De nieuwe overval slachtoffers nalë CRIMINELEN VERLEGGEN WERKTERREIN VAN BANK NAAR KWETSBARE BEDRIJVEN £eidóc(2owumi Het aantal overvallen in ons land neemt nog steeds toe: tussen 1984 en 1989 zelfs van 845 tot 1495. De Centrale Recherche Informatiedienst sprak vorig jaar al van een onwaarschijnlijk hoog cijfer. Maar een einde aan de stijging lijkt nog niet in zicht. En hoewel de CRI waarschuwt voor al te voorbarige conclusies, is er sprake van opzienbarende trends: het aantal overvallen stijgt maar de buit wordt steeds kleiner. En: de crimineel verlegt zijn werkterrein van zwaarbewaakte banken naar kwetsbare doelen. Pompstations en particuliere bedrijven, zoals warenhuizen en supermarkten, zijn de nieuwe slachtoffers. De overvallen pomphouder: „Het klinkt kinderachtig, maar ik durf niet meer alleen thuis te blijven".De particuliere beveiligingsorgansities: „We hebben de bedrijven al veel eerder gewaarschuwd, maar 3 men wilde niet luisteren". De bank: „Wie zijn de volgende slachtoffers: de gebruikers van geldautomaten?" J En de psycholoog: „Een overval kan ook positieve kanten hebben". Een reportage. R ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1990 PAGINA 35 Soms is de recherche al tijdens een overval aanwezig. Voorkomen dat een overval überhaupt kón plaatsvinden is uiteraard nog beter. 18 13 14 9- 34 PEN HAAG - Terug naar novem- 34 ber vorig jaar, zaterdagavond acht 8_ uur. De eigenaar sluit zijn pomp ei- station. Het alarm erop, zware slo ten toegedraaid. Alleen de geldcas- sette, gevuld met de dagomzet van £-.15.000 gulden, moet nog in de bankkluis gestort. Normaal een 'J klusje dat hij samen met de pomp ei bediende klaart, met z'n tweeën, want dat is veiliger. >2! ;ze Maar het zit niet mee. De eigenaar heeft jet de sleutels voor de bankkluis thuis laten ^3? liggen. Hij stuurt daarop zijn jeugdige iet medewerker alvast naar huis en neemt 28 fcich voor het klusje samen met zijn toon, die thuis wacht, op te knappen. De pompbediende groet en verdwijnt op 1 tijn fiets, de duisternis tegemoet. De eigenaar stapt in zijn auto, werpt de I jeldcassette met een bijna achteloos ge- Daar op de zitting naast hem en steekt de W- lutosleutel in het contact. Dan, opeens, ■30 daat het noodlot toe... 17 Een enorme klap. De voorruit van de 36- luto aan diggelen; de scherven vliegen t - )m zijn oren. Hij is beduusd, voor een ;en tnoment verdoofd. Dan: „Ik stap woe- Jend uit; niet van plan dat op me te la- 39- len zitten". Daar staat hij dan, oog in -45 Dog met een rover die gevaarlijk met een 26- twaard zwaait en luid en zenuwachtig _11 ichreeuwt: „Dit is een overval, dit is een >verval". De overvaller grist de geldcassette weg :n rent naar een vluchtauto iets verder- >p, waar twee companen op hem wach- en. De eigenaar stiefelt op zijn pantof fels achter hem aan. Hij schreeuwt, is lom pleet van de kaart. Angstzweet Ket leven van deze pomphouder is lindsdien behoorlijk vergald. „Ik heb er len beste dreun van gehad". Hij wordt jog dagelijks geplaagd door onbeschrij felijke angsten. „Ik durf niet meer alleen huis te blijven". tijn angst werd nog eens extra gevoed wee weken na de overval, toen bij hem huis werd ingebroken. De inbreker had len goede buit: „Alle sieraden van mijn houw, weg". vlaar het ergste is de overval. „Als ik al ien thuis ben, hè, dat hou ik niet uit. ï)an moet ik weg, weg, weg. Overdag aat het nog wel. Maar dan nog durf ik iet onder de douche te stappen, als ver- er niemand thuis is". Dat klinkt misschien kinderachtig, daar het is zo; voor mij is het werkelijk- - eid". Nu al ziet hij de winter - als de agen korter worden - met angst en be- ^ö''en tegemoet. „Ze zeggen dat zoiets bf'hoet slijten. Dat zal wel zo wezen. Veel i deirover praten, zeggen ze bij de politie. >P Un dat doe ik ook". Jij vreest een tweede overval. „Dan i 65;om ik misschien wel in een psychiatri- vanche inrichting terecht. Echt, als je zoiets :egel|iet hebt meegemaakt, kun je je nauwe- 'lamijks voorstellen wat het aanricht". een.Kijk, een inbraakje in de zaak, daar lig hetfe niet wakker van. Dat is iéts heel an- ,om.lers- Maar dit...". En: „Vroeger was ik lum-'00*1 bang. Nu zie ik overal spoken. Je hetfordt ontzettend achterdochtig", lede- baders van de overval zijn inmiddels stzetpakt- ^en 33-jarige drugsverslaafde uit -jaassen die in scheiding lag met zijn Vouw, droeg het zwaard. Twee van de PU v^rie daders hebben 30 maanden cel ge- Iruk-ïegen De pomphouder vreest de toe- 1 IjDmst, als ze weer vrij komen. nieu-XDe politie heeft gezegd dat ze niet te- plagftigkomen. Dat hoop ik dan maar". Echt Prust is hij er niet op. De eigenaar van het pompstation zou het liefst zijn zaak „vroeger in de avond, zo rond zeven uur" dicht doen. Zakelijk kan hij dat niet maken. Dat zou hem ze ker klanten kosten, want veel andere sta tions sluiten nu al laat op de avond. Kolder „Eigenlijk vind ik dat kolder. Na zeven uur verkoop je bijna niks; dan moet er zwaar geld bij. Als mensen weten dat de pompen om zeven uur sluiten, zullen ze daar wel rekening mee moeten houden". In de strijd tegen overvallers is de slui tingstijd van zeven uur al vaker inzet ge weest. Belangrijkste tegenstrevers zijn de ANWB en Rijkswaterstaat, die vroege sluiting een zware aantasting van de ser vice aan de automobilist vinden. Shell voegt zich in datzelfde rijtje. Een woordvoerder van Shell gelooft er niet in dat vroege sluiting overvallers de wind uit de zeilen neemt. Overvallers bepalen hun eigen tijden, voor of na ze ven uur, dat maakt deze mensen niet uit, meent Shell. Toch lijkt het tijd voor daadkrachtig op treden. Overval-cijfers over het eerste halfjaar die de Centrale Recherche Infor matiedienst (CRI) onlangs verstrekte, ge ven allerminst aanleiding tot tevreden achterover leunen. De trend is duidelijk: de overvaller verlegt zijn werkterrein steeds meer van geldtransporten en ban ken naar bedrijven en benzinestations. De cijfers zijn verontrustend. In de eer ste helft van dit jaar werden er 199 bankovervallen geregistreerd, evenveel als dezelfde periode vorig jaar. Daar te genover staan 108 overvallen op pomp stations, en dat is bijna drie keer zoveel. Bij bedrijven zijn de cijfers nog veel spectaculairder: zo'n 300 overvallen, al bijna net zoveel als in heel 1989. Ademloos Het totale aantal overvallen is van 845 in 1984 tot 1495 vorig jaar. Bij banken en postagentschappen lijkt het keerpunt nu bereikt, de cijfers stabilise ren, en dat is vermoedelijk een gevolg van de vergaande veiligheidsmaatrege len. De crimineel verlegt zijn werkterrein dus naar de kwetsbaardere bedrijven en pompstations. Volgens B. Boer van de Nederlandse Vereniging van Particuliere Beveiligings organisaties een ontwikkeling waarvoor bedrijven en pomphouders al langer ge waarschuwd zijn. „Bedrijven luisteren ademloos naar mijn toespraken, maar doen vervolgens niets". Bedrijven doen bedroevend weinig aan preventieve maatregelen. „Veel doen zelfs helemaal niets", weet Boer. Een uit zondering vormen zo'n twintig pompsta tions in Zuid-Holland en Brabant die Boer hebben ingehuurd en die in een aantal gevallen permanent worden be waakt. Bij die stations, meldt Boer, heeft de af gelopen jaren welgeteld één - misluk te - overval plaatsgevonden. Het Ne derlandse bedrijfsleven is in zijn ogen veel te zuinig als het gaat om beveili ging. „Nederland bekleedt in Europa een top positie als het gaat om geregistreerde cri minaliteit". Het overtreft zelfs ruim het mafia-bolwerk Italië, meent Boer. Hij roemt Italië, waar de meeste bedrijven op uitstekende wijze zijn beveiligd en veiligheidsbeambten een vertrouwd straatbeeld vormen. Veel anderen wagen dat te betwijfelen en voeren aan dat fietsendiefstallen in Ne derland niet vergelijkbaar zijn met ont Een pompstation is laat op de avond nóg kwetsbaarder dan gewoon. voeringen en bruut-geweld van de Itali aanse mafia. Maar Boer is overtuigd van .zijn gelijk. „Het is gek, maar in Nederland wordt criminaliteit kennelijk geaccepteerd. Ne derland is heel tolerant. Criminaliteit hoort daar bij, natuurlijk tot een bepaal de grens, maar waar die grens ligt, weet niemand". In dat beeld past volgens hem ook het extreem lage aantal agenten dat ons land telt per 100 burgers. Opnieuw roemt hij de Zuideuropese landen Italië en Spanje, in zijn ogen het 'beveiligingsmekka'. In hoeverre echter de pomphouder op de hoek financieel de lasten kan dragen van permanente bewaking, is onduide lijk. „Het is niet mijn zaak om voor het particuliere bedrijfsleven een kosten-ba- ten-analyse te maken", aldus Boer. „Mensenlevens zijn niet in geld uit te drukken. Het is maar net hoeveel je als werkgever over hebt voor het leven van je werknemers". Toch is het zeker niet zo, dat bedrijven helemaal niets aan beveiliging doen, al is het dan niet direct een permanente be wakingsdienst. De tijd van gepantserd glas voor de loketten van banken en pompstations lijkt weliswaar voorbij, maar daar staat tegenover dat men de overvaller vakier te lijf gaat met een sy steem van buitbeperking. Veel pomphouders en de meeste banken zorgen er simpelweg voor dat er zo wei nig mogelijk geld voor het grijpen ligt. Banken houden steeds minder geld in kas; hooguit een paar duizend gulden, de rest ligt in de kluis, die middels een tijdslot slechts om de paar minuten een beperkt bedrag vrijgeeft. De bankmede werker krijgt het geld vervolgens veelal via buizenpost. Een overvaller moet wel over stalen ze nuwen beschikken wil hij minutenlang op zijn geld wachten, denken de banken. De meesten gaan er dan ook met veel minder geld vandoor dan de bedoeling was. Volgens woordvoerder J. C. Boutens van Rabobank Nederland is het voor een overvaller nagenoeg onmogelijk om er met een buit van 100.000 gulden van door te gaan, zoals vroeger nogal eens voorkwam. Nu vinden banken een buit van 30.000 gulden al veel. Ook pompstations doen steeds meer aan buitbeperking. Regelmatig wordt geld in kokertjes gestopt en in een onneembare kluis met tijdslot gedumpt. Volgens de cijfers van de CRI bedroeg de gemiddelde buit vorig jaar 18.000 gulden, 3000 gulden minder dan in 1988. Ondanks het feit dat het aantal overvallen in 1989 toenam daalde de to tale buit van 27,6 miljoen gulden in- 1988 tot 26,5 miljoen vorig jaar. In die zin is buitbeperking succesvol ge bleken, maar niet als het gaat om het te rugdringen van het aantal overvallen. Carrière Rabo-woordvoerder Boutens heeft zelf ook de indruk dat overvallers vaker op pad gaan om aan hun geld te komen. Hij acht het zelfs niet ondenkbaar dat crimi nelen hun aandacht straks gaan richten op de gebruikers van geldautomaten. Een andere mogelijke verklaring van de forse stijging van het aantal overvallen ligt in het feit dat er een enorme aanwas bestaat van jonge criminelen. Opvallend is in dat verband een uitla ting van A. Barneveld, hoofd beveili gingszaken van de NMB in het NRC Handelsblad: „Een overvaller maakt car rière. Hij begint bij benzinestations, die vaak nauwelijks lucratief zijn. Een bank is het hoogst bereikbare object". Beangstigend is het geweld rond overval len. Vorig jaar vielen 11 doden en 79 ge wonden. Zes slachtoffers werden sek sueel misbruikt, 41 werden bedwelmd en bij 194 overvallen werden slachtoffers mishandeld zonder dat er sprake was van letsel. Opmerkelijk is ook dat banken die al eens overvallen zijn een grotere kans maken opnieuw doelwit te worden van criminele acties. Een verklaring daar voor is er niet. Bedreigingen zijn al evenzeer talrijk.. „Jouw gezicht onthou ik", snauwde een overvaller pomphouder J. Fremouw van een Aral-station toe, nadat de pomphou der hem in de kraag had gevat. Angst dromen krijgt Fremouw daar bepaald niet van. De politie nam het hem kwalijk dat hij al meer dan eens een dader heeft gegre pen. Fremouw begripvol: „Natuurlijk, het zijn geen lekkere jongens die zo'n overval begaan. Maar op zo'n moment reageer je in een reflex. Achteraf hoor je dat-ie zó'n mes in zijn laars had zitten. Dan realiseer je je dat je een enorme do sis geluk hebt gehad; dat het mes niet tussen je ribben is beland. Maar ach, het is een paar keer gebeurd, voorbij. Ik slaap er geen minuut minder om. Zo'n overval, dat is het risico van het vak. Extra beveiliging hoeft voor mij niet. Dat heeft weinig zin. Die lui hoeven al leen maar het idee te hebben dat je geld hebt en dan pakken ze je toch wel". Zeldzaam Fremouw behoort tot die zeldzame men sen die beweren dat dergelijke gebeurte nissen hen koud laten, zegt drs. F.B.G. van Slagmaat, hoofd Bedrijfspsychologie van Rabobank Nederland. Van Slag- maat heeft jarenlange ervaring in de be handeling van overval-slachtoffers. Want als één ding voor hem duidelijk is, is het wel dat verreweg de meeste slacht offers psychisch een enorme optater krij gen. Wat dat betreft wordt een overval door de gemiddelde burger nog te vaak gezien als een spektakel met iets aan trekkelijks, als soort filmische gebeurte nis en volksvermaak in de trant van 'Cagney and Lacey' of de 'Pink Panther'. Van Slagmaat formuleert zorgvuldig. „Want ik heb niet de arrogantie om te zeggen wat slachtoffers van een overval precies voelen, meebeleven. Ondanks dat ik vrij veel ervaring met opvang van deze mensen heb". Wat heet veel. Hij heeft wekelijks ge sprekken met slachtoffers, die soms maanden na de overval zich wanhopig aan hem vastklampen. Ze worden over mand door slapeloosheid, nachtmerries, zien de overval als een videofilm telkens voor zich afdraaien, ruiken de kruitdam pen en horen de overvaller schreeuwen. Ze voelen permanente angst en zijn ach terdochtig; hun levensgenot is verdwe nen. Vooral bij mensen die meer dan eens in de loop van een geweer hebben gekeken, galmen de gevolgen ervan nog lange tijd na en in een enkel geval zelfs levenslang. Veel van die slachtoffers Van Slagmaat op de ontmoetingsdagen voor overval slachtoffers die de bank eens in de drie maanden organiseert. Macho De Rabobank beschikt sinds vijf jaar over een speciale vorm van opvang voor de slachtoffers, eigenlijk sinds het aantal overvallen zo enorm begon toe te ne men. Bovendien worden alle medewerkers van de bank voor zover mogelijk op overvallen voorbereid: 'nooit verzet bie den, de 'transactie' zo snel mogelijk af handelen, het kasgeld meegeven en er liefst voor zorgen dat de overvaller bui ten het bankgebouw wordt gepakt. Bij veel slachtoffers bespèurt Van Slag maat een verrechtsing in het denken. Be grip voor de zielige jeugd van een over valler - voor rechters niet zelden aanlei ding een niet al te zware straf te vonnis sen - is er vaak niet meer, aldus de psy choloog. Hopeloos is de toekomst van de slacht offers niet, stelt hij. Verreweg de meeste slachtoffers kunnen na verloop van tijd leven met deze ingrijpende gebeurtenis en erover praten zonder direct door het ijs te zakken. Vooral die eerste maanden na de over val zijn van groot belang. Dat ze begrip ontmoeten. Dat ze mógen huilen. (Van Slagmaat: „In onze macho-maatschappij is dat voor mannen nog steeds niet echt gewoon; terwijl men het voor een vrouw juist gek vindt als ze niet huilt".) „En pas later", zegt hij, „zal men inzien dat de overval misschien zelfs positieve kanten heeft gekregen; dat ze ontdekt hebben dat ze geestelijk in staat zijn ge weest d£t door te maken; dat ze hun col lega's op een heel andere manier hebben leren kennen". „Dat zijn positieve dingen. Maar daar mee moet je natuurlijk niet bij hen aan komen als zo'n overval net is gebeurd. Want dan zijn ze niet in staat over hun verdriet, angst of woede heen te kijken. Dat komt pas later". LEX VAN KOOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 35