„Ploeg die
Theunisse
inlijft
neemt groot
risico
voetballerlei
SPORT
fceidóaOowumt
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1991 PAGINA 20^
Bulgaarse bondscoach
drie jaar geschorst
ZÜRICH De strafcommissie van de UEFA heeft de Bulgaarse
bondscoach Ivan Vutzov tot 24 januari 1994 geschorst. Vutzov
mag drie jaar geen duels van het nationale voetbalelftal in Euro
pees verband coachen, omdat hij op 14 november vorig jaar tij
dens de EK-kwalificatiewedstrijd Bulgarije - Schotland de
scheidsrechter had bespuugd en herhaaldelijk had beledigd. De
tuchtcommissie deelde in totaal 150.000 Zwitserse francs, ruim
200.000 gulden, aan geldboetes uit. De hoogste geldstraf werd op
gelegd aan Atalanta Bergamo. De Italiaanse club moet bijna
45.000 gulden betalen omdat haar fans in de beide wedstrijden in
het UEFA-bekertoernooi tegen FC Köln vuurwerk en rookbom
men op het veld hadden gegooid.
Milla keert terug
LONDEN Roger Milla keert weer terug op het veld. Voorlo
pig voor één wedstrijd. De speler van het jaar in Afrika is opge
nomen in de selectie van Cameroun voor de vriendschappelijke
interland tegen Engeland, op woensdag 6 februari in Londen.
Mendoza herkiesbaar
MADRID De functie van voorzitter bij Real Madrid is tot het
einde van maart vacant. Ramon Mendoza trad onlangs bewust
voor korte tijd af. Ziin voorstel nieuwe, vervroegde verkiezin
gen te houden, werd door een buitengewone vergadering van
aandeelhouders met 366 tegen 209 stemmen aangenomen. Men
doza, baas van de club sinds 1985, is eind maart wel herkiesbaar.
Hij hoopt dan namelijk, na electie, op uitbreiding van zijn be
voegdheden. Hij vraagt een mandaat waarmee hij de bouwplan
nen rond het stadion kan verwezenlijken. Het gaat om een
sporthal met 18.000 plaatsen voor basketbal- en bokswedstrijden,
en een parkeergarage in de kelder.
Blazevic laan uit
NATES De Franse voetbalclub Nantes heeft zijn Joegoslavi
sche oefenmeester Miroslav Blazevic ontslagen. De zware neder
laag tegen Marseille afgelopen zondag, 0-6, gaf daarbij de door
slag. Het was de pijnlijkste oorwassing van de ploeg sinds de
promotie naar de hoogste Franse afdeling in 1963. Jean-Claude
Suaudeau, die Nantes al van 82-88 onder zijn had, neemt de
taken van Blazevic over.
Robson in selectie
LONDEN De Engelse bondscoach Graham Taylor heeft Brian
Robson opgenomen in de selectie van het nationale voetbalelftal
voor de vriendschappelijke interland tegen Cameroun op 6 febru
ari. Het is de eerste keer sinds de eindronde om de wereldtitel in
Italië dat de 34-jarige speler van Manchester United wordt gese
lecteerd. Robson moest tijdens het WK afhaken. Hij werd geope
reerd aan de achillespees. Dit seizoen speelde de aanvoerder van
Engeland pas tien wedstrijden voor Manchester United.
Wat houdt iemand die de
zestig nadert, alles heeft
meegemaakt en gewon
nen, steeds vaker kritiek
krijgt op zijn beleid en
vooral de laatste seizoenen
met heel wat problemen
kreeg af te rekenen in de
wielersport?
„De renners en liefde voor de
wielersport natuurlijk. Ik
houd die ploeg echt niet voor
mezelf op de been. Ik heb een
bepaalde verantwoordelijkheid
aanvaard en die leg je na wat
kritiek, tegenslagen of proble
men niet zo maar neer. Het is
net als met de topsporter zelf:
je moet dat overwinnen, er te
gen vechten".
U was jarenlang het boegbeeld
van de Nederlandse wieler
sport, maar in de voorbije ja
ren is de kritiek steeds luider
geworden. Doet dat pijn?
„Je moet dat relativeren. De
meeste kritiek komt van ver
trekkende renners en dat
wordt dan klakkeloos overge
nomen door de pers. Het valt
me trouwens op dat de journa
listen steeds vaker de kant
van de renner kiezen. Die ko
men dan met verhalen dat dis
cipline, organisatie en materi
aal niet goed zijn. Renners met
het hoogste salaris roepen
vaak het luidst; dat ze voort
durend hun eigen verantwoor
delijkheden hebben ontlopen,
wordt snel vergeten. Maar zo
gaat dat. Als de renners goed
presteren hoor je niemand,
dan vindt men dat logisch,
maar als het slecht gaat, is het
de schuld van de ploegleider.
Een beetje zoals in het voetbal.
Al gaat het 'm daar om het
collectief resultaat en kan de
trainer nog ingrijpen als de ve
dette het laat afweten. In het
wielrennen is dat niet moge
lijk. Een voetbaltrainer kan
met een niet fitte speler star
ten en die aan de rust vervan
gen, maar ik kan in de bevoor
rading niet snel twee renners
die het niet goed doen, wisse
len".
Zelf weet u de pers naar ver
luidt ook goed te gebruiken.
Zo zou u de brief van dokter
Janssens, die Nieuwe Revue
publiceerde en waarin hij
voorstelde de pers om de tuin
te leiden in de zaak-Theunisse,
hebben laten uitlekken. Een
mooie wraak?
„Die brief was aan de Stich
ting gericht, niet aan mij per
soonlijk. Ik heb die natuurlijk
in handen gehad, maar ik
weet niet wie daar nog alle
maal een copie van gekregen
heeft. Maar eerlijk, ik heb die
brief niet aan dat blad doorge
speeld. Ik moet wel toegeven
dat die brief van iemand van
onze Stichting kwam, maar
lekken zijn er nu eenmaal
overal".
Opvallend is wel dat u in ei
gen land veel meer kritiek
krijgt dan elders.
„Dat klopt. Maar in Nederland
is 90% van de bladen en kran
ten dan ook op sensatie afge
stemd. In andere wielerlanden
is dat gelukkig heel wat min
der het geval. Hier las je na
het WK alleen nog maar grote
verhalen over Theunisse,
Rooks en Van Poppel, terwijl
de najaarsklassiekers nauwe
lijks enige aandacht kregen. Ik
had soms de indruk dat men
het mij kwalijk nam dat Theu
nisse tweemaal positief werd
bevonden. Er waren er die be
weerden dat ik Rooks en
Theunisse nooit had mogen
aanwerven. Maar dat soort
eens betrapt, maar dat kan ie
dereen overkomen. Hebt u nog
nooit een bekeuring gehad,
omdat u te snel met de wagen
reed? Maar inmiddels is Theu
nisse driemaal betrapt en de
ploegen staan nog steeds in de
rij om hem aan te trekken.
Dan zeg ik dat je risico's loopt.
Wat Rooks betrof, heb ik me
door Theunisse laten overtui
gen dat hij veranderd was, erf
hij ging zorgen dat er geen
problemen kwamen. Maar als
mijn rondekopman uitvalt en
zijn vriendje presteert niet
meer omdat zijn maatje er niet
bij is, kan ik dattoch niet hel
pen".
Hebt u het in uw beginjaren
als ploegleider ook niet te
makkelijk gehad? Alles ging
toen vanzelf, er leek geen ein
de te komen aan de reeks suc-
„Toen was er in Nederland
een profploeg en de tegen
stand was niet zo groot. In de
Tour reden er in die tijd 110 of
120 renners mee, nu zijn er 300
man die naar de Tour willen.
De wielersport is vooral in de
breedte veel sterker geworden,
maar in Nederland en België
Hoewel wel eens wordt vergeten dat
de Panasonic-ploeg in de belangrijkste
eendagskoersen op geen enkel moment
helemaal uit beeld verdween, heeft
ploegleider Peter Post in de voorbije
seizoenen niet bepaald zijn meest suc
cesrijke periode gekend. Vooral vorig
jaar volgden de problemen elkaar in
snel tempo op: de ziekte van Van Vliet,
de dopingzaken van Theunisse, de on
vrede van Peiper en Talen, het falen
van Rooks en Van Poppel en een
rechtszaak rond al of niet gedane be
loften aan laatstgenoemde. Eén en an
der zorgde voor de grootste zuivering
die Post ooit hield: liefst tien renners
die vorig seizoen deel uitmaakten van
het Panasonic-team waren er eerder
deze week tijdens de ploegvoorstelling
in Den Bosch niet meer bij. De proble
men zaten hem na afloop van het sei
zoen zo hoog dat hij gedurende vele
maanden geen interviews toestond. De
relatie Nederlandse pers/Post is inmid
dels wat op een haat/liefde verhouding
gaan lijken. Ze kunnen niet zonder el
kaar, maar op geregelde tijdstippen
hebben ze het bijzonder moeilijk met
elkaar. Post verwijt het gros van de
Nederlandse pers, alleen nog maar aan
sensatie-verslaggeving te doen. Terwijl
het merendeel van de Nederlandse
sportjournalisten de mening is toege
daan dat de ploegleider zich te vaak
van een leugentje om bestwil bedient
en zich als een keizer gedraagt. Kort
voor de officiële ploegvoorstelling was
Post echter bereid om een periode van
stilzwijgen te doorbreken. Het gesprek
duurde tweeëneenhalf uur, en al die
tijd keek de ploegleider ons recht in de
ogen, ging geen enkele vraag uit de
weg en sprak bij bij momenten geëmo
tioneerd en met stemverheffing.
Als tijdens het interview iets duidelijk
werd, dan is het wel dat Post nog
steeds bezetten is van het wielrennen.
PETER POST AAN VOORAVOND
VAN HET WIELERSEIZOEN:
zijn niet meer toprenners dan
vroeger. De vraag is veel gro
ter dan het aanbod, waardoor
de renners in een machtsposi
tie zitten. De situatie van nu is
dus niet te vergelijken met die
van de Raleigh-periode".
Op de Tour lijkt voor u een
doem te liggen. U hebt al veel
geld aan ronderenners gespen
deerd, maar het is alleen met
Zoetemelk gelukt. Frustre
rend?
„Tja, het lukt inderdaad niet
zo best; we zijn eigenlijk altijd
een ploeg voor de klassiekers
gebleven. Dat heeft er natuur
lijk mee te maken dat wij in
de eerste plaats aangewezen
zijn op renners uit Nederland
en België, en daar is het aantal
kandidaat-Tourwinnaars erg
klein".
En als u er een in de rangen
hebt, laat u hem te vroeg ver
trekken?...
„Erie Breukink is inderdaad
een kandidaat-Tourwinnaar
en ik was niet van plan hem te
laten gaan. Ik wou een tandem
Theunisse/Breukink vormen.
Maar toen Theunisse er Rooks
bij wou, en ze allerlei dingen
over Eric in de pers gingen
vertellen, wilde die weg. Hij
had nog een contract van een
jaar en iedere ander renner
zou ik daar aan gehouden heb
ben. Ik heb hem echter laten
gaan, omdat ik privé een erg
goede relatie heb met de fami
lie Breukink. Natuurlijk wist
ik dat de concurrentie een ca
deau kreeg, maar ik vind het
fijn dat hij goed gepresteerd
heeft in '90. Achteraf kan je
uiteraard zeggen dat ik een
foute keuze heb gemaakt,
maar ik heb daar echt dagen
lopen over nadenken hoor".
Het aantrekken van Rooks en
Theunisse werd beschouwd als
een zoveelste poging om suc
cessen te kopen. Men verwijt u
wel eens weinig voor de jonge
ren te doen; zelden echt een
ploeg te laten groeien.
„In principe kopen wij onze
ploeg nooit bij mekaar. Maar
het opbod is begonnen toen er
Nederlandse ploegen bijkwa
men en als ik iemand echt wil,
ben ik verplicht daaraan mee
te doen. Jongeren hebben bij
ons echter altijd kansen gehad.
Als ze na een paar seizoenen
goed presteren, vertrekken ze
in veel gevallen echter voor
het geld. Het wordt wel steeds
moeilijker om jongeren kansen
te geven. Organisatoren laten
nu contractueel vastleggen
met welke renners je mag ko
men rijden. Ze worden immers
beoordeeld op het aantal
FICP-punten dat ze aan de
start hebben. Bovendien is het
aantal renners per ploeg in de
meeste wedstrijden van tien
naar acht teruggebracht. Als
we op twee fronten rijden, be
tekent dat vier renners min
der per wedstrijddag. Toch
heb ik zeven neo's dit jaar.
Het woord geld is al een paar
keer gevallen, is dat de groot
ste verandering die u hebt
meegemaakt sinds u ploeglei
der bent?
„Absoluut. Geld heeft de wie
lersport in de voorbije zeven,
acht jaar enorm veranderd.
Negen van de tien renners die
zelf van ploeg veranderen
doen dat om het geld. Ze zeg
gen dat alleen nooit. Ze komen
dan plots met een hoop rede
nen waarover ze vroeger met
geen woord gesproken hebben,
maar het gaat altijd om geld.
Renners praten over niets an
ders meer! Ze verwijzen dan
vaak naar sporten als tennis,
formule 1, voetbal en golf
waar nog meer verdiend
wordt, maar dat is geen cor
recte vergelijking. Dat zijn sta
dion- of circuit-sporten waar
bij de recette een belangrijke
bron van inkomsten vormt. En
hoeveel mensen heb je nodig
voor een formule 1-wedstrijd
of een tennistoernooi? Dertig,
misschien veertig? Bij belang
rijke wielerwedstrijden spre
ken we nog altijd over 200
renners. Voor dat soort argu
menten hebben renners echter
geen begrip. De huidige ont
wikkelingen zijn op termijn
een gevaar voor de wieler
sport, al krijg ik steeds meer
de indruk dat we het hoogte
punt achter de rug hebben.
„Tien jaar geleden bedroeg ons
budget 1,2 miljoen gulden. Vo
rig seizoen beliep het 9.9 mil
joen, maar dit jaar zakken we
terug naar 7,5 miljoen".
Opvallend is wel dat Belgen
altijd een grote rol hebben ge
speeld in uw ploeg en dit jaar
zijn ze nog nadrukkelijker
aanwezig.
„Ik ben altijd een beetje ver
liefd geweest op Vlaanderen.
Als mijn vrouw had gewild,
woonden we al lang in België.
Ze mogen in Nederland eigen
lijk van geluk spreken dat we
nog een Nederlandse ploeg
zijn. Ik hou veel meer van de
Vlaamse dan van de Neder
landse mentaliteit. Dat is een
verschil van dag en nacht. Met
Belgische renners of personeel
heb ik nooit problemen! Ze
kennen de verhoudingen be
ter, hebben meer discipline,
klagen niet zo snel en zullen
zelden hun verantwoordelijk
heden ontlopen. Als ik zie hoe
een Dhaenens zelf de zaken
met PDM heeft opgelost, dan
kan ik alleen maar zeggen:
grote klasse. Als dezelfde situ
atie zich met een Nederlandse
renner voordoet, wordt het
met getrokken messen uitge
vochten en waarschijnlijk ook
nog via de pers. Maar het zijn
niet alleen de renners hoor.
Ook toeschouwers, organisato
ren en pers liggen me in Bel
gië heel wat beter dan in Ne
derland. Bij jullie houden de
mensen echt van de wieler
sport. De meeste Nederlanders
zijn er alleen maar bij betrok
ken omdat er veel geld mee te
verdienen valt".
Wat Dhaenens betreft, lijkt
het er anders op dat hij in de
eerste plaats voor de centen bij
u zit.
„Rudy verdient bij ons niet
meer dan hij elders kon krij
gen. Alleen heeft hij gezien
dat hij bij ons een zeer goede
positie kon krijgen, en er was
ruimte voor zijn eigen sub
sponsors. Dat laatste was bij
PDM een probleem, omdat die
zelf contracten hebben met
schoen- en brilfabrikanten. Bij
Panasonic houden we ons daar
niet mee bezig. Bovendien is
hij erg goed bevriend met de
Planckaerts en vond hij nog
vijf landgenoten bij ons".
Ja, maar hij heeft een zwaar
contract en een uitgesproken
winnaar is hij niet. Het lijkt er
op dat u alleen maar de we
reldkampioen hebt willen bin
nenhalen.
„Dhaenens moet voor ons geen
klassieker winnen. Als we
door hem één of meer top-
koersen winnen, heeft hij zijn
rol perfect vervuld. De laatste
jaren hebben we vooral een
leidersfiguur in de ploeg ge
mist. Iemand die het in de
wedstrijd allemaal ziet gebeu
ren, in de finale mee is en be
slissingen durft nemen als de
ploegleiding niet kan geraad
pleegd worden. Rudy is één
van de intelligentste renners
in het peloton en gaat die rol
bij ons vervullen. Hij is onze
belangrijkste aanwinst. Ik had
hem trouwens al veel eerder
willen hebben, maar door om
standigheden kon dat niet".
zijn wereldtitel heeft hij maar
weinig bewezen. Hij was wel
vaak ziek en gekwetst. Boven
dien komt een Italiaan in een
Nederlandse ploeg nogal,
vreemd over.
„Kijk, als Rooks, Theunisse,
Van Poppel, Talen en Van
Vliet bij ons waren gebleven,
was Fondriest nooit gekomen.
Maar toen die wegvielen, heeft
Fondriest zelf contact met ons
gezocht. Als hij zich niet zou
willen aanpassen, had hij dat
toch niet gedaan! Ik heb trou
wens al gemerkt dat hij qua
mentaliteit geen echte Italiaan
is. Hij wou vooral vaker in
België rijden. Weet je dat hij
contractueel heeft laten vast
leggen dat hij wedstrijden als
Kuurne, Harelbeke en nog een
boel andere mag rijden? Hij
zegt ook dat hij in het peloton
het best opschiet met de Belgi
sche renners. Neen, ik geloof
echt nog in hem, al blijft het
natuurlijk een uitdaging. Maar
vergeet niet dat hij nog maar
25 jaar is".
Laten we het even over de
'zuivering hebben. Tien ren
ners die vertrekken is wel erg
ongewoon, zeker in uw ploeg.
„Dat heeft voor een stuk met
toeval te maken. Van Vliet
heeft om gezondheidsredenen
afgehaakt, De Rooy is gestopt
en de Duitser Durst is een
leuk mens en een goeie renner
die ik met spijt zie vertrekken,
maar ik had een overschot aan
buitenlanders. Met Freuler be
stond hetzelfde probleem. Bo
vendien had ik hem in de eer
ste plaats voor de Giro en die
rijden we dit seizoen niet, wel
de Vuelta. Dat Van Poppel
vertrok, lag voor de hand, ter
wijl hetzelfde voor zijn maatje
Cornelisse geldt. De contrac
ten van Theunisse en Rooks
kun je beter verbreken dan ze
nog twee seizoenen nutteloos
geld toe te stoppen en Van de
Pas was het trainingsmaatje
van Gert-Jan. Peiper wil het
nog eens als kopman proberen
in de klassiekers en dat kon bij
ons niet. En Talen tenslotte
had ik liever gehouden, maar
die is voor het geld wegge
gaan".
Er zijn niet alleen tien renners
weg, er is ook een wissel bij
uw assistenten. Waarom?
„Laat ik één ding voorop zet
ten: als mens mag ik Ferdi
Van den Haute erg graag.
Maar het probleem was dat hij
ging twijfelen aan zijn functie.
Hij kon niet op tegen de pro
blemen die het leiden van een
ploeg met zich meebrengt.
Ferdi durfde gewoon geen be
slissingen nemen en tijdens de
Tour nam hij liever verlof. Op
een bepaald moment begon hij
zelf te roepen dat hij beter on
derwijzer had kunnen blijven.
Nou, dan moet hij maar weer
voor de klas gaan staan".
Theo De Rooy neemt het van
hem over. Kan hij het wel
aan?
„We kennen mekaar al jaren
en ik heb een zeer goede in
druk van hem. Ik laat hem
zijn gang gaan en hij mag zijn
eigen ideeën uitvoeren, hij
krijgt echt geen enkele op
dracht. De eerste dingen waar
hij mee gekomen is, zoals de
neo's bezoeken voor een lange
babbel, vind ik zeer positief".
Dat laatste, echt contact met
uw renners, is iets dat u niet
hebt, beweren de kritikasters.
Klopt dat?
„Er is wel altijd een zekere af
stand tussen mij en de renners.
Ik zal bijvoorbeeld nooit gaan
stappen met de renners of eens
lekker doorzakken in een dis
cotent zoals sommige ploeglei
ders doen. Maar dat ligt ge
woon niet in mijn aard en men
mag van mij toch niet ver
wachten dat ik dingen ga doen
die niet in mijn aard liggen".
„Geen flauw idee. Panasonic
heeft nog een contract tot eind
dit jaar, plus een optie voor
'92; maar dat wil niet zeggen
dat ik er dan mee kap. Ik be
gin mijn achttiende seizoen als
ploegleider en heb nog maar
twee hoofdsponsors gehad, dat
is iets waar ik trots op' ben.
Het is erg stimulerend dat
twee zulke belangrijke bedrij
ven zoveel vertrouwen in je
hebben. Maar wat nadien
komt weet ik niet. Een stapje
terugdoen? Weet ik niet, ik
voer nooit de onderhandelin
gen. De grote bedragen wor
den met de huidige crisis ze
ker een probleem, maar nie
mand weet hoe zich dat gaat
ontwikkelen. Ik vind echter
dat je, als het moet, op een be
paald moment een stap terug
moét kunnen doen. Maar ach,
mijn beslissing zal van zoveel
factoren afhangen. Als Planc-
kaert en De Rooy met een an
ders uitgebouwde ploeg en een
beperkter programma zouden
willen doorgaan, zal ik ze echt
niet laten vallen".
Van alle problemen die u vo
rig seizoen met de ploeg had,
trok naast de dopinggevallen
van Theunisse vooral de
(recht)zaak Van Poppel de no
dige aandacht. De voor velen
intrinsiek snelste sprinter van
de huidige generatie profs,
kwam bij Raas tot ontplooiing,
maar stapte na vier ritzeges in
de Tour '88 over naar Panaso
nic. Maar in dat team was
Jean-Paul nog maar een slap
pe schaduw van de snelle jon
gen die hij voordien was.
„Tja, waar is het fout gelopen?
Óm te beginnen mag je niet
vergeten dat hij tijdens zijn
laatste jaar bij Raas de absolute
top had bereikt. Als sprinter
vier ritten in een Tour win
nen, dat hebben hem er niet
veel voor gedaan. Hij kan
nooit meer beter doen en ik
had dat ook niet van hem ver
wacht. Maar dat neemt niet
weg dat hij onder de verwach
tingen is gebleven. Nou, mis
schien was hij bij Raas wel iets
beter omringd, maar dat zou
ook niet zijn blijven voortdu
ren. Een Nijdam blééf zich
niet uitsloven voor Van Pop
pel, dat zag je op het einde al.
Trouwens hij is bij ons vaak
genoeg in dezelfde gunstige
positie naar de streep ge
bracht. Neen, Jean-Paul had
die scherpte niet meer, dat was
de hoofdoorzaak van het pro
bleem geloof ik".
Wat zouden de oorzaken kun
nen zijn geweest?
„Ik denk dat de motivatie wat
verdwenen was. Van Poppel
verdiende plots heel veel geld,
er kwam luxe in zijn leven en
dan zie je vaak dat de natuur
lijke motivatie vermindert. En
het tweede seizoen kwam daar
natuurlijk de faalangst bij. Op
een bepaald moment durfde
Jean-Paul gewoon geen beslis
singen meer nemen in een fi
nale. De ploegmaats zien dat
ook en die gaan natuurlijk ook
twijfelen. Bovendien kregen
we vorig jaar te maken met
Olaf Ludwig, die het wel af
maakte en wel beslissingen
durfde nemen in een volle fi
nale. In die omstandigheden
kon ik de ploeg toch moeilijk
dwingen om voor Van Poppel
te rijden".
„Waarom Van Poppel naar de
rechtbank is gestapt toen hij
hoorde dat hij niet mocht blij
ven, heb ik nooit begrepen. Ik
had de intentie nog twee jaar
met hem door te gaan, maar
hij kwam me zelf zeggen dat
hij een andere en erg goeie
aanbieding had. En na zijn
zwakke Tour had hij natuur
lijk niet veel argumenten om
me te overtuigen. Nu goed, ik
heb van de rechtbank over de
ganse lijn gelijk gekregen.
Maar ondanks al die proble
men mag ik Van Poppel erg
graag. Het is echt een goeie
vent die erg goed in de ploeg
lag. Voor mij is hij ook niet af
geschreven. Ik ben er van
overtuigd dat hij terug komt.
Vergeet niet dat hij nog jong is
en nooit veel gekoerst heeft.
Neen, van Jean-Paul horen we
nog wel, daar ben ik zeker
van".
Wat vindt u het belangrijkste
dat u in die achttien jaar als
ploegleider hebt gerealiseerd?
„Dat ik een steentje heb bijge
dragen aan de populariteit van
de wielersport in Nederland.
Let op: ik zeg niet dat het
wielrennen hier dank zij mij.
populair is geworden. Ik heb
er alleen een klein beetje toe
bijgedragen en dat stemt me
blij".
GUIDO ROELANTS
K
door Frank Werkman
Duo
Sinds 1 oktober, de magische
datum in omroepland waarop
radio- en televisievolk uit de
zomerse winterslaap ontwaakt,j
kent ons huisbioscoop een
nieuw fenomeen. In het ooit
met veel bombarie
aangekondigde maar
vervolgens grotendeels in
intenties gesmoorde
programma van de
gezamenlijkheid NOS Laat is
sport sindsdien een wezenlijk
onderdeel.
Een kwartiertje lang is er
zendtijd ingeruimd voor dit
maatschappelijk verschijnsel,
waarvan het nog steeds bon ton
is bij snob-achtige figuren om
te verklaren „er geen bal van
af te weten". De NOS is sport
eindelijk volwassen gaan
vinden en erkende het
bestaansrecht ook tussen de
weekeinden in.
Ooit werd een lofwaardige
poging gedaan met een varia-
achtige halfuurtje op de
maandag en later de dinsdag.
Nieuws werd aangekleed en al
en toe zelfs een achtergrondje
belicht. Nadat Hans Böhm zich
als presentator had laten
kronen tot onvolprezen
titelhouder bij het open
Nederlands kampioenschap
miskleunen en zijn hielen had
gelicht, begon het programma
Sport Studio eindelijk ergens
op te lijken.
Vanaf 1 oktober bedient NOS
Laat zich van een zogenoemde
dubbelpresentatie. Nog niet zo
lang geleden werd dat vanuit
Amerika overgewaaide
fenomeen ook door het Acht
Uur Journaal toegepast. Maar i
daar werd ijlings een punt i
achter gezet toen bleek dat de
traditioneel ingesteld
nieuwslezers maar moeilijk j
konden wennen aan
bijvoorbeeld wisselende
camera-instellingen en
regelmatig en profil door de
huiskamer konden worden
bewonderd.
Bij RTL4 heeft men met deze
overigens volstrekt overbodige
aanpak meer succes; althans de'
duale presentatie leidt niet tot
storende stunts. Van het
schouder een schouder zittende
tweetal Pauw/Schrijver zit de
één regelmatig de ander aan te
kijken als die een tekstje
opdreunt. Adembenemende
beelden vind ik dat.
Bij NOS Laat heeft men
gekozen voor de huis-, tuin- en
keukenvorm. De dienstdoende
presentatoren zitten achter een
soort aanrecht, waaraan ze
trachten de meest smeuiige
televisie-gerechten te bereiden.
Doordat sport dus vanaf 1
'oktober een gewichtige plaats
in het programma inneemt, zit
er naast de algemene
presentator een
vertegenwoordiger uit die
discipline.
Hetgeen kennelijk voor het
permanente duo Maartje van
Weegen en Charles
Groenhuijsen nog wel eens
aanleiding is tot verrassende
ontdekkingen. De coiffure van
het het tweetal vertoont
namelijk regelmatig
kenmerken alsof hun haren
overeind staan. En ik kan me
dat voorstellen.
De redactie van Studio Sport
heeft voor NOS Laat twee
vaste krachten: Annette van
Trigt en Mart Smeets. Mogen
Maartje en Charles worden
beschouwd als het duo Knabbel
en Babbel, de sportievelingen
zijn het beste gekenschetst als
het koppel Kwebbel en
Schnabbel. Gevatheid,
guitigheid en scoringsdrift zijn
hun motto, dat ze nastreven
met een gedrevenheid,
waarvoor alleen zij zelf
bewondering mogen hebben.
Op hun beider oorspronkelijke
werkterrein, radio en
basketbal, konden Kwebbel en
Schnabbel worden gezien als
redelijk vakbekwaam. Zij
maakte aardige interviews, hij
promootte zijn eigen sport tot
in het absurde om vervolgens
furore te maken als wieier- en
schaatskenner. Zijn nummertje
met Kees Jansma elke
zondagavond wordt verguisd
én gevierd. En als je zo veel
tegenstrijdigheid oproept, doe
je het goed.
In NOS Laat horen Kwebbel
en Schnabbel echter niet thuis.
Zij toont nog een
ontwapenende debutanten
allure, maar hij bemoeit zich
met zaken waar hij geen
verstand van heeft. Waarbij de
blik van mede-presentator van
Groenhuijsen deze week een
aantal keren boekdelen sprak.
Het mankeert er nog maar aan
dat ze door elkaar gaan zitten
praten.
Sport elke avond is leuk, nodig
zelfs. Maar als dat item voorbij
is, moet er gewoon een andere
presentator gaan zitten. Tenzij
men bij de NOS van mening is
dat niet alleen sport
amusement is, maar nieuws
ook. In dat laatste geval mogen
Kwebbel en Schnabbel blijven
zitten. Want irritatie is ook een
vorm van tijdspassering.