Finale Golfoorlog geen tv-serie <53 ■Ceidae Soutcwifr ZATERDAG 26 JANUARI 1991 De Golfoorlog 1 row angstig zijn en niet naar buiten durven. Ik zou niet kunnen slapen en al een maar naar luchtalarm luisteren. Als ik even iets moest gaan kopen zou ik mijn radio meenemen en mijn gasmasker op doen. Als mijn vader weg zou zijn (piloot) dan zou ik met mijn moeder en broers bij elkaar zitten gaan. Ik zou de hele dag blijven huilen van angst en verdriet hoeveel mensen er wel niet per dag dood laan. Ijl lArpad Bijlstra, groep 7B je Ik vind de oorlog verschrikkelijk. Ik denk nst niet dat ik alleen maar denkt maar veel andere kinderen ook. Ik heb een droom 'ehad, daar droomde ik in dat alle anderen van de school mij wilde \ermoqrden en en elkaar wilden r9- vermoorden. Ik vind dat kinderen niet bang moeten zijn want iedereen die meedoet aan die oorlog zijn grote verliesers. Dit wou ik even over de oorlog zeggen. Wouter A. Dolleman, groep 7B Ik vind deze oorlog een erg gebeuren, en na de oorlog wordt het nog erger (dan begint de ellende pas). Met deze en alle andere oorlogen schiet je niks op er vallen aleen maar doden en gewonde en daar komt bij zoon oorlog kost miljarden en miljarden, een Skutraket, (Iraakse raket) kost: 5.000.000 dollar. Als Ir aak en de gea li eerde in Koewail gaan vechten zullen sommige olieradirairreeën gaan brande, de olie komt namelijk van zelf uit de grond het kan jaren branden en dat berzorgt ons de grootste milieuramp aller lijden. Lode Michels, 7B Saddam Hoessein is niet goed bij zijn hoofd. Hij valt het onschuldige Israël aan met van die Scudraketten. Die Scuds worden weer onderschept door Patriots van één miljoen dollar. Als je al dat geld zou optellen, kon je zo alle arme landen steunen. Tim Gerding, 8B Van Golfcrisis tot Golfoorlog Het begon bij Saddam Hoessein. Het mooiste woord voor hem was: „Olie!". Hij wilde Koeweit in zijn macht hebben. Hij begon met troepen naar Koeweit te sturen. Saddam Hoessein kreeg veel presidenten bij zich om over de crisis te praten. Het enige nadeel was: hij trok er zich niets van aan. De crisis duurde tot 16 januari 1991. Toen begon de vreselijke oorlog. Rampzalig!! Weg met de Scuarakkettenü! Remco Verwaijen, 8B Golforlog Ik vind het heel erg dat de gijzelaars van Amerika. Moeten zeggen dat ze goed behandelt worden. Als ze dat niet zeggen dat ze doodgeschoten worden of een schok krijgen. Ik vind het ook niet juist dat ze de olie bronnen in Koeweit in de brand steken want dan kan het wel een jaar duren voordat geblust is. Dan is er ook geen olie meer en kunnen de fabrieken niet meer werken en geen auto's meer rijden. Georgette Vel, 8B schoten een week georganiseerd die ge heel in het teken van de trein staat. De kinderen hebben het zó druk met het aanleggen van rails en het bouwen van treinstations in de aula van de school, dat ze in elk geval in schooltijd niet met de narigheid bezig zijn. Directeur M. Biesheuvel vindt het de taak van de school de leerlingen enigszins te begelei den bij het verwerken van de ontwikke lingen in de Golf. Dat betekent niet dat er extra aandacht aan het conflict moet worden besteed, integendeel. „Toen de oorlog uitbrak heb ik de collega's meteen gezegd: we gaan er niet nog een schepje bovenop doen. Laat de kinderen maar komen als ze ermee in hun maag zitten, maar wij doen niets aan de oorlog". Wel achtte zij het nodig het wekelijkse journaal dat de schooltelevisie uitzendt, eerst samen met een aantal andere leer krachten te bekijken. „Als er te veel be angstigende beelden in voorkomen, laten we die niet zien. Zo zullen we bijvoor beeld opnames van de krijgsgevangenen eruit laten". Volgens psycholoog Van der Voort is dat onzin. Enerzijds begrijpen de kinde ren waarschijnlijk toch niet precies wat er aan de hand is: de beelden van de krijgsgevangenen zijn onduidelijk en het zal een kind niet snel opvallen dat die mensen misschien niet helemaal in orde zijn. Anderzijds vindt hij die bangelijke houding ten opzichte van de werkelijk heid verkeerd. „Confrontatie met geweld moet mogelijk zijn, per kind moet wor den bekeken in welke mate. En dat we ten moeders meestal precies". Hoera De meeste scholen vinden het niet nodig de programma's die speciaal voor kinde ren zijn gemaakt van te voren te bekij ken. K. Wagner van de prot.chr. Konin gin Emmaschool: „Ik acht de makers ca pabel genoeg te beslissen wat er wel of niet in kan". Hij gaat er van uit dat de meeste leerlingen vrij veel naar de tele visie kijken en voornamelijk via dit me dium op de hoogte blijven van de ont wikkelingen in de Golf. „Maar er is geen sprake van gewenning. Het is niet zo dat oorlog 'er nou eenmaal bij hoort' Het valt hem op dat zijn leerlingen op zeer bezorgde toon over de oorlog spre ken. Ik bemerk niets van sensatielust, iets wat je toch zou kunnen verwachten. En discriminatie van donkere kinderen is er ook niet bij'\ Een beetje bang zijn de meesten wel, zo af en toe vraagt er een kleintjes: „Die oorlog komt toch niet bij ons, hè?". Anders gaat het toe op de r.-k. basis school De Triangel midden in de Haagse Schilderswijk. „Zestig procent van de leerlingen is fanatiek moslim", verklaart directeur H. Rimmelzwaan. „De ene helft roept 'Saddam hoera', de andere helft vindt het een rare snuiter. Het is maar hoe de ouders er tegenover staan. Sommige vaders die hun kroost van school halen grijnzen me toe: „Het gaat goed hè, met de oorlog. Saddam heeft ze weer geraakt". We proberen er zo objec tief mogelijk mee om te gaan", aldus de directeur. Rimmelzwaan is ervan overtuigd dat in de meeste gezinnen van zijn leerlingen de televisie dag en nacht aan staat. „Deze mensen willen de gebeurtenissen op de voet volgen". Toch merkt hij dat, naarmate de oorlog langer bezig is, de storm die over de school trok, weer is gaan liggen. „De kinderen zijn over de ergste schok heen". AAM AAAA M AA Het is allemaal verraderlijk clean en niet erg eng, zegt professor dr. F.H.A. van der Voort. Hij is als psycholoog en bij zonder hoogleraar verbonden aan de universiteit van Leiden en werkzaam bij de vakgroepsectie kind en media. Zijn collega aan de universiteit van Utrecht, pedagoog professor dr. L. Vriens denkt er anders over. Oorlogs beelden jagen kinderen wel degelijk de stuipen op het lijf. Maar Vriens maakt zich nog meer zorgen over een ander fe nomeen: kinderen wennen ook aan een oorlog en gaan denken dat het een nor male acceptabele zaak is. Ook Van der Voort geeft toe dat je niet onder een zekere mate van gewenning uitkomt. Maar is dat zo erg, vraagt hij zich af. Kinderen keken vóór het uitbre ken van de Golfoorlog ook al naar ge welddadigheden op de televisie. Onder scheid tussen een willekeurige Ameri kaanse schietserie en beelden uit het oorlogsgebied maakt een kind niet. „De Golfoorlog zoals de kijker die momen teel voorgeschoteld krijgt, heeft meer van een videospelletje dan van een bloe- dernstige zaak", aldus Van der Voort. Het wordt anders voor een kind, wan neer de ouders heel erg met de oorlogssi tuatie bezig zijn. Dat maakt veel meer indruk dan de televisiebeelden, zegt hij. „De reacties van de directe omgeving, die zijn belangrijk. Als de ouders bij voorbeeld overtuigde pacifisten zijn en thuis regelmatig over de oorlog wordt gediscussieerd, heeft dit zijn weerslag op het kind. Ook voor de zoon of dochter van wie een ouder op een van onze fre gatten zit, komt de oorlog dichter bij huis. Hoe de ouders met de oorlog om springen is van het grootste belang voor de manier waarop een kind deze er vaart". Laat de kinderen dus maar ge rust naar de nieuwsuitzendingen kijken, vindt de psycholoog. Waar het nodig blijkt kan de ouder uitleg geven. „Wij vinden televisie mechanisch", zegt A. Van Heijningen van De Vrije School in Den Haag. „En zo denken de meeste ouders erover die hun kinderen naar onze school sturen. Tv betekent gewen ning, veel mensen worden erdoor geob sedeerd, het ritme van het gezin wordt aangepast aan de buis. Daar moet je voor oppassen". Maar in deze tijden wordt de oorlogsverslaggeving op de te levisie toch goed gevolgd en Van Heij ningen merkt dat veel kinderen zich on veilig voelen. „Ieder kind reageert op zijn manier, sommigen vechten opeens meer in de klas, een ander zit stilletjes in een hoekje. Gisteren zat ik met een zwakke leerling apart wat lesstof door te nemen. Opeens vraagt ze: was dat een bom? Toen realiseerde ik me dat er een bal tegen het raam werd gegooid. Ze schrikken sneller". J. Huiskens verzorgt via Locatel het lo cale kinderprogramma 'Haagse Puf. Dit wordt elke woensdag van vier tot zes 's middags uitgezonden. Huiskens: „Het programma wordt om de zoveel tijd on derbroken door een nieuwsbericht of -re portage. Gisteren hadden we een verslag van de vredesdemonstratie van afgelo pen zaterdag op het Plein in Den Haag. We hebben daar een aantal kinderen ge ïnterviewd. Ik let wel goed op hoe ik de begeleidende tekst opstel, je kunt kinde ren niet alles voorschotelen". Hij is het dan ook niet eens met de stelling van Van der Voort dat een kind in principe net zo goed naar een CNN-reportage kan kijken. Van der Voort denkt overigens dat de berichtgeving van CNN zal veranderen. Het A-team-achtige karakter zal verdwij nen naarmate de oorlog langer duurt en er zullen grimmiger beelden worden ge toond. „Nu worden we nog op groot schalige manier belazerd, halleluja, de operatie woestijnstorm verloopt voor spoedig, dikke mik. Maar als straks de grondtroepen worden ingezet, dan wordt het menens, ook met de berichtgeving. Als die niet mee zou veranderen zou dat een kwalijke zaak zijn. En dan zullen we ellende zien, dan komt de walging. En dan moeten we verder kijken wat lande- ren hiervan mee moeten krijgen en wat niet". KARIN VERAART Mijn meening is: ik zou heel erg bang zijn, ik zou ook heel erg boos zijn tegen Sadam Housein, ik zou zo snel mogelijk vlugten en ik zou heel veel bij mijn ouders of familie blijven (dichtbij hun) ik kijk soms het journaal en krijg dan de kribeh als ik de mensen zie in de schuilkelders. Ik heb veel meedelijden met de mensen die niets hebben gedaan, ik wens ze veel sterkte. Hanna, 8A Mijn mening is: Ik vind de oorlog niet leuk. Vooral Israël vind ik erg zielig. Daar schiet Irak heel veel raketten op. Als ik daar woonde zou ik heel bang zijn. Misschien was dan het gasmasker te groot. Ik kijk vaak naar het nieuws. De Amerikanen houden zich aan de regels. Irak niet. Die bombardeerd gewoon heel Israël. Op het nieuws zei een Amerikaanse soldaat „Het is veel leuker om iemand te redden dan om iemand dood te schieten. Nicole v. Roon, 8A Wat een gevolgen Ik vind het jammer dat de oorlog begonnen is. Het is ook jammer voor menig vis. Het is zonde van die brand. Want straks liggen alle vissen op de kant. Als alle olie de zee in stroomt. Misschien wordt de aarde dan niet meer bewoond. Bommen vallen steeds meer op Irak: Tot het er uitziet als een prak. Bush schiet zich rot op Scuds van karton. Na elke knal ligt Saddam weer krom. Israël wordt zwaar gebombardeerd. Heet wat Scuds hebben zich bezeerd. Aan een patriot of een andere raket. Nu ligt Bush krom van de pret. Dit wordt vast een circusnummer. Maar wel zonder clown of drummer. Bush ruikt niet zo fris. Omdat hij de oorlog begonnen is. Koene en Joost, 8A Golf oorlog In het begin was het alleen een crisis. Maar na een paar dagen werdt hel eingelijk een ie wereld oorlog. In wind dat Bush gelijk heelt, maar ook ongelijk. Hier in Nederland wordt allen gesproken over de armen Joden, maar ook de Arabieren die in Bagdad wonen gaan dood of verliezen zijn gezien. Ze laten op de tv alleen tel aviv of Jerusalem zien. Maar op in bagdad zijn veel meer mensen die dood gaar of heer ernistig gewond. Danny, 8A (Deze opstellen zijn gemaakt door leerlingen uit groep zeven en acht van de prot.chr. O.G. Heldringschool in Den Haag) DEN HAAG - Al brengt CNN de Golfoorlog in de huiskamer, kinderen zullen er niet minder om slapen. Wat ze te zien krijgen is immers een serie beelden in de trant van The A-team': stoere mannen in indrukwekkende uniformen die zeggen dat ze er klaar voor zijn, prachtige plaatjes van de meest flitsende vliegtuigen die in slow motion halsbrekende toeren uithalen, grote raketten, kortom een hoop mooie techniek. Gepraat van een gehaktbal, zo luidt de persoonlijke mening van M. de Haan van de openbare basisschool Archipel in Den Haag. Volgens hem ervaren de kin deren de oorlogsbeelden wel degelijk als angstaanjagend en echt. Natuurlijk be grijpen met name de kleine kinderen niet wat er precies aan de hand is getuige een aantal uitspraken. Zo wist een dreu mes te melden dat hij wel begreep waar om Saddam Kuwayt is binnengevallen: in Irak had hij geen strand, in Kuwayt wel. Maar al is er vaak sprake van ver warring, het neemt niet weg dat de kin deren bang zijn. Ze vertalen de angst veelal in spel, aldus de Haan. „De ene partij is Irak, de andere Kuwayt". Als hij zijn leerlingen daarop betrapt, grijpt hij in. „Ik vind dat hier een opvoedkundige taak voor de leerkrachten ligt, hoewel ik me ervan bewust ben dat ze na vieren verder spelen". Onder de televisie kom je niet uit, zo redeneert hij, maar ook het Jeugdjournaal heeft iets dreigends voor de kinderen. P. van der Aar, leraar aan de Galvani- school in Den Haag, merkt dat de oorlog zijn pupillen voortdurend bezighoudt. Tijdens de uren die worden gewijd aan vrije expressie komen kinderen vaak met tekeningen en opstellen die de oor log als onderwerp hebben. De televisie speelt een grote rol, beaamt Van der Aar. Hij denkt echter dat de kinderen wel degelijk onderscheid maken tussen een televisie serie als 'The A-team' en de Golfoorlog, hoewel ook Van der Aar vindt dat CNN de oorlog brengt als een tv-fïlm. Begeleiding Om de aandacht een beetje van de ge welddadigheden af te leiden heeft de prot.chr. Ds. Fortgensschool in Voor- mijn mening Deze oorlog gaat noodzakelijk om de olie. Als zouden twee onbekende landjes oorlog hebben, zullen we ons daar niet meebemoeien. Wij, en alle andere landen, vechten ook voor olie. Ze doen hel haast niet voor de bevolking. Dit is mijn mening! Nadine van Wijk, 8B 'jGOMim prHNTgjCC/v uocroc^J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25