De omgekeerde carrière van Gert Koffeman Spijbelen is af te leren CeidócSouoant VAN BEKENDE NEDERLANDER TOT ANONIEM KAMERLID CONTROLE MOET INTEGRATIE BEVORDEREN BINNENLAND ZATERDAG 28 JULI 1990 PAGINjXE" BRUSSEL Er is maar ver om de Grote Brussel te betreden. Dat de Heuvelstraat. Je hoek om en van de meest stedelijke panorama's die Europa kent. Vanuit de Heuvelstraat naderende als het ware in een voor de Markt te staan, als vreemdeling tenminsU meteen in de min of meer betreedt. Bovendien meteen overrompeld gotische stadhuis met zijn enorme toren die nog echl ^er toren is: slank, volmaakt $t t< proportie, hoog en ook v/eiclcc te hoog. |te Net als je je verbazing de vai bent, springen al die gildeh y met hun gouden gevels en ornamenten in je oog. Je i^n 1 nog een paar stappen en 4é v daarop eens de hele Mark\ pa van de weinige stenen r'"'- -- in Europa die geen perken nodig heeft om mooi te zijn. Ik ben ooit achter het een drankhuis op de de Heuvelstraat gaan de nieuwkomers gade te Ze komen van de lopen niets vermoedend Heuvelstraat, hun nog op hun buik, de stadsplattegrond nog in handen. Om de hoek soort eeuwigdurende zodat die nieuwkomers gedwongen zijn hun jasjes**'' jekkertjes dicht te knopenj> tg hun hoeden en petten waP vaster op hun hoofd te zei Dan kijken ze omhoog of\ zich heen. ha« Je kunt die nieuwkomer ren 1 herkennen omdat hij, als ring van zijn verbazing en in jrtel sommige gevallen zelfs por vervoering, zijn pas inhoufp v Een enkeling blijft zelfs n\ knikkende knieën staan. Sommigen wagen zich slet^— schoorvoetend verder, zoa[ J[ doet wanneer je een kath{ betreedt waar alle geluidë de wereld opeens ophoudt slechts een een vaag, ron* pilaren, en in gewelven ei zijbeuken rondzwervende van zachte stemmen en t geschuifel van voeten hoorv^ is. Ik weet zeker dat als if §6 op de hoek van de Heuve^aP1 een wijwatervat zou neerz;n allerlei mensen daar fesic onwillekeurig heen lopen perf vingers de bevochtigen eirn kruis te slaan. De euforie die je bij het r.® betreden van de markt i aangrijpt, neemt weer proporties aan zodra je je verder begeeft. Dan zijn ef P mensen, de terrassen, de P stemmen, de duizenden i.° voetstappen op de klinken waarop de hele mensheid |ej°f heeft gestaan. Vervolgens j, de verwarring die vooral H' nieuwkomer overvalt oma: niet precies weet waar hij, moet kijken, wat hem te staat. Eigenlijk zou iederei terug moeten lopen naar <f Heuvelstraat om het betrt van de Grote Markt een j keer over te doen. Ook in dit opzicht is de Markt vergelijkbaar met <j kathedralen van bijvoorbe. Reims, Bourges en ChartrlJ* Men bekijkt het allemaal, r men kan het nooit helemai en vooral nooit tegelijkerL Een zekere hoeveelheid v dat moois bevindt zich aid achter je rug. Je bent daal gedwongen je om te draaifoH omhoog te kijken, afstandr nemen. Terwijl je naar he^ kijkt, ontgaat je het andei[ Waar je ook kijkt en hoez[j je voorneemt alles in je c nemen, er zijn altijd weer)S - dingen die je ontsnappen^nse zich weer losmaken uit jeti 01 gemoed en meteen in de imu vergetelheid verdwijnen, lage Waarschijnlijk hebben de pat bouwheren dat effect nietl tei nagestreefd en ook niet voorzien. Die waren, in vvftW van wat ze schiepen, tocnvl meer aardse dingen bezig: mengden de mortel, zaagdi hout, kapten de stenen enl dat alles vervolgens in elM de hoop dat wat ze hadda gemaakt, mooier zou zijn a belendende panden. Schoonheid is bijna altijd I Het volmaakte is bijna alm vrucht van elkaar weerstrevende bedoelingel ongerijmdheden zelfs. Er is nog iets eigenaardig^ die Grote Markt. Je hoeft, van geschiedenis, bouwstifu kunst te weten om het 1 ervan meteen te begrijpeM ten slotte: je kunt aan geefy navertellen wat er door je~ ging op dat eigenste ogenbl je, vanuit de Heuvelstraatiepi Grote Markt opliep. Wanrn s gevoel van machteloosheiisle met woorden niet c gemaakt kan worden, blijft bestaan. Je neemt het méf huis en je zit er vervolgen da opgescheept. Leerlingen die het naar hun zin doen, functioneren slechter en er een aparte klas. Verder worden er nadere gesprekken met de kinderen gehouden om ze met de problemen te hel pen. Cijfers en resultaten over de laatste twee experimenten zijn nog niet bekend. Toch kan Margriet Mutsaers uit eigen ervaring al concluderen dat de projecten redelijk succesvol zijn. „Meer dan de helft van hebben op school zullen niet snel zijn crimineler. de scholioeren die dreigen he lemaal af te haken, gaan dank zij het project verder in het onderwijs. Ze blijven op de oorspronkelijke school of gaan naar een andere school als uit testen blijkt dat daar hun in- tresses liggen. Elk kind dat blijft is pure winst". De twee onderzoeksscholen zullen in ieder geval doorgaan met de spijbelcontrole. Aan de spijbelen. Degenen die dat wel foto: sp andere twee experimenten zullen zij vanwege de finan ciën alleen gedeeltelijk mee doen. Mutsaers hoojjt dat er naar aanleiding van' het on derzoek een discussie op gang zal komen tussen de scholen en de overheid en dat zij de mogelijkheden van scholen om zelf spijbelen tegen te gaan in zullen zien. KARIN HOOGEBOOM OUDEWATER Carriè re maken is meestal leuk, maar eist soms ook een zware tol. De 42-jarige Gert Koffeman, voorma lig CNV-coryfee, heeft dat aan den lijve ondervon den. Vorig jaar september bereikte hij een hogere trede op de maatschappe lijke ladder, hij werd Tweede-Kamerlid voor het CDA. In zijn geval ging dat echter niet ge paard met een toename aan bekendheid, invloed en macht. Integendeel, hij moest dit alles inleveren en zonk weg in de anoni miteit. Tussen 1984 en 1989 bereikte Gert Koffeman als voorzitter van de Algemene Christelijke Politiebond (ACP) bijna de status van bekende Nederlan der. Menigmaal stond hij op de bres voor verbetering van de salarissen, arbeidsomstandig heden en rechten van de dien ders, zoals hij de politiemensen graag noemde. Hij was veel vuldig op de televisie te zien, werd talloze malen geïnter viewd en nam daarbij door gaans geen blad voor de mond. Politici hadden in Koffeman een geduchte gesprekspartner en opponent. Niet zo vreemd overigens, want hij was in vijf tien jaar gepokt en gemazeld in het vakbondswerk. Na een bijna tienjarige loopbaan als politieman in Zeist en Den Dolder trad Koffeman in 1974 in dienst bij het CNV. Zijn eerste functie was districtsbe stuurder van de Vervoers- bond, in welke hoedanigheid hij, net als het huidige Groen- Linkse kamerlid Paul Rosen- möller, vooral in de havens van Rotterdam en Amsterdam actief was. De oude liefde voor de politie roestte echter niet. In 1977 belandde Koffeman opnieuw in de sfeer van uni formen, petten en revolvers, ditmaal echter als belangenbe hartiger. Eind 1988 bereikte Koffemans bekendheid een hoogtepunt toen hij samen met collega Leen van der Linden, voorzit ter van de FN V-politiebond (NPB), weken lang leiding gaf aan stiptheidsacties en demon straties van de politie. Er werd massaal geprotesteerd tegen gedwongen overplaatsingen en vurig gepleit voor uitbreiding van personeel, een hogere on- gemakkentoeslag en een nieuw functiewaarderingssys teem. Met succes.. Na taaie on derhandelingen met de minis ters Van Dijk van binnenland se zaken en Korthals Altes van justitie zagen Koffeman en Van der Linden hun eisen grotendeels gehonoreerd. Moeite Inmiddels maakt de voormali ge actievoerder alweer bijna een jaar zelf deel uit van het zo vaak door hem geattaqueer de legertje van nationale be roepspolitici. Op een avond in juli vorig jaar ging in huize Koffeman, gelegen aan de rand van het schilderachtige Zuidhollandse stadje Oudewa ter, de telefoon. Aan de lijn meldde zich de toenmalige CDA-fractieleider Bert de Vries. Voelde Koffeman mis schien voor een verkiesbare plaats op de CDA-lijst voor de kamerverkiezingen van 6 sep tember? Daar had de advocaat van de Hermandad wel oren naar. Hij waagde de stap en werd op 14 september als ka merlid beëdigd. Sindsdien is het opvallend stil rond zijn persoon. „Die overgang naar het poli tieke bedrijf heeft me veel meer moeite gekost dan ik aanvankelijk had vermoed", erkent Gert Koffeman. „In de eerste plaats viel het afscheid van de ACP me vrij zwaar, want ik had het daar prima naar m'n zin. Bovendien wa ren we met de bond net ver huisd naar een mooi nieuw ge bouw in Utrecht, een modern onderkomen waarvoor ik me jarenlang had ingezet. Daar heb ik helaas maar een paar weken van kunnen genieten. Ik heb in die tijd echt wel eens gedacht: waar ben ik aan be gonnen?" „Toen ik eenmaal in de Ka mer zat, heeft die vraag me ook een paar keer door het hoofd gespeeld. Het was alle maal zo anders dan ik me had voorgesteld. Het politieke we reldje kende ik wel enigszins, dat was het probleem niet. Ik had al wat politieke ervaring opgedaan in de CDA-afdeling Oudewater en ik was ook en kele jaren adviseur van de CDA-kamerfractie geweest in zaken die met het politiebeleid te maken hadden. Verder had ik indertijd als vakbondsman regelmatig m'n gezicht aan het Binnenhof laten zien. Het be kende lobbywerk hè? Met een aantal kamerleden uit ver schillende fracties had ik zo doende zeer goede contacten opgebouwd. Kortom, ik kwam dus niet op volstrekt onbekend terrein terecht". „Toch zat een aantal dingen me niet lekker. In de eerste plaats besefte ik dat ik me ver schrikkelijk moest inhouden. Als vakbondsman was ik ge wend geweest het hart op de tong te dragen. In de politiek kun je dat niet doen. Je moet altijd op je woorden passen en rekening houden met het frac tiestandpunt of het coalitiebe- Gert Koffeman: „Als vakbondsman was ik gewend geweest het hart op de tong te dragen. In de politiek kun je dat niet doen. Je moet altijd op je woorden passen en rekening houden met het fractiestandpunt of het coalitiebelang". foto: pers unie lang. Ik mocht vanzelfspre kend ook de fractiedeskundi gen op politie- en justitiege- bied niet voor de voeten lopen. Vanuit mijn achtergrond wist ik natuurlijk wel een en ander van die terreinen af, maar zij waren toch de eerste woord voerder. Ik was een groentje, die van onderaf aan moest be ginnen". „Ten tweede heb ik me gedu rende die eerste maanden in de fractie knap ongemakkelijk gevoeld omdat ik iets van arg waan bespeurde. Je zag som migen denken: die Koffeman wordt hier zomaar geparachu teerd en die komt ons met z'n grote mond even vertellen wat we moeten doen. Die wil zich waarmaken. Er zat dan ook een flinke dosis schroom in m'n houding. Dat gevoel werd nog versterkt doordat ik me drommels goed realiseerde dat ik in de afgelopen jaren niet altijd even complimenteus te genover CDA-Kamerleden was geweest". Big smile „Met dat alles heb ik het echt hartstikke moeilijk gehad. Dat was meestal niet aan me te merken hoor, maar achter de big smile die ik vaak vertoon de ging wel eens een heel an dere stemming schuil. Inmid dels marcheert het allemaal wel tot mijn tevredenheid. Ik heb me heel bewust beschei den opgesteld en daar ben ik achteraf ook helemaal niet rouwig om. Ik moet immers af van dat imago van vakbonds jongen!" „Het kamerwerk op zich en alles wat daarbij komt vind ik prachtig. Ik had alleen nooit gedacht dat het kamerlidmaat schap zo'n zware baan zou zijn. De omvang van het werk is gi gantisch. Je bent er bij wijze van spreken dag en nacht mee bezig: bergen papier lezen, wetsontwerpen en rapporten bestuderen, vergaderen, werk bezoeken afleggen, spreek beurten houden, er komt geen eind aan. Je moet ook een he leboel dingen zelf zien uit te vinden. Ik kreeg als nieuwe ling geen mentor of begeleider toegewezen. Ja, je vraagt na tuurlijk wel eens wat aan de meer ervaren rotten, maar het was toch vanaf de eerste dag: pats, het diepe in! Aan Elco Brinkman, onze fractieleider, heb ik wel veel steun gehad. Fantastische man: intelligent, snel van begrip, zeer betrouw baar en erg plezierig in de om gang". „Ik heb groot geluk gehad met de toedeling van de onderwer pen die ik mag behartigen. Dat is niet gering, ik houd me be zig met het visserijbeleid, het personeelsbeleid van de over heid, inclusief het militaire personeel, de financiële ver houding tussen rijk, gemeen ten en provincies en last but not least een stukje politie, jus titie en milieu, vooral waar het gaat om de handhaving van wetten en regels. Het handha- vingsprobleem wordt steeds belangrijker. Dat zie je bij voorbeeld heel duidelijk bij de kwestie rond de maximum snelheden voor auto's. Je kunt als kabinet wel beslissen om de snelheidslimieten verder omlaag te brengen, maar als politie en justitie te weinig mensen hebben voor de opspo ring en vervolging, dan is zo'n maatregel zinloos". Pluk ze „Over een paar maanden mag ik over twee belangrijke wets ontwerpen in de Kamer het woord voeren. De voorberei ding daarvan kost heel wat tijd, maar het geeft veel vol doening om je in bepaalde on derwerpen vast te bijten en er alles over te weten te komen. Het "gaat om de wet ter bestrij ding van computercriminali teit en de wet die het mogelijk maakt om geld en goederen van misdadigers in beslag te nemen. Als bijvoorbeeld na ar restatie van een drugshande laar blijkt dat die man enorme bankrekeningen en dure goe deren heeft, dan kun je er vanuit gaan dat dat geld en die spullen door criminele hande lingen zijn verkregen. De staat mag dat vermogen dan in be slag nemen. In politiekringen wordt dit de 'Pluk ze'-wet ge noemd. Over dat plukken van criminelen heb ik al veel ge sprekken gevoerd. Tja, ik heb natuurlijk in m'n vakbondstijd aardig wat relaties in de poli- tiewereld opgebouwd. Daar heb ik nu toch nog profijt van". „Het visserijbeleid, waar ik me nu ook mee bezig houd, was een volstrekt onbekend ter rein voor me. Maar inmiddels heb ik er al wat meer kaas van gegeten, want begin juli heb ik een stage in de vissersbranche gelopen. Eerst ben ik een week lang met een Urker kot ter de zee op geweest - ziek dat ik was de eerste dag! - en daarna heb ik een rondgang gemaakt langs visafslagen, mossel- en oesterkwekerijen en visverwerkende bedrijven. In die twee weken heb ik zo'n beetje alles gezien wat met de visserij te maken heeft, ja ook de controles van de Algemene Inspectiedienst op de vangst- hoeveelheden. Toen we met de UK 63 vol vis de haven van Delfzijl binnenliepen, stonden de inspecteurs al klaar op de kade. En we hadden nog maar nauwelijks aangelegd of, hup, daar kwamen ze het ruim en de boekhouding controleren. Ik heb de indruk dat dat alle maal zeer zorgvuldig gebeur de". Politieregio's „Een van de politieke beslui ten die mij het afgelopen jaar grote voldoening gaven was, dat kun je wel raden, de sa menvoeging van gemeente- en rijkspolitie en de verdeling van ons land in 25 politiere gio's. Ik ben altijd een groot voorstander van die politie-re- organisatie geweest. Gelukkig stond de samensmelting van de huidige twee soorten politie ook in het CDA-verkiezings- programma. Als dat niet het geval was geweest, zou ik niet in de Kamer zijn gaan zitten. Dat meen ik! Voor mij was en is dat een heel zwaar punt". „Nu lopen de politiebonden in middels alweer te hoop tegen het feit dat er nog geen sociaal plan is, waarin de rechten van politiemensen bij de reorgani satie staan beschreven. Goed, ik geef toe dat ik dat als ACP- leider ook had gedaan, want dat is nu eenmaal je taak als belangenbehartiger, maar van uit m'n huidige positie bezien vind ik het ietwat overdreven. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat de minis ters Dales en Hirsch Ballin niet met een sociaal plan zul len komen. Ik heb geen enkele aanwijzing waardoor ik ze op dat punt zou moeten wantrou wen. Het komt wel goed, denk ik". „M'n ambities als kamerlid? Ach, die heb ik niet zo hoor. Laat ik gewoon maar zorgen dat ik m'n werk goed doe, dat vind ik al mooi genoeg. Ik heb wel een doelstelling in m'n hoofd over de wijze waaróp ik dat werk wil doen: zo dicht mogelijk bij de mensen blijven die je als parlementariër verte genwoordigt. Dat betekent veel contacten met burgers, organisaties en bedrijven on derhouden, weten waar je over praat, weten wat er speelt in de samenleving. Politici hebben soms de neiging zich in de bekende ivoren toren op te sluiten. Ik wil zelfs niet in de buurt van die toren ko men". DICK VAN RIETSCHOTEN lijk gemaakt te spijbelen", ver klaart Margriet Mutsaers. Winkelcentrum Het onderzoek is op drie scho len voor lager en individueel technische onderwijs (Ito/ito) gehouden. Volgens de onder zoekster is op lbo en mavo de samenhang tussen slechte schoolintegratie en crimineel gedrag het grootst. „Dat wil niet zeggen dat die leerlingen crimineler zijn, maar spijbelge- drag heeft daar eerder een ne gatieve contekst. Uit onder zoek is gebleken dat als een at heneumleerling spijbelt, hij of zij dat meestal doet om een proefwerk te leren. Een lbo' er loopt daarentegen een beetje rond in het winkelcentrum. We hebben voor het Ito geko zen, omdat negentig procent van de leerlingen jongens zijn. Die verkeren toch meer in de criminele sfeer dan meisjes". Het percentage spijbelaars is op de twee scholen met 34,3 procent afgenomen. Leerlin gen die toch nog bleven spijbe len deden dit voor de helft minder. Behalve terugdringen van het spijbelen fungeerde het experiment volgens Mut saers ook als signaalfunctie. „Als er kinderen zijn die spij belen omdat ze problemen hebben, dan komt dat boven water. Vijf tot tien procent van de leerlingen heeft te ma ken met complexe situaties zo als kindermishandeling of woordblindheid". Deze kinderen komen in aan raking met de volgende twee deelexperimenten. Zij worden begeleid door een schoolfunc- tionaris. Deze gaat af op de leerlingen die veel spijbelen en probeert te achterhalen wat er aan de hand is. Hij is de verbindende schakel tussen ouders en kind en de opvang- klas, het derde deelexperi- ment. Opvangklas De interne opvangklas is be doeld voor scholieren die drei gen schooluitvallers. Vakken, waarbij zij extra uit de boot dreigen te vallen. Voor hen is DEN HAAG Onder zoek heeft aangetoond dat scholen met beperkte middelen toch heel veel mogelijkheden hebben om spijbelen tegen te gaan. Dat is een conclusie van het onderzoek „Criminali teitspreventie in het on derwijs" verricht door het Wetenschappelijk Onder- zoeks- en Documentatie centrum van het ministe rie van justitie. Doel van het experiment is de schoolintegratie van kinderen te verbeteren en op deze ma nier de kleine criminaliteit te gen te gaan. „Kleine criminali teit wordt vooral door jonge ren verricht. Wil je deze groep bereiken, dan kom je uit bij school. Dat is een belangrijk onderdeel in het leven van jongeren, als het goed is bren gen zij daar een groot deel van hun tijd door", legt onderzoek ster Margriet Mutsaers uit. „Spijbelen is namelijk een ui ting van je niet lekker voelen op school. Uit eerdere onder zoeken is ook gebleken dat leerlingen die veel spijbelen slechter functioneren en cri mineler zijn", aldus Mutsaers. Belangrijkste onderdeel van het experiment is de controle op het spijbelen, al is het be slist niet het eerste project dat spijbelen probeert tegen te gaan. Er zijn bijvoorbeeld spij- belopvangcentra die leerlingen die afgeknapt zijn op het on derwijs proberen terug te krij gen in de schoolbanken. Wat is nu het verschil tussen dit con trole-experiment en andere projecten? Margriet Mutsaers: „De andere voorzieningen zijn buiten de school. Ons project is binnen de school en zodoende een stapje eerder. Daardoor heeft het meer een preventie ve werking. Het grote verschil met andere projecten is dat wij twee keer per dag bellen en een vervolgproject hebben". Met dat bellen wordt bedoeld dat twee keer per dag contact wordt opgenomen met de ou ders/verzorgers van de scho lieren die om onbekende rede nen afwezig waren. Dat ge beurde met behulp van een computer, waar alle gegevens bij elkaar stonden: telefoon nummers van ouders thuis en op werk, wanneer het kind voor het laatst heeft gespij beld, etc. „We stelden de ou ders ervan op de hoogte dat hun kind niet aanwezig was en vroegen het in de gaten te houden. Het grote winstpunt van dit systeem is dat er een onmiddellijke reactie volgt op het spijbelen. Bovendien is er een goed overzicht waardoor het voor een mentor makkelij ker is tot sancties over te gaan. Het wordt de leerlingen moei- SUSKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 4