Azoren als van de natuur Mike, gids in het diepe zwarte Wales probeert na mijnbouw toerisme svp. Als dat bevalt, mag u vanzelf sprekend aguadente com mei (met honing) niet missen.. Antonio steekt er heel wat uren in de produktie van deze gave geestverruimers, die ove rigens ook nog mildere types kennen zoals zijn Angelica-wijn. Pico ziet er zo mogelijk nóg feeërie ker uit als we op weg naar de vul kaan halt houden bij een rijk door de zon beschenen grot, waarin dankzij een hoge vochtigheidsgraad een schitterende begroeiing is opgeko men. Weer valt die zo kalmerende stilte op, een enkele kwetterende vo gel daargelaten. Uitschieters Het kan niet op. Wat te denken van de uitschieters op San Miguel, het enige eiland waar (in Ponta Delgada) het verkeer nog wel eens in de knoop wil raken. Naar Lagoas das Sete Ci- dades (het meer van de zeven steden) kan je gerust een paar keer terugke ren. De kleurschakeringen van het water, in combinatie met almaar wis selende wolkendekken, zijn zo mooi dat beginnende dichters er als van zelf hun volzinnen opgeweld krijgen. Een rit over de niet al te brede rand van de krater is een avontuur op zich, terwijl wandeltochten langs de meren moeiteloos uren mogen ver gen. Je zou hier en op menige andere lo- katie legio vogelkenners vermoeden, die met de onvermijdelijke appara tuur de verten afzoeken naar zeldza me exemplaren, 't Frappante is dat dat tegenvalt. Niet dat er geen enkele vogel is waar te nemen, maar alleen als je 't hebt over de priolo kan je van een bijzonder diertje spreken, dat op de Azoren is te vinden. Het aardige van San Miguel (èn van de andere eilanden) is dat het zich leent voor allerlei commerciële uit buiting. Maar met graagte wordt keer op keer het verhaal verteld van de scheutige zakenlieden, die wappe rend met blanco cheques delen van het eiland wilden omvormen tot gro te golfcentra. De autoriteiten bedankten vriende lijk voor de eer, de investeerders ver dwaasd achterlatend. Er zijn wel wat hotels (enkele zelfs uitbundig sjiek), maar een ware bouwexplosie is niet in aantocht. Wat trouwens is er aan genamer dan een verblijf in een schoon pension of op een spotgoed kope doorgaans niet al te drukke camping? Laat, zo is op de Azoren de redene ring, gerust wat mensen hier rond kijken, maar de overhand hoeven zë echt niet te krijgen. Die toeristen kunnen, alleen als ze zich tevoren aanmelden overigens, op een wel heel aardige manier kennis maken met de goede Azoriaanse-keuken, vol vis. In Furnas komt de 'pot' pas na vele uren op tafel. Het feest van de maal tijd heeft een wel heel curieuze voor pret. Aan het meer, waar een zware zwaveldamp hangt en vadsige kar pers zich verdringen in het riet, dient de kok zich rond het middaguur aan met een gemene haak. Uit een put tussen de dampende bronnen wordt een fikse ketel opgediept, die er ruim vijf uur tevoren in is neergelaten. Hete dis In het naburige restaurant verwij dert de kok de klammige doeken om even later trots de hete dis te server en. Verse groenten, stukjes vlees en natuurlijk bloedworst en de kostelij ke aardappelen van eigen bodem lig gen maar even op het bord. San Mi- güel, ook al zo rijk bedeeld met bloe men, waarvan de agapantos apart moet worden genoemd (een soort fragiele amaryllus), leent zich ook voor andere aardige, tussenstops. Zo als een bezoek aan de grote aarde werkfabriek, waar meisjes uur in, uur uit, dag in dag uit potje voor potje tot mooie maaksels (120 per dag) draaien. Èn waar jongens in vaal licht trapjes op en af lopen, te veel dakpannen op hun schouders tor send. Of even een kleine pauze aan het haventje van Caloura, waar vier, vijf mannen zwijgend het mes zetten in grote voorraden vis en de vangst routineus zouten. Zo is het vandaag, zo was het twee eeuwen geleden ook precies. Het tempo van leven ligt misschien niet zo westers hoog, maar wat zou dat Als er is gevangen, is er verdiend en is er rust tot er weer gevangen moet worden. Rustig aan, dan breekt het lijntje niet. Stress, vervuiling, als u er iets meer van vertelt weten we mis schien wat u bedoelt... Een romaanse brug in het mooie natuurschoon van Wales. zodat wat bomen worden geplant. Echt opschieten doet het echter nog niet, want behalve bomen zijn ook meststoffen nodig, omdat de grond zelf weinig te bieden heeft. Het Brecon Beacons National Park geeft een indruk van wat men voor ogen heeft. Op zo'n dertig kilometer afstand van het vroegere mijnenge- bied liggen diezelfde heuvels er groen en welvarend bij. Hier staan ook de villa's van rijke Londenaren, die alleen in de vakanties bewoond zijn. De dorpjes zijn er eenvoudig, klein en steeds meer gevels dragen een bordje 'bed and breakfast'. Geheim „De mensen moeten er nog aan wen nen, maar ze zien dat er steeds meer toeristen komen", zegt de promoter van het regionale' toeristenbureau Gwent County Council. Niet de grote massa, moet dit gebied ontdekken, vindt hij. Hij heeft niets te vrezen: Brecon Beacons heeft alleen veel zui vere lucht en prachtig natuurschoon en daarmee is het dus ongeschikt voor het zo gevreesde consumptie- toerisme. Wandelaars kunnen er fantastisch uit de voeten. Kilometerslange voet paden voeren door de bossen met hun beroemde blauwe klokjes, bos- hyachinten. Daarbij geeft het wel weer te denken dat de wandelkaar- ten voor bij voorbeeld het gebied van de Wye-Valley allemaal waterbe stendig zijn gemaakt- Voor verwoede fietsers zijn zo hier en daar de steeds populairder wor dende mountainbikes te huur en zelfs kanovaren is er mogelijk. Alles op beperkte schaal, want storm loopt het nog niet. Brecon Beacons wordt ïn de wervingsfolders dan ook 'ons best bewaarde geheim' genoemd. Het klinkt trots, maar dat geheim wordt met liefde uitgedragen en doorver teld. Uit economische noodzaak. Meer informatie over Wales kan men aanvragen bij het Brits Ver keersbureau, Stadhouderskade 2, 1054 ES Amsterdam, tel. (020) 855051. moet een onbedaarlijk ulder geweest zijn, ruim tig jaar geleden, gs de kust van het eiland al begon in het najaar van 1 plotseling de oceaan te wen. Matige porties in ;te instantie, wat zand en lava. ir de vissers bij de rtoren was het alarm delijk genoeg: ze namen tz'n allen de wijk en [den op veilige afstand de dere escapades van de uur in de gaten. Maanden tereen beefde de bodem en ids hoger werden lava en d opgejaagd. Pas in het rjaar van 1958 keerde de weer bij Faial en had het ind er een bijzondere, irt-rode bult bij. Dampende kraters op het San Miguel. Negen vulkaaneilanden in een stukje 'ver' Europa De Azoren, een toeristisch vrijwel onbekend stukje Europa. Spanning en sensatie is er natuurlijk wel op de Azoren, maar het is even zoeken.. Op weg dus naar Terceira, waar honderddertig keer per jaar straten worden afgesloten en wat stieren 'vrijheid' van handelen wordt gegund. Meestal wordt de stier stevig in de smiezen gehouden met wat touwen, zodat hij bij werkelijk gevaar kan worden gecorrigeerd. Maar op een enkele zondag (in juni bij voorbeeld) worden tien stieren aan hun lot overgelaten. Uren eerder al zitten de bomen vol jongelui, die zo verzekerd zijn van een eretribune plaats. Als eenmaal de eerste stier zich laat zien, gaat er golf van opwin ding door de duizenden omstanders. De een blijft bewust in de straat staan om het laatste ogenblik weg te sprin gen, een ander haast zich angstig achter een houten schot. Pal bij het plein ontwikkelt zich een schouwsel, waar de kijkers verzot op zijn. Een heuse macho, de blouse dap per open, de puntschoenen vooruit, daagt een stier uit met frivole pasjes. Echt verwonden mag hij het dier niet, volgens de aloude regels hier, maar stevig ophitsen is natuurlijk héél aardig. De sensatie komt pas wanneer de moedige uitdager van de andere kant wordt belaagd door vijf andere stieren, die 'schouder aan schouder' komen opzetten. De 'macho' houdt het verdomd lang vol, kijkt telkens schichtig achterom en springt dan weg, dankbaar een opgelucht applaus incasserend. Elk jaar vallen er gewonden en zijn er doden te betreuren. Met enige hilari teit wordt op Terceira gemeld dat de slachtoffers veelal toeristen zijn, die op jacht naar een winnende foto heel lang een camera in de aanslag hou den en dan te laat bemerken dat de boze stier hen al tot op centimeters is genaderd. Gelukkig krijg je zulke bespiegelin gen te horen onder het genot van wat blokjes kaas van San Jorge met wijn van Graziosa en zo is het pakket bij zonderheden uit deze uithoek van Europa ineens compleet. Voor meer informatie kan men terecht bij het Portugees Ver keersbureau, Stadhouderskade 57,1072 AC Amsterdam, tel. (020) 750301. landaanwinning is vandaag de een van de meesterlijke 'produk- van de Azoren, de negen vul- neilanden, die vijftienhonderd meter ten westen van moeder- Portugal een brokje onbekend opa vormen. Velen kennen de m alleen van aankomende de- sies. op Faial wordt nog eens de :ht geaccentueerd van een ontke- le natuur. Een paar meter vuur- in is uit beeld verdwenen, bedol- onder zand. Van sommige huis alleen nog het dak zichtbaar en inige afstand prijkt daar dat kille i, ingekleurd met prachtig rood moet zijn ontstaan omdat daar de se lava meteen versteende. Ca tunt in Faial ook een 'tikje' ver- bu terug in de tijd. De weg naar de nn e vulkaan, zoals zovele wegen jdi itenvol hortensia's, wordt nooit der enige spanning gereden. Zit krater dicht of komen we op het te ogenblik boven? [etogen kreten van Amerikaanse isten weerklinken van een af- De immense krater is nog 'in oufcen'. Door het fraaie spel van zon >e\volking komen de vele kleuren en volledig tot hun recht. In deze ;eving telden wetenschappers ar jt vierhonderd mos-soorten, na irvan menige soort uiteraard tot eer zeldzame behoort. Even later, schien net vijf minuten, blijkt ar weer eens hoezeer natuurlijke rassingen een tocht door de Azo- bepalen. De krater wordt gevuld t flarden lucht, alsof iemand een sachtige sigaar uitblaast. Weg is g ai macht. nt d izoenen ■n t is een wel heel treffende illustra- lalvan de opmerking, die op de ei- ;Aden veelvuldig is te beluisteren, 5 heb je elke dag vier seizoenen'. -£ fft' zinnetje mag in elk geval de 2 zonaanbidder aan het denken in. Die moet gewoon onmiddel- de Azoren schrappen van het lijs- nogelijke vakantiebestemmingen Europa. Over de temperatuur ;n kwaad woord, maar de zon lijkt rer op gezette tijden de redenering te houden dat zoveel schoons enkele ondersteuning behoeft, a i Azoren, toeristisch gesproken nog j onontgonnen, mogen dan t hun schaarse strandjes en hun si ituurlijke zwembaden' (spring lar van een rots en zwem maar v ar een trapje) nimmer 'Benidorm' n irden, voor de vakantieganger die orLIESBETH LINDENHOVIUS ike was veertien toen hij lor het eerst de mijn inging. u is hij tegen de zestig en nog ke dag zet hij zijn helm op en spt hij de zware koppel om n n heupen. Sinds vier jaar n left hij echter geen kolen i eer te bikken. De mijn is cht, zoals alle andere in de ovincie Gwent, zuidoost tales. Sindsdien leidt Mike eristen rond door het idéraardse doolhof, dat entallen jaren zijn erkterrein was. Heen al de tocht naar de Big Pit, akbij het stadje Blaenavon, is in- ukwekkend. Een glooiend land- hap, met hier en daar wat zielto- ïnd gras. Schapen scharrelen er ind, maar ook die lijken zich af te agen wat ze hier eigenlijk doen. een boom verlevendigt het uit- cht: een desolaat maanlandschap aaruit alle kleur is verdwenen, aarbij regent het ook nog; je vraagt 1 af of hier ooit de zon schijnt, ike bekommert zich daar niet om. ij is gewend zijn dagen in duisternis &or te brengerbJDe toeristen worden invankelijk gereserveerd ontvan- in. De mannen van Wales zijn be- icht om hun stugge aard, maar te ens om hun zwarte humor. Wie met en de mijn ingaat, blijft er niet voor spaard. e mijnwerkers zien het zenuwach- [e gegiechel bij het opzetten van de ïlmen geduldig aan. Ze zijn eraan iwend. De gasten zijn altijd weer ïmponeerd door de ruwe omge- ng. Aan deze mijn, de enige die be- aard blijft om te getuigen van hoe et was, is niets gedaan om het de be- lekers comfortabel te maken. Zelfs et uiterst eenvoudige koffierestau- int oogt als een personeelskantine. e koffie komt uit een automaat in in plastic bekertje. raadkooi et gevoel in een avonturenfilm te jn beland, bekruipt de onwennige ezoekers uitgedost als mijnwer- als de gids met een linnen zak horloges, aanstekers, foto Toeristen S. bezoeken'per o trein'een van de É- vroegere mijnen o van Wales. toestellen moeten worden ingele verd. Ja, je juwelen mag je houden, er mogen alleen geen gas en batterijen mee naar beneden. Samengepakt in een draadkooi gaat het in duizelingwekkende vaart honderd meter diep naar het binnen ste van de aarde. Pas later, als ieder een op verzoek van Mike de helm lamp uitdraait, blijkt hóe donker het daar is. Compleet. „Stel je voor hoe dat was voor de kin deren. Die zaten vroeger bij de deu ren om die voor de volgeladen karre tjes te openen en te sluiten. Als hun kaars uitging, moesten ze wachten tot er iemand anders met een kaars langskwam", vertelt de mijnwerker. Mike heeft het nu over het begin van de kolenwinning. De Big Pit heeft precies honderd jaar dienst gedaan. Toen deze mijn openging waren op tientallen andere plaatsen de kolen- en ijzermijnen al volop in bedrijf. De regio leefde er twee eeuwen van. Maar één voor één gingen de mijnen dicht, ze waren niet meer rendabel. Andere brandstoffen, uit andere lan den kwamen ervoor in de plaats. De bevolking van Gwent bleef achter in een uitgemergeld gebied. Jongeren De officiële cijfers geven een werk loosheidspercentage van 23 procent. De directeur van het mijnmuseum zet daar vraagtekens bij. „De vrou wen worden niet meegeteld, de ou dere mannen ook niet. Maar ja, die redden zich wel. Het is onze zorg om voor de jongeren werk te scheppen. We hppen er hier meer te kunnen aanstellen. Iedereen heeft hier te maken gehad met de mijnen. Ze heb ben er zelf gewerkt, of hun vaders, hun broers. Iedereen weet wat het is. Hopelijk geeft het toerisme deze streek iets terug van wat is verlo ren". De jongeren die het zich kunnen ver oorloven trekken intussen weg uit de streek. Blaenavon telde in 1912 nog twaalfduizend inwoners; nu zijn dat er zesduizend. Ook de zoon van Mike verkoos te vertrekken. „Hij wilde op school nooit leren. Op zijn veertiende nog veel meer een kind dan ik op die leeftijd heb ik hem een hele werkdag mee naar de mijn genomen. 'Dit is jouw toekomst, tenzij je gaat le ren'. Het was heel doeltreffend. Hij heeft nu een goede baan in Manches ter", lacht de vader trots. Hij wist toen nog niet dat zelfs in de mijn nauwelijks toekomst meer zat. Dat met grote inspanning gepro beerd zou moeten worden een alter natieve broodwinning te vinden. Hoogovens Gwent heeft de hoop gevestigd op het toerisme. Een stap is gezet met het openstellen van de Big Pit. Een tweede attractie is eigenlijk nog niet meer dan een aanzet daartoe. Het is de ijzergieterij van Blaenavon, op een steenworp afstand van de mijn. De gieterij heet 'het mooist bewaarde voorbeeld van een achttiende eeuw- se, met kolen gestookte ijzergieterij in Europa'. Een paar bouwsels, de hoogovens, staan in een helling geplant. Rood bruin steen, niet helemaal onge schonden, maar met een plattegrond erbij is ongeveer voor te stellen hoe het ijzer hier werd gesmolten, tot 'broden' werd gevormd om zo verder te worden vervoerd naar smederijen. De werkomstandigheden waren ook hier verre van ideaal. Mensen ston den, zonder beschermende schorten, handschoenen of maskers, bij de ovens om het vloeibare ijzer in de mallen te krijgen. „Maar dat kwam niet keurig in een gelijkmatige stroom", vertelt de gids van de plaat selijke museumvereniging. „Het gut ste met grote kracht over de randen, onberekenbaar en gloeiend heet. Mensen die het dichtst bij het vuur werkten, kregen extra betaald. Zij riskeerden immers verbranding van voeten of onderbenen". De arbeiderswoninkjes naast de res tanten van de hoogoven zijn eigen lijk nog aardiger. Zo klein, en zo in tiem aah elkaar vastgebouwd. Het lijkt een wonder dat zoveel gezinnen hier vreedzaam konden samenleven. En dan is er nu nog veel ruimte om dat ze nog helemaal leeg zijn. „We gaan ze inrichten", verzekert de gids optimistisch. „Als er weer geld is". Voorlopig is alles opgegaan aan reno vatie van de huisjes. Nieuw geld moet weer van nieuwe sponsors ko men, want op de overheid hoeft men niet te rekenen. Of van bezoekers die een paar pond besteden in het win keltje van de gieterij. Dat is er niet zomaar bijbedacht. De arbeiders kre gen hun loon in speciaal geld, dat al leen hier geldig was. Zo stroomde het steeds weer keurig terug naar de werkgever, zonder concurrentie van andere winkeliers. De muntjes zijn nu als souvenir verkrijgbaar. En zo probeert deze streek munt te slaan uit de vergane glorie van twee eeuwen ijzer- en kolenwinning. In tussen hoopt men ook op herstel van het oude natuurschoon. Een groots plan ontbreekt eigenlijk. Af en toe is er geld voor een kleinschalig project, meer wil, zijn het beslist geknipte oorden. 'Oorden' wel te verstaan, want wie voor de Azoren kiest, kan niet op één eiland mikken. Faial, Pico, San Miguel, San Jorge, ieder eiland heeft zijn eigen kleur, zijn eigen grillige natuur-uitspattin- gen. En de oversteken zijn gemakke lijk per boot (voor een paar gulden) of vliegtuig (aanzienlijk duurder) te maken. Bij zulke onvermijdelijke kosten dient nog meer te worden in gecalculeerd: op de eilanden is geen vlekkeloos openbaar vervoer be schikbaar. Veelal is het charteren van een taxi of het huren van een auto een must om werkelijk een goe de indruk te krijgen. Van Faial, dat is voorzien van een sjieke jachthaven, is bij voorbeeld Pico eenvoudig als volgende stop te verkiezen. Tja, die naam lag lang ge leden voor de hand. Het beeld van dit prachtexemplaar wordt bepaald door een puntige vulkaan, die slechts een handjevol dagen per jaar ont bloot is van bewolking. Pico is het zwarte eiland en ook dat blijkt niet zo'n spitsvondige karakteristiek. Grof steken zwarte rotsen de kop op De warme pot komt op de Azoren zo uit de grond. langs de kust, die de passant uitno digt tot uren van diepe bezinning. Niet gek als dat kan worden gecom bineerd met een vluchtige kennis making met de pittige creaties van Antonio da Bela. In zijn 'adega' in Arcos Cachorro blijft het gesprek be perkt tot wat gebaren, die er op dui den dat we allerlei goedjes moeten proberen en zijn aansluitend hoofd gebaar waarmee hij aan de weet wil komen of het allemaal smaakt. De voorzichtige bezoeker mag meteen in het diepe. Hup aan de fameuze aguadente de Figo en niet nippen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 35