l De triomfen van Gerard Depardieu Verschil tussen man en vrouw zit ook in hersenen en hormonen r mal Ie ZATERDAG 26 JANUARI 1991 PAGINA 2| PARIJS - Zijn eenenveertigste le vensjaar bleek een succesjaar voor Gerard Depardieu. Al zijn twijfels over de toekomst, al zijn angsten werden in dat jaar weggenomen. Hij speelde het paradepaardje van het Franse theaterrepertoire, de rol van Cy rano de Bergerac, in de gelijknamige film en maakte er een persoonlijke triomf van. Hij speelde in zijn eerste En gelstalige film. Green Card, en bewees definitief dat er niets is wat hem van een internationale carrière kan weerhouden. Deze week werd Cyrano de Bergerac be kroond met een Golden Globe voor de beste buitenlandse film en mocht Depar dieu een Golden Globe voor de beste mannelijke acteur in een komische film in ontvangst nemen. Uranus, zijn laatste film, breekt alle be zoekersrecords in Parijs en bevestigt zo dat hij, in elk opzicht, de grootste Franse ster is. Een mede-acteur in Cyrano de Bergerac heeft gezegd dat Depardieu de rol speelde „met de vuisten van een sla ger en de muiltjes van Assepoester". Pe ter Weir, regisseur van Green Card, roemt zijn „kwaliteit van man en kind, van schoonheid en beest". Die tegen strijdigheden zijn wat hem zo fascine rend maakt. Lelijk Laten we er geen doekjes om winden: hij is lelijk. Hij heeft een enorme vooruit stekende kin en toen de make-up-men- sen een ontwerp moesten maken voor Cyrano's monsterlijke neus modelleer den ze die gewoon naar die van Depar dieu zelf, zij het iets groter. Zijn grote, logge lichaam heeft iets middeleeuws, als was hij een vriendelijke reus uit een sprookje. Hij is niet de enige acteur die afwijkt van de klassieke schoonheidsnormen. Neem Charles Laughton, Michel Simon, en er is niemand die Charles Bronson mooi zou noemen. Het verschil is dat zij geen romantische hoofdrollen speelden of de intense erotische charme uitstraal den die deel uitmaakt van Depardieu's charisma. Het geheim zit 'm in de ogen: het zijn zonder enige twijfel spiegels van een bij zondere ziel. Ze zijn helder en open en ondervragend, kwetsbaar en teder, vreemd onschuldig als die van een kind. Dat is wat al zijn optredens zo opwin dend maakt: de tegenstrijdigheid van zijn grove, lompe uiterlijk en de gevoe ligheid van de man daarachter. Zwerver Depardieu's jonge jaren vormen mis schien in zekere zin een uitleg voor de tweeledigheid van zijn persoonlijkheid. Zijn vader was een ongeletterde staalar- beider in Chateauroux, 270 kilometer ten zuidwesten van Parijs. Zijn vader en moeder sloegen hem en zijn vijf broer tjes en zusjes wanneer zij dronken wa ren. Op zijn twaalfde liep hij weg. Hij was toen al erg groot en hing rond met mensen die veel ouder waren dan hij zelf, onder wie een paar instructieve prostituees. Hij werkte op een passa giersschip en als strandwacht, stal auto's en alles waar hij de hand op kon leggen en kende alle politiecellen van binnen. Hij herinnert zich dat hij er zo woest uitzag dat vreemdelingen voor hem op de loop gingen als hij. heel beleefd, pro beerde iets tegen hen te zeggen. Als ge volg van de eenzaamheid van het straat leven was hij niet meer in staat met an deren te communiceren. „Ik praatte al leen maar tegen mezelf en tegen de bo men". Volgens een van de versies van zijn le vensverhaal schreef een gevangenispsy chiater hem acteerlessen voor. Later heeft Depardieu echter gezegd dat hij bij toeval in het station van Chateauroux de acteur Michel Pilorge ontmoette die hem meenam naar Parijs en het Théatre National Populaire. „Waarom ik met hem meeging? Ik weet het niet". Doorbraak Het was 1965 en Depardieu was zestien jaar oud. Binnen een paar maanden had hij een rolletje, twee dagen werk, in een vergeten film, Le Beatnick et le Minet. Hij kreeg de rol om zijn uiterlijk, want zijn dictie was zo onzeker dat hij nage synchroniseerd moest worden. Depar dieu leerde echter snel en kreeg al gauw toneel- en televisiewerk. Hij maakte meer films en in 1971 werd hij ontdekt door schrijfster en filmster Marguerite Duras. In de twintig jaar daarna heeft hij het fenomenale aantal van vierenzestig films gemaakt. De grote doorbraak kwam met Bertrand Bliers Les Valseuses, waarin hij een op geschoten, roofzuchtige jeugddelinquent speelde. Het succes van de film was gro tendeels te danken aan de tentoonge spreide seksualiteit, maar Depardieu viel op als een acteur met wie rekening ge houden moest worden. Een nare jeugd is iets wat veel, zo niet alle, grote sterren met elkaar gemeen hebben; Charlie Chaplin, Greta Garbo, Marilyn Monroe enzovoort. Bij Depar dieu zijn de gevolgen duidelijk zicht baar. Hij geeft toe dat hij in bepaalde opzichten erg kinderlijk gebleven is en dat hij kampt met een diepgewortelde kwetsbaarheid. Zijn behoefte aan emo tionele zekerheid lijkt te worden bevre digd door zijn lange huwelijk met een actrice acht jaar ouder dan hijzelf, die hij ontmoet heeft toen hij nog bij het Théatre National Populaire was. Ze heb ben samen een zoon, een dochter en een oude boerderij met wijngaard. Een van de gevolgen van het feit dat hij nooit zijn school heeft afgemaakt - eerst had hij zelfs de grootste moeite met het lezen van zijn script - is dat Dépardieu een diep ontzag heeft voor literatuur. Hij beheerst het Franse klassieke reper toire uitstekend. Wanneer hij aan een film werkt heeft hij, in tegenstelling tot de meeste andere acteurs, nooit de drang zelf iets aan de tekst te veranderen. „Als dat de manier is waarop het is geschre ven, dan is dat de manier waarop we het zullen proberen". Ondanks zijn geringe scholing en -zijn constant benadrukken van het feit dat hij 'maar een boer' is, verraadt de ma nier waarop hij over zijn werk en zijn films praat een intelligentie die verder gaat dan alleen slimheid. Hij bereidt zijn rollen zeer zorgvuldig voor, maar houdt niet van repeteren. Jacques Weber, die Cyrano's vijand Des Guiches speelt in de film: „Je krijgt de indruk dat hij zich niet concentreert. Hij heeft heel eenvou dige methodes, net als de mensen die alle huismiddeltjes van hun grootmoe ders kennen en nooit medicijnen nodig hebben". Cyrano Depardieu is Cyrano. De expressieve ogen in het grove gezicht zijn de essentie zelf van de man die Edmond Rostand heeft geschapen. Rostands Cyrano, met als historisch origineel een zeventiende- eeuws schrijver en avonturier, is een Gasconse soldaat met een afstotelijke neus, een opvliegend temperament en een snel zwaard. Maar onder dat ruwe uiterlijk huist een dichter en een gevoeli ge, liefhebbende ziel die zich te veel schaamt over zijn misvorming om zijn schone nicht Roxane zijn liefde te ver klaren. In plaats daarvan schrijft hij haar exquise liefdesbrieven uit naam van de slecht van de tongriem gesneden jonge kadet voor wiens uiterlyk Roxane geval len is; een gebaar dat deels kan worden uitgelegd als zelfopoffering en deels als een surrogaat liefdesverklaring. „Ik kan me inleven in Cyrano's brutali teit en kwetsbaarheid", zegt Depardieu. „Ik denk dat ik ook in mijn andere films Cyrano was. De mannen die ik speelde waren allemaal min of meer onvolwas sen en opstandig. In verschillende mate deelden ze zijn dromen, zijn dwaashe den, zijn liefde en zijn onschuld. Dus de film kwam precies op het juiste mo ment. Ik had de rol niet zo natuurlijk kunnen spelen wanneer ik jonger was ge weest. En had ik langer gewacht, dan was ik te oud geweest. Het is de film van mijn veertigste. Ik had niet gelukkiger kunnen zijn". Depardieu's acteerwerk in de slotscène zal niemand met droge ogen kunnen be kijken. De scene toont zijn adembene mende technische vaardigheden. Depai dieu doet het voorkomen of Rostan<j complexe alexandrijnen de natuurlijks! communicatievorm ter wereld zijn a choreografeert zijn bewegingen op ht ritme van de tekst. De logge man zich met verbijsterende snelheid en tie bewegen, terwijl hij luchtig en ele_ de verzen van de opwindende duelscèi van de eerste acte reciteert. Green card Depardieu identificeerde zich gemakki lijk met Cyrano. De rol de hij speelde i Green Card was hem echter op het lii geschreven. Zonder Depardieu zou <j film misschien niet meer zijn gewee! dan een kleine, romantische komedii De film gaat over een Fransman in Ne» York die een Amerikaanse vrouw nodi heeft om een werkvergunning te krijgej en een vrouw die een man nodig heef om in aanmerking te komen voor ht appartement van haar dromen. Ht wordt een verstandshuwelijk en de ma en vrouw gaan onmiddellijk daarna we^ uit elkaar; later zijn zij echter gedwo^ gen samen te leven wanneer de immigrs tiedienst wantrouwig wordt. Zij zijn eikaars tegenpool en hebben eej stormachtige tijd samen voordat ze d onvermijdelijke, wederzijdse aantrel kingskracht onder ogen willen zien. 1} personage van Fauré, de Fransman, i duidelijk herkenbaar. Hij verslindt rooi vlees met het legendarische enthousiaj me van de bon vivant Depardieu. E zijn grapjes over zijn gewicht. Fauré ve; telt dat hij op zijn twaalfde van huis i weggelopen. Zelfs de symbolen die d jonge Depardieu op zijn arm had latei tatoueren op instigatie van zijn twe vriendinnen, de prostituées, spelen eej rol in Green Card. In Uranus keert Depardieu terug naq het provinciale Frankrijk. De personag die hij speelt wordt weer gekenmerk door de ruwe-bolster-blanke-pit- tegen strijdigheid. Leopold is een drinkend) café-eigenaar die Racine ontdekt wan neer hij de plaatselijke schooljeugd hui lessen hoort leren in zijn café - ze zijl hun school uitgebombardeerd. Leopolj is het onschuldige middelpunt en slachj offer van een verhaal over collaborate in oorlogstijd, gebaseerd op een romal van Marcel Ayme. Depardieu heeft de hedendaagse Frans man in elke laag van de samenleving ge speeld, van de blauwe-boorden-nietsnu tot de excentrieke flirtende directeur i Trop Belle Pour Toi. Hij heeft jeugdde linquenten gespeeld en zelfs een homo seksuele travestiet (in Tenue De Soirée) Daarnaast heeft hij alle grote figuren ui de Franse geschiedenis en literatuur uil gebeeld: Danton (in de versie van Andi zej Wajda), Rodin, Tartufife (in de enig film die hij tot dusver zelf heeft geregis seerd), Jean de Florette, Cyrano. Reste; hem nog Le Cid, De Gaulle en Jeann d'Arc. Voor Napoleon is hij waarschijr lijk te lang. Meer dan welke acteur oo sinds Jean Gabin is Depardieu een m tionaal instituut - en, te oordelen naa Green Card, ook een uitstekend expoii produkt. DAVID ROBINSOl (c) The Times, Londe Dertigduizend vrouwelijke soldaten doen mee aan de oorlog tegen Irak, liet het journaal en kele dagen geleden weten. En waar houden deze militairen zich mee bezig? Ze verplegen en zorgen in de achterste linies, in de veldhos pitalen. Als Anne Moir en David Jessel, de schrijvers van het boek 'Het grote verschil tus sen man en vrouw' over dit nieuwsfeit hadden beschikt, hadden ze het vast in hun publikatie meegenomen. Het toont als zoveel andere voorbeelden, op de drempel naar de 21e eeuw aan dat er hoegenaamd niets is veranderd aan de positie van vrouwen in een samenleving die nog steeds volgens mannelijk model is inge richt en ook door mannen wordt gedomi neerd. Moir en Jessel willen met hun boek an dere wegen inslaan om vrouwen bij alle maat schappelijke processen te betrekken. Een be drijf dat een secretaresse (V/M) vraagt is ech ter verkeerd bezig zeggen de schrijvers. Som mige beroepen zijn nu eenmaal beter geschikt voor vrouwen dan voor mannen en omge keerd. DEN HAAG - Voor feministen die geloven in een volkomen uit wisselbaarheid van mannen en vrouwen, om welke prestaties of functies het ook gaat, moet veel van wat in dit boek staat onaan vaardbaar zijn. En zij die de vrou wenemancipatie altijd nonsens hebben gevonden zullen hun voor oordelen over de ondergeschikte rol van vrouwen bevestigd zien. Geen van beide partijen heeft het vol gens dit boek echter bij het rechte eind. Anne Moir (een Britse wetenschapper) en David Jessel (radioverslaggever bij de BBC) tonen weliswaar onoverbrugbare verschillen tussen mannen en vrouwen aan, tegelijkertijd echter beschrijven ze de voordelen die mannelijke en vrouwe lijke eigenschappen hebben. En eerlijk gezegd zijn de conclusies voor mannen niet bijster gunstig, als hun handelen tenminste in een vrouwelijk licht wordt bezien. Dat is een wijs licht, omdat vrouwen bij het beoordelen van kwesties een brede blik hebben, een wetenschap pelijk vastgesteld feit. Vrouwen wegen alle aspecten af, mannen hebben een smalle kijk op de zaken. Maar mannen zijn wel veel beter in wiskunde en tech niek, wat het gevolg is van een geheel andere structuur van hun hersenhelften. Mannen kunnen zich daardoor sterker op een bepaald probleem concentreren dan vrouwen. En daar bestaat grote maatschappelijke waardering voor, die wordt uitgedrukt in geld en status. Moir en Jessel hebben de verschillen tussen mannen en vrouwen niet uit persoonlij ke waarnemingen opgetekend, het gaat om statistisch onderbouwde feiten. Biologisch Eindconclusie van het boek is dat meer vrouwelijke inbreng voor een betere sa menleving zouden kunnen zorgen. Een wereld zonder oorlogen (typisch manne lijke bezigheid) en zonder zinloze com petitie. Vrouwen kunnen zich niet als mannen gedragen omdat hun biologische struc tuur hun nu eenmaal een typisch vrou welijk gedrag oplegt. Het is onzin zeggen de schrijvers, dat mannen en vrouwen verschillen doordat meisjes en jongens vanaf hun jeugd worden opgevoed, 'ge conditioneerd', tot het gedrag dat als ty pisch mannelijk of vrouwelijk bekend staat. Die verschillen ontstaan reeds in de de ongeboren vrucht in de moeder schoot. In dit zeer prille stadium doen op zeker moment hormonen hun in vloed gelden. Dan wordt bepaald of het nieuwe mensje als man of vrouw door het leven zal gaan. Mannelijke hersens worden door de in vloed van het mannelijke hormoon tes tosteron anders georganiseerd dan die van vrouwen. Later produceert het man nelijke lichaam zelf testosteron en dan is eerlijk gezegd het hek van de dam. Dan manifesteren jongens zich als vandalen en later werpen mannen zich in de 'ra trace' om geld en macht. In het boek worden uitgebreide proeven met dieren en met mensen beschreven die deze wei nig verheffende mannenrol verduidelij ken. Teveel Moir en Jessel 'slaan de lezer, die kramp achtig vast probeert te houden aan femi nistische opvattingen dat vrouwen alles (beter) kunnen wat mannen doen, krach tig om de oren met zo te zien niet te weerspreken wetenschappelijke gege vens. Uit onderzoeken op Amerikaanse scholen is gebleken dat jongens van na ture veel beter in wiskunde zijn dan meisjes. Je hoort bij zo'n bewering de fe ministes al woedend roepen dat wiskun de ook altijd op een mannen-manier en door mannen wordt gedoceerd. Moir en Jessel rekenen daar mee af door te mel den dat er ook wiskundig begaafde meis jes bestaan, die les hebben gehad van mannelijke docenten. Het aantal meisjes dat goed is in wiskunde is overigens klein en er bestaat geen enkele vrouw die ooit een wiskundig genie, een Ein stein is geworden. Maar, aldus het boek, het is de vraag of het zo erg is dat meisjes niet alles kun nen waar mannen in uitblinken. De en kele vrouwen die dat wel kunnen, zijn tijdens hun prenatale fase aan een teveel van het mannelijk hormoon testosteron blootgesteld geweest. Dus eigenlijk ben je niet eens helemaal 'vrouw' als je goed bent in mannenwerk, althans volgens Moir en Jessel. Tegenhanger van testosteron is oestro- geen, een vrouwelijk hormoon, dat even eens het ongeboren kind beïnvloedt. De natuur gaat niet altijd evenwichtig te werk. Er wordt zowel met mannelijk als vrouwelijk hormoon gemorst. Daarom zijn er vrouwen die mannelijke trekjes hebben en mannen die zachtaardig en goed in talen zijn, enkele opmerkelijke eigenschappen die aan vrouwen worden toegeschreven. Waarom vrouwen ondanks hun natuur lijke gaven toch naar de mannenmaat schappij opkijken komt door de waarde ring van de samenleving die uitgaat naar wat mannen presteren. Techniek, uitvin dingen, dat is allemaal mannenwerk. Er bestaat geen enkele patent op naam van een vrouw, melden Moir en Jessel. De samenleving vindt de mannelijke presta ties geweldig en neemt de agressiviteit van mannen op de koop toe. Ellebogenwerk Helaas, zeggen Moir en Jessel in koor, kunnen we nu eenmaal niet om de feiten heen. De samenleving is niet zo gediend met de suprematie van mannen, het zou anders moeten. Hoe het niet moet wordt beschreven door een willekeurig bedrijf te nemen waar mannen aan het hoofd staan. Daar kunnen alleen die vrouwen carrière maken, die zich mannelijke ei genschappen aanmeten. Dat komt neer op ellebogenwerk, een typisch mannelijk tijdverdrijf om de top van de pyramide te bereiken. Het boek meldt hier over mannenge- drag: „Zij kunnen het niet zonder een hiérachie en spelregels stellen, omdat zij anders niet kunnen bepalen of zij aan de top staan of niet en dat is voor de mees- samenstellers van het boek. FOTO: ANP te mannen van vitaal belang". Vrouwen die zich zo gaan gedragen doen dat tegen hun natuur in, zeggen Moir en Jessel, ze ontkennen er hun specifiek vrouwelijke eigenschappen mee. Ondanks het hante ren van alle mannelijke strijdmethoden zullen vrouwen in de regel nooit een even hoog maatschappelijk niveau berei ken als mannen. Ze moeten immers wedijveren met mannen en dan verliest een vrouw het steeds. Wat zijn nu die sterke vrouwelijke ei genschappen? Behalve een aangeboren gevoel voor taal en klank, hebben vrou wen ook een gevoeliger antenne voor wat er om hen heen gebeurt. De volgen de passage in het boek geeft een voor beeld waar die toegepaste vrouwelijke ei genschappen in praktijk gebracht kun nen worden: „In het bedrijfsleven lijken gebieden als onderhandelen over collec tieve arbeidscontracten en de omgang met personeel, de vrouw op het lijf ge schreven. Want terwijl mannen elkaar proberen te overbluffen, dreigementen hanteren en met alle geweld willen win nen, is er grote kans dat vrouwen de problemen oplossen, zoniet volledig eli mineren". Dat kunnen de kemphanen die namens vakbonden en werkgevers optreden in hun zak steken. Volgens het boek heeft onderzoek naar door vrou wen geleide ondernemingen aangetoond dat er 'steeds uitstekende arbeidsverhou dingen heersten'. En toch staan in bijna alle bedrijven mannen aan het hoofd. De schrijvers hebben een vermoeden waardoor dat komt. Het heeft te maken met de man nelijke strijdmethoden denken Moir en Jessel. Zelfs als mannen zich op het ter rein van de relaties begeven, waar vrou wen superieur worden geacht, slagen ze er beter in om hogerop te komen. Vol gens het boek gaat dat zo: „De manier waarop mannen zich op hun werk gedra gen is anders dan die van vrouwen. Om dat zij het als een spel zien, proberen mannen de tandwielen van de dagelijkse sleur te smeren met grappen en plagerij tjes en verbale grofheden". Een door het boek geciteerde vrouw illustreert hoe zij en haar seksegenoten zich in deze be drijfscultuur proberen te redden: „Ik denk dat teamsport je leert dat er een massa onbenullen op invloedrijke posi ties zitten naar wie je moet luisteren, zo dat je genoodzaakt bent de een of andere manier te vinden om jouw doeleinden te verwezenlijken in het kader van die van hen". Je zult vrouw wezen en ondanks deze negatieve berichten graag carrière mi ken. Te denken valt om de mediscn wetenschap in te schakelen en om ea behandeling met testosteron, te vragej Gee n effect Die vlieger gaat niet op hebben Moir e Jessel intussen ook uitgezocht, want ai vrouwelijke hersenen niet in het prenj tale stadium op een mannelijke wija zijn 'geprogrammeerd', heeft een hoi moonbehandeling geen effect. Het boek beschrijft verder uitgebreid al) facetten in de verhouding tussen mat nen en vrouwen. Mannen en vrouwe! die totaal verschillende wezens zijn e| elkaar dan ook vaak niet begrijpen, voi len zich zoals bekend onweerstaanba* seksueel tot elkaar aangetrokken. Hol zeer verschillend hun waardering val seks echter is blijkt nogal plompverlora uit de constatering dat 'een man een lij wil en een vrouw een relatie'. De meesl mannen zullen deze en andere conclj sies moeten aanvaarden, hoe vervelen! want in wezen on-maatschappelijk, dj ook zijn. De schrijvers baseren hun waarnemii gen op een indrukwekkende lijst (wetej schappelijke) literatuur, een lijst die <j lezer overigens niet veel wijzer maal over de verkrijgbaarheid van deze wa licht interessante Engelstalige documei ten. Misschien zijn mannen wel vergissing^ van de natuur, is de gedachte die je Ij het lezen bekruipt. De wijsheid die maj nen in hun jeugd en tot ver in de mil delbare leeftijd missen, is niets andel dan het opspelen van hormonen. Al mannen oud zijn en gepensioneerd J een luie stoel zakken vragen ze zich vd baasd af waar ze zich al die jaren i druk om hebben gemaakt. Logisch, hun lichaam wordt veel minder tosterö aangemaakt, de hormonen die opzwep« tot prestaties. CHRIS SPÖNHOlj Anne Moir en David Jessel: Het groI verschil tussen man en vrouw; uitg. Zj mer en Keuning, Wageningen; 29,90 ■CeidóeSouAOtfit Depardieu heeft altijd te kampen gehad met een diepgewortelde kwetsbaarheid. FOTO: SP Gerard Depardieu (links) met naast hem de Franse ac trice Catherine Deneuve. FOTO AP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 26