Is 'Vader Jacob'
nog te redden?
et Ruud Gullit en patat is aardrijkskunde dicht bij huis
Conservatorium opent
deur voor popmuziek
klassikale zangles dreigt te verdwijnen
|n lesmoment op het Rotterdams Conservatorium. Docent Bertus Borgers (midden) geeft aanwijzingen aan popdocenten in spe.
ITTERDAM - Popmuziek is al
Ie jaren de grootste tak van de
iziek. Zowel in culturele als in
Immerciële zin. Toch is de pop
Dge tijd buiten het officiële on-
jrwijs gebleven. Beroepsopleidin-
in voor popmuzikant bestaan nog
feds niet. De popbeoefenaar kan
liter tegenwoordig wel terecht bij
muziekschool. En dat dankt hij
In de nog jonge opleiding docent
imuziek aan het Rotterdams
inservatorium, de enige opleiding
dit gebied in ons land.
muziekscholen konden in het verle-
de popmuziek niet op hun menu-
t zetten, omdat zij alleen gediplo-
'de docenten mochten aannemen,
•opdocenten met een officieel pa
tje waren tot voor kort niet voorhan-
Ze zijn overigens nog altijd niet
vertegenwoordigd. De Rotterdam
opleiding bestaat immers nog maar
paar jaar, het duurt dus nog wel
:n voordat alle muziekscholen in ons
id over een eigen popdocent kunnen
ichikken.
muziekschool moestvroeger het
Kinderwijs noodgedwongen overlaten
commerciële instellingen en aan de
iziekhandelaar, die aan de verkoop
een keyboard een cursusje koppelde,
e muziekscholen hebben het in het
leden ook zelf laten afweten", zegt
rt Blanken, coördinator van de Rot-
popdocentenopleiding „Als je
wat van zei, was dikwijls het ant-
moeten eerst die wachtlijsten
'ejor piano en fluit wegwerken. Verder
'Men ze niets. Ze wisten er ook weinig
Wij vonden daarentegen dat een
lejiziekschool onderdak moest geven
alle soorten muziek. Dus ook aan
pmuziek. Wie moet die lessen dan ge-
vroegen ze. De popmuzikanten
nden wij. En wat ligt er dan meer
•r de hand dan te zorgen dat zij een
ivoegdheid krijgen. Het is toch leuk
ir een leerling van een muziekschool
om les te krijgen van een bekende pop
muzikant. Dat werkt erg stimulerend.
Daarom draaien we de zaak om. We lei
den niet op tot popmuzikant, maar ge
ven popmuzikanten een opleiding tot
docent. Je wordt dan ook uitsluitend
toegelaten als je al popmuzikant bent. Je
moet ook nog erg goed zijn en over een
ruime ervaring beschikken".
Local hero
De docent in spe hoeft niet per se lande
lijke bekendheid te genieten. Ook voor
het Nederlandse volk onbekende musici
maken een kans om te worden toegela
ten. Bert: „Je moet ook rekening houden
met de local hero, de muzikant die al ja
ren met succes werkt in Nijmegen en
omgeving. En vergeet niet de bands uit
het Top-veertig-circuit. Daar wordt nog
al eens geringschattend over gesproken.
Maar het gaat wel over mensen die in
staat zijn om vanavond ergens in het
land de muziek te spelen van een plaat,
die vanmiddag in de Top veertig staat.
Dat vergt veel vakmanschap. Je ziet die
mensen weliswaar niet op de tv, maar ze
hebben dikwijls jarenlange ervaring".
Wie een muziekopleiding volgt aan een
conservatorium, studeert in de regel na
vijf jaar af als docent. Wat dat betreft, is
het conservatorium van vandaag op de
eerste plaats een docentenopleiding.
Voor veel afgestudeerden is die onder
wijsbevoegdheid de enige mogelijkheid
om in hun vak nog een boterham te ver
dienen. Een vaste plaats op het podium
is slechts voor weinigen weggelegd.
Veel conservatoria leiden tegenwoordig
ook op in de lichte muziek. De lichte-
muziekstudenten krijgen evenals hun
klassieke collega's na afloop van hun op
leiding in de regel een docentenpapiertje.
Rotterdam heeft ook een lichte-muziek-
afdeling. Maar evenals bij andere con
servatoria ontbreekt de popmuziek op
het programma. Waarom eigenlijk?
Blanken: „Omdat je bij een opleiding
criteria moet aanleggen. In de klassieke
en jazz-muziek is dat nog te doen. Een
klassiek-student moet stukken kunnen
spelen van bepaalde componisten om op
niveau te komen. Of hij dat bereikt, is
echter nog maar de vraag want dat ni
veau wordt bepaald door topmusici. De
meesten blijven dan ook teleurgesteld
halverwege de ladder steken. Maar goed,
je kunt iemand een bepaalde spelvaar-
digheid bijbrengen. In de popmuziek ligt
dat veel moeilijker. Er zijn namelijk mu
zieksoorten waar helemaal geen instru
ment aan te pas komt. Dan gaat het niet
meer om instrumentale vaardigheden
maar om een combinatie van oren en
apparatuur en het heel goed aanvoelén
op welk moment je welke muziek moet
maken".
Richtingen
„Ik heb onlangs nog eens de richtingen
en stijlen in de popmuziek geïnventari
seerd. Ik kwam uit op drie en zestig rich
tingen en stijlen. Hoe moet je die in een
opleiding samenbundelen? Daar komt
nog bij dat als je kiest voor een beroeps
opleiding, je feitelijk pretendeert dat je
een muzikant kunt garanderen dat hij na
afloop zijn brood in de muziek kan ver
dienen. In de popmuziek kun je dat in
het algemeen wel vergeten. Zeker, dat
geldt ook voor een piano-student in de
klassieke richting. Het is dus ook een al-
FOTO: STEPHEN EVENHUIS
gemeen probleem bij het beroepsonder
wijs in de muzieksector. Daar kun je
dan ook vraagtekens bij zetten". De op
leiding Docent Popmuziek duurt twee
jaar. De lessen worden op vrijdag en za
terdag gegeven. Erg ongunstig voor pop
muzikanten, die juist op die dagen
meestal hun optredens hebben. Bert:
„Dat is waar. Maar die docenten in spe
moeten leren om met bandjes te werken
en workshops te geven. We halen in de
loop van het jaar vele bandjes naar het
conservatorium. En je kunt die bandjes
in de regel alleen maar op zaterdagmid
dag krijgen. Want de meeste bandleden
zitten vaak nog op school. Dus je zit wel
gebakken aan de zaterdag. En omdat de
studenten uit het hele land komen, heb
ben we de vrijdag er aan vastgeplakt.
Dat biedt hun de mogelijkheid om voor
twee dagen naar Rotterdam te komen.
Dat scheelt in reistijd. Het is een zware
studie, de mensen moeten er inderdaad
veel voor over hebben. Bovendien
moeten zij ook nog eens veel thuis stu
deren. Het lespakket bestaat onder meer
uit muziektheorie, ensemble-leiding, on
derwij sleer, didaktiek en lesgeven in de
praktijk. Iedereen krijgt bovendien zang
en drum les. Van de student wordt ver
wacht dat hij zijn hoofdinstrument uit
muntend beheerst. Dit jaar hebben we
ook het vak klassieke- en jazzmuziekge-
schiedenis geïntroduceerd. Want het is
nuttig voor een popdocent om te weten
datxle muziekgeschiedenis niet in 1950
is begonnen. Dan leert hij met wat meer
bescheidenheid naar zijn eigen muziek
te kijken".
De popafdeling telt momenteel veertien
eerste- en elf tweedejaarsstudenten. De
gemiddelde leeftijd ligt boven de dertig-
jaar. Dit heeft vooral te maken met de
ervaringseis. Maar een 20-jarige met vol
doende ervaring is ook welkom. De helft
van de studenten leeft van een uitkering.
Zij hebben toestemming van de sociale
dienst om te studeren en de zegen van
het arbeidsbureau die hun studie- en
reiskosten betaalt. Want als zij straks les
mogen geven, hebben zij wellicht geen
uitkering meer nodig.
GÉ ANSEMS
ZWOLLE - Voor het klassikaal
zingen op school moet een nieuw
repertoire van eigentijdse üedjes
worden ingevoerd. Daarnaast
moeten de leerkrachten die geacht
worden muziekonderwijs te geven
op de basisschool, een betere scho
ling krijgen of worden bijgeschoold
in dit vakgebied.
Gebeurt dat niet of in onvoldoende
mate, dan bestaat het gevaar dat het zin
gen op school tezijnertijd geheel zal ver
dwijnen. Liedjes als 'Op een klein sta
tionnetje' en 'Vader Jacob' zullen dan
net zo antiek worden als het eens zo be
roemde leesplankje met 'aap, noot en
Mies'.
Dat is kort samengevat de waarschuwing
van muziekdocent Frans Haverkort in
zijn strijd tegen het tanende muziekon
derwijs op de Nederlandse scholen. Ha
verkort komt niet alleen met kritiek,
maar ook met adviezen die de komende
tijd in de praktijk worden uitgevoerd.
En naar het zich laat aanzien met succes.
Zo spijkert hij aan de Hogeschool Win-
desheim in Zwolle de muziekkennis van
leerkrachten aan basisscholen bij. Voor
de nascholingscursussen bestaat veel be
langstelling en de eerste resultaten zijn
veelbelovend.
Haverkort probeert zijn leerlingen bij te
brengen hoe ze een lied aan een school
klas moeten leren. „Ik train ze in stern-
vorming, articulatie, canon zingen, zin
gen met begeleiding, noem maar op
Dat een dergelijke cursus vruchten af
werpt staat wel vast. Menigmaal krijgt
Haverkort te horen dat zijn handreikin
gen met succes in de schoolklas zijn ont
vangen. „Het praktische staat daarom in
mijn cursus voorop. Praktisch, zodat ze
er zelf in de klas mee aan de slag kun
nen".
Maar Haverkort werkt niet alleen met
leerkrachten. Hij leidt aan het conserva
torium ook studenten op tot muziekle
raar en op een basisschool geeft hij zelf
muziekles aan de leerlingen. Dat werken
met kinderen èn leerkrachten is een fa
cet in zijn beroep dat hem bijzonder
aanspreekt. Door zijn ervaring heeft hij
als weinig anderen inzicht gekregen in
wat er schort aan de zangkunst van leer
krachten en leerlingen.
Niet geleerd
De muziekdocent is met zijn cursussen
begonnen omdat de meeste leerkrachten
op basisscholen niet in staat blijken goed
muziekonderwijs te geven. Ze hebben
dat op de pedagogische academie (pabo)
volgens hem gewoonweg niet geleerd.
Haverkort: „Het aantal uren muziekon
derwijs op de pabo is in de loop der ja
ren sterk teruggebracht. Vroeger was
daar wel geld en ruimte voor en was er
meer te bereiken met de studenten. Nu
verschilt het aantal uren muziekonder
wijs van pabo tot pabo".
Eenmaal afgestudeerd bakken de onder
wijzers en onderwijzeressen er maar wei
nig van. „Veel leerkrachten die muziek
les willen geven, vinden het gewoon te
moeilijk", zegt Haverkort. „Het is nu zo
dat het vak muziek nog wel op het roos
ter staat, maar vaak niet eens meer
wordt gegeven. Er is te weinig affiniteit
met muziek bij de leerkachten".
Walkman
Die lijn doortrekken naar de toekomst
maakt de zaak er weinig vrolijker op. De
leerkrachten van straks hebben op de ba
sisschool geen of weinig muziekles ge
had. Hun enthousiasme om muziekles te
'd' i. J'i Prrff
Een pagina uit de bekende bundel 'Kun je
nog zingen, zing dan mee'. Veel van deze
Nederlandse liedjes worden tegenwoordig
echter niet meer op school geleerd.
geven wanneer ze zelf leerkracht zijn ge
worden, zal bepaald niet groot zijn. Het
muziekonderwijs lijkt daarmee in een
neergaande spiraal terecht gekomen
Naast een gebrek aan scholing is de ver
anderde levensstijl in belangrijke mate
verantwoordelijk voor de benarde posi
tie van de schoolzang. Het leven is jach-
tiger, zakelijker geworden en er is geen
plaats meer voor samen zingen op
school of thuis in het gezin. Wie muziek
wil horen grijpt nu naar de radio of de
cd-speler. Scholieren horen hun favorie
te nummers in de Top 40 en lopen met
een walkman door de stad. „Muziek is
meer en meer een consumptiegoed ge
worden". constateert Haverkort.
„Toch willen leerlingen zelf nog wel zin
gen! ook in de klas", aldus Haverkort.
Als er maar een eigentijds repertoire
wordt geboden. Liedjes als 'Zeg ken jij
de mosselman', 'Op een klein stationne
tje' en 'Op een grote paddestoel' zijn in
ogen van de 'walkman-jeugd' al snel ou
derwets en kinderachtig.
Dat nieuwe repertoire is overigens in
ruime mate voorhanden. „Maar de ei
gentijdse liedjes zijn vaak wat moeilij
ker", tekent de docent aan. „Een wat
minder goed opgeleide leraar met een
klas die niet zo goed zingt, zal zich de
nieuwe liedjes maar moeilijk eigen kun
nen maken".
Speerpunten
Het komt er al met al op neer dat de
muzikale scholing van leerkrachten
grondig moet worden aangepakt. De na
scholingscursus van Haverkort is één
van de speerpunten daarbij. Verder is er
een leergang muziekonderwijs voor leer
krachten in voorbereiding, waarmee de
afgestudeerde pabo'er weer in staat moet
worden geacht op een verantwoorde wij
ze muziekles te geven. Daarnaast
moeten er zogenaamde eindtermen wor
den vastgesteld, normen waaraan de pas
afgestudeerde onderwijzer moet vol
doen.
Haverkort heeft er vertrouwen in dat de
klassikale zangles zo kan worden gered.
„Maar er is nog een lange weg te gaan
om het allemaal goed te krijgen".
RON MAAT
Vooral dat laatste zal de leerlingen aan
spreken. Het vak is dicht bij huis. Een
foto van voetballer Ruud Gullit trekt de
leerlingen met de leestekst in de richting
van de te behandelen begrippen arbeids
markt, afzetmarkt en toeleveringsbedrij
ven.
Toeschouwers
Het lijken werelden van verschil, voet
bal en de arbeidsmarkt. Maar via het ko
pen van goede spelers, betere resultaten,
meer toeschouwers en meer sponsors
wordt een vergelijking gemaakt met be
drijven die- met arbeidskrachten goede
produkten maken, hun klantenkring zien
groeien waarbij toeleveringsbedrijven
onstaan en anderen diensten gaan aan
bieden. Beide worden gekenmerkt door
een sneeuwbaleffect. De noodzakelijke
begrippen als afzetmarkt worden uitge
legd in de lees- en leerteksten, die ner
gens onnodig moeilijk zijn. De teksten
worden steeds geïllustreerd met tekenin
gen, foto's, grafiekjes in kleur. Het hand
boek van Wereldwijs is daardoor een
mooi boek geworden.
Elk thema heeft een herkenbare opzet.
Het begint met een leestekst om bijvoor
beeld het onderwerp 'schaal' in te leiden.
Na een stukje over de op schaal gebouw
de bouwwerken in Madurodam wordt
het begrip schaal geoefend in een eerste
serie opdrachten. Na de leertekst komt
er nog een serie vragen over die tekst.
De opdrachten moeten worden uitge
voerd in een werkschrift. „Bewust is ge
kozen voor een strakke en heldere opzet,
daarmee wordt de leerlingen de houvast
geboden waaraan enorme behoefte blijkt
te bestaan. En de docent boekt tijdwinst
omdat er veel structuur in de stof en de
lessen is aangebracht".
Een serie thema's vormt tezamen een
hoofdstuk. De thema's sluiten op elkaar
aan. Zo wordt de leerling in het eerste
hoofdstuk van brugklasser die in de
nieuwe school verdwaalt - via het leren
zoeken op plattegronden en kaarten, het
leren werken met schaal en afstand, het
opzoeken in de atlas, het leren lezen van
grafieken en diagrammen en tenslotte
een reis in de ruimte - stap voor stap
een aardbewoner.
Luchtfotograaf
Het brugklasboek (deel 1bestaat uit zes
hoofdstukken. Na van brugklasser aard
bewoner te zijn geworden, wordt de leer
ling 'natuurgebruiker in Europa'. Daarna
volgen de hoofdstukken 'De Europea
nen', 'Het platteland nabij', 'Nabij in-
dustie en stad' en 'Een vergelijking: Bel-
giè en Zwitserland'.
Elk hoofdstuk wordt afgerond met een
samenvattende opdracht, een prakticum,
een voorbeeld van het geleerde via een
interview met iemand uit de directe
praktijk - bijvoorbeeld de luchtfoto-
graaf die foto's maakt voor kaarten - en
een opsomming van de geleerde begrip
pen.
Het boek is al meteen een beetje slacht
offer van de dynamische maatschappij.
De val van de Berlijnse Muur kon in de
eerste versie nog net worden meegeno
men, maar de eenwording van Duits-
land kwam daarvoor te laat. In de vol
gende editie is dat aangepast. Schuiringa:
„Via een gebruikersbulletin verstrekken
we docenten aanvullende informatie.
Overigens blijven de gevolgen van de
Duitse tweedeling nog lange tijd zicht
baar in Berlijn en de nieuwe Duitse
staat. Via Wereldwijs kunnen de leerlin
gen de verklaring geven", meent Schui
ringa.
Er zijn twee parallelle series van Wereld
wijs. Een serie voor-mavo, havo en vwo
(MHV) en een voor lager beroepsonder
wijs en mavo (LM). Het verschil zitten
in de uitwerking. De teksten zijn in het
LM-deel veelal wat korter en eenvoudi
ger en de opdrachten wat minder moei
lijk. De leerlingen worden in de LM-se-
ne wat geleidelijker naar de leerdoelen
gevoerd dan in de MHV-serie. Maar bei
de boeken houden via onder meer Ruud
Gullit, de loods van de havendienst,
bruisend Brussel, water, minister Hedy
D'Ancona en een moskee in Amsterdam
de aardrijkskunde letterlijk of figuurlijk
dicht bij huis.
TILBURG - Vierduizend leerlin
gen in het voortgezet onderwijs
worden al een half jaar 'wereld
wijs'. Ze werken 'als Nederlander
in Europa' met deel 1 van de vorig
jaar op de markt gebrachte aard-
rijkskunde-methode Wereldwijs, de
opvolger van Geografisch Milieu.
Het is volgens uitgever Jakob Schuiringa
van de firma Malmberg een aantrekkelij
ke methode met een consequent gestruc
tureerde indeling waaraan leerlingen
houvast hebben. Herkenbaar zijn de si
tuaties die de leerlingen in het boek te
genkomen zeker: aardrijkskunde wordt
gekoppeld aan Ruud Gullit, de Berlijnse
Muur, Legoland en patat. Hoezo hoort
aardrijkskunde bij het dagelijks leven?
Volgens Schuiringa was een nieuwe me
thode nodig. Hij wil niet afgeven op de
in gebruik zijnde methoden. „Maar de
maatschappij is in ontwikkeling en dan
onwikkelt het aardrijkskunde-onderwijs
mee. Verder is er een nieuw leerplan
ontwikkeld, de kerndoelen, in verband
met de in te voeren basisvorming. Daar
sluit Wereldwijs op aan, terwijl de be
staande methoden daarop niet meer
goed aansluiten. Verder zijn er vakin
houdelijke ontwikkelingen zoals een re
gionaliseringstendens. We betrekken de
stof in de methode op regio's zoals groe
pen van landen. Verder wordt aangege
ven hoe de geleerde stof in de eigen om
geving toepasbaar is".
at voetballer Ruud Gullit met de arbeidsmarkt en afzetmarkt van de industrie heeft te
aken, wordt in Wereldwijs uitgelegd. FOTO: AP
ceidócsouaotit