finale Inventiviteit Mossad onvoorspelbaar Talenkennis ONMOGELIJKE OPDRACHTEN SPECIALITEIT ISRAËLISCHE GEHEIME DIENST Zesdaagse oorlog entebbe Obstakel Toekomst ■foicUc Qowuvfd' ZATERDAG 2 FEBRUARI 1991 Israel heeft tot nu toe niet gereageerd op de raketaanvallen die door Irak op burgerdoelen zijn gericht. Het land wordt alom geprezen om zijn terughoudendheid, maar niemand zal zich echt de illusie maken dat een vergeldingsactie definitief uitblijft. Het lijkt zinloos te speculeren over de aard van die reactie. De Israëlische geheime dienst Mossad heeft bewezen in staat te zijn originele en soms onmogelijke opdrachten feilloos uit te voeren. Dat blijkt uit vele voorbeelden uit het verleden. De Mossad ontvoerde in 1960 de Duitse oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann, verantwoordelijk voor de dood van honderdduizenden joden, uit Argentinië om hem in Jeruzalem te laten berechten. In de jaren '60 bracht een Israëlische spion het bijna tot minister van defensie in Syrië. Dankzij de Mossad eindigde de oorlog van 1967, waarbij Israël het opnam tegen de gehele Arabische wereld, na zes dagen met een volledige overwinning. In 1969 haalde de Mossad vijf kannonneerboten uit Frankrijk weg, die door Israël waren besteld en betaald, maar onder Arabische druk op Parijs niet afgeleverd mochten worden. De Mossad vermoordde één voor één de DEN HAAG - Op 7 juni 1981 bombardeerde de Israëlische lucht macht een atoomreactor in Irak. De actie veroorzaakte felle protes ten in de gehele Arabische wereld vanwege de „ongerechtvaardigde Israëlische agressie" en boze reac ties en onbegrip elders, ook al om dat Irak hard bezig was de Wester se belangen te verdedigen tegen de opmars van het islamitische funda mentalisme onder leiding van de ayatollahs in Iran. De reactor was in 1975 door Frankrijk geleverd, ondanks protesten van Israël en de VS. In 1980, nadat de oorlog met Iran was uitgebroken, waren con tracten gesloten met Brazilië, Italië, Portugal, Zweden en Pakistan. Zonder het Israëlische ingrijpen waren de potentiële gevaren die het Midden- Oosten bedreigen ongetwijfeld nog gro ter dan vandaag. Irak zou dan niet al leen de beschikking hebben gehad over een door Oost en West bijzonder sterk bewapende conventionele krijgsmacht, die ook gebruik dreigt te maken van bio logische en chemische wapens, maar waarschijnlijk ook over de atoombom. Het is nog steeds onduidelijk of Israël destijds geheel op eigen initiatief handel de. Mogelijk ging premier Begin in op een verzoek van de Amerikanen, die zelf de vingers niet wilden branden. Feit is dat de Israëlische toestellen, die via het Saudische luchtruim vlogen, niet werden opgemerkt door de vier Amerikaanse AWACS-radarvliegtuigen boven Saudi- Arabië. De grondstations van Saudi-Ara- bië, Jordanië en Irak werden misleid doordat de piloten met elkaar in het Arabisch converseerden. De actie was een staaltje van de Mossad; de Israëlische geheime dienst die in de loop van het bestaan van Israël bij vriend en vijand een enorme reputatie heeft opgebouwd, al zijn er ook voor beelden bekend van een volledig falen. En ongetwijfeld heeft de Mossad het draaiboek klaar om de voortdurende Iraakse raketaanvallen op Israël te wre ken. „We hebben een goed en machtig antwoord", kondigde opperbevelhebber Dan Shormron aan; ooit 'de held van Entebbe'. „Om politieke en strategische redenen is het nu echter geen goed mo ment om tegen Irak op te treden". Eén van de belangrijkste agenten van de Mossad is Eli Cohen geweest, die ver schillende ministers in de Syrische rege ring tot zijn beste vrienden kon rekenen. Hij werd in 1924 in Egypte geboren als zoon van Syrische joden. Na de stichting van de staat Israël, verhuisden zijn ou ders daarheen; Eli volgde, toen de Egyp- tenaren na de Suez-crisis van 1956 een dreigende houding aannamen tegen de joodse gemeenschap. Hij trok de aandacht van de Mossad vanwege zijn Arabische uiterlijk en zijn uitstekende talenkennis. De geheime dienst besloot dat hij geknipt was voor een rol in de Syrische hoofdstad Damas cus. Om zich daarop voor te bereiden diende hij eerst, voorzien van een nieu we identiteit als Kamel Amine Tabet, naar Argentinië te verhuizen; daar moest hij carrière maken binnen de Syrische gemeenschap. Hij liet er zich kennen als een vurig patriot die Israël haatte, maak te vrienden en werd lid van de Baath- partij. In 1962 kreeg Eli Cohen opdracht zich in Syrië te vestigen en daar tot regerings kringen door te dringen. Hij begon een handel voor im- en export in Damascus. Contact met Israël onderhield hij met een radiozender. Een belangrijke kans deed zich voor toen hij medewerker werd van de Spaanstalige dienst van Ra dio Damascus; de belangrijkste spreek buis van de regering. Daardoor kreeg hij toegang tot min of meer geheime bron nen bij het ministerie van informatie, terwijl hij ook gecodeerde berichten voor Israël in zijn uitzendingen mee kon smokkelen. Bovendien leerde hij belangrijke legerof ficieren kennen. Hij uitte kritiek op de Syrische verdedigingslinie en opperde dat Syrië niet in staat zou zijn een Israë lische verrassingsaanval te pareren. Om hem van het tegendeel te overtuigen na men ze hem mee naar verboden militai re gebieden. Zijn appartement in Damascus werd trefpunt voor steeds meer belangrijke le gerleiders, die hem bovendien gretig rondleidden langs de nieuwste fortifica ties. Zijn suggestie om de belangrijkste stellingen tegen erosie te beschermen door het planten van eucalyptusbomen werd dankbaar overgenorfien. Hij werd belangrijkste daders van de moord op elf Israëlische sportlieden tijdens de Olympische Spelen van München in 1972, al werden daarbij ook fatale fouten gemaakt. De Mossad bevrijdde in 1976 in Uganda ruim honderd joodse en Israëlische gijzelaars van een kaping. Een geheime operatie haalde aan het eind van 1984 de joodse stam van de Falasja's in Ethiopië, die daar steeds sterker werd onderdrukt, door middel van een spectaculaire luchtbrug naar Israël. En in 1986 werd de Israëlische atoom-technicus Mordechai Vanunu op spectaculaire wijze uit Frankrijk naar Israël ontvoerd, nadat hij ervan was beschuldigd nucleaire geheimen van zijn land te hebben verraden. Het waren bijzonder ingewikkelde operaties, waarvan in dit arikel enkele summier worden weergegeven. Maar er waren ook grote mislukkingen. De belangrijkste blunder was het feit dat de Mossad volkomen werd verrast door de Egyptisch-Syrische aanval van oktober 1973, de Yom Kippoer-oorlog. Vrijwel het gehele militaire en politieke apparaat was ervan overtuigd dat de Arabische staten geen aanval zouden wagen zolang zij geen goede kans maakten Israël te verslaan. De inlichtingendienst liet zich in die euforie meeslepen. Signalen van het tegendeel werden genegeerd. Een jonge Israëlische moeder houdt haar baby stevig omklemd tijdens een Irakese raketaanval. zelfs benaderd om plaatsvervanger te worden van de minister van defensie, maar sloeg dat aanbod af. Eli Cohen verzamelde zoveel informatie dat hij soms 'voor zaken' naar Argenti nië moest, om vervolgens langs sluipwe gen naar Israël te gaan om verslag uit te brengen. Uiteindelijk lekten er toch zo veel belangrijke gegevens uit, dat de Sy- riërs wantrouwig werden. De verdenkin gen tegen Kamel Amine Tabet namen toe. In januari 1965 werd hij op heter daad betrapt terwijl hij zijn zender be diende. Op 18 mei werd hij opgehangen. De meeste van zijn gegevens bleken twee jaar later, toen de Zesdaagse Oorlog uitbrak, echter nog uitstekend bruikbaar. De uitheemse eucalyptusbomen bijvoor beeld verraadden duidelijk waar de be langrijkste Syrische stellingen lagen. In 1956 was de Egyptische president Ga- mal Abdul Nasser door Israël militair vernederd. De Suez-crisis, uitgelokt door talloze provocaties, was uitgemond in een bezetting van het Sinai-schiereiland door Israël, dat het gebied onder de druk van de Verenigde Naties echter weer snel moest ontruimen. Een VN-vredes- macht werd in de Sinai gelegerd om de vijandige partijen van elkaar te schei den. Toch kon Nasser in de Arabische wereld politiek garen spinnen bij de ne derlaag. Elf jaar later besloot hij wraak te nemen. In 1967 liepen de spanningen weer hoog op. Vanuit de Golan-hoogte in Syrië, met uitzicht over een groot deel van noordelijk Israël, werden bij voortduring aanslagen gepleegd. In april kwam het er tot een militair treffen waarbij volgens Israël zes Syrische MiGs en volgens Sy rië vijf Israëlische Mirages werden neer geschoten. Israël werd beschuldigd van oorlogsvoorbereiding. Egypte zond ver sterkingen naar de Sinai en verzocht om onmiddellijke terugtrekking van de VN- troepen. Secretaris-generaal Oe Thant stemde toe. Op 21 mei werden de VN- posten langs de Straat van Tiran, tussen Rode Zee en Golf van Aqaba, bezet door het Egyptische leger. De volgende dag sloot Nasser de Golf voor Israëlische schepen en voor schepen met strategi sche goederen voor Israël. Hij voerde de spanningen in luttele weken scherp op. En op 30 mei vatte koning Husayn van Jordanië moed en sloot met Nasser een wederzijds defensieverdrag. De afsluiting van de Golf werd door Is raël als een oorlogsverklaring opgevat. Op 6 juni ging het land in de aanval. De inlichtingendienst bleek over uitstekende informatie te beschikken en tegelijk de vijandige buurlanden met desinformatie volstrekt op het verkeerde been te zet ten. Egypte verloor volgens Israëlische opgaven de eerste dag 374 vliegtuigen, voornamelijk op de grond. De Israëli sche piloten bleken zelfs bijna feilloos in staat dummies van echte vliegtuigen te kunnen onderscheiden; een kunde die door de geallieerden in de huidige Golf oorlog node wordt gemist. Aan de hand leerd wat de meest kwetsbare punten van dit toestel in een luchtgevecht wa ren. Op de tweede dag werd de Gazastrook veroverd, begon de opmars door de Si- nai-woestijn, volgde de verovering van Oost-Jeruzalem en werden de Jordaanse troepen op de Westelijke Jordaanoever aangevallen. En op 9 juni maakte Israël duidelijk de plaats van iedere geschuts- stelling, landmijn en loopgraaf op de Sy rische Golan-hoogte te kennen. Na zes dagen gaven de Arabische landen hun strijd op. Israël hield een belangrijk ge bied bezet: de Golan-hoogvlakte, de Westelijke Jordaanoever, de Gaza-strook en het Sinai-schiereiland tot aan het Suez-kanaal, dat jarenlang onbruikbaar was. Dat was een ongekend militair suc ces. Maar de buurlanden wilden niet we ten van enige vorm van onderhandelin gen. En niemand volgde de Egyptische president Sadat, die tien jaar later vrede met Israël sloot en de Sinai terugkreeg. Daardoor groeiden de bezette gebieden uit tot een enorm politiek probleem. Sinds 1972 voerden diverse Palestijnse groepen onder allerlei schuilnamen steeds meer terreuracties uit buiten Pa lestina. Na bomaanslagen en ambassade bezettingen werden vliegtuigkapingen populair. Op 27 juni 1976 kaapten drie mannen en een vrouw, die zich de 'Che Guevara-cel van de Haifa-sectie van het Volksfront voor de bevrijding van Pales tina' noemden, een Franse luchtbus die van Tel Aviv naar Parijs vertrokken was. Het vliegtuig zette koers naar Ben gasi in Libië en later naar Uganda, waar het in de ochtend van 28 juni op het vliegveld Entebbe landde. De kaping stond onder leiding van de Westduitsers Wilfried Böse en Gabriëlle Kröcher-Tiedemann, zwaargezochte le den van de Baader-Meinhof-groep. Ze eisten de vrijlating van 53 'vrijheidsstrij ders' uit gevangenissen in Israël, West- Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Kenia. Wanneer dat niet gebeurde zou den de gijzelaars „streng worden ge straft". De Ugandese leider Idi Amin be nadrukte dat ook nog tijdens een bezoek aan de gijzelaars, waarmee voor het eerst een staatshoofd zich openlijk aan de kant van kapers stelde. Het raciale ka rakter van de gijzeling bleek vervolgens toen alle niet-joden en -Israëli's werden vrijgelaten. De situatie voor de honderd overblijvers leek volstrekt uitzichtloos. Israël wist het aanvankelijk op 1 juli Adolf Eichmann in de rechtszaal. Eichmann werd in 1960 door de Mossad uit Argentinië ontvoerd om hem in Israël te berechten. FOTO: SP vastgestelde ultimatum enkele malen verschoven te krijgen. Toen, in de nacht van 3 op 4 juli, landden op Entebbe drie Israëlische Hercules-vliegtuigen met aan boord een auto die sprekend leek op die van Idi Amin en 150 commando's die hun gezichten zwart hadden gemaakt. Ze hadden een reis van bijna 4000 kilome ter achter de rug, die hen onopgemerkt over diverse Afrikaanse landen voerde. De Ugandese militairen dachten bezoek van hun president te krijgen en werden volkomen verrast. Na een kort gevecht veroverden de Israëli's de controletoren en na 53 minuten waren de bevrijde gij zelaars op weg naar Israël. De actie kost te twintig Ugandese militairen, één Is raëlische officier en drie gijzelaars het le ven. Maar het zijn niet alleen spectaculaire acties waarmee de Mossad de veiligheid van Israël poogt te garanderen. Zoals spionnen in stilte en anonimiteit plegen te opereren, zo wordt van geheime dien sten ook alleen het topje van de ijsberg zichtbaar. Een intrigerend tipje van de sluier werd op 7 januari opgelicht door Marek Halter; een in Frankrijk wonende joodse schrijver van Poolse afkomst, die geruime tijd lid was van de Israëlische geheime dienst. In een brief in NRC Handelsblad raadt hij de Jordaanse ko ning Husayn aan af te treden omdat hij „het belangrijkste obstakel is voor vrede tussen Israël en de Palestijnen". Halfer beweerde in zijn brief dat hij Hu sayn ontmoette in maart 1973, kort voor de Yom Kippoer-oorlog, toen de Jor daanse koning op uitnodiging van pre mier Golda Meir een geheim bezoek bracht aan Tel Aviv. „U beloofde uw handtekening te zetten onder een vre desakkoord met Israël. Dezelfde belofte deed u later ook aan Peres, aan Rabin, aan Dayan, aan president Herzog, aan Arens en uiteindelijk aan Shamir. Nooit hebt u woord gehouden". Volgens Halfer is Husayn meerdere ma len dankzij de Israëlische geheime dienst aan een moordaanslag ontsnapt. Hij her innert aan de opstand van 1970, de 'Zwarte September'. Syrische tanks, die de Palestijnen al te hulp wilden snellen, rechtsomkeert maakten toen bleek dat het Israëlische leger dat tegen dreigde te houden. Vervolgens opende Israël zijn luchtruim om bevoorrading van de Jor daanse troepen door de VS mogelijk te maken. Bij het neerslaan van de opstand zouden 50.000 Palestijnen om het leven zijn gekomen. „Tegenover Israël hebt u altijd de illusie in stand gehouden dat een akkoord tot de mogelijkheden behoorde; een vredes akkoord waarvan u de heraut zou zijn naar de Arabische landen. Als tegenpres tatie rekent u op Israël als het gaat om bescherming tegen de vele opstanden, complotten en aanslagen die Palestijnen tegen u beramen. Elke keer was het de Mossad die u waarschuwde". „Koning Husayn is het belangrijkste ob stakel voor de vrede tussen Israël en de Palestijnen", stelt Halfer verder, „Dat komt omdat de Israëliërs niet met de Palestijnen zullen praten zolang zij gelo ven dat de Palestijnse kwestie met u kan worden geregeld." Ongeacht de afloop van de Golfoorlog, de aard van de Israëlische wraak voor de voortdurende Iraakse raketaanvallen en het feit dat de PLO door zijn onomwon den steun aan Saddam Husayn bij een groot deel van de geallieerden volstrekt in diskrediet is geraakt, is het duidelijk dat de Palestijnse kwestie hoe dan ook weer op de agenda zal verschijnen. In dat verband is een advies opmerkelijk dat in 1989 werd ingediend door gene raal Amnon Shahak, chef van de militai re inlichtingendienst. Hij suggereerde in een zakelijke analyse dat Israël 'ooit' met de PLO zou moeten onderhandelen. Die passage kwam in het openbaar, waarschijnlijk door toedoen van leden van de Arbeiderspartij. Premier Shamir ontstak in woede. „Dit rapport had nooit mogen uitlekken, en dus bestaat het niet", stelde hij vast. Maar Shahak raakte niet uit de gratie. In april promoveert generaal Ehud Barak, plaatsvervangend chef-staf van het Israë lische leger, tot chef-staf. Shahak wordt zijn opvolger. Beiden staan bekend als vooraanstaande leden van de Arbeiders partij, waarmee de Likud-partij van Sha mir het voortdurend politiek aan de stok heeft. Mogelijk is het standpunt van de Israëlische premier dan ook minder star dan steeds wordt verondersteld. Al zal Yasser Arafat nimmer aan de onderhan delingstafel met Israël zitten. ANDRE HORLINGS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25