek leider van Het
Nationale Toneel) aan te kloppen: ik wil
gaan regisseren. Dan denk ik dat hij zal
zeggen: 'Waar heb je het over. Je hebt
nog nooit die ambitie getoond en nu
opeens wel".
- Een heleboel actrices zouden zo met je
willen ruilen.
„Ik heb ook niets te klagen. Maar ik ben
een bewust levend mens. De factoren
die mij onzeker maken,zitten in mezelf.
Dat ben ik niet anders gewend. Vrien
den zeggen weieens tegen me, dat ik
altijd over dat vak heb
gezeurd.
Ik ben momenteel een
veel gelukkiger mens-
,dan ik ooit geweest
ben. Ik woon hier met
Marlie, die balletdanse
res is geweest, in een
mooi huis in een chi
que buurt, dicht bij de
Koninklijke Schouw
burg. Ik mag niet mop
peren, maar ik blijf
moeite hebben met het
leven op zich; met de
wereld op zich; hoe
mensen met elkaar om-
- Je bent vanuit Am
sterdam naar Den
Haag verhuisd. Mis je
dat Amsterdams sfeer
tje niet een beetje?
„Ik heb in Amsterdam
prima gewoond, maar
missen doe ik het niet,
ook niet het culturele
leventje daar. De om
liggende gebieden in
Den Haag waar wij wo
nen, vind ik zo mooi:
Het Lange Voorhout,
de Denneweg, de om
geving van de schouw
burg. De zee is vlakbij
en het park Clingen-
dael. Het liefst zou ik
lekker buiten willen
wonen. Met een hondje
en veel rust. Ik heb een
ontzettende behoefte
aan stilte".
Het is te merken dat je
je tijdens een nazit
aansluitend op een pre
mière niet bepaald op
je gemak voelt.
„Ik ga veel liever met
een paar lieve mensen
meteen lekker naar
huis. Er is zoveel on
echts aan. Iedereen wil
elkaar weer eens zien
en wil vooral gezien
worden. Als je een
mooie rol gespeeld
hebt, wordt het je door
menigeen niet gegund.
Ik ben al twintig jaar
bezig. Ik weet precies
hoe het daar aan toe
gaat".
- Je durft je voor een rol
behoorlijk toe te take
len. Je laat je kaal
scheren, hoog-blonde-
ren. Je verschijnt met
een stoppelh'oofd op
premières. Ben je zo
weinig ij del?
„Ik heb toch van dat
rot haar, het kan
me dus niet zoveel schelen. Na die
'Macbeth' ben ik met die kale kop op
vakantie gegaan. Het is dus wel lekker
makkelijk met zo'n kapsel. Voor zo'n
kaal hoofd blijf ik niet thuis. Ik ga er
Josée Ruiter: „Een ding staat vast, zo wil ik niet tot mijn vijfenzestigste doorgaan. Ik ben niet een mens,
die zijn hele leven alleen met zichzelf bezig wil zijn. En dat moet je als je actrice bent".
FOTO: MILAN KONVALINKA
ook niet voor met een pet op lopen. In
deze keurige buurt werd ik er wel op
aangekeken. Mensen lieten opzettelijk
horen, dat ze er commentaar op hebben.
Dat kan me niets schelen. Aan de andere
kant ben ik wel ijdel genoeg, dat als bij
voorbeeld door een lelijke, hangende on
derkin mijn gezicht helémaal verpest
wordt, ik een face-lift zal ondergaan".
MAX SMITH
Onlangs-zong Ramses Shaffy (57) reper
toire van Frank Sinatra in de Stads
schouwburg in Amsterdam. Dat beviel
hem zo goed dat hij méér zou willen zin
gen. Shaffy was en is in het legertje vader
landse acteurs een vreemde eend in de
bijt. Kwam het door zijn Russisch-Ara-
bisch bloed, door zijn soms on-Neder-
landse levenshouding? Niettemin voelt
Ramses zich honderd procent Nederlan
der, of liever Amsterdammer. „Nederland
heeft me ontzettend veel gegeven maar in
sommige opzichten ook beperkt. En Am
sterdam, Amsterdam is een soort moeder
voor me".
Ramses Shaffy: „Paul van Vliet zei eens tegen me: 'ach, Nederland heeft je toch ook veel vergeven'. Maar
moest er dan zoveel worden vergeven?". FOTO: KIPPA
AMSTERDAM - Tien dagen lang
stond hij met de zenuwen in de
Amsterdamse Stadsschouwburg.
Van 12.30 uur tot 13.10 uur zong
hij daar liedjes van Frank Sinatra
en het ging hem wonderlijk goed
af. Bijna verontschuldigend: „En
dat terwijl ik niks van hem weet.
Nou ja, ik weet wat iedereen weet:
dat-ie iets met Ava Gardner heeft
gehad en dat hij banden met de
maffia zou hebben. Ik heb hem
nooit live zien optreden, ben geen
fanaat. Ik ken z'n liedjes, dat is al
les".
Hij lacht. Een man met enkele diepe lij
nen in zijn gezicht, in makkelijke trui
gestoken en een blauw jack op de stoel
naast zich, aan een tafeltje in Café Ame-
ricain. „Zo'n middagvoorstelling hakt
trouwens wel in je dag. Omdat ik ge
wend ben 's avonds op te treden had ik
na elke voorstelling het gevoel dat het
nacht was. Om tien over één 's middags
nota bene. Als ik buiten kwam deed het
daglicht pijn in mijn ogen".
Shaffy kroop niet in de huid van Sina
tra. Hij draaide geen banden om The
Voice te observeren. Toch was het de
eerste keer dat hij volledig iemand an
ders zong. „Ik had wel 's een keer een
liedje van iemand anders gezongen.
'Laat me' is van Herman Pieter de Boer
en die heeft het weer uit het Frans. 'Vi-
vre' heet het geloof ik. Maar integraal ie
mand anders zingen, nee".
„Toen de producers van het schouw
burgprogramma, Leonie Jansen en Paul
Muller, mij vroegen vond ik het een
leuk idee. Alleen de keus was nog een
probleem. Een vriend suggereerde toen
Frank Sinatra en dat sloeg meteen aan.
Toen dat eenmaal voor mij vaststond
was het eigenlijk doodnormaal, heel
vanzelfsprekend. Het was alsof ik zijn
liedjes zelf had gemaakt. Ik spéélde niet
Sinatra, hij zat gewoon ïn me".
„Sinatra ligt me wel. Zijn teksten roepen
jeugdherinneringen wakker, die een
zaamheid die eruit spreekt, daarin her
ken ik me. Vroeger en ook nu nog. En
zijn muziek is gewoonweg beeldschoon".
Zijn vriend had het dus nog niet zo gek
bekeken: Shaffy en Sinatra vormen een
prima stel.
De zenuwen werd hij na een paar optre
dens de baas. Tot zijn verbijstering zag
hij dat de zaal bij elke voorstelling
stampvol zat. „Vooral veel oudere man
nen en vrouwen. Die voelden zich aan
gesproken door de teksten uit hun jeugd.
Ik probeerde contact te leggen met de
mensen op de voorste rijen. Ik keek ze
aan met een blik van 'jij begrijpt wat ik
zing' en heel gek: je kreeg begrijpende
ogen terug. Leuk is dat".
Is hij van plan vaker te gaan zingen?
„Zou ik wel willen. Maar ik wacht liever
tot ik echt veel zin heb, het zingen zit
ergens al verborgen in me, ik voel het
omhoog komen. Weet je, vroeger ging
het makkelijker. Inspiratie kwam als
vanzelf want ik was steeds verliefd of ik
was juist verlaten en voelde me een
zaam. Nu is dat niet het geval en dus zit
ik een beetje te wachten op inspiratie".
Pleegzoon
In een vraaggesprek met Het Parool
noemde Ramses Shaffy - kind van een
Egyptische vader en een Russische moe
der en zelf opgegroeid in een pleeggezin -
zich 'de pleegzoon van Nederland'. „Ja,
de anderen zijn zó verweven met Neder
land. Noem ze maar op: Paul van Vliet,
Seth Gaaikema, Freek de Jonge, alle
maal zijn ze óf de zoon van een domi
nee óf ze zijn super-katholiek, in elk ge
val hebben ze iets om zich tegen af te
zetten, lijkt het wel".
„Ik niet. Heb nooit de behoefte gevoeld
om me af te zetten. Ik heb een remon
strantse achtergrond en daar heb ik al
leen maar prettige herinneringen aan.
Nooit kreeg ik het gevoel dat ik niks
mocht, ik ben niet met dogma's opge
voed maar juist heerlijk vrij. Ik moet
nog wel eens denken aan die vrouwelijke
dominee van de kerk in Leiden waar ik
met mijn moeder wel naar toe ging. Niet
fanatiek hoor, niet elke zondag. Maar
toch, het zijn goede herinneringen".
Om even terug te komen op het pleeg
zoon-gevoel: „Misschien komt het ook
omdat ik niet zo politiek ben ingesteld.
Wat dat betreft lig ik meer op de lijn
van Toon Hermans, hoewel je niet kunt
vergelijken. Hermans is de schat van het
publiek, ja toch?"
Hij mag zich dan de aangenomen zoon
voelen, hij heeft desondanks wortel ge
schoten. „Ik ben Nederlander geworden,
ik denk helemaal Nederlands. Of ik me
hier echt thuis voel? Ja en nee. Neder
land heeft me veel geleerd maar ook be
perkt. Paul van Vliet zei eens tegen me:
Ach, Nederland heeft je alles toch ook
vergeven? Hij zei het uit grote vriend
schap, laat ik dat voorop stellen. Maar
ik dacht: Wat dan? Moest er dan zoveel
worden vergeven?"
T ypisch nederlands
Bij de vraag wat hij als typisch Neder
lands ziet, veert hij op. Hij begint iets
harder te praten. „Nederlanders zijn be
trouwbaar, privé maar ook in zakenrela
ties. Men staat achter wat men zegt. En
verder... moet ik denken aan een groot
hart dat zich niet uiten kam Nederlan
ders hebben een groot gevoel voor be
trekkelijkheid, het jezelf niet overschat
ten of te belangrijk vinden. Wat ik ver
schrikkelijk vind is de uitdrukking 'doe
maar gewoon dan doe je al gek genoeg".
Een aarzelende glimlach breekt door.
„In mijn wilde periode kon het me alle
maal niks meer schelen, die mentaliteit
van de Nederlanders. Helemaal niks.
Weet je wat het is, de Nederlanders hou
den niet van excentriek, het mag niet te
raar zijn. Maar ze vinden het prachtig
als het wél voorkomt! En dat mag ik dan
opknappen, als ik straalbezopen rond
loop of zoiets. Nu ik die wilde periode
achter de rug heb, staan ze verbaasd dat
ik ook ouder word".
Golfoorlog
Het cultuurverschil tussen de Arabische
en de westerse landen speelt ook in de
Golfoorlog een onuitwisbare rol. „Dat
verschil is zo verschrikkelijk groot. Die
mensen staan volkomen anders in het
leven, door hun cultuur, door de islam.
Ze gaan ook met een heel ander idee de
oorlog in dan de westerlingen. Oorlog
betekent in die landen iets anders dan
hier. Wat voor de Arabieren zwaar telt is
hun trots. Ze kunnen bun gezicht niet
verliezen in deze strijd. Waar het eigen
lijk om draait is natuurlijk gewoon
macht. Dat is het allerergste woord dat
er bestaat en macht heeft nog nooit ge
wonnen. Integendeel, het is anti-leven".
Het gevleugelde 'kind van twee werel
den' - in zijn geval de westerse en de
Arabische - is op hem niet van toepas
sing. „Daarvoor voel ik me teveel Ne
derlander. Ik kan wel over de oorlog in
de Golf praten maar ik ben geen deskun
dige. Ik heb alleen maar Arabisch bloed.
Maar ik vind het ontzettend jammer dat
het mooie van de Arabische mentaliteit
in de oorlog verloren gaat. De schoon
heid en de aristocratie, de waanzinnige
gastvrijheid, dat komt nu allemaal vol
komen in de verdrukking".
Op dit moment is Ramses Shaffy regel
matig in Duitsland te vinden voor de
opnamen van een krimi. „Ik speel een
hoofdinspecteur van politie", grijnst hij.
Hij leeft intensief. „Ja, ik heb een emo
tioneel en stressful bestaan. In de perio
de tussen de première van een toneel
stuk en de laatste voorstelling is er als
het ware een stuk uit je leven weg. Het is
een leven vol anxiety dat je makkelijk
uit je gareel brengt".
Bhagwan
Toen hij naar de Baghwan in Oregon
ging was hij zoekende. In de spaarzame
persoonlijke ontmoetingen die hij met
de oosterse goeroe had, zoog hij diens
woorden in. „Zelfs in een zaal vol men
sen heb je nog het gevoel hem persoon
lijk te ontmoeten. Hij heeft me medita
tie gegeven, dat is de betekenis van
Baghwan voor mij".
Dus hij is nog steeds een sannyasin?
Verongelijkt: „Tuurlijk. Laatst hoorde ik
op de radio iemand zeggen 'Die Shaffy is
inmiddels ook sannyasin-af.' Hoe kó
men ze er in hemelsnaam bij? Ik ben
nog altijd zijn leerling, ook al loop ik
niet meer in rode kleren".
Liever gaat hij in op vragen over medi
tatie. „Meditatie laat me terugkeren tot
mezelf, het geeft me de balans die ik no
dig heb. Ik word dan schoongemaakt
van binnen, de last van alle spanningen
valt even weg. Even maar ja, ik weet
ook wel dat het daarna terugkomt".
Schouderophalend vervolgt hij: „Wat ik
er dan mee opschiet? Er is weer even
ruimte, ik kan er weer tegen omdat ik
door meditatie energie opdoe. Het be
staat niet dat je je last echt kwijt raakt,
dat kan niet. In dat geval zou ik trou
wens verlicht zijn en dat ben ik niet. Een
verslaving? Ja, als je het zo noemt. Maar
dan wel de allerbeste die ik heb!".
ANNE MARIE VAN DER KOLK