„Ex-dwangarbeiders een vergeten groep" »nze vriend de koning' moest afrekenen met democratische mythe finale Mkt> JE MféTf 51 7~ 3J ;s tAAT X WAT VAKKMW, TOOK AAN POJVtXA wees 'AM TEUT, en DyfK OrfPF*t' )EK OVER HASSAN II VERSTOORT FRANS-MAROKKAANSE BETREKKINGEN n aa| schejUJS/RABAT - De bekende J, "Jjise schrijver-journalist Gilles •ault heeft de toorn opgewekt JOS Hassan II. Woedend is de Ma- Thekaanse monarch over de ver- ^jning van Perraults laatste best- ^:r, die de toch eerbiedwaardig kende titel 'Notre Ami le Roi' ize vriend de koning') mee- riendelijke opschrift leidde 's ko- actieve ïnlichtendienst en staatspo- Cf:Jin elk geval grandioos om de tuin. ioen het boek in Frankrijk was uit- men ontdekte Rabat de pijnlijke in- 1, onderbouwd met rapporten van lesty International en (illegale) Ma- lanse mensenrechtengroepen. Per- maakte een weinig vleiend staatsie iet van bijna dertig jaar 'hassanis- De colberts van de democraat die ming buiten zijn land zo graag aan zijn de kleren van de keizer uit mder sprookje, zo betoogt Hassans venste biograaf. De emmer van tische verontwaardiging liep over Perraults zwartboek binnen vier le bestsellerstatus bereikte exemplaren). Een koninklijk trof opeens het feestelijke 'Jaar van kkaanse tijden in Frankrijk'. Vier /oorbereiding en ruim een miljoen ;n organisatiekosten van Franse zij- rerden middels een simpel persbe- geannuleerd. Officieel was de feest- ;de voorbij vanwege de Golfcrisis- verzoek van de Marokkaanse rege- aan premier Rocard en president i de ytferrand om 'Onze vriend de koning' FOT(k handel te halen is inmiddels afge- |n. Dat de Frans-Marokkaanse be langen momenteel niet best zijn armel blijken uit de recente censuur die geir^nse tv-satelliet TV5 heeft getrof- gevaaPe programma's zijn 'tot nader or- iorgeiivan de Marokkaanse kabel gehaald tie sJ Perrault te zien was was in een li- tie uif programma. Het aangekondigde aat up van mensenrechtenmilitante Da- amenP Mitterrand, de vrouw van de pre- er del1- aan een vluchtelingenkamp van men ^anen (de bewoners van de door sterej>kko geannexeerde vroegere Spaan- lischePbara) wordt door Rabat evenmin er enpJs gesteld, ook B jen^gste soort en bd ren tfOnze vriend de koning' beoogt Gil- ;n' lafcrrault de democratische facade van hassanisme systematisch af te bre- VANlDe koning die voor sommige wes- 1 regeringen en - voor de meeste js politici, in het Franse parlement door de oppositie bezorgde vragen Vatioiild over de mogelijke schade die het En aan de 'geprivilegeerde' betrekkin- ES Jnet Marokko zou kunnen toebren- U.44.' nog altijd een moderne vorm van archie en islam belichaamt is vol gens zijn medogenloze biograaf een dik- tator van het ergste soort. Hassans de mocratie bestaat slechts voor de buiten wereld, het werkelijke gezicht van 'het Genie van de Atlas' (een weinig vleiende vergelijking met Ceaucescu wiens genie zich over de Karpaten uitstrekte) is dat van corruptie, willekeurige arrestaties, martelingen, executies en van 'moussa- dara', een soort koninklijke vendetta. Dat Hassan enkele oppossanten in het Marokkaanse parlement duldt betekent volgens Perrault dat duizenden anderen worden opgepakt en gemarteld. Schrij nend voorbeeld vormen scholieren en studenten die in 1984 levenslang kregen na de voedselrellen in Marakech. Hon gerstakingen en akties van diverse men senrechteorganisaties leverden - naast enige vrijlatingen - op dat twee van de veroordeelden nu wegkwijnen in de kel der van het Averroes-ziekenhuis in Ca sablanca. Een Franse advocaat en een Nederlandse arts, Anne-Marie Raat, Koning Hassan II van Marokko verlaat te paard de paleistuinen in Marakech. FOTO: AP hebben de dne jongens vong jaar mogen bezoeken, wat aan hun lot overigens niets veranderde. De Marokkaanse rege ring (lees. Hassan II) beschouwt elke op roep van buitenaf als 'inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van het koninkrijk'. Perraults pamflet telt zo ontelbare zwar te bladzijden. Elke Marokkaan die lijdt onder de koninklijke repressie, hoe erg die ook is, weet dat er een andere Ma rokkaan is die nog erger lijdt, conclu deert hij. „Het is duidelijk dat de koning gegriefd is", zegt de auteur met een zekere vol doening in het kantoor van zijn uitgever. Hij is verrast door het succes van zijn boek dat „kennelijk voorziet in een be hoefte". Nogal teleurgesteld is hij over sommige vakgenoten en de spaarzame kritieken in de Franse pers. Volgens Per rault heeft een flink deel van de Franse pers zich laten inpakken door Hassan, „die zijn journalistieke gasten grandioos weet te ontvangen". Ook Franse politici van zowel rechts als links weten de weg te vinden naar het koele zwembad van Hotel Mamounia in Marakech waar de koning graag en kostenloos ontvangt. Dieptepunt in dat verband was mis schien wel een politiek programma op de Franse televisie, waar het plateau vol journalisten en politici zat, maar alleen direct reagerende televisiekijkers de ko ning echt kritische vragen durfden te stellen. Perrault herinnert er nog even aan dat de Franse belangen in Marokko nog al tijd groot zijn. Het onderzoek voor zijn boek was moeilijk en duurde lang. „Ui teraard heb ik in Marokko mijn voor zorgsmaatregelen genomen en vaak via grote omwegen moeten werken. Hoewel alle getuigen met wie ik contact heb ge had bereid waren de consequenties te ac cepteren - vaak om de simpele reden dat ze verder geen enkele hoop meer hebben - maak ik me nu toch grote zor gen over de zwarte wolken van dreige menten die zich momenteel boven een aantal van hen formeren. Op de Marok kaanse ambassade in Panjs zijn alle stoppen doorgeslagen en heerst een enor me haat. Koning Hassan is geen politi cus, maar zint slechts op wraak". Wreedheid Afrekenen met de 'democratische my the' was Perraults voornaamste doelstel ling. (Franse) Politici, journalisten, kunstenaars, industriëlen en alle anderen die zich door het regime hebben laten fê teren wil hij onder de neus houden dat het ongepast is deze vorst met zoveel honneurs te bejegenen. „Ik heb dit boek dan ook niet geschre ven voor de Marokkanen - die kennen Hassan goed genoeg - maar voor de Fransen, de Europeanen. Frankrijk hoeft zijn diplomatieke banden met Marokko niet te verbreken, maar alsjeblieft zeg, met wat minder eerbetoon kan het ook. Allen die nu zo vol zijn van mensen rechten moeten maar eens gaan praten met de politieke gevangenen die zitten opgesloten in het kamp Tazmamart, wat een Marokkaanse Goelag is, of met de scholieren die zijn gemarteld en gevan gen zitten omdat ze pamfletten uitdeel den, de kinderen van Oufkir, de Sahara- nen enzovoort. Elk jaar hebben in Ma rokko vier grote politieke processen plaats waarbij nagenoeg willekeurig wordt veroordeeld". Profeet De Marokkaanse situatie is volgens Per rault ingewikkelder dan in veel andere landen omdat de koning tegelijk de reli gieuze leider is (de dynastie van de Ala- witen, die in 1669 aan de macht kwam, zou volgens de overlevering afstammen van Ali, schoonzoon van de profeet Mo hammed). „Omdat Hassan van mondaine uitspat tingen houdt en weinig comform de is lam leeft nemen de meeste Marokkanen zijn religieuze titel 'beheerser der gelovi gen' niet echt serieus", weet de biograaf. „Iedereen die in Marokko is geweest weet dat er in dat land angst heerst. Pro beer maar eens met een Marokkaan over de koning te praten". Rode kapel De geëngageerde schrijver, die vijftien jaar geleden grote bekendheid verwierf met zijn boek 'De Rode Kapel', waarin hij pleitte voor de rehabilitatie van de joodse en communistische verzetsspion Leopold Trepper, vertelt dat Hassan zich als het ware zelf bij hem heeft aan gediend. „Ik heb het onderweip niet ge kozen, het onderweip koos mij. Zes jaar geleden brief kreeg ik een brief van een Marokkaanse student die 'De Rode Ka pel' had gelezen en daarover vragen stel de. We hebben correspondentie gevoerd. Die jongen zat in de gevangenis van Ke- nitra twintig jaar uit voor het uitdelen van pamfletten. Als Hassan nu een ver klaard dictator zou zijn, akkoord, dan vèrwacht je niet anders. Maar in Frank rijk hoorde ik niets anders dan lofzangen op het regime van die democratische vorst. Die bizarre democratische vorm heb ik willen doorlichten. Mijn boek be vestigt overigens wat Amesty Internatio nal en andere mensenrechtenbewegingen al eerder rapporteerden". Volgend jaar hoopt de Marokkaanse ko ning de dertigste verjaardag van zijn re gime te vieren. Of zijn regering nog veel langer zal duren betwijfelt Perrault. „De meeste waarnemers zijn er van over tuigd dat Marokko aan de vooravond van een ernstige politieke en economi sche crisis staat. Het leger, de gegoede burgerij en vooral het zakenmilieu zul len de koning zeker laten vallen wanneer zijn repressie hun belangen in gevaar brengt. Zelfs onder Hassans vrienden be staat grote angst voor herhaling van het Perzisch schema. De sjah had destijds alle opposanten naar het kerkhof gezon den en regeerde bij de terreur van zijn staatspolitie. De enige oppositie die met vluchtte was die van de religieuzen. Waar dat toe heeft geleid is maar al te goed bekend". t nj Aan de "J 'Arbeitseinsatz', de gedwongen tewerkstelling in nazi- Tldt Duitsland, is in de :uv naoorlogse yni geschiedschrijving nauwelijks aandacht besteed. In 1967 schreef dr. Ben Sijes ie i, van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie zijn standaardwerk De Arbeidsinzet'; vooral gebaseerd op archiefmateriaal en met slechts schaarse persoonlijke getuigenissen. Dit jaar dei werd het boek ^herdrukt. Verder ie t beschreven sommige a dwangarbeiders hun 'n l persoonlijke herinneringen in boekjes met een meestal geringe oplage. Daar bleef het en. bij. Het onderwerp yÉeent zich niet voor t miheroïek of drama. Ze '^hadden toch kunnen icccjonderduiken? „Dat is jjhet allergrootste 8 misverstand", zegt ex- ye" dwangarbeider Karei "e" Volder. Hij schreef de/Werken in Duitsland en iil940-'45', het eerste ^Nederlandstalige boek "ekeWaarin de ^«achtergronden en de "digevolgen van de Arbeitseinsatz worden hunkoegelicht aan de hand recnvan persoonlijke sejigetuigenissen van jaar bij na honderd olcijotgenoten. Het boek i derolde deze week van de ^persen. KAREL VOLDER WIL SLACHTOFFERS ARBEITSEINSATZ VAN ELKE BLAAM ZUIVEREN ZATERDAG 10 NOVEMBER 1990 PAGINA 27 AMSTERDAM - „De dwangarbei ders die naar Duitsland moesten vormen een vergeten groep. Ze lij den onder vooroordelen; voelen zich tweederangs Nederlanders. Ze worden niet genoemd bij de 'ge schonden groepen' waarvan dr. L. de Jong in zijn geschiedschrijving gewag maakt. 'Zeg dat we niet vrij willig gingen', was de tendens in bijna al hun brieven, 'Maak duide lijk dat we niet konden onderdui ken; vertel dat we nooit hulp of steun hebben gehad'". Die hartekreet heeft Karei Volder (66) zich terdege aangetrokken. Hij was één van de ruim 500.000 Nederlanders die tussen 1941 en 1945 gedwongen werk in Duitsland verrichtte. Na zijn afscheid als organisatie-adviseur begon hij zijn persoonlijke belevenissen aan het papier toe te vertrouwen. Een oproep aan lotge noten in een interview leverde hem tweehonderd reacties op. Deze week is zijn boek verschenen, 'Werken in Duits land 1940-'45'. „Ik wil de gedwongen arbeiders van elke blaam zuiveren", licht hij toe. „De meeste jongens die een oproep kregen konden geen kant op. De Duitsers kon den voor de uitvoering van hun draconi sche maatregelen rekenen op de onvoor stelbaar bereidwillige medewerking van veel werkgevers, de arbeidsbureaus, de spoorwegen en de politie. Vervolgens is door hun omgeving, stilzwijgend maar ook verwijtend, aangenomen dat ze min of meer vrijwillig waren gegaan. 'Kon je dan niet onderduiken?' is een vaak ge stelde vraag. De onwetendheid en het gebrek aan interesse hebben ingrijpende gevolgen gehad". Oral history In zijn boek volgt Volder de historische ontwikkelingen op de voet. De gebeurte nissen worden aangevuld met verklarin gen van ooggetuigen. „Ik heb de mensen die reageerden eerst een brief geschre ven, met het verzoek hun ervaringen op papier te zetten. Er waren ex-dwangar- beiders die er een half boek van maak ten; anderen vatten het samen op één kantje. Een jaar later heb ik gerichte vra gen gesteld. De verhalen illustreren de historische feiten. Mensen leggen uit waarom ze niet konden onderduiken, onder welke omstandigheden hun reis verliep, wat voor werk ze dedenen hoe Met illegale pamfletten werden Nederlandse mannen tijdens de oorlog opgeroepen zich aan de 'Arbeitseinsatz' te ontrekken. Maar volgens Karei Volder wisten de meesten niet hoe ze dat moesten aanpakken. FOTO: SP De Nederlanders die erin slaagden een onderduikadres te vinden, waren relatief goed af. Stilzwijgend werd aangenomen dat degenen die wel gingen dat uit vrije wil deden. Volgens Volder is dat een misvatting en kampen veel ex-dwangarbeiders met psychische problemen. ze werden behandeld. Ze vertellen over de bombardementen, de ziekten en de spanningen. Ze geven voorbeelden van de behandeling aan de grens bij terug keer, problemen bij het solliciteren, het gevoel tot 'tweederangs burger' gedegra deerd te zijn. Er zijn officieel achtdui zend Nederlandse dwangarbeiders om het leven gekomen, enkele tienduizen den worden vermist en velen zijn over leden of lijden nog steeds aan fysieke of psychische gevolgen". Het boek is een voorbeeld van 'oral his tory'; het toelichten van historische fei ten door ooggetuigen. Maar mensen zijn geneigd eigen fouten te verdoezelen. Is Volder niet bang voor dubieuze getuige nissen? „Ik heb gestreefd naar een zo be trouwbaar mogelijk beeld. Ook is de wet van de statistiek van toepassing; hon derd mensen, die hetzelfde beleefden op heel verschillende plaatsen, kunnen niet collectief liegen. Bovendien kon ik uiter aard lang niet alles gebruiken. Alles wat mij ook maar enigszins overdreven leek, heb ik weggelaten". De verklaringen zijn anoniem. „Dat hangt samen met de gevoeligheid van het onderwerp. Sommige mensen wilden niet genoemd worden. Anderen vertel den pijnlijke verhalen over collega's die nog in leven zijn. Ik besloot één lijn te trekken en de namen onvermeld te la ten. Maar ze zijn allemaal, zoals dat in de krantenwereld heet, 'bij de redactie bekend'. Ik heb alle getuigenissen be waard". Arbeitseinsatz „Met name in de jaren 1942-1945 heeft de Duitse bezetter ruim tien miljoen Eu ropeanen gedwongen om voor een karig loon onder erbarmelijke omstandighe den te werken in de fabrieken", vertelt Volder. „Onder hen was een half mil joen Nederlanders. Dat was ongeveer een derde deel van de toen beschikbare werknemers onder de 50 jaar. Ze moes ten de Duitse soldaten vervangen die aan het front vochten". Volgens Volder gingen verreweg de meesten gedwongen. „Van vrijwilligheid is nauwelijks sprake geweest. Je werd opgeroepen; soms zelfs aan de hand van lijsten die door de eigen werkgever wa ren opgesteld. In het ergste geval werden ze opgepakt tijdens een onvervalste sla venjacht. Onderduiken? Natuurlijk, er kan er altijd nog wel ééntje bij. Maar waar laat je een half miljoen mensen? En wat zouden de consequenties zijn? Ouders oppakken? En waar? De meesten hadden geen idee hoe ze dat moesten aanpakken". In elk geval, zo maakt het boek zeer dui delijk, was het werken in Duitsland al lesbehalve aantrekkelijk. Werkweken van 72 uur, een barbaarse behandeling, slechte huisvesting, luizen, angst voor én hoop op bombardementen, schuldgevoe lens omdat hoe dan ook een bijdrage werd geleverd aan de Duitse oorlogsma chine. „Maar het ergste was de ontvangst thuis, na de bevrijding", zegt Volder. „Dwang arbeiders werden niet gezien als oorlogs slachtoffer; er was niemand die het voor hen opnam. Er is een vereniging ge weest, maar die verdween al gauw door gebrek aan middelen. In 1987 is een nieuwe opgericht, de Vereniging Dwang arbeiders Nederland Tweede Wereldoor log' (VDN), maar. die heeft het ook moeilijk. En dat terwijl er geld beschik baar is; we krijgen het alleen niet". Hij legt uit dat Daimler-Benz in 1988 geld beschikbaar stelde voor collectieve steun aan gewezen dwangarbeiders. „Het ging om 1,6 miljoen mark. Het Neder landse Rode Kruis kreeg opdracht het geld te verdelen. Een commissie wees bijna 1 miljoen toe aan het verzet. Met de VDN is zelfs geen overleg gevoerd. De Nederlandse dwangarbeiders hebben nog geen cent gezien. Onze vereniging zit met een lege kas". ANDRÉ HORLINGS Karei Volder: 'Werken in Duitsland 1940-'45\ Uitgeverij: Profiel. Prijs: 46,25. CeidócSouAcmt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 27