„Ploeg die Theunisse inlijft neemt groot risico voetballerlei SPORT fceidóaOowumt ZATERDAG 2 FEBRUARI 1991 PAGINA 20^ Bulgaarse bondscoach drie jaar geschorst ZÜRICH De strafcommissie van de UEFA heeft de Bulgaarse bondscoach Ivan Vutzov tot 24 januari 1994 geschorst. Vutzov mag drie jaar geen duels van het nationale voetbalelftal in Euro pees verband coachen, omdat hij op 14 november vorig jaar tij dens de EK-kwalificatiewedstrijd Bulgarije - Schotland de scheidsrechter had bespuugd en herhaaldelijk had beledigd. De tuchtcommissie deelde in totaal 150.000 Zwitserse francs, ruim 200.000 gulden, aan geldboetes uit. De hoogste geldstraf werd op gelegd aan Atalanta Bergamo. De Italiaanse club moet bijna 45.000 gulden betalen omdat haar fans in de beide wedstrijden in het UEFA-bekertoernooi tegen FC Köln vuurwerk en rookbom men op het veld hadden gegooid. Milla keert terug LONDEN Roger Milla keert weer terug op het veld. Voorlo pig voor één wedstrijd. De speler van het jaar in Afrika is opge nomen in de selectie van Cameroun voor de vriendschappelijke interland tegen Engeland, op woensdag 6 februari in Londen. Mendoza herkiesbaar MADRID De functie van voorzitter bij Real Madrid is tot het einde van maart vacant. Ramon Mendoza trad onlangs bewust voor korte tijd af. Ziin voorstel nieuwe, vervroegde verkiezin gen te houden, werd door een buitengewone vergadering van aandeelhouders met 366 tegen 209 stemmen aangenomen. Men doza, baas van de club sinds 1985, is eind maart wel herkiesbaar. Hij hoopt dan namelijk, na electie, op uitbreiding van zijn be voegdheden. Hij vraagt een mandaat waarmee hij de bouwplan nen rond het stadion kan verwezenlijken. Het gaat om een sporthal met 18.000 plaatsen voor basketbal- en bokswedstrijden, en een parkeergarage in de kelder. Blazevic laan uit NATES De Franse voetbalclub Nantes heeft zijn Joegoslavi sche oefenmeester Miroslav Blazevic ontslagen. De zware neder laag tegen Marseille afgelopen zondag, 0-6, gaf daarbij de door slag. Het was de pijnlijkste oorwassing van de ploeg sinds de promotie naar de hoogste Franse afdeling in 1963. Jean-Claude Suaudeau, die Nantes al van 82-88 onder zijn had, neemt de taken van Blazevic over. Robson in selectie LONDEN De Engelse bondscoach Graham Taylor heeft Brian Robson opgenomen in de selectie van het nationale voetbalelftal voor de vriendschappelijke interland tegen Cameroun op 6 febru ari. Het is de eerste keer sinds de eindronde om de wereldtitel in Italië dat de 34-jarige speler van Manchester United wordt gese lecteerd. Robson moest tijdens het WK afhaken. Hij werd geope reerd aan de achillespees. Dit seizoen speelde de aanvoerder van Engeland pas tien wedstrijden voor Manchester United. Wat houdt iemand die de zestig nadert, alles heeft meegemaakt en gewon nen, steeds vaker kritiek krijgt op zijn beleid en vooral de laatste seizoenen met heel wat problemen kreeg af te rekenen in de wielersport? „De renners en liefde voor de wielersport natuurlijk. Ik houd die ploeg echt niet voor mezelf op de been. Ik heb een bepaalde verantwoordelijkheid aanvaard en die leg je na wat kritiek, tegenslagen of proble men niet zo maar neer. Het is net als met de topsporter zelf: je moet dat overwinnen, er te gen vechten". U was jarenlang het boegbeeld van de Nederlandse wieler sport, maar in de voorbije ja ren is de kritiek steeds luider geworden. Doet dat pijn? „Je moet dat relativeren. De meeste kritiek komt van ver trekkende renners en dat wordt dan klakkeloos overge nomen door de pers. Het valt me trouwens op dat de journa listen steeds vaker de kant van de renner kiezen. Die ko men dan met verhalen dat dis cipline, organisatie en materi aal niet goed zijn. Renners met het hoogste salaris roepen vaak het luidst; dat ze voort durend hun eigen verantwoor delijkheden hebben ontlopen, wordt snel vergeten. Maar zo gaat dat. Als de renners goed presteren hoor je niemand, dan vindt men dat logisch, maar als het slecht gaat, is het de schuld van de ploegleider. Een beetje zoals in het voetbal. Al gaat het 'm daar om het collectief resultaat en kan de trainer nog ingrijpen als de ve dette het laat afweten. In het wielrennen is dat niet moge lijk. Een voetbaltrainer kan met een niet fitte speler star ten en die aan de rust vervan gen, maar ik kan in de bevoor rading niet snel twee renners die het niet goed doen, wisse len". Zelf weet u de pers naar ver luidt ook goed te gebruiken. Zo zou u de brief van dokter Janssens, die Nieuwe Revue publiceerde en waarin hij voorstelde de pers om de tuin te leiden in de zaak-Theunisse, hebben laten uitlekken. Een mooie wraak? „Die brief was aan de Stich ting gericht, niet aan mij per soonlijk. Ik heb die natuurlijk in handen gehad, maar ik weet niet wie daar nog alle maal een copie van gekregen heeft. Maar eerlijk, ik heb die brief niet aan dat blad doorge speeld. Ik moet wel toegeven dat die brief van iemand van onze Stichting kwam, maar lekken zijn er nu eenmaal overal". Opvallend is wel dat u in ei gen land veel meer kritiek krijgt dan elders. „Dat klopt. Maar in Nederland is 90% van de bladen en kran ten dan ook op sensatie afge stemd. In andere wielerlanden is dat gelukkig heel wat min der het geval. Hier las je na het WK alleen nog maar grote verhalen over Theunisse, Rooks en Van Poppel, terwijl de najaarsklassiekers nauwe lijks enige aandacht kregen. Ik had soms de indruk dat men het mij kwalijk nam dat Theu nisse tweemaal positief werd bevonden. Er waren er die be weerden dat ik Rooks en Theunisse nooit had mogen aanwerven. Maar dat soort eens betrapt, maar dat kan ie dereen overkomen. Hebt u nog nooit een bekeuring gehad, omdat u te snel met de wagen reed? Maar inmiddels is Theu nisse driemaal betrapt en de ploegen staan nog steeds in de rij om hem aan te trekken. Dan zeg ik dat je risico's loopt. Wat Rooks betrof, heb ik me door Theunisse laten overtui gen dat hij veranderd was, erf hij ging zorgen dat er geen problemen kwamen. Maar als mijn rondekopman uitvalt en zijn vriendje presteert niet meer omdat zijn maatje er niet bij is, kan ik dattoch niet hel pen". Hebt u het in uw beginjaren als ploegleider ook niet te makkelijk gehad? Alles ging toen vanzelf, er leek geen ein de te komen aan de reeks suc- „Toen was er in Nederland een profploeg en de tegen stand was niet zo groot. In de Tour reden er in die tijd 110 of 120 renners mee, nu zijn er 300 man die naar de Tour willen. De wielersport is vooral in de breedte veel sterker geworden, maar in Nederland en België Hoewel wel eens wordt vergeten dat de Panasonic-ploeg in de belangrijkste eendagskoersen op geen enkel moment helemaal uit beeld verdween, heeft ploegleider Peter Post in de voorbije seizoenen niet bepaald zijn meest suc cesrijke periode gekend. Vooral vorig jaar volgden de problemen elkaar in snel tempo op: de ziekte van Van Vliet, de dopingzaken van Theunisse, de on vrede van Peiper en Talen, het falen van Rooks en Van Poppel en een rechtszaak rond al of niet gedane be loften aan laatstgenoemde. Eén en an der zorgde voor de grootste zuivering die Post ooit hield: liefst tien renners die vorig seizoen deel uitmaakten van het Panasonic-team waren er eerder deze week tijdens de ploegvoorstelling in Den Bosch niet meer bij. De proble men zaten hem na afloop van het sei zoen zo hoog dat hij gedurende vele maanden geen interviews toestond. De relatie Nederlandse pers/Post is inmid dels wat op een haat/liefde verhouding gaan lijken. Ze kunnen niet zonder el kaar, maar op geregelde tijdstippen hebben ze het bijzonder moeilijk met elkaar. Post verwijt het gros van de Nederlandse pers, alleen nog maar aan sensatie-verslaggeving te doen. Terwijl het merendeel van de Nederlandse sportjournalisten de mening is toege daan dat de ploegleider zich te vaak van een leugentje om bestwil bedient en zich als een keizer gedraagt. Kort voor de officiële ploegvoorstelling was Post echter bereid om een periode van stilzwijgen te doorbreken. Het gesprek duurde tweeëneenhalf uur, en al die tijd keek de ploegleider ons recht in de ogen, ging geen enkele vraag uit de weg en sprak bij bij momenten geëmo tioneerd en met stemverheffing. Als tijdens het interview iets duidelijk werd, dan is het wel dat Post nog steeds bezetten is van het wielrennen. PETER POST AAN VOORAVOND VAN HET WIELERSEIZOEN: zijn niet meer toprenners dan vroeger. De vraag is veel gro ter dan het aanbod, waardoor de renners in een machtsposi tie zitten. De situatie van nu is dus niet te vergelijken met die van de Raleigh-periode". Op de Tour lijkt voor u een doem te liggen. U hebt al veel geld aan ronderenners gespen deerd, maar het is alleen met Zoetemelk gelukt. Frustre rend? „Tja, het lukt inderdaad niet zo best; we zijn eigenlijk altijd een ploeg voor de klassiekers gebleven. Dat heeft er natuur lijk mee te maken dat wij in de eerste plaats aangewezen zijn op renners uit Nederland en België, en daar is het aantal kandidaat-Tourwinnaars erg klein". En als u er een in de rangen hebt, laat u hem te vroeg ver trekken?... „Erie Breukink is inderdaad een kandidaat-Tourwinnaar en ik was niet van plan hem te laten gaan. Ik wou een tandem Theunisse/Breukink vormen. Maar toen Theunisse er Rooks bij wou, en ze allerlei dingen over Eric in de pers gingen vertellen, wilde die weg. Hij had nog een contract van een jaar en iedere ander renner zou ik daar aan gehouden heb ben. Ik heb hem echter laten gaan, omdat ik privé een erg goede relatie heb met de fami lie Breukink. Natuurlijk wist ik dat de concurrentie een ca deau kreeg, maar ik vind het fijn dat hij goed gepresteerd heeft in '90. Achteraf kan je uiteraard zeggen dat ik een foute keuze heb gemaakt, maar ik heb daar echt dagen lopen over nadenken hoor". Het aantrekken van Rooks en Theunisse werd beschouwd als een zoveelste poging om suc cessen te kopen. Men verwijt u wel eens weinig voor de jonge ren te doen; zelden echt een ploeg te laten groeien. „In principe kopen wij onze ploeg nooit bij mekaar. Maar het opbod is begonnen toen er Nederlandse ploegen bijkwa men en als ik iemand echt wil, ben ik verplicht daaraan mee te doen. Jongeren hebben bij ons echter altijd kansen gehad. Als ze na een paar seizoenen goed presteren, vertrekken ze in veel gevallen echter voor het geld. Het wordt wel steeds moeilijker om jongeren kansen te geven. Organisatoren laten nu contractueel vastleggen met welke renners je mag ko men rijden. Ze worden immers beoordeeld op het aantal FICP-punten dat ze aan de start hebben. Bovendien is het aantal renners per ploeg in de meeste wedstrijden van tien naar acht teruggebracht. Als we op twee fronten rijden, be tekent dat vier renners min der per wedstrijddag. Toch heb ik zeven neo's dit jaar. Het woord geld is al een paar keer gevallen, is dat de groot ste verandering die u hebt meegemaakt sinds u ploeglei der bent? „Absoluut. Geld heeft de wie lersport in de voorbije zeven, acht jaar enorm veranderd. Negen van de tien renners die zelf van ploeg veranderen doen dat om het geld. Ze zeg gen dat alleen nooit. Ze komen dan plots met een hoop rede nen waarover ze vroeger met geen woord gesproken hebben, maar het gaat altijd om geld. Renners praten over niets an ders meer! Ze verwijzen dan vaak naar sporten als tennis, formule 1, voetbal en golf waar nog meer verdiend wordt, maar dat is geen cor recte vergelijking. Dat zijn sta dion- of circuit-sporten waar bij de recette een belangrijke bron van inkomsten vormt. En hoeveel mensen heb je nodig voor een formule 1-wedstrijd of een tennistoernooi? Dertig, misschien veertig? Bij belang rijke wielerwedstrijden spre ken we nog altijd over 200 renners. Voor dat soort argu menten hebben renners echter geen begrip. De huidige ont wikkelingen zijn op termijn een gevaar voor de wieler sport, al krijg ik steeds meer de indruk dat we het hoogte punt achter de rug hebben. „Tien jaar geleden bedroeg ons budget 1,2 miljoen gulden. Vo rig seizoen beliep het 9.9 mil joen, maar dit jaar zakken we terug naar 7,5 miljoen". Opvallend is wel dat Belgen altijd een grote rol hebben ge speeld in uw ploeg en dit jaar zijn ze nog nadrukkelijker aanwezig. „Ik ben altijd een beetje ver liefd geweest op Vlaanderen. Als mijn vrouw had gewild, woonden we al lang in België. Ze mogen in Nederland eigen lijk van geluk spreken dat we nog een Nederlandse ploeg zijn. Ik hou veel meer van de Vlaamse dan van de Neder landse mentaliteit. Dat is een verschil van dag en nacht. Met Belgische renners of personeel heb ik nooit problemen! Ze kennen de verhoudingen be ter, hebben meer discipline, klagen niet zo snel en zullen zelden hun verantwoordelijk heden ontlopen. Als ik zie hoe een Dhaenens zelf de zaken met PDM heeft opgelost, dan kan ik alleen maar zeggen: grote klasse. Als dezelfde situ atie zich met een Nederlandse renner voordoet, wordt het met getrokken messen uitge vochten en waarschijnlijk ook nog via de pers. Maar het zijn niet alleen de renners hoor. Ook toeschouwers, organisato ren en pers liggen me in Bel gië heel wat beter dan in Ne derland. Bij jullie houden de mensen echt van de wieler sport. De meeste Nederlanders zijn er alleen maar bij betrok ken omdat er veel geld mee te verdienen valt". Wat Dhaenens betreft, lijkt het er anders op dat hij in de eerste plaats voor de centen bij u zit. „Rudy verdient bij ons niet meer dan hij elders kon krij gen. Alleen heeft hij gezien dat hij bij ons een zeer goede positie kon krijgen, en er was ruimte voor zijn eigen sub sponsors. Dat laatste was bij PDM een probleem, omdat die zelf contracten hebben met schoen- en brilfabrikanten. Bij Panasonic houden we ons daar niet mee bezig. Bovendien is hij erg goed bevriend met de Planckaerts en vond hij nog vijf landgenoten bij ons". Ja, maar hij heeft een zwaar contract en een uitgesproken winnaar is hij niet. Het lijkt er op dat u alleen maar de we reldkampioen hebt willen bin nenhalen. „Dhaenens moet voor ons geen klassieker winnen. Als we door hem één of meer top- koersen winnen, heeft hij zijn rol perfect vervuld. De laatste jaren hebben we vooral een leidersfiguur in de ploeg ge mist. Iemand die het in de wedstrijd allemaal ziet gebeu ren, in de finale mee is en be slissingen durft nemen als de ploegleiding niet kan geraad pleegd worden. Rudy is één van de intelligentste renners in het peloton en gaat die rol bij ons vervullen. Hij is onze belangrijkste aanwinst. Ik had hem trouwens al veel eerder willen hebben, maar door om standigheden kon dat niet". zijn wereldtitel heeft hij maar weinig bewezen. Hij was wel vaak ziek en gekwetst. Boven dien komt een Italiaan in een Nederlandse ploeg nogal, vreemd over. „Kijk, als Rooks, Theunisse, Van Poppel, Talen en Van Vliet bij ons waren gebleven, was Fondriest nooit gekomen. Maar toen die wegvielen, heeft Fondriest zelf contact met ons gezocht. Als hij zich niet zou willen aanpassen, had hij dat toch niet gedaan! Ik heb trou wens al gemerkt dat hij qua mentaliteit geen echte Italiaan is. Hij wou vooral vaker in België rijden. Weet je dat hij contractueel heeft laten vast leggen dat hij wedstrijden als Kuurne, Harelbeke en nog een boel andere mag rijden? Hij zegt ook dat hij in het peloton het best opschiet met de Belgi sche renners. Neen, ik geloof echt nog in hem, al blijft het natuurlijk een uitdaging. Maar vergeet niet dat hij nog maar 25 jaar is". Laten we het even over de 'zuivering hebben. Tien ren ners die vertrekken is wel erg ongewoon, zeker in uw ploeg. „Dat heeft voor een stuk met toeval te maken. Van Vliet heeft om gezondheidsredenen afgehaakt, De Rooy is gestopt en de Duitser Durst is een leuk mens en een goeie renner die ik met spijt zie vertrekken, maar ik had een overschot aan buitenlanders. Met Freuler be stond hetzelfde probleem. Bo vendien had ik hem in de eer ste plaats voor de Giro en die rijden we dit seizoen niet, wel de Vuelta. Dat Van Poppel vertrok, lag voor de hand, ter wijl hetzelfde voor zijn maatje Cornelisse geldt. De contrac ten van Theunisse en Rooks kun je beter verbreken dan ze nog twee seizoenen nutteloos geld toe te stoppen en Van de Pas was het trainingsmaatje van Gert-Jan. Peiper wil het nog eens als kopman proberen in de klassiekers en dat kon bij ons niet. En Talen tenslotte had ik liever gehouden, maar die is voor het geld wegge gaan". Er zijn niet alleen tien renners weg, er is ook een wissel bij uw assistenten. Waarom? „Laat ik één ding voorop zet ten: als mens mag ik Ferdi Van den Haute erg graag. Maar het probleem was dat hij ging twijfelen aan zijn functie. Hij kon niet op tegen de pro blemen die het leiden van een ploeg met zich meebrengt. Ferdi durfde gewoon geen be slissingen nemen en tijdens de Tour nam hij liever verlof. Op een bepaald moment begon hij zelf te roepen dat hij beter on derwijzer had kunnen blijven. Nou, dan moet hij maar weer voor de klas gaan staan". Theo De Rooy neemt het van hem over. Kan hij het wel aan? „We kennen mekaar al jaren en ik heb een zeer goede in druk van hem. Ik laat hem zijn gang gaan en hij mag zijn eigen ideeën uitvoeren, hij krijgt echt geen enkele op dracht. De eerste dingen waar hij mee gekomen is, zoals de neo's bezoeken voor een lange babbel, vind ik zeer positief". Dat laatste, echt contact met uw renners, is iets dat u niet hebt, beweren de kritikasters. Klopt dat? „Er is wel altijd een zekere af stand tussen mij en de renners. Ik zal bijvoorbeeld nooit gaan stappen met de renners of eens lekker doorzakken in een dis cotent zoals sommige ploeglei ders doen. Maar dat ligt ge woon niet in mijn aard en men mag van mij toch niet ver wachten dat ik dingen ga doen die niet in mijn aard liggen". „Geen flauw idee. Panasonic heeft nog een contract tot eind dit jaar, plus een optie voor '92; maar dat wil niet zeggen dat ik er dan mee kap. Ik be gin mijn achttiende seizoen als ploegleider en heb nog maar twee hoofdsponsors gehad, dat is iets waar ik trots op' ben. Het is erg stimulerend dat twee zulke belangrijke bedrij ven zoveel vertrouwen in je hebben. Maar wat nadien komt weet ik niet. Een stapje terugdoen? Weet ik niet, ik voer nooit de onderhandelin gen. De grote bedragen wor den met de huidige crisis ze ker een probleem, maar nie mand weet hoe zich dat gaat ontwikkelen. Ik vind echter dat je, als het moet, op een be paald moment een stap terug moét kunnen doen. Maar ach, mijn beslissing zal van zoveel factoren afhangen. Als Planc- kaert en De Rooy met een an ders uitgebouwde ploeg en een beperkter programma zouden willen doorgaan, zal ik ze echt niet laten vallen". Van alle problemen die u vo rig seizoen met de ploeg had, trok naast de dopinggevallen van Theunisse vooral de (recht)zaak Van Poppel de no dige aandacht. De voor velen intrinsiek snelste sprinter van de huidige generatie profs, kwam bij Raas tot ontplooiing, maar stapte na vier ritzeges in de Tour '88 over naar Panaso nic. Maar in dat team was Jean-Paul nog maar een slap pe schaduw van de snelle jon gen die hij voordien was. „Tja, waar is het fout gelopen? Óm te beginnen mag je niet vergeten dat hij tijdens zijn laatste jaar bij Raas de absolute top had bereikt. Als sprinter vier ritten in een Tour win nen, dat hebben hem er niet veel voor gedaan. Hij kan nooit meer beter doen en ik had dat ook niet van hem ver wacht. Maar dat neemt niet weg dat hij onder de verwach tingen is gebleven. Nou, mis schien was hij bij Raas wel iets beter omringd, maar dat zou ook niet zijn blijven voortdu ren. Een Nijdam blééf zich niet uitsloven voor Van Pop pel, dat zag je op het einde al. Trouwens hij is bij ons vaak genoeg in dezelfde gunstige positie naar de streep ge bracht. Neen, Jean-Paul had die scherpte niet meer, dat was de hoofdoorzaak van het pro bleem geloof ik". Wat zouden de oorzaken kun nen zijn geweest? „Ik denk dat de motivatie wat verdwenen was. Van Poppel verdiende plots heel veel geld, er kwam luxe in zijn leven en dan zie je vaak dat de natuur lijke motivatie vermindert. En het tweede seizoen kwam daar natuurlijk de faalangst bij. Op een bepaald moment durfde Jean-Paul gewoon geen beslis singen meer nemen in een fi nale. De ploegmaats zien dat ook en die gaan natuurlijk ook twijfelen. Bovendien kregen we vorig jaar te maken met Olaf Ludwig, die het wel af maakte en wel beslissingen durfde nemen in een volle fi nale. In die omstandigheden kon ik de ploeg toch moeilijk dwingen om voor Van Poppel te rijden". „Waarom Van Poppel naar de rechtbank is gestapt toen hij hoorde dat hij niet mocht blij ven, heb ik nooit begrepen. Ik had de intentie nog twee jaar met hem door te gaan, maar hij kwam me zelf zeggen dat hij een andere en erg goeie aanbieding had. En na zijn zwakke Tour had hij natuur lijk niet veel argumenten om me te overtuigen. Nu goed, ik heb van de rechtbank over de ganse lijn gelijk gekregen. Maar ondanks al die proble men mag ik Van Poppel erg graag. Het is echt een goeie vent die erg goed in de ploeg lag. Voor mij is hij ook niet af geschreven. Ik ben er van overtuigd dat hij terug komt. Vergeet niet dat hij nog jong is en nooit veel gekoerst heeft. Neen, van Jean-Paul horen we nog wel, daar ben ik zeker van". Wat vindt u het belangrijkste dat u in die achttien jaar als ploegleider hebt gerealiseerd? „Dat ik een steentje heb bijge dragen aan de populariteit van de wielersport in Nederland. Let op: ik zeg niet dat het wielrennen hier dank zij mij. populair is geworden. Ik heb er alleen een klein beetje toe bijgedragen en dat stemt me blij". GUIDO ROELANTS K door Frank Werkman Duo Sinds 1 oktober, de magische datum in omroepland waarop radio- en televisievolk uit de zomerse winterslaap ontwaakt,j kent ons huisbioscoop een nieuw fenomeen. In het ooit met veel bombarie aangekondigde maar vervolgens grotendeels in intenties gesmoorde programma van de gezamenlijkheid NOS Laat is sport sindsdien een wezenlijk onderdeel. Een kwartiertje lang is er zendtijd ingeruimd voor dit maatschappelijk verschijnsel, waarvan het nog steeds bon ton is bij snob-achtige figuren om te verklaren „er geen bal van af te weten". De NOS is sport eindelijk volwassen gaan vinden en erkende het bestaansrecht ook tussen de weekeinden in. Ooit werd een lofwaardige poging gedaan met een varia- achtige halfuurtje op de maandag en later de dinsdag. Nieuws werd aangekleed en al en toe zelfs een achtergrondje belicht. Nadat Hans Böhm zich als presentator had laten kronen tot onvolprezen titelhouder bij het open Nederlands kampioenschap miskleunen en zijn hielen had gelicht, begon het programma Sport Studio eindelijk ergens op te lijken. Vanaf 1 oktober bedient NOS Laat zich van een zogenoemde dubbelpresentatie. Nog niet zo lang geleden werd dat vanuit Amerika overgewaaide fenomeen ook door het Acht Uur Journaal toegepast. Maar i daar werd ijlings een punt i achter gezet toen bleek dat de traditioneel ingesteld nieuwslezers maar moeilijk j konden wennen aan bijvoorbeeld wisselende camera-instellingen en regelmatig en profil door de huiskamer konden worden bewonderd. Bij RTL4 heeft men met deze overigens volstrekt overbodige aanpak meer succes; althans de' duale presentatie leidt niet tot storende stunts. Van het schouder een schouder zittende tweetal Pauw/Schrijver zit de één regelmatig de ander aan te kijken als die een tekstje opdreunt. Adembenemende beelden vind ik dat. Bij NOS Laat heeft men gekozen voor de huis-, tuin- en keukenvorm. De dienstdoende presentatoren zitten achter een soort aanrecht, waaraan ze trachten de meest smeuiige televisie-gerechten te bereiden. Doordat sport dus vanaf 1 'oktober een gewichtige plaats in het programma inneemt, zit er naast de algemene presentator een vertegenwoordiger uit die discipline. Hetgeen kennelijk voor het permanente duo Maartje van Weegen en Charles Groenhuijsen nog wel eens aanleiding is tot verrassende ontdekkingen. De coiffure van het het tweetal vertoont namelijk regelmatig kenmerken alsof hun haren overeind staan. En ik kan me dat voorstellen. De redactie van Studio Sport heeft voor NOS Laat twee vaste krachten: Annette van Trigt en Mart Smeets. Mogen Maartje en Charles worden beschouwd als het duo Knabbel en Babbel, de sportievelingen zijn het beste gekenschetst als het koppel Kwebbel en Schnabbel. Gevatheid, guitigheid en scoringsdrift zijn hun motto, dat ze nastreven met een gedrevenheid, waarvoor alleen zij zelf bewondering mogen hebben. Op hun beider oorspronkelijke werkterrein, radio en basketbal, konden Kwebbel en Schnabbel worden gezien als redelijk vakbekwaam. Zij maakte aardige interviews, hij promootte zijn eigen sport tot in het absurde om vervolgens furore te maken als wieier- en schaatskenner. Zijn nummertje met Kees Jansma elke zondagavond wordt verguisd én gevierd. En als je zo veel tegenstrijdigheid oproept, doe je het goed. In NOS Laat horen Kwebbel en Schnabbel echter niet thuis. Zij toont nog een ontwapenende debutanten allure, maar hij bemoeit zich met zaken waar hij geen verstand van heeft. Waarbij de blik van mede-presentator van Groenhuijsen deze week een aantal keren boekdelen sprak. Het mankeert er nog maar aan dat ze door elkaar gaan zitten praten. Sport elke avond is leuk, nodig zelfs. Maar als dat item voorbij is, moet er gewoon een andere presentator gaan zitten. Tenzij men bij de NOS van mening is dat niet alleen sport amusement is, maar nieuws ook. In dat laatste geval mogen Kwebbel en Schnabbel blijven zitten. Want irritatie is ook een vorm van tijdspassering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 20