Spoorzoeken in Rotterdam Aviodome terug naar mobilisatie lllMNIDOS finale Cancun oase van on-Mexicaanse luxe Nostalgie troef in Omroepmuseum CcidóeSouta/nt WANDELROUTE LANGS IMPOSANTE BOUWPUTTEN VAN SPOORTUNNEL ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1990 PAGINA 33 ROTTERDAM - Rotterdammers zijn bouwers. Een jubileumfeestje enlj bouwen mag dan niet zo best luk- erst ken, in stedenbouw is de Maasstad >elei steengoed. Dat levert overal in het eve centrum fraaie en imponerende or;" staaltjes van moderne architectuur H op. Ki 'eD Rond het Centraal Station bijvoorbeeld cet verrijzen de hoogste kantoorgebouwen a 1 van Nederland. Maar ook diep onder de we' grond ontstaat een imposant bouwwerk: de Spoortunnel Rotterdam. De bouw startte twee jaar geleden. Eind 1995 moeten de 2750 meter lange tunnel en de 600 meter lange opritten klaar zijn. auj Kosten 835 miljoen. I De Spoortunnel Rotterdam (de vroegere ovei naam Willemstunnel is geschrapt) is een 10iu technisch hoogstandje, verzekert voor- U| lichter Han Kok. „We bouwen een 27 'e meter brede tunnel dwars door de stad. ir M Maar die stad moet wel blijven leven". ,0(* De ingewikkeldste en duurste bouwput is te vinden op de plaats waar de tunnel lja^ de metro kruist. „Die metrobuizen lig- e gen er al en daar moeten wij dan nog ?e 1 eens onderdoor. Voor die klus worden J® alle bestaande tunnelbouwtechnieken uit de kast gehaald. Over een afstand van r a nauwelijks anderhalve kilometer moet een hoogteverschil van twintig meter worden overwonnen. Dat is fors". Blikvanger Het gewroet in de zompige Rotterdamse bodem is een toeristische trekpleister van formaat. Om belangstellende op het juiste spoor te zetten, heeft de NS pal achter het metro- en treinstation Blaak een Informatiecentrum ingericht. Voor de deur een toepasselijke blikvanger: de neus van een treinstel dat uit een tunnel- moot opduikt. Kenners herkennen er onmiddellijk de 'Mat 54' in, ook wel verterend 'hondekop' genoemd, een oudje dat het op veel lijnen nog best doet. Het Informatiecentrum is sinds kort het vertrekpunt van de ongewone Spoortun nel Wandelroute. Han Kok: „De tocht voert langs onvermoede Rotterdamse plekjes, over de bouwputten heen, kruist winkelstraten en leidt langs de moderne Rotterdamse architectuur en de zeilsche pen en terrassen van de Oude Haven. Bij het Witte Huis bieden kijkvensters een goed uitzicht op de werken in de diepe bouwputten". Op het NS-station Blaak krijgen wande laars ruimschoots de kans om de bouw ers op de vingers te kijken en te genieten van een wijds uitzicht over de Nieuwe Maas en de Binnenrotte. Een reuzendia onder de oude stationskap verklapt het toekomstbeeld van het nieuwe onder- grondste overstapstation. Verrekijkers onthullen het werkterrein op grote diep te. Informatiezuilen gaan dieper in op de veelzijdige techniek van de tunnelbouw. Op sommige plaatsen langs de route is te zien dan de tunnelbouw ook veel uit het Rotterdamse verleden bloot legde. Langs de Binnenrotte vertelt een beeldverhaal in reuzenformaat hoe snel de stad veran dert en hoe de toekomst eruit ziet. A-technisch Hoe de tunnel er uit komt te zien, wordt op aantrekkelijke wijze uit de doeken ge daan in het Informatiecentrum. Het ligt ingeklemd tussen de befaamde Kubus woningen van architect Blom en de Cen trale Bibliotheek, door dé Rotterdam mers omgedoopt tot respectievelijk 'Het Blaakse Bos' en 'het Potlood*. In het voorlichtingscentrum brengen video's en een diaserie de werkzaamheden in beeld. Een grote expositie, inclusief maquette, gaat in op alle bijzonderheden van de bouw. De toegang is gratis. Jaarlijks bezoeken zo'n vijftigduizend belangstellenden het centrum. „De AMSTERDAM - Het Aviodome op Schiphol zet de komende tijd de klok een flink eind terug, naar de spannende meidagen van 1940. Op 150 vierkante meter heeft het luchtvaartmuseum de situatie op een Nederlands vliegveld nage bootst, zoals die er enkele dagen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou kunnen hebben uitgezien. De tijd is in het Aviodome even bevro ren, de klok staat op vijf voor twaalf. Een dienstfiets, een ouderwetse 'door trapper', is nonchalant tegen een olie drum geparkeerd. Aan de rand van het vliegveld zit een soldaat in een schutter- sput, zijn geweer op de borstwering. Op de achtergrond staan een tweedekker. Een Koolhoven FK-51 verkenningsvlieg tuig. De tweedekker, van de tweede vliegtuigfabriek die Nederland in 1940 nog rijk is, zal in de dagen na 9 mei vol komen onbruikbaar blijken te zijn. Aan de andere kant van het vliegveld staat een houten hangar. Dank zij het mooie weer kan de reparatie van een on dervleugel van een Koolhoven-tweedek ker buiten plaatsvinden. De huidplaten van de houten vleugel zijn gedemon teerd. Even verderop staat een gote Fokker C.5. Ook al een verkenningsvliegtuig. In de meidagen van 1940 is het al een oude kist, die er vijftien dienstjaren op heeft zitten. Het toestel is nog van hout, staal- buis en linnen en maakt een antieke in druk naast de Fokker G.l, die al voor de helft uit aluminium bestaat. Toch zal de Fokker C. 5 het enige type militair vlieg tuig zijn dat de Tweede Wereldoorlog overleeft. Een vliegenier stalt naast de Fokker C.5 zijn fiets. Hij maakt nog even een praat- ïekui Terug naar de mobilisatiedagen in het Aviodome. je met zijn collega achter de luchtdoel mitrailleur en stapt in zijn vliegtuig voor een patrouillevlucht langs de grens. Nog enkele uren is er sprake van vrede, ook al verkeert iedereen tussen hoop en vrees. Ziehier het diorama dat het Aviodome tot het eind van het jaar laat zien. De tentoongestelde objecten en vliegtuigen zijn levensecht. Uit eigen collectie, of ge leend van andere musea in binnen- en buitenland. Wie het nagebouwde gemo biliseerde vliegveld wil bekijken, kan van dinsdag tot en met vrijdag terecht tussen 10.00 en 17.00 uur. In het week einde is het Aviodome van 12.00 tot 17.00 uur geopend. Het Aviodome biedt echter meer dan het diorama alleen. Vanaf 30 augustus kan men er bekijken hoe Schiphol er na het jaar 2000 uit zal zien, na een forse uitbreiding. Tot 24 september is er bo vendien een expositie over luchtpost. HILVERSUM - De Mexicaanse hond leeft nog! Het dier, dat vooral vooroorlogse radio-luisteraars zo goed kennen omdat zijn gejank tij dens het opzoeken van zenders in alle toonaarden te horen was, leek uitgestorven. Maar hij bestaat nog steeds. Hij woont in een radiomeu bel uit de jaren '20 in het Neder lands Omroepmuseum in Hilver- In dat museum is de geschiedenis van televisie en radio - in deze volgorde, want de schijf van Nipkow, waarmee beeldlijnen konden worden overgeseind, is ouder dan de draadloze telegrafie van Marconi - op de voet te volgen. De techniek komt er uitvoerig aan de orde. Hij wordt zichtbaar gemaakt aan de hand van tal van oude onderdelen en ge bruiksvoorwerpen als glimmende radio lampen, niet te tillen microfoons en zelf- bouw-radio-ontvangers. En niet in het minst door een 'Radiowinkeltje anno 1935', met een uitstalling van oeroude apparaten die allemaal nog werken en een reparatiehoekje vol onderdelen en gereedschap uit die tijd. Er is ook een oude tv-studio-opstelling te zien, met ca mera, montage-apparatuur en wappe rend NTS-vlaggetje. De begeleidende teksten geven overal een duidelijke toe lichting op. Aan het eind van de exposi tie worden de allernieuwste technieken zichtbaar gemaakt. Omroepen Een tweede onderdeel behandelt de his torie van de omroepen, van het eerste radio-experiment in Nederland van A. Steringa Idzerda tot een 'zuilengale rij', waar elke omroep zichzelf door mid del van een kort tv-filmpje profileert - de TROS nog met zijn coryfeeén An dre van Duin en Ron Brandsteder; het is tenslotte een museum. De vijf vooroorlogse verenigingen NCRV, KRO, VARA, VPRO en AVRO kregen aanvankelijk elk een uitzenda- vond op de zender van de Hilversum- sche Draadlooze Omroep, terwijl er later nog een zender in Huizen bij kwam. Ze zorgden allemaal zelf voor de technische begeleiding van hun programma's en hadden daartoe eigen reportage wagens en studio's; taken die na de oorlog zijn overgenomen door wat nu het Neder lands Omroepproduktie Bedrijf (NOB) is. Het na-oorlogse streven naar een natio nale omroep leed al snel schipbreuk. De oude omroepen namen de draad weer op en hun bestaan leek ongestoord tot dat zeezenders aan de horizon versche nen. Dat leidde tot de oprichting van Hilversum 3 en de verandering van de Omroepwet om toetreding van de TROS mogelijk te maken, waarna ook Veroni ca en Evangelische Omroep een zend machtiging verkregen. Intussen hangen er satellieten in de lucht en is het niet denkbeeldig meer dat de traditionele? omroepen op énige termijn definitief in het museum zullen belanden. In het museum zijn video's te zien met fragmenten van oude tv-programma's Een antiek radiomeubel in het Nederlands Omroepmuseum in Hilversum. FOTO: DIJKSTRA als Dappere Dodo en Wie wil er mijn marmotje zien?, hoogtpepunten uit de 'zwart-wit-periode' met beelden van Ard en Keessie en de quiz van Theo Eerd- mans plus een compilatie van 1,5 uur uit de shows van Dorus. Museum De basis voor het museum werd gelegd door de heer J. Corver, een radio-pionier van het allereerste uur. die al in 1915 be schreef hoe amateurs hun eigen appara tuur konden bouwen. Bij zijn overlijdert in 1956 bepaalde hij dat zijn grote col lectie technische boeken en proeftoestel- len bestemd waren voor een op te rich ten radio-museum. Dat kwam er pas in 1983, in het gebouw waar tot dan toe de radio-nieuwsdienst van het ANP huis vesting had gevonden. Behalve voor het publiek volziet het museum ook voor de omroepen in een behoefte, omdat in de al zeer omvangrij ke collectie meestal het antwoord is te vinden op vragen over de geschiedenis van radio en televisie. Tegelijk is het museum een drijvende kracht geworden in de discussie over het feit dat het beeldbandmagazijn van de omroep naar schatting 30.000 uur programmamateri aal bevat dat niet gearchiveerd is, waar door kostbaar materiaal vooralsnog on vindbaar blijft. „Maar de ruimte is veel te klein", vertelt Marieke Veen-Bos, die enthousiast de public relations verzorgt. „We krijgen er steeds meer materiaal bij. Gisteren kwa men er weer twee bestelwagens vol appa ratuur en onderdelen". Het overzicht van de schenkingen in het jongste jaarverslag is zestien pagina's lang. Voor het overgrote deel boeken en tijdschriften, maar ook het Grundig-ra- diotoestel type 3088WE, het tv-uitzend- bord met „Teleac begint" en de was- bandschrijver van Philips zouden best een plaatsje verdienen. Het Nederlands Omroepmuseum, Melk- pad 34, Hilversum (10 minuten lopen vanaf het station), tel. 035-773756, is t/m 31 augustus geopend van 10 tot 17 uur en op zaterdag en zondag vanaf 12 uur; daarna elke woensdag en de laatste zondag van de maand. Het museum wordt vrijwel volledig gerund door vrij willigers en de toegang is gratis, maar een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld. ANDRÉ HORLINGS In de zojuist verschenen reisgidsen van de grote touroperators is voor de komende winter een belangrijke plaats ingeruimd voor verre vlieg reizen naar het Caribische gebied, voor zover de bestemmingen in dat deel van de wereld al geen aparte gids hebben gekregen. In het spoor van de chartermaatschappijen, die steeds nieuwe bestemmingen 'ont dekken', trekken de Nederlanders naar de tropische 'winterzon'. Na het succes van de Dominicaanse Republiek, vorig jaar, is nu de beurt aan de Mexicaanse kustplaats Cancun. Een van onze verslagge vers ging er alvast even kijken. CANCUN - Het is de wereld van de bounty-reclame: witte stranden met palmbomen en pelikanen die zweven over de blauwe, lauwe zee. Waterspor ters, para-sailers en surfers. Met marmer afgewerkte hotels, voorzien van alle denkbare voorzieningen. Cancun is een uiterst luxueuze badplaats in de staat Vucatan, een schiereiland in het noord westen van Mexico met aan de ene kant de Golf van Mexico en aan de andere kant de Caribische Zee. De stad is vijftien jaar geleden speciaal voor de Amerikaanse toeristen gebouwd en nog steeds is zo'n 85 procent van alle gasten afkomstig uit het machtige buur land. Maar ook in de Europese toeristen- stroom komt vaart. Vanaf dit najaar vliegt Martinair rechtstreeks op Cancun en een tiental reisorganisaties heeft de nieuwe bestemming in zijn programma opgenomen. De Mexicanen hebben, in navolging van de chartermaatschappijen en de tour operators, hoge verwachtingen en de ho tels schieten er uit de grond. De bad plaats bestaat daardoor uit een lange boulevard met tientallen hotels waar de goedkoopste kamer al gauw zo'n 150 gulden per nacht kost. Als gast ben je aangewezen op de voor zieningen in je hotel, want de plaats zelf heeft verder niets te bieden. Elk hotel heeft een eigen privé-strand. Er zijn toe risten die in veertien dagen hun hotel niet verlaten. Voor dergelijke weinig avontuurlijk ingestelde toeristen zijn er in de omgeving van Cancun genoeg ge organiseerde uitstapjes te maken, bij voorbeeld naar het beroemde eiland Co- zumel of naar de ruines van de Maya steden Tulum en Chichen-Itza. Ook daar is de toeristische industrie vol op tot bloei gekomen en klinkt steeds weer het „Madame, special price for y9u". De tochten naar de bezienswaar digheden kunnen gemaakt worden in luxe bussen met airconditioning; niet zo gek in het tussen oktober en april bloed hete klimaat. Het is de eerste dagen dan ook uitkijken geblazen met de combina tie van hitte, hoge luchtvochtigheid en zon. Wie echter meer wil dan luieren en ver maakt worden onder de winterzon koopt voor zo'n twaalfhonderd gulden een 'kale ticket' en ziet bij aankomst wel verder. Met een auto, een motor of met de Mexicaanse treinen en bussen. Want een ding is zeker: wie alleen in Cancun blijft, is eigenlijk niet in Mexico geweest. Een hartelijke welkomstgroet op een muur: Mexico rekent op de komst van een forse stroom toeristen uit Europa. FOTO: 4P Bij het Infor matiecentrum Spoortunnel Rotterdam duikt de kop van een trein stel uit een tunnelmoot omhoog. FOTO: NS meesten zijn a-technisch", verzekert I Han Bos. „Voor die groep is de amusan te en leerzame wandelroute en de ten toonstelling in de eerste plaats bedoeld". Het Informatiecentrum Spoortunnel aan I de Kolk 50 (telefoon 010-4120050) is op werkdagen geopend van 9.00 tot 17.00 uur, op zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur. I De gratis routekaart van de wandeling is ook verkrijgbaar bij de kantoren van de VVV op de Coolsingel en in het Cen traal Station van de Maasstad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 33